BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel van de Mededingingswet.

Vergelijkbare documenten
BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 51 van de Elektriciteitswet.

BESLUIT. 2. Bij besluit van 24 april 2007 (hierna: het bestreden besluit) heeft de Raad de klacht van ECW deels gegrond en deels ongegrond verklaard.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 51 van de Elektriciteitswet 1998.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 51 Elektriciteitswet 1998.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 51 van de Elektriciteitswet 1998.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 19 van de Gaswet.

Pagina. Besluit Openbare versie. 1. Verloop van de procedure

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 51 van de Elektriciteitswet 1998.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 51 van de Elektriciteitswet 1998.

BESLUIT. I. Inleiding II. Feiten. Dienst uitvoering en toezicht Energie

1 Juridisch kader BESLUIT. Directie Toezicht Energie

Besluit. Geschilbesluit Crown Van Gelder

BESLUIT. Besluit inzake geschil als bedoeld in artikel 51 van de Elektriciteitswet 1998; Metrax N.V.

BESLUIT. 4. Van de hoorzitting is een verslag opgemaakt, dat op 10 juni 2009 aan partijen is toegezonden.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 51 van de Elektriciteitswet 1998.

BESLUIT. Besluit van de Minister van Economische Zaken als bedoeld in artikel 95d van de

BESLUIT. I. Juridisch kader

BESLUIT. I. Juridisch kader. Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van elektriciteit aan. Essent Retail Energie b.v.

Openbaar besluit ACM/UIT/500126

1 Juridisch kader BESLUIT ENERGIEKAMER

I. Aanvraag en procedure

Informatiecode Elektriciteit en Gas

1 Juridisch kader BESLUIT

BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 51 van de Elektriciteitswet.

BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit. Openbaar. I. Inleiding

I. Aanvraag en procedure

2. Aanleiding voor deze aanvraag is het voornemen van Welkom Energie om elektriciteit te leveren aan kleinverbruikers. 2

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Autoriteit Consument e. Markt

BESLUIT. Juridisch kader

BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit

BESLUIT. 2. Bij brief van 9 april 2008 heeft Westland een ingevuld reactieformulier ingediend.

6. Tijdens de behandeling van de aanvraag heeft EnergyZero op verzoek van de ACM ook overige gegevens verstrekt over zijn kwaliteiten 4.

Besluit. Wijzigingsverzoek ontheffing Windnet Oost-Flevoland

op grond van artikel 95d, eerste lid, van de Elektriciteitswet 1998 aan SEPA Green Energy B.V.

1 Juridisch kader BESLUIT ENERGIEKAMER

Meetcode Elektriciteit 1

BESLUIT. Juridisch kader

Pagina. Openbaar besluit. Rokade Planontwikkeling B.V. T.a.v. A Postbus AH ZWOLLE

BESLUIT. Juridisch kader

1 Juridisch kader BESLUIT. Directie Toezicht Energie

Openbaar. Besluit. Muzenstraat WB Den Haag ACM/UIT/497973

2. Aanleiding voor deze aanvraag is het voornemen van NGE om elektriciteit te leveren aan kleinverbruikers 2.

1 Inleiding. 2 Wettelijk kader BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit

1 Inleiding. 2 Wettelijke context BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit

BESLUIT. Openbaar. Nederlandse Mededingingsautoriteit

I. Aanvraag en procedure

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 51 van de Elektriciteitswet 1998.

BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit. Openbaar. I. Inleiding

BESLUIT OPENBAAR. aanvraag voor een vergunning ingediend, als bedoeld in artikel 95d, eerste lid, van de Elektriciteitswet 1998 (hierna: aanvraag).

BESLUIT. Directie Toezicht Energie INLEIDING EN PROCEDURE WETTELIJK KADER

1 Juridisch kader BESLUIT

BESLUIT. 3. Bij schrijven van 4 juni 2009 heeft Enexis een ingevuld reactieformulier ingediend.

