Verklaring inzake de beleggingsbeginselen

Vergelijkbare documenten
Verklaring inzake de beleggingsbeginselen

4.1. Algemene uitgangspunten 4.2. De beleggingsstrategie

Verklaring van beleggingsbeginselen

Verklaring inzake de beleggingsbeginselen

van Stichting Achmea Algemeen Pensioen Fonds

STICHTING PENSIOENFONDS SAGITTARIUS BELEGGINGSBEGINSELEN

Populair beleggingsplan

Bijlage 2: Verklaring Beleggingsbeginselen

Kort jaarverslag Stichting Pensioenfonds nv Linde Gas Benelux

Verklaring inzake de beleggingsbeginselen. Stichting Pensioenfonds voor Fysiotherapeuten. Per 1 juli 2015

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 DERDE KWARTAAL 2015

Verklaring inzake beleggingsbeginselen

Onderbouwing Prudent Person regel Bijlage O bij ABTN

Verklaring beleggingsbeginselen

In deze verklaring is rekening gehouden met de wet- en regelgeving.

Bijlage 1 - Verklaring inzake beleggingsbeginselen

1. Organisatie BIJLAGE I: VERKLARING BELEGGINGSBEGINSELEN STICHTING PENSIOENFONDS ACHMEA. ABTN 2014 versie Stichting Pensioenfonds Achmea

Beleggingsovertuigingen. Stichting Pensioenfonds Openbare Bibliotheken

Verklaring beleggingsbeginselen

Populair beleggingsplan

Verklaring inzake de beleggingsbeginselen van de Kring Pensioenfondsenkring 1

VERKLARING INZAKE BELEGGINGSBEGINSELEN STICHTING CRH PENSIOENFONDS 18 JUNI 2012

Goed jaar Metro Pensioenfonds, toch geen verhoging pensioenen

van Stichting Achmea Algemeen Pensioen Fonds

Verklaring inzake de beleggingsbeginselen. Vereniging Nederlands Pensioenfonds voor de Sigarenindustrie en aanverwante Bedrijven (VNPS)

VERKLARING INZAKE BELEGGINGSBEGINSELEN STICHTING PENSIOENFONDS VAN DE GROLSCHE BIERBROUWERIJ DECEMBER 2016

VERKLARING INZAKE BELEGGINGSBEGINSELEN

Beleggingsbeginselen

Amsterdam, 9 oktober Verklaring inzake de beleggingsbeginselen

Veel veranderingen in druk pensioenjaar 2015

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 EERSTE KWARTAAL 2016

Stichting Pensioenfonds Avery Dennison. Algemene Vergadering van Deelnemers en Gepensioneerden Oegstgeest, 3 september 2018

Kwartaalbericht. 4e kwartaal 2014 Den Haag, 30 januari Samenvatting cijfers per 31 december 2014

Verklaring inzake beleggingsbeginselen BPF VLEP

Verklaring beleggingsbeginselen STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS TRUEBLUE

De wereld verandert. SPH Jaarbericht. Highlights van 2015

VERKLARING INZAKE BELEGGINGSBEGINSELEN STICHTING PENSIOENFONDS PEPSICO NEDERLAND SEPTEMBER 2017

Een goede pensioenregeling tegen een aanvaardbare prijs. Dat is waar Stichting Bedrijfstakpensioenfonds Zorgverzekeraars (SBZ) voor staat.

