Bemestingsonderzoek Mais continuteelt perc 5



Vergelijkbare documenten
Bemestingsonderzoek Grasland voor paarden voor de sloot

Bemestingsonderzoek Akker-/tuinbouw perceel 5

Bemestingsonderzoek Grasland kavelblok 2

Bemestingsonderzoek Grasland voor paarden voorste deel Postbus 115

Bemestingsonderzoek Akker-/tuinbouw perceel 5

S plant beschikbaar kg S/ha 14 S-totale bodemvoorraad mg S/kg 360 C/S-ratio S-leverend vermogen kg S/ha

Bemestingsonderzoek Grasland kavelblok 2

Bemestingsonderzoek Akker-/tuinbouw perceel 6

Structuur tot de bodem uitgezocht. Gjalt Jan Feersma Hoekstra Christiaan Bondt

S plant beschikbaar kg S/ha 5 S-totale bodemvoorraad mg S/kg 690 C/S-ratio S-leverend vermogen kg S/ha

S-totale bodemvoorraad mg S/kg 220 C/S-ratio S-leverend vermogen kg S/ha

Resultaat Eenheid Resultaat Streeftraject laag vrij laag goed vrij hoog hoog

Resultaat Eenheid Resultaat Streeftraject laag vrij laag goed vrij hoog hoog

Resultaat Eenheid Resultaat Streeftraject laag vrij laag goed vrij hoog hoog

Resultaat Eenheid Resultaat Streeftraject laag vrij laag goed vrij hoog hoog

Resultaat Eenheid Resultaat Streeftraject laag vrij laag goed vrij hoog hoog

Resultaat Eenheid Resultaat Streeftraject laag vrij laag goed vrij hoog hoog

ANALYSERAPPORT SPURWAY TOTAAL VOORBEELD

Fysische eigenschappen

Resultaat Eenheid Resultaat Streeftraject laag vrij laag goed vrij hoog hoog

3.3 Maïs: Fosfaat Advies voor optimale gewasproductie

3.3 Maïs: Fosfaat Advies voor optimale gewasproductie

2.2 Grasland met klaver

5 Voederbieten. November

Mycorrhizae 3. Test met Micosat 3. Testen in het veld 5. Resultaten 6. Conclusie 7. Proefveld Noord-Brabant 1 8. Proefveld Noord-Brabant 2 10

Grondsoorten Zand, dalgrond, veen. Klei < 10% org. stof, rivierklei

Hoe maak je een bemestingsplan binnen de gebruiksnormen

Bemesting. Fosfaatgebruiksnormen. Mestwetgeving Wettelijk op maisland: 112 kg N/ha/jaar en bij hoge PW 50 kg P205/ha/jaar

Naar een duurzaam bodemen nutriëntenbeheer via de kringloopwijzer akkerbouw

Trends in bodemvruchtbaarheid in Nederlandse landbouwgronden

NutriNorm.nl. Op NutriNorm vindt u praktische en onafhankelijke informatie over bemesting, meststoffen, bodem en strooien.

De bodem onder de kringloop Hou rekening met organische stof

Casus Bodemkwaliteit Gemengd op Klei

De positieve kant van onkruid Boomkwekerij Hans Puijk - Vlamings

2.1.6 Grasland zonder klaver: Natrium

Schoon Water voor Brabant

Het gebruik van gips in de fruitteelt

Bemesting en Kringloopwijzer Gerrit Bossink Dier / Bodem / Bemesting /Gewas / Teelt. 2. Grondmonster analyse: Grasland / Bouwland

Gebruik Bokashi in de akkerbouw. 26 maart 2015, Gerard Meuffels

De bodem is de basis voor gewasbescherming!

Analyse grondmonsters kavel 2

Analyse grondmonsters kavel 1

Bemesten van gras na mais en mais na gras?

25 jaar biologische teelt op zandgrond: waar staan we nu?

Bemesten van gras na mais en mais na gras?

Werken aan bodem is werken aan:

Teelthandleiding. 4.8 kalkbemesting

Programma: Studiemiddag Klein- en Steenfruit

De organische stof balans: nuttig instrument voor bouw- èn grasland. NMI, Marjoleine Hanegraaf. Opstellen van een balans. Principe van een OS- balans

FOSFAAT NATUURLIJK FOSFAAT NATUURLIJKE MAÏSMESTSTOF NATUURLIJK FOSFAAT

MAISTEELT 2019: DE SUCCESFACTOREN!

