1 e jaar Bachelor Maatschappelijke Veiligheid



Vergelijkbare documenten
Presentatie Huiselijk Geweld

Hulp en informatie om huiselijk geweld te stoppen. Help jezelf. Help de ander cent per minuut.

Werkt de aanpak van kindermishandeling en partnergeweld?

uitgave december 2007

Mishandeling en seksueel. Geweld is niet oké. Het kan stoppen.

Directe Hulp bij Huiselijk. U staat er niet alleen voor!

Informatie en advies voor ouders

Slachtofferhulp Brussel-Halle-Vilvoorde Groot Eiland (deelwerking CAW Archipel) Voorstelling dienst

De werking van het Vertrouwenscentrum Kindermishandeling Oost- Vlaanderen. Kristel Bovijn

Zorgcentrum na seksueel geweld. Pilootproject

RELATIEPROBLEMEN? GEWELD IN JE GEZIN? PRAAT EROVER.

Meldcode huiselijk geweld & kindermishandeling Kindcheck

Definitie 5/10/2015. Vertrouwenscentrum Kindermishandeling Brussel. VK Brussel

MELDCODE BIJ SIGNALEN VAN HUISELIJK GEWELD EN KINDERMISHANDELING TYTSJERKSTERADIEL

Mishandeling en seksueel. Laat het niet zomaar gebeuren

EN HET ONDERSTEUNINGS CENTRUM JEUGdZORG

Geweld in huis raakt kinderen. Informatie en advies voor ouders

Persmededeling. Eén centraal meldpunt voor geweld en misbruik

Informatie en advies voor ouders

Fase I Voorvallen in de huiselijke kring Huiselijk geweld

GAMS België. GAMS België

WAT IS GRENS OVERSCHRIJDEND GEDRAG? Veiligheid van leerlingen, vrijwilligers en instructeurs/instructrices is een

Geweld in huis raakt kinderen. Informatie en advies voor ouders. huiselijkgeweldwb.nl cent per minuut

Rotterdamse Meldcode. huiselijk geweld en kindermishandeling

Het perspectief van het kind binnen ketensamenwerking

af. Met dit protocol, in haar handelen en in haar beleid wil Klik Kinderopvang

Veiligheid en bescherming bij geweld in relaties

bespreekbaar stellen en ontrafelen van geweld 1

Partnergeweld is een strafbaar feit!!!

Dierenmishandeling in gezinnen

Wat is kindermishandeling? Hoe kan kindermishandeling stoppen? Wie kan je hierbij helpen?

SAMENVATTING VERNIEUWDE MELDCODE HUISELIJK GEWELD & KINDERMISHANDELING

SEKSUEEL GRENSOVERSCHRIJDEND GEDRAG SABINE HELLEMANS PROF. DR. ANN BUYSSE

Kindermishandeling: Prevalentie. Psychopathologie

Rode draad voor kindveiligheid in Amsterdam

Achterblijven na een huisverbod...

U heeft een huisverbod... Wat nu?

Praktische informatie voor personen aan wie een huisverbod is opgelegd. U heeft een huisverbod... Wat nu?

Voorkómen van huiselijk geweld

5 Samenvatting en conclusies

JIJ EN HET ONDERSTEUNINGS CENTRUM JEUGDZORG

Informatie voor gezinnen over Jeugdbescherming

Inleiding. Familiale kwetsbaarheid en geslacht. Samenvatting

Ter vermindering van (de gevolgen van) Kindermishandeling en huiselijk geweld

Spreekbeurt Maatschappijleer Zinloos geweld

Doorbreek het taboe Els Messelis Hogere Leergangen voor Fiscale en Sociale Wetenschappen -HuBrussel 18 december Els Messelis

Meldcode Huiselijk geweld en kindermishandeling

MELDCODE HUISELIJK GEWELD EN KINDER MISHANDELING BEELDENBOX BEELDEND JEUGDHULP VERLENEN

Eigen Regie Friesland

Inleiding. De makers van dit boekje : Marc de Kleijn, Dennis Kramer, Darius Kuiper, Iris Brinkhuis, Keanu Lawalata, Aron Hofman.

Ouderenmis(be)handeling. Zwijgen biedt geen uitkomst

Werkstuk Maatschappijleer Kindermishandeling

NL WHN EU ,4 10,8 18,6 4,1 1,2 2, ,1 8,6 16,5 1,9 2,5 1,4

(Potentiële) belangenverstrengeling. Geen. Relevante relaties met bedrijven --- Aard van de relatie ---

Aanpak huiselijk geweld centrumgemeentegebied Amersfoort

Kindspoor Fier Fryslân

Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling cent per minuut

Kindermishandeling. voor minderjarige bedreigende of gewelddadige interactie van fysieke, psychische of seksuele aard,

Ouderenmishandeling. Maartje Willems Verpleegkundig consulent geriatrie

De Wet meldcode Hoe zit het?

REACTIEPLAN LOKAAL NIVEAU. groen geel rood zwart Inschatten mate van ernst bij vermoeden, onthulling of vaststelling

Praktische informatie voor mensen van wie de partner of huisgenoot een huisverbod heeft gekregen. Achterblijven na een huisverbod...

Inleiding: Gendergeweld

Seksueel geweld en seksuele grensoverschrijding

Nederlandse samenvatting

Families onder druk. Huiselijk geweld binnen Marokkaanse en Turkse gezinnen. Drs. Ibrahim Yerden. Probleemstelling

Academie voor Integratieve en Humanistische Psychologie en Psychotherapie vzw. Zelfdoding: Signalen, mythen en aanpak

Hulp bij het herstel. Als slachtoffer kunt u bij. Slachtofferhulp Nederland terecht. voor kosteloze ondersteuning op

Opvoeden na partner geweld Trees Pels Katinka Lunneman Jodi Mak Susanne Tan Meta Flikweert Marjolijn Distelbrin Majone Steketee

Onderlegger Licht Diagnostisch Instrument tbv bepaling van het gezinsprofiel. 1. Psychische en/of psychiatrische problemen van de ouder(s)

Terrorisme en dan verder

Protocol machtsmisbruik / meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling

Samenvatting. Achtergrond van het onderzoek. Doel en vraagstelling van het onderzoek

Stelselwijziging & Jeugdzorg

Welkom. Pedagogische verwaarlozing anno Het Kind Eerst (juni 2013)

Signalen bij partnergeweld

Sociale omgeving. 1. Kindermishandeling

Richtlijn JGZ-richtlijn Kindermishandeling

Instrument voor Risicoscreening in de Vrouwenopvang 2012

Workshop 4 Werken aan partnergeweld en de vaderrol Helen Blow

Signaleren en handelen bij seksueel & huiselijk geweld

stelt de volgende Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling, uitgewerkt in een stappenplan en geldend voor alle agogische medewerkers, vast:

Instrument voor risicoscreening in de vrouwenopvang

Cijfers huiselijk geweld en kindermishandeling

U heeft een huisverbod... Wat nu? Praktische informatie voor personen aan wie een huisverbod is opgelegd

Criminele meisjes: Specifieke zorg en aandacht of niet?

