Factsheet. Factsheet. re- integratie. www.rwi.nl

Vergelijkbare documenten
Factsheet re-integratie

Onderwerp: inzicht in uitgaven en bereik re-integratiemiddelen gemeenten Onze ref.:

Tweemeting Uitstroomdoelstelling re-integratieondersteuning Voorlopige cijfers 2006 en eerste halfjaar 2007

Kosten en resultaten van re-integratie

Participatiewet. Figuur 2: Personen met bijstandsuitkering: verdeling naar leeftijd januari 2015 december % 80% 49% 54% 60% 40% 42% 37% 20%

We zien in figuur 2 dat het aandeel personen met een migratieachtergrond toeneemt van 46 procent januari 2015 naar 51 procent in juni 2017.

Nulmeting 60%-doelstelling Uitstroom naar ar werk (voorlopige cijfers)06

UWV Tijdreeksen 2017

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Quick scan re-integratiebeleid. Een oriënterend onderzoek door de rekenkamercommissie

Eerste ijkmoment Programma 2 Werken en meedoen Inclusief Rapportage voortgang participatiebeleid (oude statusrapport)

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Arbeidsongeschiktheidsuitkeringen sterk teruggelopen. Vooral minder nieuwe WAO-uitkeringen

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht

Tijdens het begrotingsonderzoek heb ik toegezegd u nog aanvullende informatie toe te zenden.

Kortetermijnontwikkeling

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

UWV Tijdreeksen 2018

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamerder Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE. Datum 8 april 2011 Betreft Evaluatie IOW

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Aantal uitkeringen daalt. Daling bijstand vooral bij mannen en jongeren

Afdeling/Project : Sociale Zekerheid Samensteller(s) : Hans Stegeman en Frans Suijker Nummer : 152 Datum : 5 april 2006

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Bijstandsuitkeringen vrijwel onveranderd. Stijging aantal WW-uitkeringen loopt fors terug

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Voortgangsrapportage Sociale Zaken

2. Globale analyse 2015

CPB Notitie. 1 Inleiding. Datum: 15 september 2015 Betreft: Raming van het bijstandsvolume in MEV 2016

CPB Notitie. 1 Inleiding. Datum: 19 september 2017 Betreft: Raming van het bijstandsvolume in MEV 2018

Totaalbeeld arbeidsmarkt: werkloosheid in februari 6 procent

KENNISMEMO. Tabel 1 Prognose doorstroom naar de Bijstand. Ed Berendsen T (020)

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. WW stijgt naar 204 duizend uitkeringen. Voortdurende stijging WW-uitkeringen

Premievaststelling vrijwillige verzekering Ziektewet, WW, WAO en WIA 2018

Aan het werk met re-integratieondersteuning

MIMI. 31 Fysieke kopieën na m De gemeenteraadsled eden. 18 Digitale kopieën naar: College van BenW, Secr, Directie, Griffier, BCA, Concernleden

Aan het werk met re-integratieondersteuning

Factsheet Re-integratie

Kwartaalrapportage 3 kwartaal 2013

Onderzoek Sluitende aanpak 2006

CPB Notitie. 1 Inleiding. Datum: 21 september 2016 Betreft: Raming van het bijstandsvolume in MEV 2017

SRG-uitstroom Conclusie

uitstroombevordering

Reintegratiemarktanalyse 2011

SUBSIDIEKAART. 13 september Toelichting

CBS: Meer werkende vrouwen op de arbeidsmarkt

nota financiële bijstellingen 2012 actualisatie prognoses t.o.v. de Juninota 2012

Aan het werk met re-integratieondersteuning

Gemeente Breda. Monitoring ontwikkeling uitkeringen West-Brabant. 2 e voortgangsrapportage SSC Onderzoek en Informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Daling bijstand en WW neemt af. Ruim 300 duizend bijstandsuitkeringen

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Divosa-monitor factsheet: Participatiebeleid 2012

Aan het werk met re-integratieondersteuning

Kwartaaloverzicht arbeidsmarkt 2005/2

Duurzaamheid van werk binnen de banenafspraak

CPB Notitie 18 september 2018

Omnibusenquête onder gemeenten

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA s-gravenhage. Kamervraag van het lid De Wit

Vanuit de uitkering naar werk

Nadere achtergrondinformatie participatiewet

Crisismonitor Drechtsteden

Ontwikkeling bijstandsuitkeringen Drechtsteden 2014 en ,0% -7,5% -5,0% -2,5% 0,0% 2,5% 5,0% 7,5% 10,0%

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Aantal WW-uitkeringen stijgt. Achtduizend WW-uitkeringen erbij

Werkloosheid nauwelijks veranderd

10. Veel ouderen in de bijstand

Welke re-integratiemiddelen krijgen gemeenten onder de Participatiewet?

De markt beweegt verder Rechte tellingen. Rapport: nog te verschijnen

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Na de WW stijgt nu ook de bijstand. Vooral meer jonge, alleenstaande mannen in de bijstand

aanpak 2007: instroom in het eerste halfjaar aar ar van 2006

Actualisering en aanvullingen onderzoek Waar is de doelgroep

KLeintje begroting 2010

re-integratieondersteuning

Divosa-monitor factsheet: In- en uitstroom uit de bijstand 2012

Eerste uitkomsten sluitende aanpak 2006: instroom in de eerste helft van 2005 (gemeentedomein) Herziene versie

Deelplan Participatiewet Beleidsplan sociaal domein

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Premievaststelling vrijwillige verzekering Ziektewet, WW, WAO en WIA 2019

Onderstaande tabel toont enkele algemene kenmerken afkomstig van het CBS, die een beeld geven van de vergelijkbaarheid van de gemeenten.