VERKLARING INZAKE DE BELEGGINGSBEGINSELEN

Stichting Pensioenfonds DuPont Nederland. 1. Inleiding

Verklaring inzake de beleggingsbeginselen van Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Baksteenindustrie

Nieuwsbrief. Beleggen. In dit nummer. augustus Inleiding

Herstelplan 2015 Compartiment SPDHV

Verklaring inzake Beleggingsbeginselen

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 DERDE KWARTAAL 2016

Stichting Voorzieningsfonds Getronics 11 februari Stand van zaken SVG. 1 van 19

2e kwartaal 2017 Den Haag, juli 2017

Brochure. Beleggingsbeleid

Verklaring beleggingsbeginselen

Verklaring inzake de beleggingsbeginselen van Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Baksteenindustrie

VERKLARING INZAKE BELEGGINGSBEGINSELEN

VERKLARING INZAKE DE BELEGGINGSBEGINSELEN. Pensioenfonds Medewerkers Apotheken

Verklaring beleggingsbeginselen

1e kwartaal 2017 Den Haag, april 2017

Verklaring inzake beleggingsbeginselen

Een overzicht van de kerncijfers vindt u op <pagina 8 en 9> van het volledige jaarverslag.

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 TWEEDE KWARTAAL 2016

Stichting Voorzieningsfonds Getronics 9 maart Stand van zaken SVG. 1 van 21

Verklaring Beleggingsbeginselen. Stichting Pensioenfonds KPN

Verklaring beleggingsbeginselen

Persbericht. Kwartaalbericht: vierde kwartaal 2011

Het bestuur onderbouwt dat het strategisch beleggingsbeleid en het beleggingsplan passen binnen de prudent person regel.

Verklaring Beleggingsbeginselen. 1. Inleiding

2011 in het kort TOELICHTING OP HET JAARVERSLAG

Reservetekort weggewerkt, pensioenen verhoogd

Marktwaardedekkingsgraad per 31 maart 2014: 128,6%, een toename van 3,3%-punt ten opzichte van 31 december 2013.

Verklaring inzake beleggingsbeginselen. 1 Introductie

Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor het Schoonmaak- en Glazenwassersbedrijf

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/6 TWEEDE KWARTAAL 2017

Verklaring beleggingsbeginselen

2013 verkort in beeld. Ontwikkelingen. Pensioenen Beleggingen Organogram

Verklaring beleggingsbeginselen

Verklaring beleggingsbeginselen. Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor het Schoonmaak- en Glazenwassersbedrijf

Stichting Pensioenfonds Avery Dennison. Deelnemers en Gepensioneerden Oegstgeest, 5 september 2016

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/6 VIERDE KWARTAAL 2016

Bijlage 17 e Nieuwsbrief Stichting Pensioenfonds Croda

Extra informatie pensioenverlaging

Belanghebbendenvergadering. 24 september 2015

1.1 Datum in herstel (dd.mm.jj) Gekozen hersteltermijn (in jaren) 10

Stichting Pensioenfonds voor Fysiotherapeuten

Achmea life cycle beleggingen

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Derde kwartaal juli 2015 t/m 30 september 2015

VERKLARING INZAKE DE BELEGGINGSBEGINSELEN

Kwartaalverslag Tweede kwartaal 2019

2013 in het kort SAMENVATTING VAN HET JAARVERSLAG

Verklaring inzake beleggingsbeginselen STIP

HOOFDLIJNEN HERSTELPLAN PGB MAART 2009 PENSIOENFONDS VOOR DE GRAFISCHE BEDRIJVEN

Jaarinformatie Stichting Pensioenfonds C1000 over het verslagjaar (opgesteld op basis van het jaarbericht 2012)

Nieuws. Gezond maar alert. Pensioenfonds IN DIT NUMMER: Verkort jaarverslag. De financiële situatie van het pensioenfonds verbeterde in 2017.

2012 in het kort TOELICHTING OP HET JAARVERSLAG

Verkort jaarverslag 2017 Pensioenfonds Cargill

Extra nieuwsbrief. De positie van het pensioenfonds. Mei Waarom een extra nieuwsbrief?