FOSFAAT NATUURLIJK FOSFAAT NATUURLIJKE MAÏSMESTSTOF NATUURLIJK FOSFAAT. verrijkt met borium organische meststof toepasbaar in derogatiebedrijf

Teelthandleiding wettelijke regels

BEMESTINGSADVIES. Commissie Bemesting Grasland en Voedergewassen

Duurzaam bodemgebruik

Bodemkwaliteit, bemesting en teelt van maïs. Jaap Schröder

Rijenbemesting met drijfmest bij snijmaïs. Inleiding. Rijenbemesting. Plaatsing van meststoffen. Effect van plaatsing

Organische stof: daar draait het om! Gouden Grond 26 januari 2018 Wim Stegeman. Saalland Advies 1

Programma voor vandaag:

Nieuw kali-advies mais

Strategisch(er) stikstof bemesten op melkveebedrijven

Teelthandleiding. 4.7 magnesiumbemesting

Bodemkwaliteit op zand

BODEMANALYSE PAKKET 1

Welkom op de Expertdagen Back to basics

Toetsing van effecten van toediening van biochar op opbrengst en bodemkwaliteit in meerjarige veldproeven

Satellietbedrijf Graveland

Vraag & Antwoord -PHYSIOMAX en PHYSIOMAG-

27 januari 2015

SKB-Showcase. Praktijkdemo s met ondernemers uit de akker- en tuinbouw. Slotbijeenkomst SKB Showcase Biezenmortel 11 december 2014

Teelthandleiding. 4.7 magnesiumbemesting

Landgebruik en bodemkwaliteit Jan de Wit Nick van Eekeren

Begeleidingscommissie Bodem Vredepeel. 15 december 2015 Janjo de Haan, Harry Verstegen, Marc Kroonen

Behoud meerjarig proefveld organische bemesting

Resultaten KringloopWijzers 2016

Stichting Proefboerderijen Noordelijke Akkerbouw. Bokashi als bodemverbeteraar. Resultaten van het veldonderzoek

Analyse van N_min in de bodem van maïspercelen Vruchtbare Kringloop Achterhoek/Liemers

Leidt Europese mestbeleid tot knelpunten voor de bodem?

Een moderne (bodem)analyse. begrijpt u het nog? Korte impressie ALTIC Uitleg (bodem)analyses Toepassing in de praktijk

De invloed van een goede ph op maïsopbrengsten, na bekalking met Ankerpoort kalk

Kop Bemesting maïs 2015

Welkom. Themadag Blgg Akkerbouw De bodem doorgrond

Effluenten van de biologische mestverwerking

Bemesting aardappelen2017

Bemestingsplan. Hans Smeets Adviseur DLV team boomteelt. DLV Plant

Beter waterbeheer en - kwaliteitsmanagement begint op de akker

Teelthandleiding. 4.5 kaliumbemesting

Het Wortelrapport 2017 De effecten van de toepassing van mycorrhiza, schimmels en bacteriën op de groei van wortels

Organische stof en bodemleven deel , Nijeholtpade

Open teelten op zandgronden hebben meer tijd nodig om te voldoen aan nitraatrichtlijn

Met welke maatregelen kunt u ook in 2015 goede snijmaïs verbouwen?

Beproeving mineralenconcentraten en spuiwater in diverse gewassen. Praktijkonderzoek Plant & Omgeving. Inhoud

Bodemkunde. Datum: vrijdag 24 juni 2016 V 2.1. V3.1 V4.1

Resultaten onderzoek Gerard Meuffels. Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling: Europa investeert in zijn platteland

Tips voor het uitvoeren van bemestingsproeven

Vruchtbare Kringloop Overijssel

Bereken voor uw akker- en groentepercelen eenvoudig zelf: de organische koolstofevolutie de stikstof- en fosforbalans

Voederwaarde-onderzoek Gras ingekuild Kuilkenner Excellent kuil 1

CCBT-project: Optimalisatie bemesting in de biologische kleinfruitteelt

Naar een nieuwe systematiek voor N-bemestingsadviezen als basis voor precisiebemesting