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Aantal WW-uitkeringen blijft stijgen. Aantal arbeidsongeschiktheidsuitkeringen stabiel

Werkloosheid in oktober vrijwel onveranderd

Langzaam maar zeker zijn ook de gevolgen van de economische krimp voor de arbeidsmarkt zichtbaar

Monitoring ontwikkeling Arbeidsmarkt West- Brabant. 2e voortgangsrapportage 2011

Gemeente Breda. SSC Onderzoek en Informatie. Monitoring ontwikkeling uitkeringen 4 e kwartaal 2008 West-Brabant

verantwoordingsonderzoek 2017 bij het Ministerie van SZW

Werkloosheid 50-plussers

Centraal Bureau voor de Statistiek. Maandelijkse cijfers over de werklozen en niet-werkende werkzoekenden van het CBS en UWV.

Aan het werk met re-integratie ondersteuning

CBS: Meer mensen aan het werk, vooral jongeren

Rapportage Participatiewet / IOAW / IOAZ / BBZ

Vluchtelingen in Nederland Stromen op de arbeidsmarkt Linda Muller, Jeroen van den Tillaart en Caroline van Weert

Feiten en cijfers Wajong

Werkt begeleiding naar werk?

Voortgangsrapportage Sociale Zaken

Aan het werk met of zonder re-integratieondersteuning

Met begeleiding naar werk

ECONOMISCHE MONITOR EDE 2011 / 2

Crisismonitor Drechtsteden

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

UWV Kennisverslag

Bijlage 1 Ontwikkeling arbeidsmarktpositie jongeren

Startnotitie Werken naar Vermogen

Ontwikkeling bijstandsuitkeringen Drechtsteden 2014, 2015 en ,0% -7,5% -5,0% -2,5% 0,0% 2,5% 5,0% 7,5% 10,0%

Transcriptie:

Factsheet Factsheet re- integratie www.rwi.nl

Het Factsheet re-integratie probeert antwoord te geven op vragen over uitgaven, doelen, bereik en effecten van re-integratie Waarom - opnieuw - een Factsheet re-integratie? Eind 2009 heeft de Raad voor Werk en Inkomen (RWI) voor de eerste keer een Factsheet reintegratie gepubliceerd. Dit Factsheet beoogde een handzaam en samenhangend overzicht te bieden van wat er wel en niet bekend was over uitgaven, doelstellingen, bereik en effectiviteit met betrekking tot re-integratie in Nederland. 1 Voor u ligt de tweede editie van het Factsheet. Deze editie biedt een actueel overzicht, ongeveer volgens eenzelfde opbouw als de vorige. Dat wil zeggen, beginnend met een overzicht van publieke uitgaven aan re-integratieondersteuning, vervolgens het bereik ervan welke doelgroepen worden met de inzet van publieke re-integratiemiddelen bediend? en tot slot de effecten. Re-integratie is meer dan het weer aan werk helpen van mensen die dit op eigen kracht niet kunnen. 2 Re-integratie heeft ook betrekking op de stappen die gemaakt moeten worden alvorens de laatste stap naar werk gemaakt kan worden. Het gaat dan om het verkleinen van de afstand tot werk. En behalve de maatregelen in de curatieve sfeer zijn er tal van preventieve maatregelen die misschien niet tot re-integratie in strikte zin worden gerekend maar wel in een ruimere betekenis. De inspanningen die op dit preventieve vlak het afgelopen jaar zijn verricht, zijn van grote betekenis geweest in het beperkt houden van de gevolgen van de economische crisis voor de arbeidsmarkt, het beroep op de uitkeringsregelingen en het tegengaan van sociale uitsluiting. Het beeld van dit Factsheet is tweeledig. In het beeld van het afgelopen jaar zijn duidelijk de gevolgen van de economische crisis te zien. De uitgaven zijn gestegen, de aantallen mensen in de uitkeringsregelingen eveneens, en de effectiviteit van het re-integratiebeleid is beperkt teruggevallen. Naar de toekomst toe wordt duidelijk dat UWV en gemeenten met (veel) lagere budgetten moeten opereren. Dit, terwijl de ontwikkeling in het uitkeringsvolume nog geen overeenkomstig dalende lijn vertoont. Het bereik van re-integratieondersteuning zal derhalve naar verwachting geringer worden. Het is dan ook belangrijk om als partners op de arbeidsmarkt (gemeenten, UWV, werkgevers en werknemers) scherpe keuzes te maken die erop gericht zijn om nu en op de langere termijn te investeren in mensen. Via re-integratie, maar ook via preventie van werkloosheid en duurzame inzetbaarheid van werknemers. 1 Het regeerakkoord van 30 september 2010 heeft consequenties voor de omvang van de re-integratiemiddelen. Zo worden kortingen aangekondigd op de bemiddelingstaak van het UWV en op de re-integratiegelden van gemeenten en UWV, tezamen een ombuiging van 400 miljoen. Deze informatie kon door het globale karakter niet verwerkt worden in het Factsheet reintegratie. 2 De eerste editie van het Factsheet heeft vier subdoelen van het re-integratiebeleid geformuleerd: 1. bevorderen van arbeidsinpassing in regulier werk van uitkeringsgerechtigden en werklozen die dat niet op eigen kracht kunnen; 2. ondersteuning bij het verkleinen van de afstand tot regulier werk aan de uitkeringsgerechtigden en werklozen die dat niet op eigen kracht kunnen; 3. voorkomen van instroom in de uitkering en behoud van werk; 4. dienstverlening voor uitkeringsgerechtigden en werklozen die op eigen kracht regulier werk kunnen vinden (basisdienstverlening). 2 3

