Samenvatting Maatschappijleer Parlementaire samenleving

Vergelijkbare documenten
Samenvatting Maatschappijleer 1 Politiek

Samenvatting Maatschappijleer Parlementaire democratie

Samenvatting door R woorden 23 maart keer beoordeeld. Maatschappijleer Thema's maatschappijleer PAR.1

2 keer beoordeeld 20 februari 2016

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 3

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 3

Samenvatting Maatschappijleer Politiek

5,9. Samenvatting door een scholier 1608 woorden 12 januari keer beoordeeld. Maatschappijleer Thema's maatschappijleer

Samenvatting Maatschappijleer Parlementaire democratie

5.9. Boekverslag door E woorden 23 oktober keer beoordeeld. Maatschappijleer Thema's maatschappijleer

Samenvatting door M woorden 15 januari keer beoordeeld. Thema's maatschappijleer. Hoofdstuk 1. Algemeen belang:

Samenvatting Maatschappijleer hoofdstuk 3

Een democratie is een staatsvorm waarbij de bevolking direct of indirect invloed uitoefent op de politieke besluitvorming.

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 3 Politiek

Samenvatting Maatschappijleer Maatschappijleer voor jou Hoofdstuk 3 Politiek

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 7

Samenvatting Maatschappijleer Maatschappijleer Thema 3 Hoofdstuk 1-6 en 8

Samenvatting Maatschappijleer Politiek

Samenvatting Maatschappijleer Parlementaire democratie

Paragraaf 1: Democratie

Samenvatting Maatschappijleer Politieke besluitvorming

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 3: politiek

6,7. Samenvatting door een scholier 1795 woorden 16 november keer beoordeeld. Maatschappijleer Thema's maatschappijleer

Samenvatting door E woorden 5 april keer beoordeeld. Maatschappijleer. Maatschappijleer: parlementaire democratie.

7,1. Samenvatting door een scholier 1863 woorden 25 november keer beoordeeld. Maatschappijleer. Maatschappijleer H4 t/m H6

Samenvatting Maatschappijleer Politieke besluitvorming, paragraaf 1 t/m 6

7,6. Samenvatting door F woorden 2 januari keer beoordeeld. Maatschappijleer Thema's maatschappijleer

Samenvatting Maatschappijleer Samenvatting Hoofdstuk 2

Samenvatting Maatschappijleer Parlementaire democratie - par 1t/m 6

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 2 (Politieke Besluitvorming)

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 3

Binnen landen met een representatieve democratie maken wij ook weer onderscheid:

Hoofdstuk 1: Wat is politiek?

Maatschappijleer Parlementaire democratie 5VWO

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 3 par 2 T/M 5

Samenvatting Maatschappijleer Politiek

Democratie = Een staatsvorm waarbij de bevolking direct of indirect invloed uitoefent op de politieke besluitvorming.

Samenvatting Maatschappijleer Parlementaire democratie

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 3 par. 1 t/m 6 en 9

Samenvatting Maatschappijleer politiek module 1

Samenvatting Maatschappijleer Politiek H3 H4 H5 H6

1. Politiek, staat en dictatuur

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 2, paragraaf 4 t/m 6

Samenvatting Maatschappijleer Politieke besluitvorming Hoofdstuk 1 t/m 3

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 3

-De meeste onderwerpen zijn van algemeen belang dat iedereen er direct mee te maken heeft, bijv. de kwaliteit van drinkwater.

Aantekening Geschiedenis Hoofdstuk 6: Staatsinrichting

Maatschappijleer par. 1!

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 3: Politiek

Samenvatting door een scholier 2262 woorden 7 april keer beoordeeld. Maatschappijleer Thema's maatschappijleer

6,5. Samenvatting door een scholier 3346 woorden 16 januari keer beoordeeld. Maatschappijleer Thema's maatschappijleer

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 2

Paragraaf 1: Wat is politiek?

Maatschappijleer Parlementaire Democratie 10 VWO

Samenvatting Maatschappijleer Parlementaire democratie (H2)

7, wat is politiek. Samenvatting door een scholier 2134 woorden 24 november keer beoordeeld. Maatschappijleer

Samenvatting Maatschappijleer Parlementaire democratie paragraaf 1 t/m 9

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 3 Kiezen en Delen

Samenvatting Maatschappijleer Politiek - Democratie en rechtstaat

De drie machten wetgevende, uitvoerende en rechterlijke macht niet van elkaar gescheiden zijn, maar in handen van een kleine groep mensen.

5,8. Par 1: Staat! Par 2: Rechtstaat! Stelling door een scholier 1818 woorden 3 november keer beoordeeld.

NL: Parlementaire democratie met constitutionele vorst.

