PROTOCOL. Escapemogelijkheden

Vergelijkbare documenten
Incidentenprotocol Informatie voor ouders

Agenda Leerlingenraad. Bijeenkomst 2

Schoolbeleid gewenst gedrag van Eenbes Basisschool De Wentelwiek

Gedragsprotocol t Karregat. versie: september 2018

Protocol Time- Out okt

Protocol ongewenst/grensoverschrijdend gedrag

Voor een veilige school. Handleiding en lessen. Goed Gedrag. Goed Gedrag. Bij deze handleiding hoort de usb-kaart. Goed Gedrag

Geestig Omgaan met (ongewenst) gedrag van kinderen in groep

Protocol brutaal en agressief gedrag van leerlingen op het Ravelijn

Protocol Pedagogisch klimaat

PROTOCOL GRENSOVERSCHRIJDEND GEDRAG

Gedragsprotocol RKBS De Flamingo

TIME-OUT PROTOCOL DON BOSCOSCHOOL

Daar waar over de klas geschreven wordt kan ook gymzaal of tijdens talententijd gelezen worden.

Agressie = er wordt steeds een norm overschreden, (door jezelf bepaald) en steeds als negatief ervaren. lichte vormen horen tot het werkveld?

regels en afspraken

Protocol veilig klimaat

Pedagogisch klimaat Wij willen als school een pedagogisch veilig klimaat scheppen. Hiervoor gebruiken wij de volgende methoden.

PESTPROTOCOL CBS De Borgh

Stappenplan grensoverschrijdend gedrag 4 e Montessorischool de Pinksterbloem. Wat verstaan we onder grensoverschrijdend gedrag?

Pestprotocol De Tovercirkel

Gedragsprotocol. Sint Gerardusschool. Splitting 145. Gedragsprotocol

PESTPROTOCOL OBS DE KUBUS

Omgaan met gedrag op Basisschool De Bareel

Gedragsprotocol de Driestam versie: mei 2017

ADHD en lessen sociale competentie

omgangsprotocol obs de westhoek 2 e exloërmond

DAT KINDEREN EEN ANDER PLAGEN IS HEEL GEWOON, MAAR BIJ PESTEN IS ER EEN SLACHTOFFER WAAROVER EEN KIND OFMEER KINDEREN DE BAAS SPELEN.

Ds. J. Polyanderschool en Ds. J. Bogermanschool te Dordrecht

Gedragsprotocol. Pagina 1 van 5

Inhoud: Inleiding. Algemene omgangsregels: aandacht, respect, samen. Algemene gedragsregels. Regels voor de leerlingen

GEDRAGSCODE NICOLAASSCHOOL TE ZANDVOORT

Variaties van gedrag en beleving

Protocol (ernstig) ongewenst gedrag.

Anti- Pestprotocol (Kanjertraining)

Gedragsprotocol. O.B.S. de Triangel Botter KW Lelystad Tel:

Wanneer een leerling regelmatig ongewenst gedrag vertoond gaan we over tot stap 2.

Anti-pestprotocol. We werken samen aan een goede sfeer op school. Catharinaschool Wellerlooi

Abcoude, september 2018

Pedagogische aanpak op de St. Plechelmusschool

Toelichting bij deze handelingssuggestie Stellingen uit de leerkracht- en leerlingvragenlijst Aanpak Leerdoelen...

Schoolbeleid gewenst gedrag van Eenbes basisschool De Branding Beleid bij (on)gewenst gedrag van leerlingen. 1 Inleiding:

Pestprotocol van basisschool de Bolderik

ACTIEF TOEZICHT. Informeren en structurele maatregelen

Stappenplan grensoverschrijdend gedrag 4 e Montessorischool de Pinksterbloem. Wat verstaan we onder grensoverschrijdend gedrag?

Pedagogisch klimaat. Na.v. leerling-ouder en personeel enquête Beoordeling uitslagen

Contract Respectprotocol Dr. J. Woltjerschool & Dr. J. C. Logemannschool

Gedragsprotocol Prins Clausschool Nijmegen

Handboek TMO. Tussen de middagopvang voor overblijfkrachten. SKSG Kinderopvang

Pestprotocol. Plagen en pesten. Pesten op school, hoe gaan we er mee om?