2014 in het kort SAMENVATTING VAN HET JAARVERSLAG

SAMEN SAMEN VOOR LATER VERSTANDIG BELEGGEN

3e kwartaal 2015 Den Haag, 19 oktober 2015

3e kwartaal 2017 Den Haag, oktober 2017

VERKLARING BELEGGINGSBEGINSELEN

Verklaring inzake de beleggingsbeginselen. Stichting De Samenwerking Pensioenfonds voor het Slagersbedrijf

De Dynamische Strategie Portefeuille DSP

Transcriptie:

Verklaring inzake de beleggingsbeginselen 1. Inleiding Ongeveer 2.000 personen hebben pensioenaanspraken opgebouwd bij Stichting Pensioenfonds Avery Dennison (in deze verklaring voortaan verder pensioenfonds genoemd). Zij zijn de (gewezen) deelnemers en pensioengerechtigden van het pensioenfonds. Tezamen met de werkgever betalen zij premie of hebben vroeger premie betaald. Voor de (gewezen) deelnemers en pensioengerechtigden is het zeer belangrijk dat het pensioenfonds zorgvuldig met dat geld omgaat, zodat zij erop kunnen vertrouwen dat zij een goed pensioen krijgen. In deze verklaring laat het pensioenfonds zien dat het de pensioenpremies inderdaad zorgvuldig belegt en hoe dat gedaan wordt. Het is voor het pensioenfonds namelijk een belangrijk uitgangspunt dat er belegd wordt in het belang van de (gewezen) deelnemers en pensioengerechtigden, dus ook in uw belang. 2. Wat doet het pensioenfonds met uw premie? U en uw werkgever betalen premie zodat u later, als u 68 bent, pensioen krijgt. Na uw overlijden heeft bovendien uw eventuele partner in de meeste gevallen recht op nabestaandenpensioen. Heeft u dan een soort spaarrekening bij het pensioenfonds? Nee, dat is niet het geval. Een spaarrekening levert een laag rendement op. Met dit lage rendement kan de jaarlijkse stijging van de prijzen niet of nauwelijks worden goedgemaakt. Dit betekent dat het fonds door alleen te sparen niet in staat zou zijn om de indexaties te betalen. Het fonds moet het geld dus beter laten renderen. Ook om de pensioenpremies acceptabel te houden is het nodig dat het pensioenfonds het geld zo goed mogelijk laat renderen. Dat gebeurt door alle premies tezamen verstandig te beleggen. 3. Het pensioenfonds belegt uw geld verstandig Wie geld belegt, neemt altijd een financieel risico. Maar door verstandig te beleggen, kan dat risico gespreid worden. Daardoor wordt het risico kleiner, zonder dat dit ten koste hoeft te gaan van het rendement. Omdat beleggen risico s met zich meebrengt, zijn de indexaties niet gegarandeerd. 4. Het beleggingsbeleid Het bestuur van het pensioenfonds is eindverantwoordelijk voor het beleggingsbeleid. Het bestuur bestaat uit zes leden: drie aangewezen door de werkgever, twee aangewezen door de actieve deelnemers en één aangewezen door de gepensioneerden. Daarmee zijn alle belangen evenwichtig vertegenwoordigd. Voor het beleggingsbeleid gelden enkele algemene uitgangspunten. Deze worden toegelicht in paragraaf 4.1. Het bestuur bepaalt hoe het geld belegd wordt. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om de beslissing hoeveel geld er in aandelen belegd wordt en hoeveel in obligaties. Dat is een belangrijk onderdeel van de beleggingsstrategie van het pensioenfonds. In paragraaf 4.2 wordt de beleggingsstrategie verder toegelicht. Het bestuur beslist niet zelf in welke aandelen of welke obligaties wordt belegd. Dit is uitbesteed aan professionele fondsmanagers met de nodige specialistische kennis. In paragraaf 4.3 wordt uitgelegd hoe de uitvoering van het beleggingsbeleid plaatsvindt. 2