Wat weten we over de uitgaven aan re-integratieondersteuning? Programma-uitgaven re-integratie WW < Realisatie Prognose > 142 118 151 220 131 67 2008 2009 2010 2011 2014 Programma-uitgaven re-integratie WW De programma-uitgaven van UWV aan re-integratie WW zijn in 2009 toegenomen en stijgen naar verwachting in 2010 verder door naar 220 miljoen. 3 Daarmee wordt dit jaar substantieel meer uitgegeven dan het oorspronkelijk beschikbaar gestelde budget van 131 miljoen. Dit komt vooral door een vertraagde doorwerking vanuit het in 2009 ingezette beleid dat er nog op gericht was de gevolgen van de economische crisis krachtig tegen te gaan. Meer dan bedoeld zijn hierdoor in de eerste maanden van 2010 middelen ingezet voor kortdurend werklozen. 4 Gemiddeld genomen ligt het aantal WW-uitkeringsgerechtigden over de eerste 8 maanden van 2010 circa 22% hoger dan het gemiddelde over het jaar 2009, zodat per uitkeringsgerechtigde de toename in de re-integratie-uitgaven op een veel geringer bedrag uitkomt. Zoals in de Rijksbegroting 2011 is aangegeven zullen de komende jaren de programma-uitgaven aan re-integratie WW sterk afnemen (naar 67 miljoen in 2014). 3 Begroting 2011 van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, blz. 98. 4 Begroting 2011 van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Brief van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, re-integratiebudget WW 2010, d.d. 29 juni 2010. < Realisatie Prognose > Inzet werkcoaches en uitvoeringskosten re-integratie WW In de uitvoeringskosten valt een onderscheid te maken tussen kosten van inkoop, beheer en administratie enerzijds en de kosten van de inzet van de eigen re-integratiecoaches van UWV anderzijds. Aan re-integratiecoaches WW werd in 2009 83 miljoen euro uitgegeven. 5 Dit zijn uitgaven die net als de hierboven genoemde programma-uitgaven direct aan de cliënten ten goede komen. 5 Brief van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, 29 juni 2010. Inzet werkcoaches en uitvoeringskosten re-integratie WW 300 98 98 174 143 156 158 2008 2009 2010 2011 2014 250 200 150 100 50 0 Verdeling uitgaven werkcoaches en uitvoeringskosten WW, 2009 83 35 31 25 inkoop re-integratie administratie inkoop overige uitvoeringskosten inzet werkcoaches Verdeling uitgaven werkcoaches en uitvoeringskosten WW, 2009 De figuur hiernaast laat duidelijk zien dat de eigenlijke uitvoeringskosten net iets meer dan de helft van het totaal aan overige uitgaven beslaan. Deze uitvoeringskosten bestaan uit het organiseren van de aanbestedingen en het contractmanagement ( 31 miljoen), de administratieve afhandeling van de trajecten en diensten die door de werkcoaches worden ingekocht ( 25 miljoen) en ten slotte wordt door de begrotingssystematiek van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid een deel van de totale overheadkosten van UWV toegerekend aan de uitvoeringskosten re-integratie WW ( 35 miljoen). In 2009 werd 72% van de uitgaven re-integratie WW direct besteed aan re-integratieondersteuning: 151 miljoen door re-integratiebedrijven en 83 miljoen door werkcoaches. Daarnaast werd 91 miljoen besteed aan inkoop re-integratie, begeleiden van de ingekochte diensten, administratie en overige uitvoeringskosten. 4 5