GEDRAGSCODE FRANCISCUSSCHOOL

LEERLINGENBELEID EN VEILIGHEID

Protocol tegen pesten

Pesten heeft veel te maken met de verhoudingen binnen een groep. Daarom is het niet eenvoudig om er een eind aan te maken. Als de leerkracht schelden

Anti-pestprotocol op de

De piek van het pesten ligt tussen 10 en 14 jaar, maar ook in lagere en hogere groepen wordt gepest.

Handelingsprotocol bij extreem grensoverschrijdend gedrag. SBO Toermalijn

Inleiding. Autisme & Communicatie in de sport

STICHTING SCHOLENGROEP PRIMATO

Elementen van een professionele leergemeenschap

Protocol gewenst en ongewenst gedrag. sept 2015

Pedagogisch beleid Lunchkids

Pestprotocol van "De Bussel"

Lerend Netwerk. Leidsche Rijn / Utrecht West. 14 november 2017

Algemene schoolregels PrO Assen

Pestprotocol (uit ons document; gedragscode 4.2; uitwerking pesten)

Wat te doen als een leerling verbaal agressief of handtastelijk wordt tegen een leerkracht?

Zelfevaluatie * Agressie

Bijlage Checklist werknemersvaardigheden

Het pedagogisch beleid van het OPDC Samenwerkingsverband Zuidoost-Friesland VO

PESTPROTOCOL Onderstaande tekst is ontleend aan paragraaf 4.1 van het Schoolveiligheidsplan van het St.

Train-the-Trainer: agressiebeheersing. D-na voor ICOBA

PBS Schoolwide Positive Behavior Support. Sigrid Bokkers

Alle kinderen zich in hun basisschoolperiode veilig te laten voelen, zodat zij zich optimaal kunnen ontwikkelen.

Protocol Omgaan met grensoverschrijdend gedrag

Stappenplan grensoverschrijdend gedrag 4 e Montessorischool de Pinksterbloem. Wat verstaan we onder grensoverschrijdend gedrag?

SCHOOLVEILIGHEIDSPLAN MONTESSORISCHOOL ELZENEIND

Protocol (gedrags)regels en afspraken obs Het Eiland

HET ANTI-PEST-BELEID VAN ONZE SCHOOL

Tips bij het handhaven van de orde in de klas

Omgaan met gedrag op Basisschool De Bareel

Omdat wij veiligheid en respect voor elkaar zo belangrijk vinden

Pestprotocol. Antoniusschool

Kanjerprotocol hoe gaan we om met elkaar

Gesprekskaarten pedagogisch handelen

PROTOCOL TEGEN PESTEN

Stop denk - doe. Docent stelt samen met leerlingen maximaal 3 positief geformuleerde regels op.

Inleiding. OMGANGSKUNDE OEFENINGEN Isa Goossens

Respectprotocol basisschool de Peppel

Dag. Agressie. Agressie is iets gek. Wat als ik boos ben? Wat zou je kunnen doen om je agressie voor te zijn?

P70 Omgaan met agressie

Stappenplan Grensoverschrijdend gedrag van leerlingen in aanwezigheid van de groepsleerkracht bij verbaal of fysiek geweld en vernielingen

Communicatie NHB DEURNE

PESTPROTOCOL (versie april 2014)

Vertrouwd Veilig Verrassend Veelzijdig!

Gedrag (g)een probleem

Pestprotocol. Definitieve versie 29 juni

Een Positieve Klas resultaten Duhamel College Den Bosch

Protocol Goed gedrag is onze zorg. Onderdeel: Anti pestbeleid.

Transcriptie:

