Statuten/Organiek reglement "Cultuurraad"

Statuten/Organiek reglement "Cultuurraad" Voor een goed begrip van het hierna volgende wordt verstaan onder: Het cultuurpact: de cultuurpactwet van 16 juli 1973. Het Decreet: het decreet van 13 juli 2001 betreffende het stimuleren van een kwalitatief en lokaal cultuurbeleid. Definities Organisaties met vrijwilligers : Alle culturele verenigingen, organisaties en instellingen, zowel private als publieke, die werken met vrijwilligers en een werking ontplooien op het grondgebied van de gemeente. Organisaties met beroepskrachten: Alle culturele verenigingen, organisaties en instellingen, zowel private als publieke, die werken met professionele beroepskrachten en een werking ontplooien op het grondgebied van de gemeente. Medewerkers van publieke instellingen verbonden aan de gemeente kunnen in de adviesraad zetelen zij het zonder stemrecht. Deskundigen: personen die over een bepaalde deskundigheid beschikken vanuit hun opleiding, beroepsbekwaamheid of engagement in de culturele sector. Het kunnen ook personen zijn die door hun meer specifieke kennis over een cultuurgerelateerd onderwerp een bijdrage kunnen leveren aan de cultuurraad. Erkenning Artikel 1: De volgende raad voor cultuurbeleid wordt vanaf haar aanstelling tot drie maanden na de installatie van de nieuwe gemeenteraad erkend als gemeentelijk adviesorgaan, in uitvoering van het decreet van 13 juli 2001. Doelstellingen: De gemeenteraad en het college van burgemeester en schepenen zullen de cultuurraad betrekken bij de voorbereiding en de uitvoering van het gemeentelijk cultuurbeleid. Artikel 2: De cultuurraad adviseert de gemeenteraad voorafgaandelijk aan de gemeentelijke besluitvorming en op haar vraag over de volgende aangelegenheden (cf. art. 4,1 tot en met 6, 8 en 10 van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming van de instellingen). De cultuurraad zal om advies gevraagd worden bij de opstelling en uitvoering van het cultuurbeleidsplan. Daarnaast heeft de cultuurraad de mogelijkheid om op eigen initiatief over alle beleidsdossiers, waarvan zij vindt dat culturele belangen in het geding zijn, advies uit te brengen aan de gemeenteraad of aan het college van burgemeester en schepenen. Het gemeentebestuur moet geen advies vragen over de opmaak van de gemeentelijke begroting. Artikel 3: De culturele raad heeft bovendien als opdracht: a) het verzamelen van documentatie en informatie over het culturele leven

b) het bevorderen en organiseren van overleg, coördinatie en samenwerking tussen de verschillende organisaties c) het stimuleren van de inspraak van de brede bevolking bij de opbouw van het gemeentelijk beleid in het betrokken beleidsdomein d) het bevorderen van de deelname van de ruimere bevolking -en inzonderheid van groepen in achterstandssituaties- aan het culturele werk e) het mogelijk maken of het zelf nemen van op de behoeften afgestemde initiatieven in de culturele sector. f) het medebeheer van de gemeentelijke culturele accommodaties, zoals bepaald in de artikels 8 en 9 van de cultuurpactwet van 16/7/1973 en zoals nader omschreven in de decreet van 13 juli 2001 houdende het stimuleren van een kwalitatief en integraal cultuurbeleid. Informatie-uitwisseling en overleg Artikel 4: Om de adviesfunctie van de cultuurraad mogelijk te maken zal het college van burgemeester en schepenen aan de cultuurraad de agenda van de gemeenteraad bezorgen. De schepen bevoegd voor cultuur zal aan de cultuurraad melding geven van de agendapunten van de vergadering van het college van burgemeester en schepenen die te maken hebben met de beleidsmateries waarvoor de cultuurraad adviesbevoegdheid heeft. Artikel 5: Wanneer het gemeentebestuur de cultuurraad om advies vraagt, zal hij bij de adviesvraag de