Mentaliseren Bevorderende Therapie (MBT) voor cliënten met een borderline persoonlijkheidsstoornis

Programma Advies & Meldpunt kindermishandeling. Hoe Wie Tijd. Gevolgen van kindermishandeling Power point Anne 20 min

Meldcode Huiselijk Geweld en Mishandeling

Meldcode bij een vermoeden van kindermishandeling

Inhoudsopgave Inhoudsopgave Inleiding Meldcode Meldcode/Richtlijn

1. De partnerrelatie. 1.1 Een relatie in evolutie

Kindermishandeling en ouderproblematiek hoe bespreek je dat? Mireille Hartjes trainer/ coach en acteur Carien Miedema kinderarts

Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling

Informatie voor gezinnen

Hulp bij huiselijk geweld

Hulp bij het herstel. Als slachtoffer kunt u bij. Slachtofferhulp Nederland terecht. voor kosteloze ondersteuning op

MELDCODE KINDERMISHANDELING EN HUISELIJK GEWELD

dat stichting Libertad in deze code ook vastlegt op welke wijze zij de vrijwilligers bij deze stappen ondersteunt;

Transcriptie:

Vives Sociaal-Agogisch Werk Doorniksesteenweg 145 8500 Kortrijk Academiejaar: 2014-2015 Projectbegeleider: Alan Veys Groep 7 1 e jaar Bachelor Maatschappelijke Veiligheid Boyen Cedric Braeckman Guylian Brantegem Laura Dekocker Ruben Geeraert Thore Louf Matthias Masschelein Michiel Raes Pauline Sawo Alagie Janko Smolders Ine Snauwaert Lucas Spenninck Wouter Vanderbeken Jonas Vanneste Jens

1. Inhoud 1. Inhoud... 1 2. Inleiding... 3 3. Situering... 4 4. Wetgeving... 5 5. Vormen van partnergeweld... 6 5.1. Verschillende takken... 6 5.1.1. Fysiek geweld... 6 5.1.2. Psychisch geweld... 6 5.1.3. Seksueel geweld... 6 5.1.4. Economisch geweld... 6 6. Risicofactoren partnergeweld... 7 6.1. Info verschillende niveaus... 7 6.1.1. Macroniveau... 7 6.1.2. Exoniveau... 7 6.1.3. Microniveau... 7 6.1.4. Ontogenetisch niveau... 7 6.2. Macroniveau... 7 6.2.1. Stellingen... 7 6.2.2. Rollenpatroon... 8 6.3. Exoniveau... 8 6.3.1. Opleidingsniveau... 8 6.3.2. Leeftijd... 8 6.3.3. Sociaal netwerk... 8 6.3.4. Religie... 8 6.4. Microniveau... 9 6.4.1. Aanwezigheid van kinderen... 9 6.4.2. Stress... 9 6.4.3. Burgerlijke staat... 9 6.5. Ontogenetisch niveau (ontwikkelingsniveau)... 10 6.5.1. Soorten... 10 6.5.2. Middelenmisbruik... 10 6.5.3. Zwangerschap... 10 6.5.4. Geweld tijdens de kindertijd... 11 6.5.5. Individuele factor binnen een relatie.... 12 7. Oorzaken... 13 1

8. Gevolgen... 14 8.1. Fysieke of lichamelijke letsels... 14 8.2. Sociaal isolement... 14 8.3. Emotionele klachten... 14 8.4. Negatief zelfbeeld... 14 8.5. Gevolgen voor de kinderen... 15 9. Kenmerken van dader en slachtoffer... 16 9.1. Slachtoffers... 16 9.1.1. De nieuwkomers... 16 9.1.2. De autochtone vrouwen... 16 9.1.3. Eer gerelateerd geweld... 16 9.1.4. Psychiatrische problematiek... 17 9.1.5. Moeilijke meiden... 17 9.1.6. Grote schulden... 17 9.1.7. Mannelijke slachtoffers... 17 9.2. Kenmerken van plegers... 17 9.2.1. De algemeen gewelddadige / antisociaal pleger... 17 9.2.2. De pleger met borderline syndroom... 18 9.2.3. De passief afhankelijke pleger... 18 10. Curatief... 19 10.1. Centrum Algemeen Welzijnswerk (CAW)... 19 10.2. Slachtofferhulp... 19 10.3. 1712... 20 10.4. Centrum Geestelijke Gezondheidszorg (CGG)... 21 10.5. Vluchthuizen... 21 11. Preventiecampagnes... 22 12. Slotwoord... 23 13. Bronnen... 24 2

2. Inleiding In het kader van het project integrale veiligheid, van onze bachelor maatschappelijke veiligheid kregen wij, projectgroep 7, de kustgemeente Blankenberge toegewezen. Met onze projectgroep kozen we ervoor om de problematiek rond het thema partnergeweld verder uit te werken. In 2013 werden 20 090 Belgen slachtoffer van fysiek partnergeweld. 18 245 Belgen werden in datzelfde jaar slachtoffer van psychisch partnergeweld (Federale Politie/CGOP, 2014). Deze cijfers schetsen nog geen totaalbeeld als je er rekening mee houdt dat niet elk slachtoffer aangifte doet. Fysiek en psychisch partnergeweld zijn de meest voorkomende vormen. Daarnaast bestaan er ook nog economisch en seksueel partnergeweld. Binnen de politiezone Blankenberge Zuienkerke werden 66 aangiftes van fysiek partnergeweld verwerkt in 2013. Bij psychisch partnergeweld waren dat er 44. Bij de economische vorm van dit geweld werden er 7 meldingen gedaan en van seksueel partnergeweld werden er in 2013 geen meldingen gedaan (PZ Blankenberge Zuienkerke, 2014). Partnergeweld is elke vorm van geweld (fysiek, psychisch, economisch of seksueel) tussen partners of ex partners. Het valt onder de grotere noemer van intrafamiliaal geweld, wat iedere vorm van geweld binnen een familie omvat. Partnergeweld is dus duidelijk geen ver-van-mijn-bedshow! 3