Transcriptie:

Bemestingsonderzoek Mais continuteelt perc 5 Uw klantnummer: 2386585 H. Driessen Korenhorsterwg 6 7044 AJ LENGEL Postbus 170 NL - 6700 AD Wageningen T monstername: Johnny te Veluwe: 0652002126 T klantenservice: +31 (0)88 876 1010 E klantenservice@blgg.agroxpertus.nl I blgg.agroxpertus.nl In samenwerking met: Onderzoek Onderzoek-/ordernr: Datum monstername: Datum verslag: 538266/003051515 10-01-2013 23-01-2013 Kopiehouder: AgruniekRijnvallei BV, R. Krabbenborg Postbus 610, 6700 AP WAGENINGEN Resultaat Eenheid Resultaat Gem.* Streeftraject laag vrij laag goed vrij hoog hoog hoofdelement Stikstof-totaal mg N/kg 1200 C/N-ratio 11 11 13-17 N-leverend vermogen kg N/ha 60 108 93-147 Zwavel-totaal mg S/kg 220 C/S-ratio 57 50-75 S-leverend vermogen kg S/ha 11 19 20-30 P-beschikbaar mg P/kg 3,2 2,6 1,1-2,1 P-bodemvoorraad (P-Al) mg P 2 O 5 /100 g 61 40 24-37 P-buffering 19 17-27 Pw mg P 2 O 5 /l 66 K-beschikbaar mg K/kg 108 70-110 K-getal 29 21 K-bodemvoorraad mmol+/kg 3,4 1,9-3,0 Ca-beschikbaar kg Ca/ha 24 220-513 Ca-bodemvoorraad kg Ca/ha 2630 2385-3580 Mg-beschikbaar mg Mg/kg 103 170 49-82 fysisch Na-beschikbaar mg Na/kg 9 Zuurgraad (ph) 5,7 5,7 6,1-6,9 C-organisch % 1,3 Organische stof % 2,5 4,3 C-anorganisch % < 0,03 Koolzure kalk % CaCO 3 < 0,2 0,2 Klei % 8 20 Silt % 23 Zand % 67 biologisch Klei-humus (CEC) mmol+/kg 60 175 > 84 CEC-bezetting % 96 79 > 95 Bodemleven mg N/kg 33 60-80 * Dit zijn regiogemiddelden. Meer informatie staat bij onderdeel Gemiddelde. Pagina: 1 Dit rapport is vrijgegeven onder verantwoording van dhr J.P. Dekker, directeur Operations. Op al onze vormen van dienstverlening zijn onze Algemene Voorwaarden van toepassing. Op verzoek worden deze en/of de specificaties van de analysemethoden toegezonden. BLGG AgroXpertus stelt zich niet aansprakelijk voor eventuele schadelijke gevolgen voortvloeiend uit het gebruik van door of namens BLGG AgroXpertus verstrekte onderzoeksresultaten en/of adviezen. BLGG AgroXpertus is ingeschreven in het RvA-register voor testlaboratoria zoals nader omschreven in de erkenning onder nr. L122 voor uitsluitend de monsternemings- en/of de analysemethoden.

Advies Frequentie Adviesgift voor Snijmais in continuteelt in kg per ha per jaar Stikstof (N) per jaar 190 Sulfaat (SO 3 ) per jaar 34 Dierlijke mest Gewasgift Reparatiegift Fosfaat (P 2 O 5 ) per jaar 0 m 3 /ha 14 0 35 m 3 /ha 12-45 m 3 /ha 11 - De fosfaatgiften gelden voor bemesten in de rij. Kali (K 2 O) per jaar 0 Calcium (CaO) per jaar 140 2013 2014 2015 2016 Magnesium (MgO) per jaar 0 0 65 65 Kalk (nw) eenmalig 790 De kalkgift is gebaseerd op een optimale ph van 6,1 Voor elk tiende ph-verhoging is een kalkgift (nw) nodig van 195 Pagina: 2