nodige informatie voegen. Tevens hebben de leden van de adviesraad het recht om inzage te nemen in alle dossiers die betrekking hebben op de adviesvraag, tenzij er wettelijke bezwaren zijn. De schriftelijke verzoeken om informatie vanwege de culturele raad zullen binnen de 14 dagen beantwoord worden door de gevraagde informatie ter beschikking te stellen, ofwel door de wettelijke bezwaren tegen de informatieverstrekking mee te delen. Advies vragen Artikel 6: Het gemeentebestuur zal de vragen voor advies bij voorkeur schriftelijk stellen, met; a) een duidelijke omschrijving van de vraag b) opgave van wettelijke en financiële randvoorwaarden waarmee de adviesgever rekening moet houden c) opgave van de uiterste datum van inlevering van advies bij het gemeentebestuur Het gemeentebestuur zal de adviesraad minimaal een termijn van 6 weken geven, te rekenen vanaf de datum van aankomst van de adviesvraag bij de adviesraad. Slechts om uitzonderlijke redenen en omwille van de hoogdringendheid, kan het gemeentebestuur deze termijn gemotiveerd inkorten. In onderlinge afspraak tussen adviesraad en gemeentebestuur kan deze termijn ook verlengd worden. De maanden juli en augustus worden bij het berekenen van de termijn buiten beschouwing gelaten. Advies uitbrengen Artikel 7: De adviesraad zal de adviezen die hij uitbrengt bij voorkeur schriftelijk bezorgen aan het gemeentebestuur en in de adviezen melding maken van: a) de wijze waarop het advies tot stand kwam met een duidelijke opgave van welke betrokkenen op welke manier geconsulteerd werden b) de argumentatie die geleid heeft tot de standpuntbepaling in het advies

c) een duidelijke weergave van het standpunt van de adviesraad met vermelding van afwijkende meningen of van minderheidsstandpunten De tekst met adviezen, met vermelding van de stemverhoudingen, maakt steeds deel uit van het desbetreffende dossier dat wordt voorgelegd aan het college van burgemeester en schepenen. Beantwoorden van adviezen Artikel 8: Het gemeentebestuur zal binnen de termijn van zes weken te rekenen vanaf de datum dat het advies bij het gemeentebestuur toekwam een schriftelijk gemotiveerd antwoord bezorgen met melding van de procedure die het dossier nog verder moet volgen en de opgave van de datum wanneer een definitief antwoord aan de cultuurraad zal bezorgd worden. De maanden juli en augustus worden bij het berekenen van de termijn buiten beschouwing gelaten. Ondersteuning Artikel 9: Het gemeentebestuur zal de erkende raden voor cultuurbeleid ondersteunen door: a) in de gemeentelijke begroting jaarlijks een budget voor de financiering van de werking op te nemen. De controle op de aanwending van het budget zal gebeuren door het college van burgemeester en schepenen. b) administratieve en logistieke ondersteuning door de gemeentelijke diensten te voorzien, alsook door een ambtenaar ter beschikking te stellen voor het bijwonen van de vergadering van de adviesraad en het waarnemen van de secretariaatswerkzaamheden. c) De cultuurbeleidscoördinator zal op alle vergaderingen van de cultuurraad uitgenodigd worden. De concrete uitwerking hiervan zal gebeuren door het college van burgemeester en schepenen. Artikel 10: De cultuurraad ressorteert onder het college van burgemeester en schepenen. Ter dekking van de risico's 'Burgerlijke aansprakelijkheid', 'rechtsbijstand' en 'lichamelijke ongevallen', zal het college van burgemeester en schepenen de nodige verzekeringspolissen afsluiten voor de bestuursleden van de cultuurraad. Wijzigingen Artikel 11: Aan dit organiek reglement voor de cultuurraad, kunnen slechts door de gemeenteraad wijzigingen aangebracht worden, na voorafgaande bespreking met de betrokken adviesraad, die tevens moet gevraagd worden om een schriftelijk advies uit te brengen.