3. Situering Zoals in de algemene inleiding gezegd kregen we als projectgroep de kustgemeente Blankenberge toegewezen. In de eerste werkvergadering besloten we samen met meneer Veys om een actueel thema in de politiezone Blankenberge-Zuienkerke te behandelen. Na nader opzoekwerk in het jaarverslag van de politiezone Blankenberge/Zuienkerke (PZ Blankenberge/Zuienkerke, 2014) concludeerden we dat de thema s die tegenwoordig op de voorgrond liggen in Blankenberge vandalisme, intrafamiliaal geweld en diefstal en afpersing zijn. Na het raadplegen van het zonaal veiligheidsplan (PZ Blankenberge/Zuienkerke, 2013) is gebleken dat de politiezone Blankenberge-Zuienkerke de komende jaren hun focus wil leggen op intrafamiliaal geweld. Omwille van deze focus vanuit de politiezone kozen wij ervoor om dit onderwerp te behandelen. In de verkenningsfase kwamen we te weten dat er verschillende vormen van intrafamiliaal geweld bestaan. Deze zijn kindermishandeling, partnergeweld en oudermishandeling. Omdat we intrafamiliaal geweld een ruim onderwerp vonden besloten we ons te verdiepen in slechts één vorm. We kozen ervoor om telkens een deel van de groep opzoekingswerk te laten doen over elke vorm van intrafamiliaal geweld. Kindermishandeling is een thema waar in Blankenberge al veel rond gewerkt wordt. Oudermishandeling daarentegen is een weinig besproken onderwerp waar veel taboe rond hangt en heel weinig documentatie over te vinden valt. Partnergeweld komt volgens het zonaal veiligheidsplan veel voor en daarnaast is er ook vrij veel documentatie over te vinden. Daarom besloten we om binnen het thema intrafamiliaal geweld de vorm partnergeweld verder uit te werken. De projectgroep koos ervoor om toe te spitsen op het preventieve luik omdat dit voor ons, als bachelors maatschappelijke veiligheid, het meest werkbare luik leek. 4

4. Wetgeving Op 24 november 1997 werd er voor het eerst een wet geschreven omtrent partnergeweld. Partnergeweld werd beschreven als een misdrijf (IGVM, 2014). Het is elke vorm van fysiek, psychisch en economisch geweld tussen echtgenoten of partners die een huis delen. Deze mensen hebben een duurzame en seksuele band. In 1998 zijn er belangrijke stappen gezet in de strijd tegen vormen van geweld. In het Strafboek zijn er een aantal aanpassingen gedaan bij bepaalde artikels. De wet omtrent partnergeweld is van toepassing op zowel mannen als vrouwen (Sylvia Sroka, 2010). Op 28 januari 2003 werd de maximumstraf verlengd naar één jaar enkel als de dader schuldig was aan het artikel 398, dit is opzettelijke slagen en verwondingen. In het Belgisch Staatsblad verscheen op 12 februari 2003 een nieuwe wet omtrent partnergeweld. Deze wet is van toepassing binnen een huwelijk en binnen geregistreerde samenwooncontracten. De wet zorgt ervoor, als een drastische vorm van partnergeweld voorvalt, dat het slachtoffer kan eisen dat de dader het huis uitgezet wordt. Maar wat is een drastische vorm van partnergeweld? Dit is wanneer de dader schuldig gemaakt is aan één van de volgende artikelen: - Artikel 375 in het Burgerlijk Wetboek: verkrachting - Artikel 398 tot 400 in het Burgerlijk Wetboek: opzettelijke slagen en verwondingen - Artikel 402 tot 403 in het Burgerlijk Wetboek: toedienen van stoffen: mislukte vergiftiging - Artikel 405 in het Strafwetboek: poging tot vergiftiging - Artikel 393 in het Burgerlijk Wetboek: doodslag - Artikel 394 in het Burgerlijk Wetboek: moord - Artikel 397 in het Burgerlijk Wetboek: vergiftiging De dader verliest geen recht op woonstvergoeding of rechten in de eigendom van het onroerend goed. Als er na deze gebeurtenis een echtscheiding plaatsvindt, dan zal het slachtoffer kunnen eisen dat de woning word toegekend aan hem of haar mits opleg van betaling. (Elfri De Neve, 2010) Vanaf 15 mei 2012 kan een procureur des Konings eisen dat de dader uit het huis gezet wordt. Uiteraard zijn er voorwaarden waar men aan moet voldoen. - De dader moet meerderjarig zijn. - Het huis moet een gezamenlijke verblijfplaats zijn van slachtoffer en dader. - Een verblijfplaats vereist enige vorm van duurzaamheid. Maar dan stoot je op de vraag Voor hoelang mag het huisverbod van kracht zijn?. Het bevel tot tijdelijk huisverbod moet door de Procureur des Konings zo snel mogelijk doorgegeven worden aan de vrederechter. De vrederechter moet binnen de 24 uur vastleggen wanneer de zaak verhandeld kan worden. Binnen de tien dagen moet de vredesrechter beslissen over de uithuisplaatsing. Hij kan het huisverbod opheffen of verlengen met een maximum van drie maanden. De dader in kwestie kan wel een huisbezoek brengen mits het slachtoffer toestemming gegeven heeft (Elfri De Neve, 2014). De wet omtrent partnergeweld blijft veranderen en evolueren. De aandacht voor partnergeweld blijft stijgen, dit is zeker een goede zaak. 5