Ook al is de dagelijkse uitvoering uitbesteed, het bestuur blijft eindverantwoordelijk. Daarom houdt het bestuur goed toezicht op wat er met de beleggingen gebeurt. Dit wordt nader toegelicht in paragraaf 4.4. 4.1. Algemene uitgangspunten Het pensioenfonds hanteert voor het beleggingsbeleid enkele algemene uitgangspunten. De basis van het beleggingsbeleid is het zogenaamde 'prudent person beginsel', ook wel voorzichtigheidsbeginsel genoemd. Dit houdt in dat een goede kwaliteit van de beleggingen voorop staat en dat er geen onnodige risico's worden gelopen. Zo zal er hoofdzakelijk belegd worden in landen waar het financiële toezicht goed is geregeld. Ook zullen risico's zo goed mogelijk worden gespreid. Een ander uitgangspunt is dat het pensioenfonds belegt in het belang van de (gewezen) deelnemers en pensioengerechtigden. Tot slot zal het pensioenfonds in principe niet rechtstreeks in de eigen onderneming beleggen. Het kan voorkomen dat het pensioenfonds indirect een zeer klein belang in Avery Dennison heeft, omdat er belegd wordt via beleggingsfondsen. Bij het beheer van de portefeuille wordt gebruik gemaakt van derivaten. Derivaten vormen geen aparte beleggingscategorie. Ze worden uitsluitend ingezet om beleggingsrisico te verminderen of een doeltreffend portefeuillebeheer te vergemakkelijken. 4.2. De beleggingsstrategie Het pensioenfonds belegt strategisch 55% in vastrentende waarden (zoals obligaties uitgegeven door landen en bedrijven), 30% in aandelen, 10% in beursgenoteerd vastgoed en 5% in grondstoffen. De feitelijke beleggingsportefeuille kan door marktbewegingen afwijken, dit is toegestaan binnen bepaalde grenzen. Het risico op de buitenlandse valuta s wordt zoveel mogelijk afgedekt naar de euro, met uitzondering van het valutarisico uit hoofde van beleggingen in opkomende markten. Het pensioenfonds dekt het economische renterisico strategisch voor 75% af, maar heeft de vrijheid om daar tijdelijk van af te wijken. 3