Huishoudelijk reglement voor de cultuurraad Artikel 1: Het huishoudelijk reglement regelt de interne werking van de cultuurraad en vormt de concretisering en aanvulling van het organiek reglement betreffende de gemeentelijke adviesraden voor cultuurbeleid. Artikel 2: Dit huishoudelijk reglement is slechts rechtsgeldig na bekrachtiging door de gemeenteraad. Doelstellingen Artikel 3: de cultuurraad heeft tot doel het bevorderen van geïntegreerd en integraal cultuurbeleid in het belang van alle inwoners van de gemeente Leopoldsburg. Om deze doelstelling te verwezenlijken zal de cultuurraad: a) op vraag van het gemeentebestuur en/of op eigen initiatief adviezen uitbrengen over alle aangelegenheden betreffende het cultuurbeleid in Leopoldsburg b) de activiteiten in deze sector coördineren, overleg en samenwerking tot stand brengen tussen verenigingen, diensten, instellingen en andere organisaties die actief zijn in de culturele sector in de ruimste zin van het woord. c) informatie en documentatie verzamelen over het culturele leven en de culturele behoeften in het werkingsgebied d) de inspraak stimuleren van de bredere bevolking bij de opbouw van het gemeentelijk cultuurbeleid e) de deelname bevorderen van de ruimere bevolking aan het cultureel werk f) op de behoefte afgestelde initiatieven nemen op het gebied van culturele animatie, het culturele welzijn en vorming bevorderen g) deelnemen aan het beheer of bestuur van de gemeentelijke infrastructuur overeenkomstig de ter zake geldende wetgeving h) autonoom werken en niemand uitsluiten vanwege zijn/haar ideologische of filosofische levensbeschouwing De cultuurraad is een democratisch orgaan, al haar leden dienen bijgevolg democratische principes te huldigen. Structuur Artikel 4: De cultuurraad is samengesteld uit een algemene vergadering, een dagelijks bestuur en twee permanente werkgroepen: het cultuurforum en het forum voor deskundigen en professionelen. De raad kan, indien zij dit nodig acht, ook andere, tijdelijke studiecommissies en werkgroepen oprichten. De cultuurraad ontwikkelt een open en pluralistische werking. Meerdere vertegenwoordigers van de culturele organisaties en andere geïnteresseerden kunnen regelmatig bij de werking van de cultuurraad betrokken worden via overlegvergaderingen en andere vormen van informatie, inspraak en participatie.

De algemene vergadering Samenstelling van de algemene vergadering Artikel 5: De algemene vergadering van de cultuurraad wordt samengesteld uit stemgerechtigde leden en waarnemers 5.1 De stemgerechtigde leden zijn: a) organisaties met vrijwilligers: één afgevaardigde van elke particuliere of publieke culturele organisatie/vereniging, die een actieve culturele werking kan aantonen binnen het werkgebied van de gemeente Leopoldsburg. Op de samenkomsten van de algemene vergadering en het cultuurforum kan de effectieve afgevaardigde vervangen worden door een vaste plaatsvervanger b) organisaties met beroepskrachten: één afgevaardigde vanuit alle professionele culturele diensten/instellingen op het grondgebied van Leopoldsburg (met uitzondering van deze verbonden aan de gemeente) c) deskundigen 5.2 Om een afgevaardigde te kunnen aanwijzen moeten de organisaties met vrijwilligers /beroepskrachten voldoen aan volgende voorwaarden: a) een schriftelijke aanvraag indienen bij het dagelijks bestuur van de cultuurraad. Indien ze beantwoorden aan de voorwaarden voor erkenning kunnen ze toetreden tot de algemene vergadering b) ten minste gedurende één jaar een werking ontplooien binnen het grondgebied van de gemeente c) jaarlijks een werkingsverslag indienen over het voorbije jaar d) kunnen aantonen dat zij tijdens het voorbije jaar ten minste 3 bestuursvergaderingen hebben gehouden en ten minste 4 culturele activiteiten voor de eigen leden (of eigen doelgroep) OF één culturele activiteit voor een ruim publiek organiseerden 5.3 De effectieve afgevaardigde, evenals