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 2 Politieke Besluitvorming

5,9. Samenvatting door een scholier 1292 woorden 15 februari keer beoordeeld. Maatschappijleer

Bestuurslagen in Nederland rijksoverheid provinciale overheid gemeentelijke overheid

Maatschappijleer Parlementaire democratie. 1 wat is politiek

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 3 paragraaf 1 tm 5, 7

Samenvatting Maatschappijleer Parlementaire Democratie

- M A A T S C H A P P I J L E E R - Hoofdstuk 2: Parlementaire democratie

Samenvatting Maatschappijleer Politieke Besluitvorming

8.1. Samenvatting door een scholier 2700 woorden 6 januari keer beoordeeld. Maatschappijleer Thema's maatschappijleer

Parlementaire democratie!

6,6. Samenvatting door een scholier 1139 woorden 2 mei keer beoordeeld. Maatschappijleer POLITIEK

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 2 - Parlementaire democratie

Begrippenlijst Maatschappijleer Parlementaire democratie

Samenvatting door een scholier 2452 woorden 13 december keer beoordeeld. Maatschappijleer Thema's maatschappijleer. Inhoud.

7,4. Samenvatting door een scholier 2092 woorden 2 april keer beoordeeld. Maatschappijleer. Toets politieke besluitvorming H2

Samenvatting Maatschappijleer Politieke besluitvorming

Boekverslag door W woorden 19 mei keer beoordeeld. Maatschappijleer Samenvatting Hoofdstuk 3 Parlementaire Democratie

Samenvatting door M woorden 15 november keer beoordeeld. Maatschappijwetenschappen. H3: De vertegenwoordigende lichamen en Trias Politica

Samenvatting Maatschappijleer Maatschappijleer hoofdstuk 3: parlementaire democratie

5.6. Samenvatting door Milou 4055 woorden 18 februari keer beoordeeld. Maatschappijleer Thema's maatschappijleer

Samenvatting Maatschappijleer Parlemenataire democratie Hoofdstuk 2

Samenvatting Maatschappijleer Politieke besluitvorming H1

wat is politiek? Boekverslag door J woorden 17 februari keer beoordeeld. Maatschappijleer Thema's maatschappijleer

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 3

Samenvatting Maatschappijleer Parlementaire democratie 1 t/m 9

Samenvatting door een scholier 2432 woorden 18 januari keer beoordeeld. Maatschappijleer. Politieke besluitvorming.

Antwoorden Maatschappijleer Politieke besluitvorming H 1 + 2

6,1. Politiek: het omzetten van verlangens, eisen en wensen vanuit de samenleving in bindende besluiten. Een

Ofwel: parlementaire democratie omdat parlement belangrijkste beslissingen neemt.

7, Het parlement is baas boven baas. Samenvatting door een scholier 1995 woorden 13 januari keer beoordeeld.

Samenvatting Maatschappijleer Parlementaire Democratie H1 tm H7. Maatschappijleer Parlementaire Democratie Samenvatting

Samenvatting Maatschappijleer Politieke besluitvorming paragraaf 1 t/m 6

Begrippenlijst Maatschappijleer, Parlementaire democratie ( werkboek blz: 68 t/m107)

Samenvatting Maatschappijleer Parlementaire democratie

MEERKEUZEVRAGEN 1. KEUZES MAKEN

7,9. Samenvatting door een scholier 2095 woorden 10 oktober keer beoordeeld. Maatschappijleer

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 1, Politieke besluitvorming

Samenvatting Maatschappijleer Parlementaire Democratie par. 1 t/m 3

Transcriptie:

Samenvatting Maatschappijleer Parlementaire samenleving Samenvatting door Eva 3614 woorden 27 januari 2016 8,3 3 keer beoordeeld Vak Methode Maatschappijleer Thema's maatschappijleer Maatschappijleer Politiek, 1 Wat is politiek 1.1 Het belang van politiek Politiek kun je omschrijven als de wijze waarop een land word bestuurd. Politiek gaat over het maken van keuzes. Vb: Moet er een nieuwe kerncentrale komen of wat is de min leeftijd om alcohol te drinken. De meeste onderwerpen zijn van algemeen belang. Meestal kost het nemen van politieke beslissingen veel tijd. Dilemma van de politiek: snel en efficiënt of wil je de burgers laten meedoen. 1.2 Dictatuur Bij dictaturen bestaat dit dilemma nauwelijks, bijna alle dictaturen is er sprake van schending van mensenrechten. Kenmerken Basis kenmerk: de drie machten zijn NIET van elkaar gescheiden. Een dictatuur kan NOOIT een rechtsstaat zijn. Andere kenmerken: - beperkte individuele vrijheid (geen vrijheid godsdientst) - geen politieke vrijheid (marteling tegenstanders, schijnverkiezingen, verkiezing fraude) - overheidsgeweld - geen onafhankelijke rechtsspraak (rechters vriendjes vd dictator) - massamedia en kunst staan onder censuur (internet filteren bv China) Pagina 1 van 15