WAO/WIA/WAZ Wajong Programma-uitgaven re-integratie arbeidsongeschiktheid < Realisatie Prognose > 201 188 184 144 135 81 2008 2009 2010 2011 2014 43 81 71 114 165 157 Programma-uitgaven re-integratie arbeidsongeschiktheid De daling in de programma-uitgaven voor de premiegefinancierde arbeidsongeschiktheidsregelingen vanuit eerdere jaren heeft zich ook in 2009 doorgezet. De programma-uitgaven aan re-integratie Wajong liggen in 2009 ook lager dan in het jaar ervoor. De verwachte daling in de uitgaven in 2010 is sterker dan de verwachte terugloop in het volume (aantal arbeidsongeschikten) zodat het bedrag dat gemiddeld per uitkeringsgerechtigde uitgegeven wordt aan re-integratie in 2010 lager ligt dan in 2009. De verwachting voor de komende jaren is een verdere daling van de programma-uitgaven voor de premiegefinancierde arbeidsongeschiktheidsregelingen. Daartegenover staat een sterke stijging in de uitgaven voor re-integratie Wajong. Vanaf 2011 liggen de programma-uitgaven aan re-integratie voor de WAO en WIA naar verwachting onder het niveau van de programma-uitgaven voor de Wajong doelgroep. De toename van de programma-uitgaven aan re-integratie Wajong heeft te maken met een intensivering van de activerende aanpak en bijgevolg een groter beroep op trajecten voor deze doelgroep 6 en met een andere financieringssystematiek van werkvoorzieningen voor jonggehandicapten. 7 6 Begroting 2011 van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, blz. 97. 7 Vanaf 2010 worden werkvoorzieningen gefinancierd via het Afj. Daarvoor liep financiering via het Aof. In 2009 vielen daardoor de kosten voor werkvoorzieningen onder de in de figuur vermelde 184 miljoen. Inzet arbeidsdeskundigen en uitvoeringskosten re-integratie arbeidsongeschiktheid < Realisatie Prognose > 85 98 91 109 96 94 2008 2009 2010 2011 2014 Inzet arbeidsdeskundigen en uitvoeringskosten re-integratie arbeidsongeschiktheid Ook binnen de overige kosten re-integratie arbeidsongeschiktheid kan een onderscheid gemaakt worden tussen uitvoeringskosten in strikte betekenis en de kosten die samenhangen met de inzet van arbeidsdeskundigen. In 2008 werd aan arbeidsdeskundigen 58 miljoen euro uitgegeven. 8 Ook hier geldt dat dit uitgaven betreft die net als de hierboven genoemde programma-uitgaven direct aan de cliënten ten goede komen. 8 Kosten en resultaten van reintegratie, rapport in opdracht van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, SEO Amsterdam, 2010. Een recenter cijfer met betrekking tot de onderverdeling van de uitvoeringskosten re-integratie arbeidsongeschiktheid is niet bekend. 6 7

2009 2008 inkoop re-integratie werkvoorzieningen onderwijsvoorzieningen subsidies aan werkgevers 2% 4% 5% 25% 25% 68% 68% Besteding programma-uitgaven re-integratie WW en arbeidsongeschiktheid: in 2009 en 2008 We kunnen de programma-uitgaven onderscheiden naar afzonderlijke instrumenten. 9 Tweederde van het totaal wordt uitgegeven aan de inkoop van re-integratieondersteuning en een kwart gaat naar werkvoorzieningen. Dit is vrij stabiel in de tijd. 9 Gebaseerd op tabel 4.1 uit de Juninota financiële ontwikkeling UWV fondsen 2010-2011, UWV (exclusief subsidies onderwijsinstellingen, no riskpolis ZW, Arbo interventies vangnet ZW). Besteding programma-uitgaven re-integratie WW en arbeidsongeschiktheid: in 2009 en 2008 overig 1% 2% 0 10 20 30 40 50 60 70 80 subsidies onderwijsinstellingen no riskpolis ZW Arbo interventies vangnet ZW Overige uitgaven re-integratie < Realisatie Prognose > 136 132 122 14 13 114 9 11 86 90 93 96 98 17 23 26 26 2008 2009 2010 2011 Overige uitgaven re-integratie Naast de uitgaven die gericht zijn op specifieke groepen uitkeringsgerechtigden en werklozen zijn er nog andere kosten die samenhangen met re-integratie. 10 Deze zijn opgenomen in de figuur hiernaast. De onderwijsinstellingen zijn instellingen waar arbeidsgehandicapten scholing krijgen. Verder kunnen werkgevers het ziekengeld van een arbeidsgehandicapte werknemer vergoed krijgen. Sinds medio 2009 geldt dit eveneens voor oudere werknemers. De Arbo interventies vangnet ZW ten slotte, betreft middelen die beschikbaar zijn voor reintegratie van werknemers in de zogeheten vangnetgroepen Ziektewet. 10 Juninota financiële ontwikkeling UWV-fondsen 2010-2011, UWV. 8 9

Uitgaven Budget < Realisatie Prognose > 1450 1627 1850 1591 1579 1529 1436 1336 1083 2008 2009 2010 2011 2014 Programma-uitgaven re-integratiedeel WWB De oplopende trend in de uitgaven van gemeenten aan re-integratie uit eerdere jaren heeft zich in 2009 sterk doorgezet. Het vooruitzicht dat slechts een beperkt gedeelte van het gereserveerde budget kon worden meegenomen naar 2010 kan gemeenten tot een grotere inspanning hebben aangezet. 11 Daarnaast kan extra inzet gericht op het zogenoemde granieten bestand mee hebben gespeeld bij de oplopende trend. Tegelijkertijd is het toegekende budget elk jaar afgenomen een trend die de komende jaren doorgetrokken wordt. Daarbij is het gedeelte van het budget dat gemeenten elk jaar mogen reserveren (de meeneemregeling) met ingang van 2010 sterk beperkt. Het gevolg van dit alles is dat wellicht al vanaf 2010, maar zeker vanaf 2011 het beschikbare budget (toegekend budget plus reserves) naar verwachting een rem gaat zetten op de verdere ontwikkeling van de programma-uitgaven. 12 11 Het gemiddelde aantal bijstandsgerechtigden lag in 2009 ongeveer even hoog als een jaar eerder. 12 Begroting 2011 van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. De cijfers met betrekking tot het bedrag van de meeneemregeling zijn door het ministerie verstrekt. Meeneemregeling 772 845 771? Programma-uitgaven re-integratiedeel WWB Uitvoeringskosten re-integratie gemeenten < Realisatie 420 487 609 2008 2009 2010 2011 Uitvoeringskosten re-integratie gemeenten In 2010 is onderzoek gedaan naar de gemiddelde uitvoeringskosten van UWV en gemeenten. De uitvoeringskosten van gemeenten bedragen volgens dit onderzoek 600 miljoen. Het betreft overigens een globale schatting van uitvoeringskosten die voorzichtig gehanteerd moet worden. 13 13 Doordat voor het berekenen van uitvoeringskosten WWB en WW verschillende methodieken zijn gehanteerd is het niet mogelijk om op een verantwoorde wijze deze kosten te vergelijken. Zo zijn bijvoorbeeld niet alle relevante kostenposten bij WW en WWB gelijk meegenomen. Bij gemeenten heeft men gebruikgemaakt van financiële gegevens uit grootboekrekeningen om daarmee een grove schatting te maken van de gemaakte uitvoeringskosten (binnen een steekproef bij 50 gemeenten). De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft in de aanbiedingsbrief aan de Tweede Kamer (R&P/ AV/2010/11467) dan ook aangegeven dat de onderzoeksresultaten omzichtig moeten worden gehanteerd, zoals ook Cebeon aangeeft in het rapport. Een eenduidige conclusie ten aanzien van de verklaring van de gevonden verschillen is op grond van deze cijfers niet te trekken. Zie verder: Uitvoeringskosten gemeenten en UWV, Cebeon 2010. 10 11