5. Vormen van partnergeweld 5.1. Verschillende takken 5.1.1. Fysiek geweld Onder fysiek geweld verstaan we elke vorm van opzettelijke slagen en verwondingen, doodslag, vergiftiging, etc. In het kort alles wat van een klein duwtje tot doodslag van de partner gaat. Fysiek geweld is de bekendste vorm van partnergeweld omdat deze het best waarneembaar is voor de buitenwereld. ( vb. blauwe plekken, kneuzingen, etc. ) Een bijkomende eigenschap is dat het ook emotioneel erg zwaar is, er is immers steeds kans op fysieke geweldpleging van de partner. Hierdoor kan het slachtoffer zich nooit echt veilig voelen. 1 op 5 vrouwen in onze samenleving hebben in hun leven al eens te maken gehad met fysiek geweld in hun relatie (zij-kant, 2014) (lokalepolitie, 2014). 5.1.2. Psychisch geweld Onder psychisch geweld, ook wel geestelijk geweld genoemd, verstaan we alles dat te maken heeft met stalken, bedreigen en laster etc. Deze vorm van geweld staat er om bekend de meest gebruikte vorm van partnergeweld te zijn. Maar hij is ook het moeilijkst te achterhalen waardoor het moeilijk is voor het slachtoffer om deze vorm van geweld aan te klagen. Een van de grootste aanleidingen naar dit soort van geweld is dat de geweldpleger vaak een autoritair persoon is die graag macht heeft over zijn of haar partner. Psychisch geweld is vaak de voorafgaande fase van fysiek geweld. (lokalepolitie, 2014) (SMD-EH, 2014) (mens-en-gezondheid, 2014) 5.1.3. Seksueel geweld Onder seksueel geweld verstaan we alle seksueel ongewenste contacten zoals verkrachting, aanranding, ongewild tonen van geslachtsdelen en de partner dwingen tot het kijken van seksueel getinte beelden. Seksueel geweld is vaak een taboe omdat het moeilijk is voor de slachtoffers om ermee naar buiten te komen en hierover te spreken. Als beide partijen toestemming verlenen is er geen sprake van seksueel geweld. Als het ongewenst is of met kinderen jonger dan 16 jaar, spreekt men over seksueel misbruik. Er moet geen contact zijn tussen de personen om te spreken over seksueel geweld. Verplichting tot seksuele daden wordt ook gezien als seksueel geweld. Niet elke vorm van fysiek contact is gelijk aan seksueel misbruik, men kan ook spreken van ongewenste intimiteiten. (lokalepolitie, 2014) (Sensoa, 2014) 5.1.4. Economisch geweld Economisch geweld is eigenlijk geen specifieke geweldpleging. Onder deze vorm van geweld verstaan we het volledig financieel afhankelijk worden van de partner. Het slachtoffer heeft geen zelfstandigheid meer zonder de financiële steun van de partner. Het gevolg van deze vorm van geweldpleging is dat het slachtoffer niet weg kan uit de relatie. De partner herinnert het slachtoffer steeds opnieuw aan het feit dat het slachtoffer afhankelijk is op financieel vlak. (mens-en-gezondheid, 2014) 6

6. Risicofactoren partnergeweld 6.1. Info verschillende niveaus 6.1.1. Macroniveau Dit niveau slaat vooral op de maatschappij die een invloed heeft op de persoon. Zo zijn visies in de maatschappij vaak een oorzaak van een bepaalde problematiek. Zoals je later nog zult lezen zijn bvb. rollenpatronen een oorzaak van partnergeweld. Deze rollenpatronen ontstaan in de maatschappij en worden doorgevoerd naar de individuele persoon. (Bastiaanse, 2010) 6.1.2. Exoniveau De omgeving waarin men zich bevindt is het exoniveau. Hierbij zijn leeftijd en religie belangrijke onderwerpen. Deze onderwerpen beslissen in welke omgeving je je begeeft. De omgeving is een zeer belangrijk gegeven bij partnergeweld en mag dus zeker niet over het hoofd gezien worden. 6.1.3. Microniveau Microniveau betekent vaak interacties binnen de onmiddellijke omgeving. Een voorbeeld van interacties op microniveau zijn gesprekken tussen een psycholoog en zijn patiënt. Hierbij is het de persoon zelf die aan de basis ligt van deze problematiek. (Bastiaanse, 2010) 6.1.4. Ontogenetisch niveau Het ontogenetisch niveau is een niveau waarbij persoonlijke factoren belangrijk zijn. Hiermee wordt bijvoorbeeld je verleden of middelenafhankelijkheid bedoeld. Ook ervaring met geweld in de kindertijd kan een belangrijke risicofactor zijn. 6.2. Macroniveau 6.2.1. Stellingen Dit niveau werd onderzocht aan de hand van een onderzoek. Hierbij gaf men acht stellingen aan respondenten. Op deze stellingen moesten de respondenten punten geven van één tot en met acht (één is hoog, acht is laag). Uit dit onderzoek bleek dat slechts twee van de acht stellingen een significant verband hadden. Deze waren een persoon kan iemand anders zo ver drijven dat die andere niet anders kan dan hem/haar slaan en familieproblemen zouden enkel binnen de familie moeten worden besproken. Dit onderzoek wordt doorgaans voor alle niveaus als basis gebruikt. (Pieters, Italiano, Offermans & Hellemans,2010) Bij de tweede stelling werden er bijzondere resultaten gehaald. Zo zijn slachtoffers van psychologisch of verbaal geweld vaker akkoord met deze stelling dan slachtoffers van fysiek geweld. Specifiek voor deze stelling zijn het meestal slachtoffers van seksueel geweld die doorgaans akkoord gaan met deze stelling. 7

6.2.2. Rollenpatroon Rollenpatroon is een risicofactor die zeker meespeelt op macroniveau. Hiermee wordt bedoeld dat mannen een bepaald rollenpatroon handhaven die de maatschappij hun oplegt. Zo wordt verondersteld dat mannen de broek dragen thuis. Ze worden ook vaak als agressieve wezens voorgesteld. Dit draagt bij tot een grote risicofactor. 6.3. Exoniveau 6.3.1. Opleidingsniveau Opleidingsniveau is een eerste risicofactor onder het exoniveau. Personen die laaggeschoold zijn hebben dus meer kans om slachtoffer of dader van partnergeweld te worden. Dit effect is vooral duidelijk in de leeftijdscategorie 18-34 jaar. In deze leeftijdscategorie is er een duidelijk verschil bij personen die enkel een diploma lager onderwijs hebben ten opzichte van personen met een diploma hoger onderwijs hebben. In andere leeftijdscategorieën word dit effect niet teruggevonden. (Pieters, Italiano, Offermans & Hellemans,2010) 6.3.2. Leeftijd Leeftijd is een tweede belangrijke factor onder dit niveau. Jongvolwassenen hebben meer kans om slachtoffer te worden. Dit bleek uit verschillende studies van het Verenigd Koninkrijk, Finland en de Wereldgezondheidsorganisatie. Een van de mogelijkheden is dat jongere mannen gewelddadiger zijn dan oudere mannen en hierdoor jonge vrouwen vaker slachtoffer zijn. Er is in elk geval een significant verband tussen de variabelen leeftijd en partnergeweld. (Pieters, Italiano, Offermans & Hellemans,2010) 6.3.3. Sociaal netwerk Sociaal netwerk is de derde risicofactor bij het exoniveau. Hoe minder steun van vrienden en familie, des te meer kans op partnergeweld. Toch hangt dit verband niet samen met het deelnemen aan sociale activiteiten. (Pieters, Italiano, Offermans & Hellemans,2010) 6.3.4. Religie Religie is een vierde risicofactor die bij partnergeweld meespeelt. Dit door de invloed van verschillende religies die samen gaan met bepaalde regels en overtuigingen. Dit beïnvloedt je beslissingen en je daden. Volgens verschillende studies zijn personen het vaakst het slachtoffer van partnergeweld als de partner niet of in een kleine religieuze groep zit. Zo komt er in gelovige koppels minder partnergeweld voor dan bij koppels die niet gelovig zijn. Deze cijfers zijn zeer voor zichzelf sprekend. Zo zijn bijvoorbeeld vrouwen die niet gelovig zijn, zijn in 22,9% slachtoffer van partnergeweld tegenover 9,6% voor vrouwen die wel gelovig zijn. Voor mannen is het 12,8% tegenover 8%. (Pieters, Italiano, Offermans & Hellemans,2010) 8