Er zijn 2 verschillende soorten dictaturen: Autocratisch en Totalitair Autocratisch; een leider heeft de macht (president of soldaat) soms wordt de leider geholpen door de junta: een regering die alleen uit militairen bestaat. Geen ideologie, drm wel ruimte voor economische en religiesische. Suriname eerst, Zimbabwe. Totalitair: ontstaat als een groep of partij de macht grijpt door een ideologische revolutie. Hele politieke economische sociale leven is gereguleerd. Sprake van indoctrinatie (ze zeggen hoe je moet denken N-korea) bv Oostblok, China. Een speciale vorm van totalitaire dictatuur is theocratie= waar de godsdienst de baas is (Iran, islam) 1.3 Democratie Democratie afgeleid van Demos= volk. Cratein= regeren. Betekent Het volk regeert. Alleen de stad Athene had echte democratie, we kunnen nu niet over alles meebeslissen. Wel in sommige landen referendum = volkstemming over een bepaald wetvoorstel. Kenmerken -Sprake van indirecte of representatieve democratie. Wij kiezen de personen die voor ons kiezen, de volksvertegenwoordigers. De politieke macht is verdeeld over 3 machten. Trias Politica. WUR. -Individuele vrijheid. Je hebt vrijheid van mening. - Politieke grondrechten. Politieke vrijheid, verkiezingen en je geef mandaat aan een persoon of een partij. Mandaat= de bevoegdheid. - Politie en leger hebben beperkte bevoegdheden - Onafhankelijke rechtsspraak (rechter kan zelf uitspraak doen) - Persvrijheid Parlementair of presidentieel stelsel Bij het parlementaire stelsel is het parlement het hoogste machtsorgaan. Op basis vd meeste stemmen vormen ze een kabinet van ministers en staatsecretarissen en die moeten verantwoording afleggen aan t parlement. Je hebt vaak een niet gekozen staatshoofd bij het parlementaire stelsel. We hebben een koning en dit heet dan een constitutionele monarchie. In het presidentieel stelsel kiest het volk het parlement en de president. (duitsland, vs) in een presidentieel stelsel is de president het hoofd van de Uitvoerende macht. Hij heeft niet het ontbindingsrecht. Hij mag het parlement niet uit elkaar halen. Pagina 2 van 15

Nederlandse democratie Sinds 1848 hebben we een grondwet, in 1917 mochten mannen stemmen vrouwen pas in 1922. Belangrijke waarden voor democratie: vrijheid en gelijkheid. In de grondwet vind je deze waarden terug, bv meningsuiting en discrimineren. 1.4 Theorieën over democratie en dictatuur Zowel democratie als dictatuur hebben volgens Michels hebben neiging tot oligarchie= een heerschappij van weinige. Politieke partijen die in een democratie de macht hebben worden groter en daardoor minder democratisch. Michels zegt dat dit komt als het volk onverschillig is. De regentencultuur is dat politici en bestuurders onderling elkaar de belangrijkste baantjes toeschuiven. Seymour Lipset die zegt dat waar overal waar welvaart is is er meer verlangen naar democratie komt, hij is optimistisch hij denkt dat uiteindelijk+ elk land democratisch is 2 Politieke Stromingen 2.1 Ideologieën De eerste politieke partijen ontstonden toen de industrie en urbanisatie opkwam. ideologische =samenhangend geheel van ideeën over de mens en de gewenste inrichting vd samenleving. Die partijen die toen opkwamen kun je verdelen in 3 politieke ideologische stromingen: 1. Liberalisme 2. Socialisme 3. Confessionalisme Elke ideologie heeft een mening over normen en waarden. Orgaandoner, roken in cafe etc. Sociaal economische verhoudingen. Moet iedereen even veel verdienen? Geld etc. Machtsverdeling. Wie macht heeft in een bedrijf, mogen werknemers ook dingen ingeven 2.2 Kompas om te kiezen Je hebt een indeling in progressief en conservatief indeling in links en rechts. Progressief= vooruitstrevend, veranderingen, gericht op de toekomst. (milieu oplossen) Conservatief= behoudend, willen niet veranderen, zo laten. (kijk dit hebben we goed gedaan) Reactionair= extreme vorm van conservatief. Ze willen de situatie terugdraaien zo las t eerst was. gulden weer terug. Veel partijen hebben zowel progressieve standpunten als conservatief, logisch. Pagina 3 van 15