2009 2008 begeleidingstrajecten ondersteunende activiteiten sociale activering loonkosten subsidies beroepskwalificerende scholing 8% 5% 7% 6% 5% 8% 23% 25% 24% 30% Besteding programma-uitgaven gemeenten re-integratie in 2009 en 2008 We kunnen de programma-uitgaven van gemeenten onderscheiden naar afzonderlijke instrumenten. 14 Dan zien we een verdere afname van uitgaven aan gesubsidieerde arbeid (van circa 553 naar 444 miljoen). Dit wordt echter meer dan gecompenseerd door een toename van de uitgaven voor loonkostensubsidies. (Deze uitgaven zijn gestegen van circa 373 naar 555 miljoen). 15 Verder valt op dat er in 2009 meer uitgegeven wordt aan ondersteunende activiteiten en minder aan beroepskwalificerende scholing. 14 Scherp aan de wind, Divosamonitor 2010 Deel 1: Sociale diensten en participatiebevordering, blz. 59. 15 Berekend op basis van de genoemde percentages en de totale uitgaven in beide jaren. Besteding programma-uitgaven gemeenten re-integratie in 2009 en 2008 (in procenten van het re-integratiebudget WWB) gesubsidieerde arbeid 24% 34% 0 10 20 30 40 50 Overzicht re-integratieuitgaven realisatie prognose 2009 2014 151 67 Programma-uitgaven WW 174 158 Inzet werkcoaches en uitvoeringskosten re-integratie WW 255 238 Programma-uitgaven arbeidsongeschiktheid 91 94 Inzet arbeidsdeskundigen en uitvoeringskosten re-integratie arbeidsongeschiktheid 1850 1083 Programma-uitgaven re-integratie gemeenten 609 n.b. Uitvoeringskosten re-integratie gemeenten 334 199 Basisdienstverlening Werkpleinen 122 n.b. Overige uitgaven re-integratie 3586 Totaal Overzicht re-integratie-uitgaven De samenvattende tabel hiernaast toont dat de uitgaven aan re-integratie in 2014 volgens de huidige prognose circa een derde zullen afnemen ten opzichte van het jaar 2009. 12 13

Wat weten we over het bereik van re-integratieondersteuning? WAO/WIA Wajong 100 80 60 40 20 Volumeontwikkeling arbeidsongeschiktheid De afname in het aantal personen met een arbeidsongeschiktheidsuitkering zet in 2009 verder door. De uitzondering op deze gunstige trend vormt het beroep op de Wajongregeling. Het aantal jonggehandicapten toont een stijgende lijn. 16 De effecten van de invoering van de nieuwe wet Wajong zijn overigens nog niet zichtbaar. 17 Een deel van de Wajongers heeft werk: in 2009 heeft ongeveer een kwart werk. 16 CBS Statline 17 Alleen aanvragen die zijn ingediend na 1 januari 2010 vallen onder de nieuwe wet. Voor behandeling van een aanvraag staat een standaard termijn van 14 weken. Pas vanaf april kan er daardoor instroom zijn in de nieuwe wet. Zie verder UWV Kwartaal Verkenning 2010-III. Volumeontwikkeling arbeidsongeschiktheid (x 10.000) 0 2004 2005 2006 2008 2009 2010 WAO/WIA Wajong WW WWB 40 30 20 10 Volumeontwikkeling WW en WWB In de WW lijkt het dieptepunt van de economische crisis gepasseerd. Het aantal uitkeringsgerechtigden loopt inmiddels terug. Deze gunstige ontwikkeling zien we nog niet terug in de WWB maar de grafiek 18 laat zien dat de WWB en de WW doorgaans, en al dan niet met enige vertraging, eenzelfde kant op bewegen. 18 CBS Statline Volumeontwikkeling WW en WWB (x 10.000) 0 2004 2005 2006 2008 2009 2010 WW WWB instroom WW-uitkeringen uitstroom WW-uitkeringen 50 30 Maandcijfers instroom en uitstroom WW-uitkeringen Het cijfer met betrekking tot het aantal uitkeringsgerechtigden in de WW op enig moment geeft geen inzicht in de enorme dynamiek in termen van in- en uitstroom. De figuur hiernaast laat goed zien dat in- en uitstroom tot op zekere hoogte met elkaar meebewegen. 19 Tijdens het dieptepunt van de economische crisis lag de instroom elke maand iets hoger dan de uitstroom, maar in het eerste kwartaal van 2010 is dit omgeslagen. 19 CBS Statline Maandcijfers instroom en uitstroom WW-uitkeringen (x 1.000) 10 sept 2008 jan 2009 mei 2009 sept 2009 jan 2010 mei 2010 Totale instroom WW-uitkeringen Totale uitstroom WW-uitkeringen 14 15