Het renterisico is het risico dat de verplichtingen van het pensioenfonds de aanspraken van alle (gewezen) deelnemers en pensioengerechtigden anders reageren op veranderingen in de rente dan de beleggingen, in het bijzonder de vastrentende waarden. Dit heeft te maken met het verschil in looptijd tussen de verplichtingen en de beleggingen. Hoe langer de looptijd, hoe groter de gevoeligheid voor renteveranderingen. Omdat de verplichtingen een langere looptijd hebben dan de meeste vastrentende waarden, neemt bij een rentedaling de waarde van de verplichtingen sneller toe dan de waarde van de beleggingen. In dat geval verslechtert de positie van het pensioenfonds. Het bestuur acht dit onwenselijk en heeft daarom besloten het grootste deel van het renterisico af te dekken. Dit gebeurt door de looptijd van de vastrentende waarden meer in lijn te brengen met die van de verplichtingen. Hoe bepaalt het bestuur de strategie? Het allerbelangrijkste voor de strategie van het pensioenfonds is het geld dat betaald moet worden aan pensioenen en uitkeringen. Nu én later. Tezamen met een acceptabel premieniveau voor u en de werkgever is dat het uitgangspunt voor de beleggingsstrategie. Ook belangrijk voor de strategie is de leeftijd van de (gewezen) deelnemers en pensioengerechtigden. Het pensioenfonds heeft een vrij gemiddelde samenstelling van jongere en oudere (gewezen) deelnemers en pensioengerechtigden. Dat betekent dat een relatief groot deel van de pensioenen pas over vele jaren wordt uitgekeerd. Daardoor kan er nú iets meer risico genomen worden. Dat levert namelijk naar verwachting meer rendement op. Voorts is de financiële uitgangspositie van het pensioenfonds van belang. Dit wordt uitgedrukt door de dekkingsgraad, dat is de waarde van de beleggingen gedeeld door de waarde van de verplichtingen. Om de afhankelijkheid van dagkoersen te beperken, worden alle beleidsmaatregelen vanaf 1 januari 2015 gebaseerd op de beleidsdekkingsgraad. Dit is de gemiddelde dekkingsgraad over de laatste 12 maanden. Doordat de rente de afgelopen jaren fors is gedaald, is de waarde van de verplichtingen toegenomen. Mede hierdoor is de beleidsdekkingsgraad van het pensioenfonds verslechterd. Een grotere daling van de beleidsdekkingsgraad is voorkomen, doordat het pensioenfonds het risico op een rentedaling voor een groot deel had afgedekt. Op grond van de financiële positie heeft het pensioenfonds op 31 maart 2015 een herstelplan ingediend bij De Nederlandsche Bank (DNB). In het herstelplan laat het pensioenfonds zien welke maatregelen het treft om binnen 10 jaar weer op het Vereist Eigen Vermogen te komen. Het pensioenfonds heeft het plan ieder jaar geactualiseerd. Op 31 maart 2018 had het fonds een beleidsdekkingsgraad van 117,2% en een Vereist Eigen Vermogen van 115,6%. Het fonds is nu officieel uit herstel. Als deze situatie voorlopig zo blijft, hoeft er per 1 januari 2019 geen aangepast herstelplan te worden ingediend. Pensioenfondsen mogen bij een beleidsdekkingsgraad boven de 110% toeslagen verlenen. Daarnaast moet de hoogte van de toeslagverlening toekomstbestendig zijn: een toeslag mag in een jaar alleen worden verleend als dezelfde toeslag naar verwachting langjarig kan worden toegekend. De toeslagverlening van zowel de actieven als de niet-actieven is voorwaardelijk. Het bestuur beslist jaarlijks in hoeverre pensioenrechten en pensioenaanspraken worden aangepast. 4

Hoeveel risico kan het pensioenfonds nemen? De wetgever vindt het belangrijk dat er goed wordt nagedacht over in hoeverre het pensioenfonds beleggingsrisico s kan en wil lopen. Het bestuur doet samen met de sociale partners onderzoek naar de risicohouding en legt deze schriftelijk vast. Het bestuur beoordeelt de risico's die het pensioenfonds loopt met een zogenaamde Asset Liability Management studie (ALM-studie). Het bestuur laat deze uitvoeren door een bureau dat in dergelijke studies gespecialiseerd is. In een ALM-studie wordt de ontwikkeling van de beleggingen (Assets) vergeleken met de ontwikkeling van de verplichtingen (Liabilities). Hierbij wordt zowel naar de meer nabije toekomst (bijvoorbeeld 5 jaar) als naar de verdere toekomst gekeken (bijvoorbeeld 15 jaar). Uiteraard is het onbekend hoe de toekomst er precies uitziet, daarom wordt een groot aantal mogelijke ontwikkelingen doorgerekend. Een ALM-studie geeft een goed inzicht in hoeveel risico het pensioenfonds kan nemen met beleggen. Dat hangt onder andere af van het geld dat het pensioenfonds nu en in de toekomst nodig heeft om de pensioenen te betalen, maar ook van de financiële positie (de eerder genoemde beleidsdekkingsgraad). Eén van de uitkomsten van een ALM-studie is hoe het pensioenfonds in grote lijnen het beste kan beleggen. Dat heet de strategische beleggingsmix. De strategische beleggingsmix uit de ALM-studie in 2018 is: 55% vastrentende waarden (zoals obligaties en leningen), 30% aandelen, 10% vastgoed en 5% grondstoffen. Het economische renterisico wordt voor 75% afgedekt. Hoe gaat het pensioenfonds om met risico s? Het bestuur doet onderzoek naar mogelijke risico s en stelt beheersmaatregelen op. Sommige risico s worden bewust genomen, bijvoorbeeld het kopen van aandelen. Dit doet het bestuur omdat hier een hoger verwacht rendement tegenover staat. Het pensioenfonds loopt renterisico doordat de waarde van de verplichtingen anders op renteveranderingen reageert dan de waarde van de beleggingen. Het bestuur onderzoekt het renterisico in een ALM-studie. Valutarisico wordt op de lange termijn doorgaans niet beloond, dus laat het bestuur voor de buitenlandse beleggingen in ontwikkelde markten dit risico voor 75% afdekken. Een uitzondering hierop vormen valuta s uit opkomende markten, het bestuur verwacht dat deze in waarde zullen stijgen. Ook zijn de kosten hier hoger. Hoe bepaalt het bestuur of er verstandig belegd is? Het bestuur geeft aan welke normen voor de strategische beleggingsmix gehanteerd moeten worden. Deze normen heten ook wel benchmarks. Een benchmark geeft weer wat voor rendement er in het algemeen op obligaties, aandelen, vastgoed en grondstoffen behaald kan worden. De rendementen van de door het pensioenfonds aangestelde fondsmanagers worden met deze normen vergeleken. Zo kan het bestuur beoordelen hoe de fondsmanagers hebben belegd. Ook de strategische beleggingsmix als geheel heeft een norm. Dit is de optelsom van de normen voor vastrentende waarden, aandelen, vastgoed en grondstoffen. 4.3. De uitvoering De verantwoordelijkheid voor de beleggingen ligt bij het bestuur. Het bestuur maakt gebruik van de diensten van een fiduciair beheerder. De afspraken omtrent de dienstverlening zijn vastgelegd in een contract. De fiduciair beheerder adviseert de beleggingsadviescommissie en het bestuur over de samenstelling van de beleggingsportefeuille en over de selectie van de fondsmanagers. 5