6.4. Microniveau Jérôme Pieters, Patrick Italiano, Anne-Marie Offermans, sabine Hellemans (2010) geven aan dat in de context van partnergeweld vooral factoren met betrekking tot relatie kwaliteit en de relatietevredenheid een grote rol spelen. Dit blijkt zo te zijn uit verschillende studies. Uit onderzoek blijkt dat stress een grote risicofactor is bij het plaatsvinden van partnergeweld en dit wordt gerelateerd aan angst, depressie of andere gezondheidsproblemen. Uit analyses is gebleken dat er een verschil merkbaar is tussen koppels waar er wel sprake is van partnergeweld en koppels waar er geen partnergeweld plaatsvindt. Het is ook zo dat hoe erger het geweld is, hoe lager de relatiekwaliteit is. Dat is vooral te wijten aan een gebrek aan cohesie en affectieve expressie die hand in hand gaan met partnergeweld. Dit wil dus zeggen dat er minder partnergeweld voorkomt bij partners die minder snel een akkoord kunnen bereiken over de volgend aspecten: minder genegenheid, seksuele relaties, activiteiten buitenshuis en minder goede conversaties. 6.4.1. Aanwezigheid van kinderen In het algemeen wordt de kans op partnergeweld groter geacht bij koppels met conservatieve opvattingen of koppels met weinig sociale contacten. In gezinnen met kinderen heeft het vooral te maken met de leeftijd van de kinderen. Het is zo dat er bij kinderen onder de 7 jaar meer sprake is van psychologisch partnergeweld. (Pieters, Italiano, Offermans & Hellemans,2010) 6.4.2. Stress Een mogelijkheid van het ontstaan van stress is wanneer partners een ongelijke toegang hebben tot sociale of economische hulpbronnen. Die hulpbronnen dienen ervoor om een zekere status te helpen verwerven. Daardoor zou in de sociale lagere klassen geweld tussen partners relatief meer voorkomen dan in de hogere sociale klassen. Volgens deze subculture of violence-theorie wordt het geweld dan ook meer normaal gevonden. (Dutton, Golant, Pijnaker, 2000) 6.4.3. Burgerlijke staat Uit recente literatuur blijkt dat scheidingen een risicofactor zijn voor partnergeweld. Ondanks het beperkte aantal studies tonen cijfers aan dat vrouwen in bepaalde omstandigheden meer kwetsbaar zijn om hier slachtoffer van te worden. Een scheiding kan op verschillende manieren in verband worden gebracht met partnergeweld. Eén hiervan is cultuurgebonden: in die zin dat de mannelijke partner het vertrek van zijn echtgenote beschouwt als een ondermijning van zijn gezag. (Jérôme Pieters, Patrick Italiano, Anne- Marie Offermans, sabine Hellemans, 2010) 9

6.5. Ontogenetisch niveau (ontwikkelingsniveau) 6.5.1. Soorten Ontogenetisch wil letterlijk zeggen: betrekking hebbend op de ontwikkeling van het individu (Stichting psychoanalytisch woordenboek., 2013). De meest bekende risicofactor op ontogenetisch niveau is ongetwijfeld middelenmisbruik. Maar het ontogenetisch niveau bevat nog veel meer dan enkel middelenmisbruik. Onder middelenmisbruik verstaan we alcohol en drugsmisbruik. Daarnaast bestaat ook nog geweld en zwangerschap, geweld in de kindertijd, en de individuele aanpak van een relatie.( (Pieters, Italiano, Offermans, & Hellemans, 2010) 6.5.2. Middelenmisbruik Bij middelenmisbruik is alcohol de grootste en meest bekende risicofactor. Maar toch moeten we hierin opletten, want alcohol kan zowel een oorzaak, als gevolg van partnergeweld zijn. Problematisch alcoholgebruik kan dus zowel bij dader, als bij slachtoffer voorkomen. De grens tussen het normaal gebruik en overmatig gebruik is dus zeer moeilijk te bepalen. Wanneer partnergeweld en alcoholmisbruik samenkomen verergert dit de situatie. Bekend bij alcoholmisbruik is dat naarmate de tijd verstrijkt de situatie erger wordt. Partnergeweld komt dus veel vaker voor wanneer een van de twee partners gedronken heeft. Alcohol verlaagt je grenzen waardoor je sneller agressief wordt. (vzw zijn) Uit een studie bij daders van partnergeweld blijkt dat de helft van de daders die in behandeling zijn voor partnergeweld een alcohol-, of drugsprobleem heeft. Deze problemen zijn heel gevarieerd van misbruik tot afhankelijkheid. (Hammink, Altenburg, & Schrijvers, 2011) Uit Nederlands onderzoek van daders van intrafamiliaal geweld, en dan vooral partnergeweld, bleek dat de helft van de daders een verslaving heeft. Van die groep is de helft alcoholverslaafd, één vijfde is verslaafd aan cannabis, iets minder dan een vijfde aan cocaïne, en slechts enkelen aan heroïne en gokken (Pieters, Italiano, Offermans, & Hellemans, 2010). Uit de meeste studies blijkt dat cocaïneverslaving vaker voorkomt bij daders en cannabis bij het slachtoffer. Drugsverslavingen komen vaak gezamenlijk voor. Vrouwen met een drugsverslaving worden vaker slachtoffer, en mannen vaker daders. (Pieters, Italiano, Offermans, & Hellemans, 2010) 6.5.3. Zwangerschap Zwangerschap is een misschien minder bekende maar ook wel belangrijke risicofactor. De laatste jaren wordt aan deze factor meer aandacht besteed dan vroeger. Dit is ook nodig als blijkt dat drie tot acht procent van de vrouwen tijdens de zwangerschap het slachtoffer is van partnergeweld (Pieters, Italiano, Offermans, & Hellemans, 2010). 10