PROTOCOL Escapemogelijkheden Inleiding Binnen de school is het de bedoeling om de leerlingen binnen de klas op te vangen bij eventuele problemen. Soms blijkt dit niet te kunnen en is de klassensituatie niet meer het juiste middel. Zowel de leerling als de leerkracht hebben dan de mogelijkheid om gebruik te maken van escapemogelijkheden buiten de klas. De leerling kan er voor kiezen om even op de gang tot rust te komen. De leerkracht kan gebruik maken van zowel de gang, de achtervang, een escape-klas als de time-out ruimte. In dit protocol worden deze escapemogelijkheden verder toegelicht. Het doel van deze escapemogelijkheden is om de leerling uiteindelijk weer terug in de klas te krijgen. Het protocol is een algemene beschrijving van escapemogelijkheden binnen de school. Per locatie worden verschillende escapemogelijkheden gehandhaafd passend bij de locatie en de doelgroep. Deze zijn terug te vinden in de stroomschema s. Preventieve zaken in de klas Voorkomen is altijd beter dan genezen en door in de preventieve sfeer in de klas hier expliciet bij stil te staan is veel te voorkomen. Het realiseren van een klimaat dat een basis is om met onze leerlingen in te werken. Enkele open deuren zoals weergegeven in het boekje van J. Jeninga, Tel dan eerst even tot 10. 2000 CPS, Amersfoort. Creëer een klimaat in de klas dat positief is voor alle leerlingen ongeacht hun gedrag en prestaties. Wees bewust van je gezichtsuitdrukking, intonatie en woordkeuze wanneer je de leerlingen aanspreekt op hun gedrag. Gedragsproblematische leerlingen zijn hier erg sensitief voor. Probeer opmerkingen zo neutraal mogelijk te maken. Laat in je communicatie naar leerlingen respect blijken en geef leerlingen als het mogelijk is het voordeel van de twijfel. Hierbij is het van groot belang dat de leerling beseft dat eventueel negatief gedag wordt afgekeurd en niet de leerling zelf. Laat aan de leerling merken wat je verwachtingen zijn, zowel wat betreft leerprestaties als gedrag. Creëer een gestructureerde leeromgeving waarin kinderen duidelijk weten wat van hen verwacht wordt als het gaat om opdrachten en gedrag en waarin duidelijk is wat te doen wanneer hulp nodig is. Geef duidelijk het begin en einde van een les/activiteit aan. Beperk de overgangstijd tussen de lessen tot een minimum. Zorg dat je duidelijk bent wat je van de leerlingen verwacht tijdens deze overgangstijd zodat zij dit niet ervaren als een moment voor zichzelf. Overweeg werkvormen waarin samenwerken centraal staat (ontwikkelen van communiceren, samen problemen leren oplossen en vaardigheden opdoen die noodzakelijk zijn om te kunnen samenwerken). Overweeg als leerkracht welke groepssamenstelling werkzaam is bij werkvormen waarin samenwerken centraal staat. Geef eveneens, indien de samenstelling van de klas dit toe laat, ruimte aan leerlingen om zelf groepjes te vormen. Zodoende doe je een beroep op het gevoel van autonomie van de leerlingen. Laat sociale vaardigheidstraining, oefening in conflict oplossen en woede beheersing structureel binnen het lesprogramma terugkomen. Leefstijl hanteren, maar ook binnen de praktijk. 1