Toelichting gebruiksnorm De resultaten en/of het advies van dit bemestingsonderzoek kunt u t/m 2016 gebruiken. Laat het perceel daarna opnieuw bemonsteren. Dan krijgt u een betrouwbaar bemestingsadvies gebaseerd op de actuele bodemtoestand. De adviezen die vermeld worden, zijn gebaseerd op het halen van een landbouwkundig optimale opbrengst op perceelsniveau. Vanuit de wetgeving zijn er gebruiksnormen. Gebruiksnormen gelden op bedrijfsniveau. Als de som van de landbouwkundige adviesgiften hoger is dan de gebruiksnorm, verlaag dan de gift bij de minst behoeftige gewassen. Overleg dit met uw adviseur. De adviesgift is afgestemd op een opbrengst van 16 ton droge stof per ha. Als u meer of juist minder oogst, dan kunt u de adviesgift als volgt aanpassen: voor elke ton droge stof meer of minder (dan 16 ton) mag u 5 kg fosfaat en 18 kg kali bij het advies optellen respectievelijk aftrekken. Dierlijke mest die diep is ondergeploegd heeft weinig effect tijdens de jeugdgroei van mais. Let er daarom op dat de mest in de bovenste 10 cm van de bouwvoor terecht komt. Stikstof: In de basisgift is rekening gehouden met de hoogte van het N- leverend vermogen. Neem voor een toegespitst stikstofadvies een N-mineraalmonster! Zwavel: Bij de adviesgift voor zwavel is rekening gehouden met capillaire opstijging, depositie, S-leverend vermogen (SLV) en onttrekking door het gewas. Calcium: Het calciumadvies is gebaseerd op de hoeveelheid calcium aan het klei-humuscomplex (CEC), voor de plant beschikbare calcium in de bodem (Ca-beschikbaar) en op gewaseigenschappen (o.a. type gewas en gevoeligheid voor Ca-gebrek).. Om de bodemtoestand te handhaven en/of omdat voor bepaalde gewassen de gevoeligheid voor Ca dusdanig is, kan er - ondanks een grote hoeveelheid Ca-beschikbaar - toch nog een Ca-advies gegeven zijn. De adviesgift moet u nog corrigeren voor de hoeveelheid calcium in meststoffen zoals KAS, (tripel)superfosfaat en kalkmeststoffen. Natrium: Uit onderzoek blijkt dat een natriumgift voor deze teelt niet zinvol is. Er wordt dus geen waardering en advies gegeven. Natrium wordt echter wel gemeten omdat het onderdeel is van het klei-humuscomplex (CEC-bezetting). Textuur: Naast klei (lutum), worden ook de silt- en zandfracties weergegeven. Klei is kleiner dan 2 micrometer (µm), siltdeeltjes zijn 2-50 µm en zanddeeltjes groter dan 50 µm. De onderlinge verdeling van bodemdeeltjes wordt onder andere gebruikt om het verslempingsrisico van een bodem in te schatten. Bij verslemping wordt de bodem dichtgesmeerd met kleinere deeltjes (klei en silt). Een heel eenzijdige verdeling (bijvoorbeeld hoofdzakelijk zand- of kleideeltjes) levert het minste risico van slemp op. Bij een bepaalde verhouding aan bodemdeeltjes met 10-20% klei is het risico op slemp het grootst. Indicatie van % afslibbaar = % klei plus 0,3 * % silt. Fosfaat: Op pagina 1 van dit verslag staat de berekende Pw vermeld. Dit getal kunt u gebruiken bij het aanvragen van Flexibele Gebruiksnormen Fosfaat. Het nieuwe advies is gebaseerd op de direct beschikbare fosfaat (P-PAE) en op de nalevercapaciteit (P-AL). Het advies is opgesplitst in een gewas- en een reparatiegift. De gewasgift dekt de directe behoefte van het gewas. De reparatiegift is bedoeld om de bodemtoestand op peil te brengen of te houden. De invloed van de toegediende hoeveelheid fosfaat op gewasopbrengsten via een volveldse drijfmestgift is beperkt ten opzichte van de invloed van de fosfaatlevering van de bodem. Daarom kunnen de verschillen in aanvullend fosfaatadvies tussen 35 en 45 m 3 mest beperkt zijn. Bij 35 en 45 m 3 dierlijke mest per ha wordt voldoende fosfaat gegeven om aan de reparatiegift te voldoen. Pagina: 3 Dit rapport is vrijgegeven onder verantwoording van dhr J.P. Dekker, directeur Operations. Op al onze vormen van dienstverlening zijn onze Algemene Voorwaarden van toepassing. Op verzoek worden deze en/of de specificaties van de analysemethoden toegezonden. BLGG AgroXpertus stelt zich niet aansprakelijk voor eventuele schadelijke gevolgen voortvloeiend uit het gebruik van door of namens BLGG AgroXpertus verstrekte onderzoeksresultaten en/of adviezen. BLGG AgroXpertus is ingeschreven in het RvA-register voor testlaboratoria zoals nader omschreven in de erkenning onder nr. L122 voor uitsluitend de monsternemings- en/of de analysemethoden.