BESLUIT. 2. De d-g NMa heeft wegens de hiervoor genoemde overtreding aan bovengenoemde ondernemingen een boete opgelegd.

Dienst uitvoering en toezicht Energie

Pagina. Besluit. Ons kenmerk: Zaaknummer: ACM/DJZ/2014/206976

Autoriteit Consument & Markt

1 Juridisch kader BESLUIT. Directie Toezicht Energie

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 51 van de Elektriciteitswet 1998.

Nvia. I. Aanvraag en procedure. Nederlandse Mededingingsautoriteit B ES LU IT

BESLUIT. 2. Onderhavig besluit betreft de vaststelling van de nettarieven voor het jaar 2005 voor Essent Netwerk B.V.

Besluit van de Autoriteit Consument en Markt op het bezwaar van De Graaf Logistics B.V. tegen het besluit van 22 april 2011.

BESLUIT. 4. Bij brief van 17 september 2002, bij de NMa ingekomen op 18 september 2002, heeft Heijmans tegen dit besluit bezwaar gemaakt.

Autoriteit Consument & Markt

Pagina BESLUIT. Besluit. Ons kenmerk: ACM/DE/2014/ Zaaknummer:

BESLUIT. I. Juridisch kader. Dienst uitvoering en toezicht Energie

2. Tegen het bestreden besluit heeft Enexis B.V. (hierna: Enexis) bij brief van 21 februari 2014 bezwaar gemaakt.

BESLUIT. 1. Op 23 september 1998 heeft I.T. Holland een klacht ingediend tegen Microsoft B.V. (hierna: Microsoft).

BESLUIT. 2. Onderhavig besluit betreft de vaststelling van de nettarieven voor het jaar 2005 voor Intergas Netbeheer B.V.

C) tu. Autoriteit Con merit & rkt. Besluit. I. Aanvraag en procedure. Ons kenmerk: ACM/DC/2013/ Zaaknummer:

BESLUIT. 3. Bij besluit van 4 april 2003, kenmerk 3444/3, (hierna: het bestreden besluit) is de klacht afgewezen.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel van de Mededingingswet.

I. Aanvraag en procedure

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 79, eerste lid, van de Mededingingswet.

ti) I. Aanvraag en procedure

BESLUIT _6-5 Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van elektriciteit aan

6. Bij brief van 22 oktober 2001 heeft Vebega de gronden van haar bezwaarschrift op het punt van de ontvankelijkheid aangevuld.

Definitielijst HG- Certificatensysteem

1/6. Aanvraagformulier geschilbeslechting Energie. BIJLAGE bij ACM Formulier geschilbeslechting energie. 1. Gegevens van de aanvrager

Nma. I. Aanvraag en procedure ENERGIEKAMER BES LU IT. van artikel 45, eerste lid, van de Gaswet aan Scholt Energy Control B.V.

BESLUIT. I. Aanvraag en procedure

BESLUIT. Zaaknummer 1587/30 ATG vs St. OOMT Betreft zaak: ATG vs. SOOMT. I. Inleiding

Autoriteit Consument & Markt

Autoriteit Consument t Markt Openbaar

Vertrouwelijk. Besluit. Net op Zee II. Ons kenmerk : ACM/UIT/ Zaaknummer : ACM/18/ Datum : 31 januari 2019

Informatiecode Elektriciteit en Gas

BESLUIT. 2. Bij brief van 9 januari 2008 heeft Stedin een ingevuld reactieformulier ingediend.

Nederlandse Mededingingsautoriteit

BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit

Beleidsregel. TenneT TSO B.V.,

01 5 H. Autoriteit Co - -Went Mari -,t. I. Aanvraag en procedure BESLUIT

Openbaar besluit ACM/UIT/499583

BESLUIT. Openbaar. Nederlandse Mededingingsautoriteit

BESLUIT. Openbaar. Nederlandse mededingingsautoriteit

Autoriteit Consument & Markt

BESLUIT OPENBAAR. 3. Op 8 juni 2015 heeft ACM de ontvangst van de aanvraag schriftelijk bevestigd aan Vrij Op Naam B.V..