Zorg ervoor dat de moeilijkheidsgraad van de opdrachten is afgestemd op de mogelijkheden van de leerlingen. Te moeilijke of te makkelijke opdrachten kunnen bij leerlingen die geneigd zijn boos te reageren een trigger zijn om met weerstand te reageren. Geef zelf het voorbeeld in moeilijke situaties door te reageren zonder kwaad, agressief of dwingend te worden. Laat zien wat acceptabel gedrag is in moeilijke situaties of conflictsituaties. Probeer een manier te vinden om ook minder goed functionerende leerlingen zo vaak mogelijk complimentjes te geven en aan te moedigen. Zorg er echter voor dat je oprecht bent en blijft. Leerlingen voelen goed aan wanneer een compliment gemeend is en willen daarbij niet betutteld worden. Het compliment verliest dan zijn kracht. Probeer de prestaties van zwak functionerende leerlingen te maximaliseren door gebruik te maken van individuele instructie, hints, aanwijzingen, het opsplitsen van taken, doorvragen naar strategieën van aanpak, coaching en positieve aanmoedigingen. Vermijd kritiek en het aangaan van een discussie, vooral met leerlingen die cognitief zwak functioneren. Wees consequent in het hanteren van regels. Maak leerlingen bewust van hun gedrag jegens anderen d.m.v. gedrag te spiegelen in één op één situaties. Houd regelmatig gesprekken met leerlingen die regelmatig de grenzen overschrijden. Door gesprekken te voeren voorkom je dat er alleen contact is n.a.v. negatief gedrag. Wanneer je bij de opstart van de dag merkt dat het een leerling echt niet lukt om aan het werk te gaan, maak dan de lasten/taken kleiner die dag. Geef kleine, duidelijke opdrachten die op dat moment haalbaar zijn. Wanneer met behulp van bovenstaande preventieve maatregelen onvoldoende ingespeeld kan worden op de behoeften van de leerling, zijn de volgende escapemogelijkheden mogelijk: Escapemogelijkheid 1: Rustplek in de klas In de klas wordt de mogelijkheid geboden om op een prikkelarme werkplek te werken. De leerkracht kan de leerling naar deze plek verwijzen. Daarnaast kan de leerling aan de leerkracht vragen om op deze werkplek te werken indien hij/zij deze behoefte voelt. Escapemogelijkheid 2: Escape-klas Er is door de leerkracht een lijst gemaakt waarop staat welke leerling naar welke escape-klas gaat als dit nodig is. Mocht een leerling geplaatst worden bij een escape-klas, is van belang: - Dat de leerkracht eerst contact opneemt met de escapeklas, voordat de leerling daarheen wordt gestuurd; - Dat de leerling werk meekrijgt en de ontvangende leerkracht weet wat de leerling moet doen; - Dat er een tijd afgesproken wordt over wanneer de leerling terug in de eigen klas kan komen. Escapemogelijkheid 3: Achtervang Leerlingen die niet op de gang kunnen omdat ze begeleid rustig moeten worden, worden naar de achtervang gebracht of gaan zelfstandig naar de achtervang. De groepsleerkracht brengt altijd telefonisch of mondeling de klassenassistent van de achtervang op de hoogte, waarom de leerling naar de achtervang moet. De leerkracht geeft daarnaast aan wat de leerling in de achtervang moet gaan doen (zoals tot rust komen, lezen, werken etc.) en zorgt voor bijbehorende spullen/ werk. 2

In de achtervang volgt er een gesprek met de klassenassistent en wordt er door de leerling een formulier ingevuld (zie bijlage 1). Dit gebeurt direct of op een later moment als het de leerling niet direct lukt om een gesprek aan te gaan en een formulier in te vullen. Voordat de leerling de achtervang verlaat, dient het formulier in ieder geval ingevuld te zijn. Na het gesprek wordt de leerling aan het werk gezet. Is de leerling rustig aan het werk, dan bepaalt de klassenassistent in samenspraak met de groepsleerkracht, wanneer de leerling weer terug naar de klas kan. Wanneer de leerling een formulier heeft ingevuld, neemt de leerling deze mee terug naar de klas. Dit wordt samen met de leerkracht besproken. De klassenassistent vult digitaal het registratieformulier in. Regels en afspraken omtrent de achtervang Er is een digitaal bestand met daarin bijzonderheden, regels en speciale afspraken omtrent leerlingen zodat iemand die de achtervang overneemt, weet hoe de leerlingen benaderd moeten worden. De klassenassistent zorgt ervoor dat het digitale achtervangregistratieformulier per dag bijgewerkt is. De klassenassistent zorgt ervoor dat de ingevulde formulieren van leerlingen meegenomen worden naar de klas. De leerling dient de inhoud van het ingevulde formulier te bespreken met de groepsleerkracht. Deze formulieren worden in de klas bewaard. De klassenassistent en leerkracht onderhouden contact. Mocht een leerling via de achtervang weer terug naar de klas mogen, maar kort daarna weer naar de achtervang moeten, dan bespreekt de klassenassistent dit met de leerkracht en eventueel de IB er/lid CVB. De achtervang is geen opvang. Leerlingen die bijvoorbeeld gymkleding zijn vergeten, een proefwerk moeten inhalen etc. horen niet in de achtervang thuis. De leerkracht en ander personeel, geven bijzonderheden over de leerling op tijd door aan de klassenassistent (bijv. interne schorsing, speciale afspraken) Gevolgen voor de leerling wanneer hij/zij regelmatig in de achtervang zit Wanneer een leerling voor de derde keer op één dag in de achtervang geplaatst moet worden, wordt er overlegd met iemand van de CvB hoe te handelen (bv. andere escapemogelijkheid of naar huis sturen). Als er niemand van de CvB beschikbaar is, wordt overlegd met een ambulant personeelslid. Als er niemand ambulant aanwezig is, word met één of meerdere collega-leerkrachten overlegd hoe te handelen. In elke CvB vergadering worden de achtervang cijfers bekeken. Als een leerling vaak in de achtervang heeft gezeten zal de CvB in overleg gaan met de leerkracht om hier afspraken over te maken (bv gesprek met ouders, gebruik maken escapeklas). Escapemogelijkheid 4:Time-out ruimte De time-out ruimte is een ruimte met weinig prikkels waarin een leerling geplaatst kan worden die gebruik heeft gemaakt van de vorige escapemogelijkheden, maar zijn/ haar gedrag niet heeft kunnen reguleren. Daarnaast kunnen er leerlingen direct in de time-out ruimte geplaatst worden die verbale en/ of fysieke agressie laten zien. Wanneer deze leerlingen niet zelfstandig naar de time-out ruimte willen/kunnen gaan, worden zij begeleid door 2 personeelsleden. Er blijft minimaal één personeelslid bij de leerling in de time-out ruimte totdat de leerling rustig en aanspreekbaar is. Daarna neemt de klassenassistent van de achtervang / of één van de andere aanwezige personeelsleden de begeleiding over. De klassenassistent van de achtervang bepaalt wanneer de leerling gebruik kan maken van de achtervang zodat terugkeren in de klas weer tot de mogelijkheden behoort. 3