GIS-info Hoekpunten perceel: MULTI 215729.1400 433743.6900, 215704.1400 433682.4400, 215982.8900 433652.4400, 216021.64 00 433842.4400, 215949.1400 433842.4400, 215842.8900 433858.6900, 215800.3900 433862.4400, 215791.6400 433842.44 00, 215731.6400 433753.6900, 215827.8900 433742.4400, 215839.1400 433748.6900, 215871.6400 433748.6900, 215877.89 Org.stofbalans In de gekleurde balk staat de informatie over organische stof (kg/ha) die u moet weten om het organische stofgehalte niet te laten dalen. 73845 2405 660 1745 2,2 % 2,5 % organische stof Jaarlijks afbraakpercentage van de totale voorraad organische stof: 3,2 Toelichting organische stofbalans: Voorraad organische stof die over 1 jaar in de bemonsterde laag nog aanwezig zal zijn als er geen (effectieve) organische stof wordt aangevoerd. Totaal benodigde aanvoer van effectieve organische stof om percentage organische stof op peil te houden. Aanvoer via gewasresten (gemiddeld binnen opgegeven bouwplan of gewassen). Nog aan te vullen via bijv. dierlijke mest, groenbemesters en/of compost. Gewas(rest) Snijmais in continuteelt 660 ------- Gemiddelde aanvoer/jaar 660 Aanvoer effectieve organische stof Om het organische stofgehalte met 0,1% te verhogen dient u een hoeveelheid effectieve organische stof aan te voeren van: 3050 kg per ha. Pagina: 4

Fysisch De beoordeling van de structuur wordt gedaan op basis van de gemeten verhouding tussen calcium, magnesium en kali als bezetting aan het klei-humuscomplex. Uiteraard is de werkelijke structuur ook afhankelijk van weersomstandigheden en vochttoestand van de bodem tijdens berijden en bewerken en de zwaarte van transportmiddelen en machines. De beoordeling is een basis voor de realisatie van een goede structuurvoorwaarde. Weergave onderlinge verhouding van de CEC-bezetting. optimale structuur goede structuur matige structuur zeer matige structuur slechte structuur zeer slechte structuur huidige situatie van dit perceel Eenheid Resultaat Streeftraject laag vrij laag goed vrij hoog hoog Klei-humus (CEC) mmol+/kg 60 > 84 Ca-bezetting % 72 65-85 Mg-bezetting % 17 6,0-12 K-bezetting % 5,7 2,0-5,0 Na-bezetting % 0,8 H-bezetting % < 0,1 Al-bezetting % < 0,1 Frequentie Adviesgift in kg per ha per jaar Calcium (CaO) eenmalig 155 De geadviseerde hoeveelheid calcium (CaO) is om een optimale bezetting aan het complex te realiseren. Let op: mogelijk krijgt u ook een calciumgift voor uw gewas en/of een kalkgift geadviseerd. U hoeft niet meerdere keren calcium te geven. Calcium uit stikstof-, fosfaat- en kalkmeststoffen (zie kalkgift) dient u hierop in mindering te brengen. Eenheid Waardering Streeftraject laag vrij laag goed zeer goed Verkruimelbaarheid rapportcijfer 9,1 6,0-8,0 Verslemping rapportcijfer 5,0 6,0-8,0 De verkruimelbaarheid is goed te noemen. Echter is dit ook afhankelijk van de soort teelt. Er is kans op verslemping. Het is raadzaam om de organische stof in de bodem op peil te houden of zelfs op termijn te verhogen. De organische stof zorgt namelijk voor binding tussen de gronddeeltjes. Pagina: 5 Dit rapport is vrijgegeven onder verantwoording van dhr J.P. Dekker, directeur Operations. Op al onze vormen van dienstverlening zijn onze Algemene Voorwaarden van toepassing. Op verzoek worden deze en/of de specificaties van de analysemethoden toegezonden. BLGG AgroXpertus stelt zich niet aansprakelijk voor eventuele schadelijke gevolgen voortvloeiend uit het gebruik van door of namens BLGG AgroXpertus verstrekte onderzoeksresultaten en/of adviezen. BLGG AgroXpertus is ingeschreven in het RvA-register voor testlaboratoria zoals nader omschreven in de erkenning onder nr. L122 voor uitsluitend de monsternemings- en/of de analysemethoden.