Links en rechts Linkse politiek= iedereen gelijkwaardig, gelijke kansen voor iedereen, overheid moet de zwakke actief beschermen (uitkeringen) Rechtse politiek= vrijheid en eigen verantwoordelijkheid. De burger moet zoveel mogelijk zelf doen. Links: PVDA, SP, GroenLinks Rechts: VVD PVV Politieke midden: CDA en D66 2.3 Stromingen Het liberalisme Vrijheid, eigen verantwoordelijkheid en tolerantie. Het is ontstaan tijdens de Franse revolutie, de liberalen wilden persoonlijke en economische vrijheid, ze wilden niet dat de staat met ze bemoeide. In onze tijd hoor je vaker het begrip: vrije markteconomie. Nederlandse liberale partijen: VVD, D66. Het Socialisme Gelijkheid, mensen moeten solidair met elkaar zijn, dit ontstond als reactie op slechte werkomstandigheden 1800 (fabrieken enzo). Socialisten verzette zich daartegen, ze wilde geen armoede en ongelijkheid. Binnen Socialisme 2 manieren: Communisme. Arbeiders macht door revolutie, uiteindelijk dictatuur. Sociaal democratie. Via het parlement. SP, PVDA, GroenLinks Het Confessionalisme nu Christendemocratie Harmonie, Politieke opvattingen op basis van geloof bijv christelijke partijen.(cda, CU, SGP) Organische staatsopvattingen, we hebben elkaar nodig net zoals in een lichaam, verantwoordelijk voor elkaar. Ze streven naar renmeesterschap (goed zorgen v schepping), solidariteit, spreiden verantwoordelijkheid. Ze hechten ook veel hechte aan het maatschappelijke middenveld. (jeugdzorg, bejaarden helpen). Elkaar helpen met dingen voor elkaar regelen. Soliditeit komt van naastenliefde, zorgen voor de vluchtelingen. Populisme Het is meer een stijl dan een ideologie, populisten willen opkomen voor de burger die dat zelf niet kunnen. Proberen heel snel problemen snel op te lusten en roepen een boel (PVV). Vaak ook nationalistisch (houden van je Pagina 4 van 15

eigen land willen geen vluchtelingen, wil niet dat Europa bemoeit met Nederland) 3 Politieke partijen Een politieke partij bestaat uit een groep mensen die ongeveer hetzelfde denken over een ideale samenleving. We hebben een groot aantal partijen in Nederland die een sterke band hebben met een ideologische stroming (bijv PVDA-Sociaaldemocratische, CDA-Christendemocratie, VVD- Liberaal) Je hebt ook populistische partijen (PVV) of een one-issue partij= richten op een standpunt (partij vd dieren, 50+). Je hebt ook nog protestpartijen (piratenpartij en D66 begonnen zo). Functies politieke partijen: Integratie van ideeën/ bundeling van ideeën tot een politiek programma. Vaak steun wetenschappelijk bureau. Informatie die ze geven helpt de burger zijn/haar mening te vormen. Deze dingen samen helpt mensen te interesseren, en mensen te stimuleren om mee te doen Selecteren van kandidaten, lijsten op wie je kunt stemmen Partijen en hun achterban Vroeger stemde mensen trouw hun hele leven op dezelfde partij. Arbeiders PVDA. Ondernemers VVD. Katholiek KVP. Dat is nu veranderd, dit komt door meer welvaart, beter onderwijs, minder gelovig. De verzuiling is verdwenen, dit merken vooral PVDA, CDA, (Hier stemmen mensen minder op) VVD (juist meer). CDA-geloof, ze proberen nu een middenpartij te zijn. PVDA- meer welvaart, minder verschil tussen arbeiders en ondernemers. VVD profiteert hier juist van, omdat er nu beter onderwijs is, en vaak stemmen de hoogopgeleide ondernemers voor de VVD. Een grote groep kiezers zweeft nu, zwevende kiezers. Die kiezen pas vlak voor de verkiezingen op wie ze gaan stemmen, en kiezen vaak voor een persoon ipv een partij. 4 Verkiezingen 4.1 Hoe kiezen wij? Als je ouder bent dan 18, heb je actief kiesrecht. Je hebt ook passief kiesrecht, dan kun je worden gekozen. Welke verkiezingen hebben we? Tweede kamer verkiezingen (parlement) Provinciale staten (provincies) Gemeenteraad verkiezingen (paul loermans) Waterschapverkiezingen Europese parlement Hoe richt je een partij op? Op tijd melden bij de kiesraad. Je moet in elke kieskring een kandidaten lijst hebben. Je moet 30 steunbetuigingen hebben. Borgsom: 11.000 Pagina 5 van 15