Wanneer de leerling in de time-out ruimte geen enkele ingang laat zien en/ of zich ook hier tegen af blijft zetten, dan worden ouders verzocht om hun kind op te komen halen (sanctie, aanpak en gesprek volgen). Opvang leerlingen met een interne time-out Bij een interne time-out betekent dit dat de leerling een halve of een hele dag buiten de klas werkt met aparte pauzes. Vooraf wordt bepaald waar de leerling tijdens de time-out zit (bijv. in een escapeklas, in de time-out ruimte, achtervang). Een leerling mag maximaal een halve dag in de time-out ruimte plaatsnemen. Vooraf wordt ook afgesproken wie de verantwoordelijkheid heeft voor de leerling en bijhoudt wanneer de leerling pauze heeft (C pauze). Opvang leerlingen vanuit de pauzes Leerlingen die naar binnen gestuurd worden tijdens de pauze melden zich in de achtervang. De klassenassistent zorgt voor werk in overleg met de groepsleerkracht. De volgende pauze zit deze leerling weer binnen in de achtervang. Leerlingen die hun werk naar behoren hebben gemaakt kunnen de pauze daarop weer naar buiten. Degene die de leerlingen naar binnen heeft gestuurd, geeft de reden van het naar binnen sturen aan bij de achtervang. Voordat de leerling terug kan komen in de klas vindt er eerst een gesprek plaats met de leerkracht. 4

Bijlage 2: Crisis ontwikkelingsmodel Het crisis ontwikkelingsmodel geeft op een heldere manier aan in welke fase van een (mogelijke) crisis een leerling zit en welke interventies van de leerkracht parallel hieraan verwacht worden. Houding/interventie Crisis-stadium 1. Evenwicht/rust 1. Observeren 2. Angst voor controle verlies gedragsverandering onrust paniek 3. Verlies van controle verlies van realiteitsbesef uitingvormen: gillen dreigen gooien 2. Chaos destructief gedrag 5. Ontspanning terugkeer van realiteitsbesef uitingsvormen: huilen zich terugtrekken manifestatie van schuldgevoelens 2. Ondersteunend hulp aanbieden empathische houding geen controle overnemen 1. Directief controle overnemen a. concreet b. helder c. uitvoerbaar let hierbij op houding en intonatie 4. Toepassen van juiste technieken veilig humaan uitvoerbaar 3. Ontspanning Probeer tot rust te komen Praat met collega s over de situatie Tracht aandacht te besteden aan de groep leerling kan pas terug op voorwaarde van de hulpverlener 6. Evaluatie 4. Evaluatie Hoe ontwikkelde de crisis zich Gebruikte technieken Zijn er zaken fout gegaan Hoe een en ander te voorkomen 5