Fosfaat Op de voorkant van het verslag staan de resultaten voor fosfaat op de gebruikelijke manier gepresenteerd: een getal en een waarderingsbalkje. De cijfers zijn ook verwerkt in een 'bodemprofiel' (zie figuur). Hierin geven we de fosfaatvoorraad en de beschikbare hoeveelheid P met kleuren aan. De pijl symboliseert de nalevering vanuit de voorraad. De dikte van de pijl toont hoeveel nalevering van fosfaat per groeiseizoen mogelijk is. Gemiddelde Op de voorzijde van dit verslag zijn regiogemiddelden weergegeven. Hiermee kunt u uw resultaten vergelijken met overeenkomstige percelen uit uw regio. Indien we onvoldoende gegevens hebben - als gevolg van te weinig geanalyseerde grondmonsters - zijn landelijke gemiddelden berekend. Het gemiddelde is berekend voor de situatie: Regio: Oostelijk Veehouderijgebied Grondsoort: Rivierklei Teeltgroep: Akker-/tuinbouw De meest opvallende afwijkende resultaten (max. 5) ten opzichte van het gemiddelde én streeftraject zijn weergegeven in onderstaande tabel: Resultaat Gem. Streeftraject N-leverend vermogen 60 108 93-147 P-beschikbaar 3,2 2,6 1,1-2,1 P-bodemvoorraad (P-Al) 61 40 24-37 Mg-beschikbaar 103 170 49-82 Klei-humus (CEC) 60 175 > 84 Contact & info Bemonsterde laag: 0-25 cm Grondsoort: Rivierklei Monster genomen door: BLGG AgroXpertus, Willy Teunissen Contactpersoon monstername: Johnny te Veluwe: 0652002126 Bemonsteringsmethode: W-patroon, min. 40 steken; volgens BLGG AgroXpertus standaard MIN 1000 Q Specificatie oppervlakte: Groot perceel, 3-5 ha Na verzending van dit verslag wordt, indien de aard en de onderzoeksmethode van het monster dit toelaat, het monster nog twee weken bij BLGG AgroXpertus voor u bewaard. Binnen deze tijd kunt u eventueel reclameren en/of aanvullend onderzoek aanvragen. Methode Stikstof-totaal Q C/N-ratio N-leverend vermogen Zwavel-totaal Q C/S-ratio S-leverend vermogen P-beschikbaar Q Em: CCL3(PAE ) P-bodemvoorraad (P-Al) Q PAL1: Gw NEN 5793 Pw K-getal K-beschikbaar Q Em: CCL3(PAE ) K-bodemvoorraad Ca-beschikbaar Ca-bodemvoorraad Mg-beschikbaar Q Em: CCL3(PAE ) Na-beschikbaar Q Em: CCL3(PAE ) Zuurgraad (ph) C-organisch Q Organische stof C-anorganisch Koolzure kalk Klei Silt Zand Klei-humus (CEC) Ca-bezetting Mg-bezetting K-bezetting Na-bezetting H-bezetting Al-bezetting CEC-bezetting Bodemleven Q Methode geaccrediteerd door RvA Em: Eigen methode, Gw: Gelijkwaardig aan, Cf: Conform P-beschikbaar Deze analyse is in duplo uitgevoerd. P-bodemvoorraad (P-Al) Deze analyse is in duplo uitgevoerd. De resultaten zijn weergegeven in droge grond. Alle verrichtingen zijn binnen de gestelde houdbaarheidstermijn tussen monstername en analyse uitgevoerd. Pagina: 6