Wie koopt en verkoopt er nu aandelen en obligaties voor het pensioenfonds? Wie doet de dagelijkse transacties? Dit doet het bestuur niet zelf, maar dit is uitbesteed aan professionele fondsmanagers met de nodige specialistische kennis en ervaring. De mensen die daar werken hebben van beleggen hun beroep gemaakt. Zoals besproken in paragraaf 4.2 kunnen de fondsmanagers worden beoordeeld door de behaalde rendementen te vergelijken met een benchmark. Hoeveel risico mogen de fondsmanagers nemen? De vrijheid die de fondsmanagers krijgen ten opzichte van de benchmark is niet onbeperkt. Het bestuur van het pensioenfonds maakt vooraf afspraken met de fiduciair vermogensbeheerder over de risico's die de fondsmanagers maximaal mogen nemen. Het bestuur vindt het belangrijk zich bewust te zijn van alle risico s die in de beleggingsportefeuille aanwezig zijn. Derhalve heeft het bestuur de fiduciair beheerder de opdracht gegeven voor het periodiek opstellen van een risicorapportage. Hoe spreidt het pensioenfonds zijn beleggingen? Een goede spreiding van de beleggingen levert een belangrijke bijdrage aan het in toom houden van het risico, zonder dat dit ten koste hoeft te gaan van het rendement. Het is immers beter om niet alle eieren in één mandje te stoppen. Het pensioenfonds heeft de beleggingen op de volgende manier gespreid: er wordt in verschillende categorieën belegd (aandelen, vastrentende waarden, vastgoed en grondstoffen); er wordt niet alleen in Nederland belegd, maar bij vastrentende waarden in alle eurolanden en bij aandelen en vastgoed zelfs over de gehele wereld; er wordt bij vastrentende waarden niet alleen in staatsobligaties, maar bijvoorbeeld ook in bedrijfsleningen belegd; er wordt belegd middels beleggingsfondsen. Dat wil zeggen dat het geld van het pensioenfonds wordt belegd samen met het geld van andere beleggers. Daardoor ontstaat een grotere pot met geld, waardoor een betere spreiding bereikt kan worden. Bovendien levert dit kostenvoordelen op; er wordt belegd bij meerdere gerenommeerde fondsmanagers. 4.4. Het toezicht De Nederlandsche Bank (DNB) houdt toezicht op pensioenfondsen. Op basis van de Pensioenwet worden eisen gesteld aan de financiële positie, zodat het pensioenfonds, nu en in de toekomst, uw pensioen kan uitbetalen. Ook al is de dagelijkse uitvoering van het beleggingsbeleid uitbesteed, het bestuur blijft eindverantwoordelijk. Daarom houdt het bestuur goed toezicht op wat er met de beleggingen gebeurt. Het bestuur heeft een beleggingsadviescommissie aangesteld die het bestuur hierbij ondersteunt. De beleggingsadviescommissie voert in principe één keer per maand telefonisch overleg en komt minimaal vier keer per jaar bijeen in vergadering. In deze vergaderingen rapporteert de fiduciair beheerder mondeling en/of schriftelijk over de beleggingen en de behaalde resultaten ten opzichte van de norm. Tussentijds brengt de fiduciair beheerder bovendien ook nog op maandbasis schriftelijke rapportages uit, zodat voortdurend de vinger aan de pols gehouden kan worden. De beleggingsadviescommissie wordt in haar taken bijgestaan door een extern beleggingsadviseur. 6