Evenredige vertegenwoordiging Alle stemmen die worden verdeeld over het aantal beschikbare zetels. Het percentage uitgebrachte stemmen is zoveel zetels die je krijgt bv 10% aantal stemmen, dus 15 zetels. Kiesdeler= aantal stemmen die je nodig hebt om 1 zetel te krijgen. Bv 10 miljoen stemmen/ 150 zetels = 66.667 nodig voor 1 zetel. Als een partij zoveel stemmen heeft gekregen krijg je 1 zetel. Voordeel van evenredige vertegenwoordiging: iedere stem weegt even zwaar. Restzegels winnaar. Nadeel: elke partij heeft spreektijd, waardoor debatten heel lang duren. Sommige landen hebben een kiesdrempel, (Duitsland, Oostenrijk) een partij moet een bepaald percentage behalen om een zetel te krijgen, dan mag je pas meedoen met verdelen vd zetels. In Engeland en Amerika hebben ze een districtenstelsel of meerderheidsstelsel, elk land is verdeeld in een aantal districten, per district is er een afgevaardigde naar het parlement. En die persoon is degene die in het district de meerderheid vd stemmen haalt. Voordeel van districtenstelsel: kiezers kennen de kandidaten vaak. Nadeel van districtenstelsel: dat het persoon te veel nadenkt over zijn eigen belang van zijn district, en de andere kandidaten die hebben verloren zijn alle stemmen weg. De verkiezingsstrijd Rond de verkiezingen heb je een campagne team en worden vaak geholpen door een spindoctor, communicatie deskundige die de partij en lijsttrekker adviseert. Opiniepeilingen, mensen die schatten hoe veel zetels of stemmen een partij gaat krijgen. Tegenwoordig hebben we ook tv en internetdemocratie, kieskompas, stemwijzer. Politici op social media. Naar de stembus Welke dingen je belangrijk vind als je stemt: Standpunt van een partij Eigen belangen (ondernemer VVD) Strategisch stemmen. Expres stemmen op een partij stemmen die in de regering komt, dus bv eerst GroenLinks, maar bang voor VVD dus dan voor grotere partij PVDA De aantrekkingskracht van de lijsttrekker. Je kiest voor een partij, maar je stemt op een persoon. Je stemt dus op een persoon, dus als een volks tegenwoordiger (1 vd 150) ruzie heeft of er uit stapt, dat je dan nog wel je zetel/stoeltje. Pagina 6 van 15

4.2 na de verkiezingen De dag na de verkiezingen begint de formatie van een nieuwe kabinet, = ministers en staatssecretarissen. Formatie= samenstellen van het nieuwe kabinet. Coalitie= combinatie van verschillende partijen die samenwerken om de meerderheid te vormen. Eerst komt er een informateur = voert gesprekken met fractievoorzitters om combinatie van partijen te vinden, dan gaan partijen onderhandelen, schrijven hun plannen op è regeerakkoord. Hierna komt de echte formatie door een formateur (lijsttrekker van grootste partij, ministerpresident) Dan komt de koning en die benoemd de ministers en staatsecretarissen. En daarna de bekende foto, op die trappen. Het reageerakkoord Elk jaar wordt het regeerakkoord aangepast en bijgevuld in de troonreden, op Prinsjesdag voorgelezen. Op diezelfde dag biedt de minister van financiën de miljoenennota, de begroting van dat jaar. De dag erna komen de algemene beschouwingen, partijen die niet in de regering zitten/ oppositie, gaan kritische vragen stellen over die nota. Een halfjaar later, worden de plannen weer bijgesteld voorjaarsnota. 3 e woensdag in mei, gehaktdag. 4.3 De val van het kabinet Normaal regeert een kabinet 4 jaar maar het kan om verschillende redenen vallen; De ministers kunnen niet eens worden over een of meerdere kwesties en regeringspartijen daarom gezamenlijk dat het niet verder gaat Een meerderheid in de tweede kamer verwerpt het beleid vh kabinet en de ministers zijn niet bereid hun beleid te wijzigingen Als de tweede kamer het beleid van 1 minister afkeurt, kan alleen die minister aftreden en wordt die vervangen. Biedt het hele kabinet zijn ontslag aan, dan komen er vervroegde verkiezingen en blijven de oude ministers in functie totdat er een nieuw kabinet is gevormd. Je noemt dit demissionair kabinet, dat als het ware geen eigen missie heeft alleen lopende zaken behandelt. Soms besluit de 2 e kamer na een kabinetscrisis dat het probleem niet zo groot is en dat een informateur een nieuw kabinet kan proberen te vormen zonder nieuwe verkiezingen. Is niet vaak. Meestal over een kwestie die de hele samenleving aangaat. 5 regering en parlement 5.1 de regering Kabinet: bestaat uit ministers en staatssecretarissen Pagina 7 van 15