BESLUIT. Inleiding. Wettelijke context en gevolgde procedure. Dienst uitvoering en toezicht Energie

Transcriptie:

besluit Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel van de Mededingingswet. Nummer / 103591/24 Betreft zaak: Geschil Caskon B.V. vs. Enexis B.V. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 51 van de Elektriciteitswet 1998. I. Verloop van de procedure 1. Op 31 augustus 2010 heeft Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (hierna: de Raad) een aanvraag tot geschilbeslechting, als bedoeld in artikel 51 van de Elektriciteitswet 1998 (hierna: E-wet) ontvangen van Caskon B.V. (hierna: Caskon). Het gaat om een geschil met Enexis B.V. (hierna: Enexis). 2. In geschil is de weigering van Enexis om Caskon op haar verzoek een EAN-code te verstrekken ten behoeve van een warmtekrachtkoppeling-installatie (hierna: WKK-installatie), waarbij de EAN-code inclusief allocatie en meetgegevens moet kunnen functioneren. 3. Bij brief van 15 september 2010 is Enexis in de gelegenheid gesteld te reageren op de door Caskon ingediende aanvraag. Bij brief van 27 september 2010 heeft Enexis een reactie ingediend. 4. Op 12 oktober 2010 hebben Caskon en Enexis hun standpunten uiteengezet tijdens een hoorzitting ten kantore van de Nederlandse Mededingingsautoriteit. Op 4 november 2010 is het verslag van de hoorzitting aan partijen gezonden. II. Wettelijk kader 5. Voor zover hier van belang: E-wet: Artikel 51, eerste lid: 1

Een partij die een geschil heeft met een netbeheerder over de wijze waarop deze zijn taken en bevoegdheden op grond van deze wet uitoefent, dan wel aan zijn verplichtingen op grond van deze wet voldoet, kan een klacht bij de raad van bestuur van de mededingingsautoriteit indienen. Informatiecode Elektriciteit en Gas Artikel 2.1.1 De netbeheerder identificeert de aansluitingen op het eigen net door aan elke aansluiting één unieke EAN-code toe te kennen. De netbeheerder deelt de aangeslotene desgevraagd mee welke EAN-code aan diens aansluiting is toegekend. Artikel 2.1.2 De netbeheerder beheert voor het eigen net een register, hierna te noemen het aansluitingenregister, waarin per aansluiting geïdentificeerd door de in 2.1.1 bedoelde EAN-code, is vastgelegd: a. de naam van de aangeslotene met wie de aansluit- en transportovereenkomst is gesloten; [ ] d. de identificatie van de erkende meetverantwoordelijke behorende bij de desbetreffende netaansluiting dan wel, indien sprake is van een netaansluiting waarbij op grond van 2.1.3.5 van de Netcode Elektriciteit geen comptabele meting aanwezig is, of indien sprake is van een aansluiting zoals bedoeld in B1.4.6 van de Allocatievoorwaarden Gas, de identificatie van de netbeheerder (bedrijfs-ean-code); e. de identificatie van de actuele leverancier behorende bij de desbetreffende aansluiting (bedrijfs EAN-code); f. de identificatie van de actuele programmaverantwoordelijke of de identificatie van de actuele shipper behorende bij de leverancier op de desbetreffende aansluiting (bedrijfs EAN-code). Artikel 2.1.3 Voor elektriciteitsaansluitingen worden in het aansluitingenregister in aanvulling op 2.1.2 tevens vastgelegd: [ ] l. indien er sprake is van een netaansluiting waarachter zich een of meer productieeenheden bevinden, wat de aard is van die productie-eenheden, te weten ten behoeve van duurzame elektriciteitsproductie, wkk-elektriciteitsproductie, overige elektriciteitsproductie of een combinatie daarvan. NetCode elektriciteit Artikel 2.9.2.a 2