de vaste plaatsvervanger, worden in volle vrijheid aangewezen door de betrokken culturele organisatie/vereniging en moeten voldoen aan de volgende voorwaarden: a) minimum 18 jaar oud zijn b) actief betrokken zijn bij de werking van de organisatie waarvoor hij/zij wordt aangeduid c) zich actief willen engageren om de doelstellingen van de cultuurraad te realiseren d) niet meer dan één organisatie vertegenwoordigen e) geen politiek mandaat bekleden (dit wil zeggen geen lid zijn van de gemeenteraad, OCMW-raad of het college van burgemeester en schepenen, ook provinciale, federale, nationale en Europese politieke mandatarissen mogen geen lid zijn van de cultuurraad) 5.4 Deskundigen moeten aan de volgende voorwaarden voldoen: a) schriftelijk een gemotiveerde aanvraag indienen t.a.v. de cultuurbeleidscoördinator. a) minimum 18 jaar oud en inwoner zijn van de gemeente Leopoldsburg b) beschikken over een bepaalde deskundigheid vanuit zijn of haar opleiding, beroepsbekwaamheid of engagement in de culturele sector. Het kunnen ook personen zijn die door hun meer specifieke kennis over een cultuurgerelateerd onderwerp een bijdrage kunnen leveren aan de cultuurraad c) zich actief willen engageren om de doelstellingen van de cultuurraad te realiseren

d) niet reeds een organisatie vertegenwoordigen e) geen politiek mandaat bekleden 5.5 Waarnemers met raadgevende stem zijn: a) de schepen van cultuur b) de cultuurbeleidscoördinator c) de diensthoofden van de gemeentelijke culturele instellingen d) de ambtenaar aangewezen door het gemeentebestuur ter ondersteuning van adviesraad De samenkomsten van de algemene vergadering zijn openbaar. De agenda en de vergaderdatum en plaats worden daarom ruim bekend gemaakt in de gemeente. Alle inwoners van de gemeente hebben spreekrecht op de samenkomsten van de algemene vergadering. Het stemrecht blijft voorbehouden aan de stemgerechtigde leden. 5.6 Alle stemgerechtigde leden zijn door hun mandaat onderworpen aan de volgende rechten en plichten: a) plichten van het stemgerechtigd lid: - onderschrijven van de doelstellingen van de cultuurraad en er zich toe verbinden om actief mee te werken aan de realisatie van het beleidsplan. - het bijwonen van de vergaderingen van de cultuurraad. Indien dit onmogelijk is, is het lid gebonden zich te verontschuldigen. De afgevaardigden van de culturele en particuliere verenigingen/organisaties kunnen zich laten vervangen door hun vaste plaatsvervanger - bewijzen dat men actief wenst mee te werken aan de cultuurraad door een bestuursfunctie op te nemen of te participeren in minstens één sectie of werkgroep van de commissie - van afgevaardigden van organisaties met beroepskrachten of vrijwilligers wordt verwacht dat zij zorgen voor een wederzijdse feedback t.o.v. hun achterban, dit met het oog op het opsporen van behoeften, ideeën en verwachtingen inzake cultuurbeleid b) rechten van een stemgerechtigd lid: - spreek- en stemrecht op de samenkomsten van de algemene vergadering en andere samenkomsten van de cultuurraad waarop het lid wordt uitgenodigd - inzagerecht in alle documenten en dossiers die de gemeente ter beschikking stelt aan de cultuurraad Procedure van samenstelling van de algemene vergadering Artikel 6: Aanvragen tot lidmaatschap worden gericht aan het secretariaat van de cultuurraad. Dit kan ten alle tijde gebeuren, doch ieder lidmaatschap dient hernieuwd te worden binnen de 3 maanden na aantreden van een nieuw gemeentebestuur. Deskundigen richten hun gemotiveerde aanvraag tot de cultuurbeleidscoördinator. Artikel 7: Het dagelijks bestuur van de cultuurraad onderzoekt de aanvragen van de organisaties met vrijwilligers en beroepskrachten en beslist binnen de maand of de afgevaardigde organisatie, het kandidaatlid en zijn/haar plaatsvervanger voldoen aan de onder artikel 5 gestelde voorwaarden. Bij discussie wordt de vraag voorgelegd aan de algemene vergadering.