Geweld tijdens de zwangerschap wordt in drie vormen onderverdeeld. Een eerste vorm is persisterend geweld. Dit wil zeggen dat het geweld er al was voor de zwangerschap, blijft bestaan tijdens de zwangerschap en ook na de geboorte blijft voortbestaan. Dit is ook de meest voorkomende vorm. Een tweede vorm is wanneer het geweld tijdens de zwangerschap stopt. Bij deze vorm zien we dat het geweld herbegint na de zwangerschap. De zwangerschap wordt hier dus aanzien als een beschermende factor. Een derde en laatste vorm is wanneer het geweld tijdens de zwangerschap ontstaat. Dit kan veroorzaakt worden door stress, stemmingswisselingen, meer financiële druk of het seksueel niet beschikbaar zijn. (Zijn, 2014) 6.5.4. Geweld tijdens de kindertijd Een derde risicofactor omvat geweld tijdens de kindertijd. Hieruit blijkt dat kinderen die tijdens de kindertijd getuige waren van partnergeweld later een grotere kans hebben om ermee geconfronteerd te worden dan kinderen die dit niet meemaakten. Wat ook blijkt uit onderzoek is dat vrouwen die als kind getuige waren vaker slachtoffer zullen worden. Waar dit bij mannen net omgekeerd is. Mannen zullen vaker dader worden dan slachtoffer. Let wel, dit hoeft niet altijd zo te zijn. Ook andere traumatische ervaringen die een kind opdeed tijdens de kindertijd, spelen een grote rol. Uit een ander onderzoek blijkt dat vrouwen die een negatieve levenservaring rapporteerden in het verleden tot drie keer meer kans hebben om slachtoffer te worden dan vrouwen die dit niet rapporteerden (Pieters, Italiano, Offermans, & Hellemans, 2010). Een voorbeeld hiervan is het verband tussen seksueel geweld en slachtoffers van partnergeweld. Uit analyse blijkt dat kinderen die voor hun achttiende levensjaar ervaringen hebben gehad met seksueel geweld meer kans maken om zelf slachtoffer te worden van partnergeweld. Dit wordt verduidelijkt in de tabel hieronder. (Instituut voor gelijkheid van vrouwen en mannen) Kinderen zouden zich nieuw gedrag eigen maken door te observeren en te imiteren wat andere belangrijke personen rondom hen doen. Bij geweld leren de kinderen dat geweld een goed middel is, en dat fysieke overmacht van een man zorgt voor machtsoverwicht op de vrouw. Agressie wordt dan een manier om conflicten naar je hand te zetten en controle uit te oefenen op de ander. Geweld is dan acceptabel, en normaal geworden. (Dijkstra, 2001) 11

6.5.5. Individuele factor binnen een relatie. Een laatste factor, is de individuele factor, binnen een relatie. Dit wil zeggen dat het partnergeweld afhankelijk is van wat de dader of het slachtoffer in het verleden reeds meemaakten. Dit kan gaan van een langdurige ziekte die een druk op de relatie legt, tot het feit dat de dader reeds een vechtersbaas was (Pieters, Italiano, Offermans, & Hellemans, 2010). 12

7. Oorzaken Rond de oorzaken van partnergeweld zijn al heel wat wetenschappelijke onderzoeken gevoerd. Onder andere de psychologen Römkens, Golant en Dutton schreven een werk over partnergeweld. In deze werken zochten zij naar verklaringen voor het ontstaan van partnergeweld. Ze deelden de oorzaken in verschillende deelgebieden in. Sociologische factoren waren de hoofdoorzaak van partnergeweld, dit kunnen we indelen in 4 delen. Het geweld kan verklaard worden vanuit het gezin als sociale groep. Verschillende gezinsleden nemen andere maatschappelijke posities in met verschillende belangen. Er zijn ook pathologische verklaringen voor partnergeweld. Het geweld komt voort uit ofwel psychopathologische oorzaken ofwel medisch-fysiologische afwijkingen. Kortom, er is iets neurologisch fout waardoor er bij de dader ernstige agressieve reacties ontstaan. Verder hebben we de sociale leertheorie, geweld wordt overgedragen van generatie op generatie. Mensen leren door naar andere mensen te kijken, dit noemt men observationeel leren. Kinderen die geweld zien, hebben veel kans om later ook gewelddadig te worden. Indien ze dus partnergeweld zien, gaan ze dit ook als normaal ervaren en later ook sneller geweld tegenover hun partner gebruiken. Vooral bij mannen is partnergeweld te verklaren door een aanwezige drang tot biologische reproductie. Via geweld en het tonen van hun dominantie proberen zij de kansen tot het doorgeven van hun genen te verhogen. Dit is te wijten aan de onzekerheid die mannen hebben over hun reproductie. Ook alcohol, stress, moeilijke jeugd en echtelijke problemen spelen een grote rol bij vele gevallen van partnergeweld. Vaak escaleert een samenloop van deze factoren tot partnergeweld. De factoren die de intensiteit van partnergeweld beïnvloeden zijn de privacy en sociale controle. 13

8. Gevolgen De gevolgen van partner geweld zijn niet te onderschatten. Onder de gevolgen worden niet alleen fysieke letsels verstaan maar ook psychische klachten en serieuze gevolgen voor het emotionele en sociale welbevinden van het slachtoffer. Deze gevolgen van partnergeweld doen zich niet alleen in een korte periode in de relatie voor maar kunnen ook nog een lange tijd naslepen nadat de relatie is afgebroken. Dit zijn dan bijvoorbeeld psychische, emotionele en sociale gevolgen van het partnergeweld. (Zij-kant en VIVA-SVV, 2014) 8.1. Fysieke of lichamelijke letsels Er zijn verschillende factoren die we onder de vorm van fysieke letsels kunnen plaatsen. Het eerste waar aan gedacht wordt bij het horen van fysieke letsels zijn zichtbare blauwe plekken, breuken en/of littekens. Deze letsels komen door het fysiek geweld van de dader. Maar er zijn ook andere fysieke letsels mogelijk zoals; buikpijn, hoofdpijn, misselijkheid, slapeloosheid, etc. Deze letsels komen doordat het slachtoffer steeds in angst en met stress moet leven omdat hij/ze bang is voor zijn/haar partner. Onder fysieke letsels vallen ook de seksuele problemen. Als het slachtoffer seksueel wordt mishandeld door de dader kan het slachtoffer in de toekomst pijn ervaren tijdens het vrijen. (Zij-kant en VIVA-SVV, 2014) 8.2. Sociaal isolement Deze gevolgen blijven vaak lang verborgen omdat het slachtoffer niet met de problemen naar buiten durft te komen. Er zijn heel wat redenen waarom het slachtoffer zolang zwijgt en niets met de buitenwereld deelt. De eerste reden hiervoor is dat het slachtoffer bang is voor de reactie van de maatschappij. Daarnaast is er nog de loyaliteit voor hun partner en de onwetendheid omtrent de strafbaarheid van partnergeweld. Hierdoor trekt het slachtoffer zich terug uit de samenleving wat sociaal isolement tot gevolg heeft. Deze fase wordt meestal pas doorbroken als het geweld zodanig escaleert dat het slachtoffer vreest voor zijn/haar eigen leven of de veiligheid van de kinderen. (VIVA-SVV, 2014) (Zij-kant en VIVA-SVV, 2014) 8.3. Emotionele klachten Emotionele slachtoffers proberen alles te doen om nieuwe conflicten te voorkomen. Hierdoor negeren ze de dingen die ze graag doen en stellen ze zich zo goed mogelijk op zodat de partner geen reden heeft om een conflict te starten. Maar door de aanhoudende dreiging van een woede-uitbarsting of geweld treden concentratieproblemen, minderwaardigheidsgevoel, neerslachtigheid, etc. op. (Zij-kant en VIVA-SVV, 2014) 8.4. Negatief zelfbeeld Door het aanpassen van wat de partner goed vindt, zoals bij de emotionele klachten, wordt het zelfbeeld van het slachtoffer zo aangepast dat die niet meer weet wie hij/zij zelf is. Doordat de relatie van het slachtoffer niet is zoals die zich een goede relatie voorstelt, krijgt die een gevoel van mislukking omdat het slachtoffer denkt dat het door zijn/haar toedoen is. Dit kan het zelfbeeld een enorme deuk opleveren en kan later leiden tot apathie en complete weerloosheid tegenover de gewelddadige partner. (VIVA-SVV, 2014) 14