AO 40 30 Re-integratieondersteuning voor arbeidsgehandicapten Het aantal re-integratietrajecten is sterk gestegen. Dit geldt voor de regelingen voor arbeidsgehandicapten en dit geldt ook voor de regelingen voor WW ers en WWB ers, zoals te zien is in de figuren op de pagina hiernaast. Het uitbreken van de economische crisis speelt hierbij een belangrijke rol. 20 20 Zie de brief van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid aan de Tweede Kamer van 29 juni 2010. Re-integratieondersteuning voor arbeidsgehandicapten (x 1.000) 20 2004 2005 2006 2008 2009 AG trajecten diensten Re-integratieondersteuning voor WW-gerechtigden (x 1.000) 60 40 20 0 2003 2004 2005 2006 2008 2009 60 0 Re-integratieondersteuning voor WW-gerechtigden Was het tot vorig jaar nog zo dat UWV geleidelijk steeds meer van trajecten overschakelde naar de inzet van modulaire dienstverlening, zoals korte trainingen; in 2009 zien we ook weer een sterke toename in het aantal trajecten. 21 Bij de inzet van re-integratiemiddelen gericht op ontslagwerklozen blijkt dat er in de praktijk nog weinig sprake is geweest van een selectieve inzet van middelen. 22 Bij een totale instroom in de WW in 2009 van 428.000 werd voor ruim 20.000 personen een vorm van re-integratieondersteuning gestart voordat zij 3 maanden werkloos waren (een bereik van 4,7%). Voor de groep die 3 tot 12 maanden werkloos was lag dit bereik op 19,5%, terwijl het bereik voor de groep die 12 maanden of langer in de WW verbleef op 14,6% lag. '2003 Met ingang '2004 van 2010 '2005 is het beleid '2006gericht ' op een verdere '2008 verschuiving '2009 van de inzet van re-integratieondersteuning naar de laatste groep. 23 21 UWV Kwartaalverkenning 2010 III. 22 In de brief van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid aan de Tweede Kamer van 29 juni 2010 worden verschillende redenen opgesomd (waaronder de economische crisis). 23 Brief van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, 29 juni 2010. Het gaat hier om gestarte trajecten. WWB Re-integratieondersteuning voor WWB-gerechtigden (x 1.000) 120 110 100 90 80 WW Modulair WW 2004 2005 2006 2008 2009 WWB Re-integratieondersteuning voor WWB-gerechtigden Ook gemeenten zetten steeds meer re-integratieondersteuning in, zo valt af te leiden uit de grafiek. Het aantal gestarte trajecten en diensten vertoont een stijgende lijn en ligt in 2009 op ruim 110 duizend. 24 De kosten per traject variëren met het ingezette instrument en de afstand van de klant tot de arbeidsmarkt. De gemiddelde trajectkosten zijn (mede vanwege die grotere afstand) bij gemeenten hoger dan bij UWV. 25 In 2009 kreeg 33% van de bijstandsgerechtigden een ontheffing van de arbeidsplicht, waarvan tweederde geheel werd vrijgesteld. In de grotere en de vier grote gemeenten ligt dit percentage wat lager (circa 28% gemiddeld) dan in de kleinere gemeenten en de intergemeentelijke sociale diensten. 26 In totaal blijkt dat 27% van de WW-gerechtigden en 52% van de bijstandsgerechtigden ultimo 2009 in een traject zat. 24 CBS Statline. De verdeling tussen trajecten en inkoop van diensten is op basis van deze statistiek niet te achterhalen. 25 In het rapport Kosten en resultaten van re-integratie wordt hier meer informatie over gepresenteerd (SEO, Amsterdam 2010). Klanten van gemeenten die een traject volgen, hebben meestal meer afstand tot de arbeidsmarkt. Veel re-integratietrajecten voor WW ers blijken in 2009 nog ingezet te zijn voor kortdurende WW ers (zie de brief van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid aan de Tweede Kamer van 29 juni 2010). Hier volgen de belangrijkste trajecten gericht op (regulier) werk: type traject & programma-uitgaven per lopend traject in 2008 - regulier traject bij UWV, 3.100 euro - IRO bij UWV, 4.500 euro - begeleidingstraject gericht op werk bij gemeenten, 8.000 euro 26 Scherp aan de wind, Divosa-monitor 2010 Deel 1: Sociale diensten en participatiebevordering, blz. 47. 16 17