De cultuurbeleidscoördinator onderzoekt de aanvraag van de deskundigen en legt hun kandidatuur ter goedkeuring voor aan het gemeentebestuur. Artikel 8: De duur van het lidmaatschap bedraagt maximaal 6 jaar. De mandaten vervallen telkens binnen de drie maanden volgend op de installatie van een nieuwe gemeenteraad. De organisatie van de nieuwe samenstelling wordt voorbereid door het dagelijks bestuur. Aan de leden wordt gevraagd zich opnieuw kandidaat te stellen. Tevens wordt via verschillende kanalen een oproep gedaan, zodat geïnteresseerde inwoners zich kandidaat kunnen stellen (als deskundige of als vertegenwoordiger van een organisatie met beroepskrachten/vrijwilligers). Einde lidmaatschap Artikel 9: Einde lidmaatschap: 9.1 het lidmaatschap van de afvaardigende organisatie met vrijwilligers of beroepskrachten of haar afgevaardigde eindigt door: a) ontslag uit de cultuurraad of uit de afvaardigende vereniging b) intrekking van de opdracht door de afvaardigende organisatie c) overlijden of rechtsonbekwaamheid d) het niet meer voldoen van de afvaardigende organisatie van beroepskrachten of vrijwilligers aan de gestelde voorwaarden (beschreven onder artikel 5) e) het niet meer voldoen van de afgevaardigde aan de gestelde voorwaarden (beschreven onder artikel 5) f) een niet-gemelde afwezigheid op drie opeenvolgende vergaderingen 9.2 Aan het lidmaatschap van een deskundige komt een einde door: a) ontslag uit de cultuurraad b) overlijden of rechtsonbekwaamheid c) niet meer voldoen aan de gestelde voorwaarden d) een niet-gemotiveerde afwezigheid op drie opeenvolgende vergaderingen Werking: Artikel 10: De algemene vergadering komt tenminste éénmaal per jaar samen en is openbaar. De samenkomsten van de vergadering worden ruim bekend gemaakt in de gemeente. Artikel 11: De samenstelling van de agenda gebeurt door het dagelijks bestuur. Op de agenda moet elk voorstel worden ingeschreven dat minstens één maand voor de samenkomst schriftelijk door een lid bij de voorzitter werd ingediend. Het dagelijks bestuur kan buitengewone vergaderingen beleggen telkens wanneer het dit nodig acht. Het dagelijks bestuur is verplicht over te gaan tot een algemene vergadering wanneer minstens twee van de stemgerechtigde leden daartoe schriftelijk een verzoek indienen bij de voorzitter met opgave van de te bespreken agenda. De gevraagde samenkomsten dienen dan plaats te vinden binnen de maand na het ingediende verzoek. Buitengewone vergaderingen op verzoek van de leden kunnen niet worden samengeroepen tijdens de maanden juli en augustus.