8.5. Gevolgen voor de kinderen In gezinnen met kinderen waar in partnergeweld optreedt zijn de kinderen vaak getuige van wat er zich afspeelt, ook al beseft de dader dit niet steeds. Lichamelijke gevolgen zijn al genoeg om de kinderen te laten zien dat er iets gaande is. Deze voorvallen kunnen al genoeg zijn om algemene opvoedingsproblemen te veroorzaken. De kinderen die getuige geweest zijn van eender welke vorm van partnergeweld in de huiselijke sfeer hebben meer kans om een laag zelfbeeld te hebben. Ook kunnen de conflicten trauma s veroorzaken waardoor het kind bang is om alleen te zijn en ze zich ongemakkelijk voelt of sterk reageert op luid geroep. Later als de kinderen de lagere schoolleeftijd zijn gepasseerd kan er een onderscheid worden gezien tussen 2 soorten kinderen die getuige zijn van partnergeweld. Enerzijds de internaliserende kinderen, deze groep jongeren kunnen lijden aan depressies en last hebben van een laag zelfbeeld. De andere groep jongeren zijn de externaliserende kinderen, zij gaan de emoties die ze hebben voor zichzelf houden en dan naar buiten af reageren op een agressieve manier of zich afkeren van autoriteit. In de eerste groep (internaliserende ) bevinden zich vooral meisjes. De andere groep (externaliserende) bestaat dan vooral uit jongens. (Genetello, 2009) (VIVA-SVV, 2014) (Zij-kant en VIVA-SVV, 2014) 15

9. Kenmerken van dader en slachtoffer Er is geen enkel juist profiel dat je kan gebruiken bij alle plegers of slachtoffers van partnergeweld. Wel kan er onderscheid gemaakt worden in verschillende groepen. Hierdoor is het makkelijker om specifieke hulp vorm of behandeling te bieden. Maar je kan niet alle slachtoffers en plegers in een bepaalde categorie plaatsen want in het echt is de situatie veel complexer, soms kan je kenmerken van personen terug vinden in verschillende groepen en moet je daar de behandeling naar aanpassen. (Lünnemann & Verwijs, 2012) 9.1. Slachtoffers 9.1.1. De nieuwkomers In deze groep slachtoffers bevinden zich vooral allochtone vrouwen. Deze vrouwen zijn meestal al de leeftijd van 30 jaar gepasseerd en hebben al een relatief lange relatie van ongeveer tien jaar. Veel van deze slachtoffers voelen zich na de relatie ook nog onveilig en bedreigd. Een derde van de getuigende slachtoffers is zelf slachtoffer van seksueel geweld geweest. Deze groep slachtoffers rapporteren in de meeste gevallen psychische klachten zoals tekenen van posttraumatische stress en depressie. (Lünnemann & Verwijs, 2012) 9.1.2. De autochtone vrouwen Deze groep slachtoffers zijn vrouwen van Belgische afkomst. Ze zijn meestal ook al de leeftijd van 30 jaar gepasseerd. Ze hebben vaak een partner die ook oorspronkelijk Belg is en waarmee ze al een lang tijd een relatie hebben. De plegers in dit cluster hebben vaak drugs- en/of alcoholproblemen. Na de relatie voelen veel van deze slachtoffers zich achteraf nog bedreigd door de partner, of zelfs door de schoonfamilie. De vrouwen die zich in de groep bevinden ontvangen veelal opvangende steun en hulp uit hun sociale omgeving. (Lünnemann & Verwijs, 2012) 9.1.3. Eer gerelateerd geweld In deze groep is er vaak sprake van uithuwelijking aan een partner van dezelfde etnische achtergrond. Wat opvalt bij deze slachtoffers is dat het slachtoffer in 40% van de gevallen niet zo zeer door de partner, maar door een bekende van hun directe omgeving wordt mishandeld. Daarnaast voelt 40% zich nog bedreigd door de schoonfamilie als ze eenmaal hulp durven gaan zoeken. Deze tekenen kunnen wijzen op eerwraak. (Lünnemann & Verwijs, 2012) (Ferwerda & Leiden, 2005) De vrouwen uit dit cluster zijn vaak geïsoleerd van de buitenwereld en ontvangen hierdoor minder hulp of sociale steun. Deze groep slachtoffers lijdt het meest aan depressies en posttraumatische stressstoornissen in vergelijking met de andere groepen van slachtoffers. 16