Regering: de koning en de ministers Ministers en staatsecretarissen De regering is verantwoordelijk voor de dagelijkse bestuur van ons land. De koning bemoeit zich er niet echt mee, maar elke week heeft hij een gesprek met de minister president. Dit is geheim. Elke week is er de ministerraad = vergadering van alle ministers, bespreken de plannen en problemen in t land. De voorzitter vd ministerraad is de minister president. Zowel als de minister als staatsecratissen moeten verantwoording afleggen aan de 1 e en 2 e kamer. T ministerie hebben eigen departement en krijgen hulp van ambtenaren. Het staatshoofd We hebben erfelijke troonopvolging, taken koning: Ondertekenen van alle wetten Troonrede voorlezen Ministers benoemen Wekelijks overleg met minister president De koning is onschendbaar, de ministers zijn verantwoordelijk, de koning kan nooit ter verantwoording worden geroepen ter beleid vd regering 5.2 Het parlement Bestaat uit 1 e en 2 e kamer = staten generaal. 2 e kamer belangrijker want rechtstreeks gekozen en hebben meer bevoegdheden. Taken van de 2 e kamer: Samen met de regering wetten maken, (en 1x gekeurd ) Controle regering Medewetgeving Tweede kamer heeft 4 rechten om mee te werken aan de wetten: 1. Stemrecht, ze kunnen een wet aannemen over verwerpen 2. Recht van amendement, = wet wijzigen 3. Recht van initiatief = kunnen zelf een wet voorstellen 4. Budgetrecht = recht om een begroting goed te keren Pagina 8 van 15

Controle ministers Recht van motie= motie is een uitspraak vd 2 e kamer waarbij ze een minister oproepen om een bepaalde maatregel te doen of een wetsvoorstel te doen. De strengste motie is de motie van wantrouwen, dan moet de minister af te treden. Vragenrecht = ze mogen vragen stellen ad regering. Recht van interpellatie = Kamerleden mogen een spoeddebat aanvragen aan de minister, als er ernstige zorgen maken over iets Recht van enquête = de 2 e kamer gaat zelf opzoek hoe de rol van de regering was bij een kwestie. De Eerste kamer De senaat = de eerste kamer. 75 leden. Deeltijdfunctie, maar 1 dag per week vergaderen, geen fulltime baan. Worden niet rechtstreeks gekozen door t volk, worden gekozen door de winnaars van de provinciale staat. Ze controleren wetten die in de 2 e kamer gemaakt is, laatste controle 5.3 van wetsvoorstel tot wet. Twee soorten besluiten die de regering kan nemen zonder dat ze toestemming van de 1 e en 2 e kamer: 1. koninklijke besluiten. Burgemeesters benoemd worden 2. algemene maatregel van bestuur. Binnen een bestaande wet dingen wijzigen 5.4 verhouding regering en parlement Er is sprake van dualisme= duidelijke taakverdeling in regering en parlement, komt voor door trias politica. Alleen regering zit wel beide in wetgevende en de uitvoerende. De 2 e kamer heeft uiteindelijk meer macht dan ministers, want zij hebben t laatste woord. Poldermodel= in harmonie onderhandelen, bv werkgevers en vakbonden sluiten comprimis. Tussen oplossingen. 6 Politiek in de praktijk 6.1 Het systeemmodel Pagina 9 van 15

Het systeem model is een model om te begrijpen hoe politieke besluitvorming werkt, bestaat uit 4 fases: Fase 1: invoer of input, burgers/massamedia/pressiegroepen/politici brengen wensen naar voren. Poortwachters: de massamedia, pressiegroepen en politieke partijen hebben de mogelijkheid om de wens te vertalen in een politieke eis. Fase 2: omzetting, problemen komen op de politieke agenda. De actoren zijn ambtenaren, adviesorganen, regering en het parlement/2 e kamer. Ambtenaren schrijven hun advies beleidsvoorbereiding. De minister gaat het advies verwerken tot een maatregel of wet, dit is de beleidsbepaling. Hierna gaat de 2 e kamer hierover het stemmen. Fase 3: uitvoer, ministers en ambtenaren zijn verantwoordelijk voor de uitvoer van de wet of maatregel, dus wat er gedaan moet worden, beleidsuitvoering Fase 4: terugkoppeling of feedback, hoe de samenleving reageert op de uitvoer 6.2 Politieke actoren De politieke en maatschappelijke actoren zijn alle burgers, groepen, bestuursorganen die betrokken zijn bij het politieke besluitvormingsproces. Ambtenaren helpen bij de beleidsvorming, beleidsbepaling en de beleidsuitvoering. Ambtenaren hebben best veel invloed daarom worden ze wel de 4 e macht genoemd. Pagina 10 van 15