5. Maatschappelijke verantwoordelijkheid Ten aanzien van het beleggingsbeleid streeft het pensioenfonds er in de eerste plaats naar om een zo goed mogelijk beleggingsrendement tegen een acceptabel risico te behalen. Het pensioenfonds wenst echter ook dat beleggingen maatschappelijk verantwoord zijn. Omdat het pensioenfonds het vermogensbeheer heeft uitbesteed, kan er geen directe invloed op de beleggingen worden uitgeoefend. Het beleid ten aanzien van maatschappelijk verantwoord beleggen wordt daarom geïmplementeerd middels de selectie en periodieke beoordeling van de fondsmanagers. Zo hanteert het pensioenfonds bijvoorbeeld als uitgangspunt dat de fondsmanagers de United Nations Principles for Responsible Investment (UNPRI) hebben ondertekend en dat zij de dialoog aangaan met de bedrijven waarin wordt belegd. De fondsmanagers nemen factoren op het gebied van milieu, maatschappij en ondernemingsbestuur ( corporate governance ) mee in het beleggingsproces. Ook kunnen zij gesprekken aangaan met bedrijven en actief gebruik maken van stemrechten. Er kan eveneens worden gekozen om bedrijven uit te sluiten. Per 1 januari 2013 is er een wettelijk verbod ingetreden op het investeren in clustermunitie. De aangestelde fondsmanagers hanteren een bredere definitie en sluiten bedrijven uit die controversiële wapens (waaronder clustermunitie) produceren of verhandelen. Binnen het wereldwijde aandelenfonds ontwikkelde markten worden tevens beleggingen in de tabaksindustrie uitgesloten. 6. Tot slot Deze verklaring maakt sinds de invoering van de Pensioenwet onderdeel uit van de actuariële en bedrijfstechnische nota en dient op verzoek aan (gewezen) deelnemers en pensioengerechtigden van het pensioenfonds verstrekt te worden. De verklaring is opgesteld in overeenstemming met Artikel 145 van de Pensioenwet en Artikel 12 van de Europese Richtlijn 2003/41/EG d.d. 3 juni 2003. Het bestuur van het pensioenfonds heeft deze verklaring voor het laatst bekrachtigd op 11 december 2017. De verklaring zal ten minste om de drie jaar herzien worden dan wel onmiddellijk als het beleggingsbeleid op belangrijke punten wordt gewijzigd. 7