De netbeheerder verstrekt desgevraagd aan een aangeslotene die elektriciteit produceert per productie-installatie een EAN-code ter identificatie van de desbetreffende productieinstallatie en legt deze vast in een register. Artikel 2.9.2.b Indien er zich achter een netaansluiting slechts één productie-installatie bevindt, of, indien er zich achter een netaansluiting meer dan één productie-installaties bevinden van hetzelfde type, kan, in afwijking van 2.9.2.a, de in 2.9.2.a bedoelde EAN-code dezelfde zijn als die waarmee op grond van 2.1.3 van de Informatiecode de desbetreffende netaansluiting wordt geïdentificeerd. Begrippenlijst Elektriciteit Netaansluiting Elke verbinding of elk samenstel verbindingen van een aansluiting, waarbij de elektrische installatie achter deze verbinding of samenstel verbindingen gescheiden is en blijft van andere elektrische installaties en wordt geïdentificeerd door een eigen EAN code. III. De feiten 6. Op grond van de stukken en hetgeen tijdens de hoorzitting naar voren is gebracht stelt de Raad voor zover voor de beoordeling van het geschil van belang de volgende feiten en omstandigheden vast. 7. Caskon heeft een elektriciteitsaansluiting bij Enexis waarvoor Enexis een EAN-code heeft uitgegeven. 8. Achter deze aansluiting heeft Caskon sinds 2009 een WKK-installatie in bedrijf. Sinds de ingebruikname van de WKK-installatie wordt de aansluiting van Caskon deels gebruikt voor invoeding en deels om elektriciteit af te nemen. 9. Om voor de levering van elektriciteit enerzijds en invoeding op het net van Enexis anderzijds verschillende leveranciers aan te kunnen wijzen, heeft Caskon ten behoeve van een WKKinstallatie bij Enexis een tweede EAN-code aangevraagd. Deze EAN-code zou inclusief allocatie en meetgegevens moeten kunnen functioneren. 10. Enexis geeft echter geen extra EAN-codes af, tenzij dit noodzakelijk is voor het verstrekken van subsidies met betrekking tot een decentrale opwekeenheid, als een WKK-installatie. De WKK-installatie van Caskon komt niet in aanmerking voor subsidie. 3

IV. Standpunt van partijen Standpunt Caskon 11. Caskon is ten tijde van haar verzoek om geschilbeslechting van mening dat de Netcode helder en eenduidig formuleert dat de netbeheerder, ten behoeve van het exploiteren van een WKK-installatie, op grond van artikel 2.9.2.a van de Netcode Elektriciteit (hierna: Netcode) een EAN-code moet afgeven. Tijdens de hoorzitting neemt Caskon echter het standpunt in dat artikel 2.9.2.a van de Netcode geen verplichting met zich meebrengt voor Enexis, maar slechts een bevoegdheid. 12. Wel stelt Caskon dat andere regionale netbeheerders, waaronder Liander, standaard twee EAN-codes geven, namelijk één voor levering (LDN) en één voor teruglevering (ODN). Klanten in de verzorgingsgebieden van die netbeheerders hebben wel de mogelijkheid om voor verschillende energieleveranciers te kiezen. Door de opstelling van Enexis ontstaat een ongelijk speelveld tussen bedrijven aangesloten op het Enexis-netwerk en bedrijven met een aansluiting bij een andere netbeheerder. Standpunt Enexis 13. Enexis leidt uit de bewoordingen van de artikelen 2.1.1 en 2.1.2 van de Informatiecode en de definitie van netaansluiting in de Begrippenlijst Elektriciteit, af dat per aansluiting één EANcode ter identificatie van de aansluiting en één leverancier in het aansluitingenregister moet worden opgenomen. 14. Enexis wijst er op dat de in artikel 2.9.2.a van de Netcode bedoelde EAN-code dient ter identificatie van een product-installatie en niet ter identificatie van een aansluiting. Op grond van artikel 2.9.2.b van Netcode kan de extra EAN-code dezelfde zijn als de EAN-code waarmee de installatie wordt geïdentificeerd, omdat er zich achter de desbetreffende aansluiting slechts één product-installatie bevindt. 15. In gevallen waar subsidie een rol speelt, kunnen separate EAN-codes soms noodzakelijk zijn om verschillende installaties te kunnen identificeren en voor de correcte verwerking van (meet)data in de systemen. Een dergelijke EAN-code dient alleen om de installatie te kunnen identificeren en niet om onderscheid te kunnen maken in stroomrichting of leverancier op één aansluiting. 4