9.1.4. Psychiatrische problematiek Deze vrouwen zijn mishandeld door hun partner. Eigenlijk willen de vrouwen niet weg van hun partner, maar ze willen ondersteund worden zodat er nog een kans is dat hun relatie gered wordt. In vergelijking met andere groepen vertonen deze vrouwen vaker depressies en posttraumatische stoornissen. Ook het gebruik van antidepressiva en andere kalmeringsmiddelen steekt hier hoog uit boven de andere clusters. (Lünnemann & Verwijs, 2012) 9.1.5. Moeilijke meiden De vrouwen uit deze cluster zijn vrij jong. Deze vrouwen werden mishandeld door partner en een groep bekenden die dicht bij hen staan. In tegensteling tot de eer gerelateerde cluster worden deze slachtoffers achteraf niet meer bedreigd door de partner of de schoonfamilie. Het zelfbeeld van deze vrouwen ligt aanzienlijk hoger dan in andere clusters. (Lünnemann & Verwijs, 2012) 9.1.6. Grote schulden De slachtoffers uit dit cluster zijn relatief oud, gemiddeld 37 jaar. De meerderheid ervan verbleef al in een vrouwenopvangcentrum. Deze mensen komen vaak uit andere landen. Het grote probleem in deze groep is de enorme schuldenberg, gemiddeld hebben deze slachtoffers een schuld van 44000 euro. Het slachtoffer wil wel weg van de gewelddadige partner maar kan niet want ze heeft teveel schulden die ze onmogelijk alleen kan afbetalen. (Lünnemann & Verwijs, 2012) 9.1.7. Mannelijke slachtoffers Naast vrouwen zijn er ook mannen die het slachtoffer worden van partnergeweld. Hier is er echter niet een bepaald beeld van één soort slachtoffer volgens het rapport van Ellen Goovaerts (2005). De vrouwen die hun partner mishandelen doen dit meestal niet fysiek, maar verbaal. Deze twee vormen zijn het meest voorkomend, maar het slachtoffer kan ook worden bedreigd, belaagd of in sommige gevallen de kinderen tegen zich opgezet krijgen. Deze mannen willen echter niet erkennen dat ze slachtoffer zijn van partnergeweld omdat ze denken dat ze hierdoor zullen gezien worden als onmannelijk en dat ze een zwakke persoonlijkheid hebben. 9.2. Kenmerken van plegers Uit onderzoek bleek dat men de plegers van partnergeweld kan onderverdelen in 3 verschillende groepen. De groepen types zijn gebaseerd op persoonlijkheidsfactoren. 9.2.1. De algemeen gewelddadige / antisociaal pleger Dit zijn meestal de daders met een antisociaal en impulsief gedrag. In de samenleving heeft na onderzoek drie procent van de mannen en één procent van de vrouwen extreem antisociaal gedrag. In deze stoornis zijn emotionele - en schuldgevoelens moeilijk waarneembaar, dit komt omdat hun inlevingsvermogen extreem laag is. Deze personen zijn ook egocentrische en voelen zich beter dan anderen. De verschillende oorzaken van antisociaal gedrag kunnen emotionele verwaarlozing, organische oorzaken (ernstige hersenbeschadigingen) en erfelijkheid zijn. (Lünnemann & Verwijs, 2012) 17

9.2.2. De pleger met borderline syndroom Ook deze stoornis verschilt van pleger tot pleger, de pleger met een borderline-stoornis leeft jarenlang met een extreem laag zelfbeeld. Zo probeert de pleger met het borderline syndroom zijn gedrag te uiten door middel van zichzelf te verwonden (snijden of branden). Hij kan ook zijn gedrag uiten door uitdagend te zijn tegenover zijn familie. Het is ook mogelijk dat de pleger voor lange tijd psychologisch verdwijnt. Onder de emoties ziet de pleger zich in een betere wereld. Hij ziet zichzelf als een acteur in zijn eigen film. Een borderline stoornis gaat vaak gepaard met psychoses. (Lünnemann & Verwijs, 2012) 9.2.3. De passief afhankelijke pleger Deze mannen of vrouwen voelen zich alleen thuis in gevaar. In het straatbeeld zijn ze normaal en vallen ze niet op, ook zijn ze vaak enorm charmant. Deze daders zijn alleen thuis agressief. Ze voelen zich vaak verwaarloosd door de partner. Het geweld is vaak herhalend, eerst is men aardig en rustig, daarna volgt een soort van gevoelswisseling waarna de pleger agressief wordt. Het gebruik van wapens wordt niet uitgesloten bij deze groep. Uit onderzoek blijkt dat deze plegers vaak emotionele en sociale gebreken hebben. (Lünnemann & Verwijs, 2012) 18

10. Curatief 10.1. Centrum Algemeen Welzijnswerk (CAW) Het CAW (http://www.caw.be) biedt gratis deskundige hulp aan mensen met vragen en problemen. Volgens de website van horen zien en praten (http://www.horenzienenpraten.be) tracht het CAW hulp te bieden bij elke vraag over welzijn. Dit brede onderwerp wordt verder onderverdeeld in verschillende thema s. Voorbeelden van die verschillende thema s zijn: je goed voelen, gezondheid, werk en vrije tijd, etc. De voornaamste prioriteit bestaat erin correct en tijdig deze vragen te beantwoorden. De hulpverlening verloopt vertrouwelijk en vrijwillig. Dit houdt in dat er nooit dwang kan gebruikt worden vanuit het CAW en dat men dus ook over alles kan meebeslissen. Men gaat samen op zoek naar een oplossing voor de vraag of het probleem dat men heeft. De hulpverleners gaan eerst op zoek naar welke mogelijkheden de mensen zelf hebben of die ze in hun omgeving kunnen vinden. Het CAW kan op verschillende manieren helpen. Enkele van die manieren zijn: een gesprek, juridische informatie geven, praktische hulp, etc. Een groot voordeel van het CAW is dat er geen wachtlijsten zijn. Ze zijn op verschillende manieren te bereiken: via mail, via chat, telefoneren of men kan er ook gewoon eens binnenspringen. In Vlaanderen zijn er elf CAW s. Jongeren onder de vijfentwintig jaar kunnen terecht in het jongerenonthaal. 10.2. Slachtofferhulp Volgens de officiële website van de Vlaamse overheid (http://www.vlaanderen.be) is er per gerechtelijk arrondissement één Centrum voor Algemeen Welzijnswerk verantwoordelijk voor slachtofferhulp. CAW de Kempen (http://www.cawdekempen.be) geeft een overzicht van wat slachtofferhulp te bieden heeft: een goed onthaal, informatie- en adviesverstrekking, verwijzing, groepsdebriefing, ondersteuning en bemiddeling en het begeleiden van het verwerkingsproces. Groepsdebriefing wordt gebruikt indien een groep mensen slachtoffer zijn van eenzelfde gebeurtenis. Het doel is zoals de naam zelf zegt: het slachtoffer helpen. Enkele manieren waarop men dit tracht te bereiken is door het ondersteunen van de slachtoffers, het oefenen van vaardigheden die nodig zijn om de relatie met jezelf en anderen te verbeteren en het slachtoffer inzicht te geven in hoe gedachten en gevoelens het dagelijks functioneren beïnvloeden. Elk slachtoffer kan rechtstreeks contact opnemen met slachtofferhulp. Maar de meeste slachtoffers komen bij slachtofferhulp terecht via de politie. 19