Artikel 12: De samenkomsten van de algemene vergadering worden voorgezeten door de voorzitter ; bij diens afwezigheid door de ondervoorzitter en als deze niet aanwezig is door het bestuurslid met de jongste leeftijd. Elke samenkomst begint met het voorleggen van de notulen van de vorige vergadering. De andere agendapunten worden besproken in de volgorde waarin zij voorkomen op de uitnodiging. Als een bepaald punt niet volledig afgehandeld kan worden, wordt het automatisch opnieuw opgenomen op de agenda van de volgende vergadering en als prioriteit behandeld. Artikel 13: De algemene vergadering kan geldige besluiten treffen of gemotiveerde adviezen geven als ten minste 1/3 van de stemgerechtigde leden aanwezig is. De leden kunnen zich op samenkomsten van de algemene vergadering laten vervangen door hun vaste plaatsvervanger. De besluiten worden genomen bij een gewone meerderheid van de geldige uitgebrachte stemmen. Als er op de eerste samenkomst onvoldoende stemgerechtigde leden aanwezig zijn, wordt een tweede vergadering bijeengeroepen die geldig kan beraadslagen ongeacht het aantal aanwezige stemgerechtigde leden. Het huishoudelijk reglement en de latere eventuele wijzigingen zijn slechts rechtsgeldig na bekrachtiging door de gemeenteraad. Artikel 14: Als er gestemd wordt over personen of functies of op verzoek van minstens 1/3 van de stemgerechtigde leden, gebeurt de stemming geheim en schriftelijk. In andere gevallen is de stemming publiek. Bij publieke stemming is de stem van de voorzitter van de vergadering beslissend bij staking van stemmen. Bij geheime stemming wordt het punt verworpen bij staking van stemmen. Wanneer er bij geheime stemming over personen staking van stemmen is, heeft een nieuwe stemronde plaats tussen de kandidaten met een gelijk aantal stemmen. Blijft deze stemronde ook onbeslist, dan is de jongste kandidaat gekozen. Artikel 15: Van elke zitting van de algemene vergadering wordt een verslag opgesteld door de ambtenaar, de notulen worden opgenomen in het register ad hoc en door de voorzitter en secretaris ondertekend, na goedkeuring op de volgende samenkomst. Elk lid ontvangt een verslag van de zittingen van de algemene vergadering één maand na de bijeenkomst. Conform de bepalingen van het organiek reglement worden de besluiten en gemotiveerde adviezen van de algemene vergadering binnen de vastgestelde termijn en volgens de voorgeschreven procedure opgestuurd naar de desbetreffende instanties. Op vraag van één of meer stemgerechtigde leden kan een minderheidsnota aan de adviezen worden toegevoegd. Minderheidsnota's maken een onafscheidelijk deel uit van de adviezen. Elke inwoner van de gemeente Leopoldsburg kan inzage krijgen in de verslagen en de documenten van de cultuurraad bij de gemeentelijke ambtenaar, die het secretariaat van de cultuurraad waarneemt. De werking en de adviezen van de cultuurraad worden bekend gemaakt aan de inwoners van de gemeente Leopoldsburg. Het dagelijks bestuur samenstelling: Artikel 16: Het dagelijks bestuur bestaat uit maximaal 16 stemgerechtigde leden: - maximum 8 leden uit organisaties met vrijwilligers, minimum 3 - maximum 3 leden uit het organisaties met beroepskrachten, minimum 1 - maximum 5 deskundigen, minimum 2 Er dient gestreefd te worden naar een evenwichtige vertegenwoordiging op basis van geslacht (minimumverhouding 1/3) en leeftijd.