Adviseurs De regering kan ook een beroep doen op adviesorganen, hier de 4 belangrijkste: Raad van State, Deze wordt voorgezeten door de koning, alleen die is bijna nooit bij de vergadering dus dit vervult de vicevoorzitter. Sociaal Economische Raad (SER) telt 33 leden, ze adviseren de regering over de hoofdlijnen vh sociaaleconomische beleid bv positie allochtonen op de arbeidsmarkt. Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WWR) wetenschappers, de taak is om toekomstige ontwikkelingen te beschrijven die belangrijk zijn om in de gaten te houden voor beleid op de lange termijn. Bv demografische ontwikkelingen. Centraal Plan Bureau (CPB) een onderzoekinstituut dat analyses maakt vh economische beleid vd regering, zodat dit eventueel kan worden bijgestuurd. Het is een onderdeel vh ministerie van economische zaken. Rekent uit wat een plan kost. Het is voor een burger redelijk makkelijk om toegang te krijgen tot bestuurders en volkvertegenwoordigers. Je kunt ze emailen etc. Het Burgerinitiatief is nieuw, je kunt een wetsvoorstel dat bepaalde voorwaarden heeft: Pressiegroepen Dit zijn groepen die druk uitoefenen op politici om ze voor hun standpunten te winnen. Sommige mensen doen dit dmv lobbyen= via persoonlijk contact steun te krijgen voor je standpunten. Hiervoor moet je wel veel politici kennen. Je kunt ook actievoeren bv demonstreren. Twee soorten pressiegroepen: Belangenorganisaties komen op vd belangen van een bepaalde groep in de samenleving. Bekendste de vakbonden en werkgeversorganisaties. Bv anwb Actieorganisaties zetten zich in voor een bepaald thema of onderwerp. Amnesty International doet dit voor mensen, en bv Greenpeace voor milieu. De media vervult in onze samenleving in 5 politieke functies: 1. Een informatieve functie 2. Een onderzoekende of agendafunctie, journalisten die dingen proberen uit te zoeken 3. Een commentaarfunctie, media geeft veel commentaar 4. Een spreekbuisfunctie, ze geven actiegroepen, politici en burgers ruimte om hun zegje te doen. 5. Een controlerende functie; de media volgt ministers kritisch als ze hun beloftes niet na komen of de wet vd democratie overtreden. Zij worden ook geholpen door WOB, Wet openbaarheid van bestuur. Vrije media is een basisvoorwaarde voor een goede democratie, de overheid stimuleert op die manier pluriformiteit vd media; dit betekent dat er voldoende keuze blijft tussen verschillende kranten, tv, internet etc. Pagina 11 van 15

6.3 Omgevingsfactoren (onderdeel van systeemmodel) = factoren die niet direct onderdeel vh probleem vormen, maar wel de besluitvorming beïnvloeden. De belangrijkste omgevingsfactoren zijn: Demografische factoren (samenstelling vd bevolkingsopbouw) Ecologische factoren (mens en milieu) Culturele factoren (gs van een land en gewoontes) Economische factoren (werk en geld) Technologische factoren (communicatie) Sociale factoren (verdeling klassen) Internationale factoren (uitbreiding EU-wetten) 7 Provincie en gemeente Subsidiariteitsbeginsel: den haag verdeelt taken aan de provincie en gemeente. 7.1 Decentralisatie Centraal, door den haag geregeld Decentraal, door plaatselijke gemeentes geregeld Voordeel: gemeentes hebben vaak hun eigen problemen, die weten beter wat speelt in de omgeving. Rotterdam bv veel werklozen, Noord- Brabant megastallen. Door een provincie zelf, kunnen burgers meer mee denken, dit lost vaak het democratisch dilemma op. 7.2 De provincie De belangrijkste besluiten die provincies moet nemen is ruimtelijke ordening en milieu. Om de 4 jaar verkiezingen voor de Provinciale Staten. Per provincie verkiezingen, stemmen op partijen, ook daar zetels, al die partijen die zijn gekozen zijn Statenleden, en je hebt ook dagelijks bestuur à gedeputeerde. De voorzitter van de gedupeerde Staten als Provinciale Staten is de commissaris vd koning. Hij wordt niet gekozen, maar benoemd. Door minister van binnenlandse zaken 7.3 Gemeente Taken: ordelijk verloop van openbaar leven in gemeente. In het kader van decentralisatie veel nieuwe taken (uitkeringen etc.). En invullen structuurvisie met bestemmingsplannen. Taakverdeling: Gemeenteraad neemt belangrijke besluiten. Raadsleden elk 4 jaar gekozen. Dagelijkse bestuur in handen van het college van burgemeesteren wethouders, B en W. Vooral uitvoerende taak. Ook hier dualisme: de gemeenteraad controleert het college van B en W. Wethouders zijn dus geen lid van de gemeenteraad. Burgemeester voor 6 jaar benoemd. (Vergelijkbaar met commissaris van koning(in).) Pagina 12 van 15