Wat weten we over de effecten van re-integratieondersteuning? Werk vinden zonder re-integratieondersteuning Hoeveel mensen vinden werk zonder re-integratieondersteuning? In 2009 hebben 199.000 mensen werk gevonden zonder re-integratieondersteuning, maar eventueel wel met behulp van basisdienstverlening. 27 Dit is ongeveer evenveel als het jaar ervoor (201.000 mensen). Relatief veel mensen hebben na een korte periode in de WW werk gevonden zonder re-integratieondersteuning. Net als een jaar eerder vonden relatief weinig mensen vanuit de bijstand werk zonder reintegratieondersteuning. 28 27 De definitie van nugger is hierbij: een persoon die staat ingeschreven bij het UWV Werkbedrijf als werkzoekend, geen werk heeft en geen AO-, WW- of bijstandsuitkering ontvangt. 28 Bron CBS. De begroting 2011 van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid vermeldt voor 2009 per abuis een getal van 118.000 in plaats van 18.000. 94 109 58 53 22 18 27 19 Hoeveel mensen vinden werk zonder re-integratieondersteuning? (x 1.000) 2008 2009 2008 2009 2008 2009 2008 2009 WW AO WWB NUG start met re-integratieondersteuning start een baan binnen 24 maanden volledig uit de uitkering volledig uit de uitkering + duurzaam Wordt de 60% norm gehaald? (in percentages) 59,9 33,1 25,5 2006 100 100 55,1 29,4 Werk vinden met re-integratieondersteuning Wordt de 60% norm gehaald? Van de mensen die in met een vorm van re-integratieondersteuning zijn gestart is iets meer dan 55% binnen 24 maanden uitgestroomd naar werk. Een jaar eerder lag dit uitstroompercentage nog op 60%. Dit is de streefwaarde die de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid hiervoor voor het jaar 2011 heeft geformuleerd. 29 De economische crisis heeft er naar alle waarschijnlijkheid toe geleid dat dit uitstroompercentage het afgelopen jaar niet gerealiseerd kon worden. Een kanttekening is wel dat iedere uitstroom naar werk wordt meegeteld in het resultaat dit geldt bijvoorbeeld ook voor deeltijdwerk met een beperkt aantal uren per week. 29 CBS Tweemeting augustus 2010. Het CBS heeft overigens het cijfer voor het jaar 2006 enigszins neerwaarts bijgesteld. Gestarte banen per doelgroep peiljaar trajecten (in percentages) 60% 55,1 61,7 48,1 47,0 56,2 totaal WW AO WWB NUG Gestarte banen per doelgroep peiljaar trajecten Het uitstroompercentage ligt het hoogste in de WW en het laagst in de arbeidsongeschiktheidsregelingen en de WWB. Ontslagwerklozen zijn gemiddeld genomen nu eenmaal gemakkelijker weer aan het werk te helpen dan langdurig werklozen en mensen met een arbeidshandicap. Niettemin valt op dat de verschillen in uitstroompercentages tussen de diverse uitkeringsregelingen in een betrekkelijk smalle bandbreedte liggen. Ook in tijden van economische crisis zijn er kansen voor de groepen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt om met behulp van re-integratieondersteuning weer aan de slag te komen. 18 19

duurzaam Gestarte banen per doelgroep peiljaar trajecten 2006 (in percentages) 60% 67,4 59,9 58,9 50,6 50,6 42,6 52,9 36,7 28,9 38,5 totaal WW AO WWB NUG Gestarte banen per doelgroep peiljaar trajecten 2006 Van trajecten gestart in 2006 is niet alleen bekend of binnen 2 jaar na de start van het traject sprake is van uitstroom naar werk, maar is ook bekend of daarbij sprake is van duurzame uitstroom, dat wil zeggen, 6 maanden of langer. 30 Dit is meer dan tweederde van de totale uitstroom, hoewel er ook hier weer verschillen zijn tussen de verschillende uitkeringsregelingen. Meer dan de helft van de WW-gerechtigden slaagt er in om ook duurzaam aan het werk te komen. Niet-uitkeringsgerechtigden en mensen met een arbeidshandicap slagen er iets minder in om met re-integratieondersteuning duurzaam aan het werk te komen en voor bijstandsgerechtigden ligt het cijfer nog wat lager, op ruim een kwart wel meer overigens dan het jaar ervoor. 30 Daarbij wordt gekeken of er na de start van de re-integratieondersteuning een baan is gestart en of die persoon 6 maanden later nog steeds werkt. reguliere trajecten UWV IRO trajecten werkcoaches begeleidingstrajecten WWB sociale activering 6 14 16 16 16 Gemiddelde trajectduur meest ingezette instrumenten Een andere invalshoek is de duur van de re-integratieondersteuning op het moment van uitstroom naar werk. De meeste instrumenten duren circa één tot anderhalf jaar voordat ze leiden tot succes. De inzet van werkcoaches binnen UWV leidt gemiddeld genomen relatief snel tot een plaatsing, maar dit heeft ook met de kenmerken van de doelgroep te maken. Gesubsidieerde banen daarentegen, kenmerken zich door een zeer langdurig verblijf. 31 31 Kosten en resultaten van reintegratie, rapport in opdracht van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, SEO Amsterdam, 2010. Dit langdurig verblijf heeft ook te maken met het ontbreken van nieuwe instroom in deze regelingen (niet meer mogelijk vanaf 2004) waardoor alle uitgestroomde mensen dus minimaal 5 of 6 jaar een dergelijke baan hebben gehad. UWV gemeenten loonkostensubsidies 12 gesubsidieerde arbeid 107 Gemiddelde trajectduur meest ingezette instrumenten (in maanden) 0 10 100 110 20 21