16.1: De afgevaardigden uit de organisaties met vrijwilligers worden verkozen binnen het cultuurforum. Iedere afgevaardigde kan zich kandidaat stellen, mits hij/zij voldoet aan de voorwaarden geformuleerd in artikel 5 van dit reglement. 16.2: De deskundigen en de afgevaardigden van organisaties met beroepskrachten worden verkozen uit het forum voor deskundigen en professionelen. Elk lid van deze groep kan zich kandidaat stellen mits hij/zij voldoet aan de voorwaarden geformuleerd in artikel 5 van dit reglement. Bij de afvaardiging van leden uit deze werkgroep wordt gestreefd naar een evenwichtige vertegenwoordiging van de verschillende deelgebieden (erfgoed, kunsten, muziek, etc ) waarin de betreffende personen een deskundigheid bezitten. 16.3: Conform het cultuurpact kan het dagelijks bestuur worden uitgebreid met gecoöpteerden, wanneer hieromtrent een gemotiveerde vraag zou komen. Artikel 17: De vergaderingen van het dagelijks bestuur worden zonder stemrecht bijgewoond door: - de gemeentelijke ambtenaar, vermeld onder artikel 5, om het secretariaat van de cultuurraad waar te nemen - de schepen van cultuur - de cultuurbeleidscoördinator - tijdelijke waarnemers, specialisten aangewezen door het dagelijks bestuur Artikel 18: De duur van de mandaten in het dagelijks bestuur bedraagt maximaal 6 jaar. De bestuursmandaten vervallen op de eerstvolgende algemene vergadering, na de nieuwe samenstelling van de algemene vergadering zoals bepaald in artikel 8. De organisatie van de verkiezingen wordt voorbereid door de cultuurbeleidscoördinator samen met het uittredend dagelijks bestuur. Artikel 19: Bij het voortijdig wegvallen, om welke reden ook, van een dagelijks bestuurslid wordt de opvolging tot het einde van het betrokken bestuursmandaat geregeld door een tussentijdse verkiezing. 19.1 Voor een afgevaardigde uit het verenigingsleven gebeurt dit binnen het cultuurforum. 19.2 Voor afgevaardigde van organisaties met beroepskrachten of deskundigen gebeurt dit binnen het forum voor deskundigen en professionelen. Werking: Artikel 20: Het dagelijks bestuur vergadert minimaal 4 keer per jaar. Verder wordt de werking van het dagelijks bestuur geregeld volgens de bepalingen vermeld onder de artikels 13 tot 16, die ook gelden voor de algemene vergadering. In afwijking van deze artikels moet op de agenda van het dagelijks bestuur elk voorstel worden ingeschreven dat uiterlijk bij de start van de samenkomsten wordt ingediend door een stemgerechtigd of waarnemend lid van het dagelijks bestuur. Leden van het dagelijks bestuur kunnen zich op samenkomsten van het dagelijks bestuur niet laten vervangen door een plaatsvervanger. De samenkomsten van het bestuur zijn niet openbaar. Artikel 21: Het dagelijks bestuur is bevoegd om het dagelijks beheer van de cultuurraad te voeren. Het bepaalt de houding van de cultuurraad ten aanzien van dringende en actuele problemen, op

voorwaarde dat de algemene vergadering niet tijdig kan samengeroepen worden en onder voorbehoud van goedkeuring op de eerstvolgende algemene vergadering. Het dagelijks bestuur onderzoekt de aanvragen tot lidmaatschap (met uitzondering van de deskundigen), waakt over de representativiteit van de algemene vergadering en bereidt de nieuwe samenstelling van de cultuurraad voor, zoals bepaald in het huishoudelijk reglement. Het dagelijks bestuur stelt het ontwerp van begroting, de rekeningen, het jaarprogramma en - verslag op. Het is bevoegd over alle aangelegenheden die niet aan de algemene vergadering zijn toevertrouwd. De verkiezing van de voorzitter, ondervoorzitter en penningmeester gebeurt op het eerste dagelijks bestuur na de volledige hersamenstelling ervan. Alle stemgerechtigde leden van het dagelijks bestuur kunnen zich hiervoor kandidaat stellen. De voorzitter en de ondervoorzitter worden verkozen uit de verschillende permanente werkgroepen. Artikel 22: Elk jaar worden de rekeningen van het verlopen jaar en de begrotingen van het volgend jaar voorgelegd aan de algemene vergadering. Artikel 23: 23.1 De samenkomsten van het dagelijks bestuur worden voorbereid door de voorzitter en secretaris van de cultuurraad (o.a. opstelling van de agenda). 