Gemeentelijke herindeling: de samenvoeging van gemeenten heeft als doel om enerzijds de gemeentelijke kosten te verlagen en anderzijds de bestuurskracht van gemeenten te vergroten. Meer efficiëntie en dienstverlening verbetert. Wel: groeiende kloof tussen burgers en bestuur. Minder betrokkenheid van inwoners bij de gemeentepolitiek. Dus verdwijnen van dorpspartijen. 7.4 Decentraal in de Praktijk Hoewel provincies/gemeenten bestuurlijke autonomie hebben, toch gebonden aan Den Haag. Machtskwestie: een kwestie tussen twee verschillende machtspersonen. Vaak tussen burgemeesters en ministers. Burgermeester is ook baas vd politie, stel de vluchtelingen moeten weg vd minister van binnenlandse zaken maar de burgemeester wil dit niet, heeft hij als laatst nog de macht want hij kiest er bv voor om niet de politie in te schakelen 8 Nederland en de wereld 8.1 De Europese unie Lidmaatschap van de EU dwingt NL steeds meer om macht af te staan aan Europa. Laatste jaren groeit verzet hiertegen door verlies van autonomie= als je zelf mag beslissen. Ontstaan samenwerking Europa Na de 2 e WO wilde we samenwerken om oorlogen te voorkomen, destijds was er strijd om grondstoffen EGKS. Later uitgebreid EEG (economische dingen) Voordeel: meer welvaart, afspraken over unificatie over het recht. Bv softdrugs en alcohol verschilde per land. Oprichting EU In 1922 werd de EU opgericht door het verdrag van Maastricht. En EMU over de euro. De euro zone zijn de landen waar de euro gebruikt word, de baas van de euro is De Europese Centrale Bank. In 2007 verdrag van Lissabon = de Europese grondwet. Bevoegdheden Op een aantal terreinen is de EU een supranationale organisatie, op terrein van landbouw, visquota, asielbeleid, terrorisme. Op deze gebieden staan Europese wetten boven nationale wetten. Op andere gebieden is de samenwerking intergouvernementeel = beslissen landen gezamenlijk, bijv defensie, buitenlandbeleid. Laatste jaren meer sprake van euroscepsis = twijfelen aan supra regels Het bestuur vd EU Wetgevende macht die hoort bij de raad van de EU, en het Europese parlement. Pagina 13 van 15

Uitvoerende macht zit bij de Europese commissie Rechtsprekende macht bij Hof van justitie van de EU Europese commissie Dagelijks bestuur van de EU, elk land levert een commissaris, en elke commissaris heeft een beleidsterrein onder zich. De Europese commissie doen voorstellen voor Europese wetten. De raad van de Europese unie. De raad van de EU Heet ook wel Raad van ministers, wetgevende macht, bepalen of de wetsvoorstellen na bespreking worden overgenomen. De Europese Raad De regeringsleiders van de Eu landen vergaderen in de Europese Raad, voorzitterschap vd EU rouleert, nu wij. Het Europees parlement. In totaal 736 zetels, Nederland heeft daar 25 van, is afhankelijk door aantal inwoners. PVDA heeft zich aangemeld bij de partij van de Europese sociaaldemocraten. CDA bij CDU in de volkspartij. Europese parlementsleden mogen niet zelf wetten indienen. Dus maar beperkte invloed democratisch tekort. Hof van justitie Gaan over dat regels vd EU worden toegepast. Elk land heeft 1 rechter. Hoe wordt een land lid van de EU? Ze moeten een stabiele democratie hebben Een functionerende markteconomie Acquis communautaire, bereid zijn om de Europese regels in hun land toe te passen Administratief in staat zijn om besluiten vd EU uit te voeren. De Verenigde Naties Mondiaal samenwerkingsverband vanaf 1945 met 193 lidstaten Inzet voor samenwerking op het gebied van internationaal recht, mondiale veiligheid, behoud van de mensenrechten, ontwikkeling van de wereldeconomie en onderzoek naar maatschappelijke en culturele ontwikkelingen en soms internationale conflicten Heeft verschillende suborganisaties Pagina 14 van 15

De Algemene Vergadering Voorzitter is de secretaris-generaal Kan resoluties en verklaringen geven Resoluties: uitspraken waarin het gedrag van een land wordt veroordeeld, niet bindend Verklaring: opstelling van basisprincipes die essentieel zijn voor internationale samenwerking De Veiligheidsraad Zorgt voor internationale veiligheid en vrede, besluit over uitvoering van resoluties 15 landen, 5 permanente leden (VS, RU, CH, FR, EN) met vetorecht (recht om de uitvoering van een resolutie te verbieden) Pagina 15 van 15