V. Beoordeling van het geschil 16. Bij de beoordeling van de klacht is de bevoegdheid van de Raad op grond van artikel 51 van de E-wet beperkt tot het geven van een oordeel over de wijze waarop de netbeheerder zijn taken, bevoegdheden en verplichtingen op grond van de E-wet uitvoert. Aan de klacht van de aanvrager van een geschil zal derhalve een bepaling uit de E-wet of onderliggende regelgeving ten grondslag moeten liggen die volgens aanvrager door de netbeheerder wordt geschonden. 17. Tijdens de hoorzitting blijkt Caskon te zijn teruggekomen op haar standpunt bij indiening van het verzoek om geschilbeslechting dat artikel 2.9.2.a van de NetCode een verplichting voor Enexis met zich meebrengt om een tweede EAN-code aan Caskon te verstrekken. De Raad is met Enexis en Caskon van oordeel dat uit de regelgeving voor Enexis geen plicht, maar slechts een bevoegdheid voortvloeit om een tweede EAN-code te verstrekken. 18. De bevoegdheid om ex artikel 2.9.2.b van de NetCode een tweede EAN-code te verstrekken moet in het licht worden gezien van de mogelijkheid om, naast een reeds bestaande productie-installatie, een tweede productie-installatie te kunnen identificeren die elektriciteit op duurzame wijze opwekt en waarvoor subsidie kan worden verkregen. Als er zich achter de netaansluiting slechts één productie-installatie bevindt, is het dus niet nodig om een separate EAN-code toe te kennen. 1 19. Nu er zich achter de netaansluiting van Caskon slechts één productie-installatie bevindt, zijn er naar het oordeel van de Raad geen aanwijzingen om te veronderstellen dat Enexis van haar bevoegdheid gebruik had moeten maken. Of andere netbeheerders deze bevoegdheid op een andere wijze uitoefenen, doet daar niet aan af. 20. De Raad stelt vast dat aan het geschil tussen Caskon en Enexis geen bepalingen ten grondslag liggen die door Enexis zijn geschonden bij de uitoefening van haar taken, bevoegdheden en verplichtingen op grond van de E-wet. 1 Besluit tot wijziging van de voorwaarden als bedoeld in artikel 31, eerste lid van de Elektriciteitswet 1998 inzake separate EAN-codes voor productie-eenheden, zaaknummer 102381. 5

VI. Besluit 21. De Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit verklaart de klacht van Caskon B.V. ongegrond. Datum: 12 november 2010 De Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit, namens deze, w.g. Drs. P.J. Plug Directeur Regulering Energie en Vervoer Tegen dit besluit kan degene, wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken, binnen zes weken na de dag van bekendmaking van dit besluit een gemotiveerd bezwaarschrift indienen bij de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit, Juridische Dienst, Postbus 16326, 2500 BH Den Haag. In dit bezwaarschrift kan een belanghebbende op basis van artikel 7:1a, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit verzoeken in te stemmen met rechtstreeks beroep bij de administratieve rechter. 6