De participatieladder Participatieniveau van klanten 102 ISD Kop van gemeenten Noord-Holland trede op de participatieladder - 1% 6 betaald werk 14% 14% 5 betaald werk met ondersteuning 18% 10% 4 onbetaald werk 25% 29% 3 deelname georganiseerde activiteiten 23% 29% 2 sociale contacten buitenshuis 19% 17% 1 geïsoleerd Participatieniveau van klanten Met behulp van de participatieladder (ontwikkeld in 2008) is het mogelijk het participatieniveau van klanten op een bepaald moment te meten (zie hiernaast) en de ontwikkeling van het participatieniveau zichtbaar te maken (zie Beweging op de ladder ). 32 Daarmee biedt de Participatieladder gemeenten en gemeentebestuurders een instrument om het eigen participatiebeleid (inburgering, educatie en re-integratie) stelselmatig te volgen, er genuanceerd en onderbouwd over te oordelen en om keuzes te maken bij de inzet van de gemeentelijke middelen. Uit de Divosa-monitor 2010 blijkt dat ruim 60% van de onderzochte gemeenten op de één of andere manier gebruikmaakt van de participatieladder. De uitkomsten uit de monitor worden hiernaast in de eerste kolom gepresenteerd. 32 Bij zo n 10 gemeenten wordt in opdracht van Divosa de participatieladder onderzocht. Het onderzoek zal de ontwikkeling van klanten op de ladder in kaart brengen. Het is de bedoeling om daarbij zoveel mogelijk ook de inzet van re-integratieondersteuning in kaart te brengen. Resultaten worden in de eerste helft van 2011 verwacht. stijgt meer dan één trede stijgt één trede blijft op dezelfde trede Voorbeeld van groeipotentieel (ISD Kop van Noord-Holland) 16% 40% 100% 34% 20% 60% 26% 22% 64% 28% 31% 44% 27% 43% 45% 1 2 3 4 5 6 startpositie op de participatieladder Voorbeeld van groeipotentieel (ISD Kop van Noord-Holland) Over de ISD Kop van Noord-Holland is niet alleen informatie bekend over positie op de ladder, maar ook over de te verwachten hoogste trede in een jaar ( groeipotentieel ) en de ontwikkeling gedurende de eerste 6 maanden van 2010. De figuur hiernaast laat zien dat een groot deel van de doelgroep naar verwachting op dezelfde trede blijft (geel) of hoogstens één trede kan stijgen (donkergrijs). Slechts een beperkt deel van de doelgroep heeft de potentie om meer dan één trede op te klimmen (lichtgrijs). De participatieladder is géén kansenmeter of diagnose-instrument dat instrumenten automatisch koppelt aan treden. Zo kunnen mensen op trede 2 ook een kleine afstand tot de arbeidsmarkt hebben (nuggers) en zijn er relatief veel mensen die op trede 5 hun maximale potentieel hebben bereikt (WSW). daalt één trede of meer blijft op dezelfde trede > 4 > 1 106 20% 37 > 8 48 > 7 6 > 5 Voorbeeld van beweging op de ladder (ISD Kop van Noord-Holland) De figuur hiernaast laat voor ISD Kop van Noord-Holland zien hoeveel mensen er zich aan het eind van de meetperiode (6 maanden) op elke trede bevonden (de gele diagonaal) en hoeveel er daarvan gedaald (donkergrijze vlakken) of gestegen zijn (lichtgrijze vlakken) vanuit de andere treden. 33 33 Aangezien men pas in 2010 is begonnen met het invoeren van gegevens, biedt de beweging op de ladder nog geen reëel beeld van de resultaten. stijgt één trede of meer 97 > 11 59 Voorbeeld van beweging op de ladder (ISD Kop van Noord-Holland) 1 2 3 4 5 6 positie op de participatieladder na 6 maanden 22 23

De Raad voor Werk en Inkomen (RWI) is het overlegorgaan en expertisecentrum van werkgevers, werknemers en gemeenten. De RWI doet voorstellen aan de regering en andere partijen over het brede terrein van werk en inkomen. Doel van deze voorstellen is een goed functionerende arbeidsmarkt te bevorderen. Het vergroten van de transparantie van en het verbeteren van de kwaliteit op de re-integratiemarkt behoren eveneens tot de kerntaken van de RWI. Raad voor Werk en Inkomen Bezuidenhoutseweg 60 2594 AW Den Haag Postbus 93048 2509 AA Den Haag info@rwi.nl 070 789 07 89 Contact Neem voor vragen, opmerkingen en suggesties contact op via info@rwi.nl Kijk voor meer informatie over de RWI op www.rwi.nl. Alle publicaties zijn hier gratis te downloaden. Ook vindt u hier een uitgebreid overzicht van relevante externe publicaties. Colofon Raad voor Werk en Inkomen 2010 Ontwerp: Smidswater / www.smidswater.com Druk: Albani drukkers, Den Haag Wilt u op de hoogte blijven van de ontwikkelingen op de arbeids- en re-inte gratiemarkt? Wilt u weten welke activiteiten en publicaties de RWI ontwikkelt? Meldt u zich dan aan op www.rwi.nl voor RWI-zine, de digitale nieuwsbrief van de RWI.