23.2 De taken van deze gemandateerde bestuursleden kunnen als volgt omschreven worden: a) de voorzitter zit alle vergaderingen van de cultuurraad voor en heeft de beslissende stem bij staking van stemmen. In samenspraak met het dagelijks bestuur roept hij de vergaderingen bijeen b) de ondervoorzitter neemt de taken van de voorzitter waar bij zijn afwezigheid c) de secretaris is verantwoordelijk voor het opstellen van de notulen van de algemene vergadering en van het dagelijks bestuur. d) de penningmeester is verantwoordelijk voor de financiële verrichtingen van de cultuurraad. Hij houdt een boekhouding bij. Werkgroepen Artikel 24: De cultuurraad heeft twee permanente werkgroepen, nl. het cultuurforum en het forum voor deskundigen en professionelen. Andere werkgroepen kunnen ten alle tijden opgericht worden indien de situatie hierom vraagt. De cultuurbeleidscoördinator wordt uitgenodigd op de vergaderingen van de werkgroepen. Het cultuurforum Artikel 25: Het cultuurforum 25.1 In het forum hebben alle aangesloten organisaties met vrijwilligers zitting. De verkozenen van deze werkgroep in het dagelijks bestuur vormen tevens het kernbestuur van dit cultuurforum. De werkgroep verkiest tevens autonoom een eigen voorzitter. 25.2 Bevoegdheden - de werkgroep bezit geen eigen adviesrecht, en dient al haar bevindingen voor te leggen aan het dagelijks bestuur.

- de werkgroep en haar kernbestuur kunnen autonoom beslissen over vergaderdata, maar melden de vergaderdata en overhandigen de verslagen van de vergaderingen aan het bestuur. - de werkgroep verkiest autonoom de afgevaardigden voor het dagelijks bestuur. Deze afgevaardigden zorgen voor de nodige feedback tussen de werkgroep en het dagelijks bestuur - de werkgroep kan autonoom andere tijdelijke werkgroepen oprichten - de werkgroep heeft tot haar taak de opvolging van alle zaken betreffende het algemene cultuurbeleid die van belang zijn voor het verenigingsleven Artikel 26: Organisaties die werken met beroepskrachten en vrijwilligers kunnen zelf kiezen of zij zich aansluiten bij het cultuurforum of het forum voor deskundigen en professionelen. Het forum voor deskundigen en professionelen Artikel 27: het forum voor deskundigen en professionelen 27.1 In het forum voor deskundigen en professionelen hebben deskundigen en alle afgevaardigden van organisaties met beroepskrachten zitting. De verkozenen van deze werkgroep in het dagelijks bestuur vormen het kernbestuur van het forum voor deskundigen en professionelen. Deze werkgroep verkiest tevens autonoom een eigen voorzitter. 27.2 Bevoegdheden - de werkgroep bezit geen eigen adviesrecht, en dient al haar bevindingen voor te leggen aan het dagelijks bestuur. - de werkgroep en haar kernbestuur kunnen autonoom beslissen over vergaderdata, maar melden de vergaderdata en overhandigen de verslagen van de vergaderingen aan het bestuur. - de werkgroep verkiest autonoom de afgevaardigden voor het dagelijks bestuur. Deze afgevaardigden zorgen voor de nodige feedback tussen de werkgroep en het dagelijks bestuur - de werkgroep kan autonoom andere tijdelijke werkgroepen oprichten - de werkgroep heeft tot taak de opvolging van alle zaken betreffende het algemene cultuurbeleid die van belang zijn voor het cultuurbeleid en de verschillende kunsttakken in het bijzonder. Vertegenwoordiging in het beheersorgaan van de V.Z.W. Cultureel Centrum Artikel 28: Met inachtneming van de cultuurpactwet en van de decreten en besluiten dienaangaande, worden permanente vertegenwoordigers van de cultuurraad in beheersorganen van culturele accommodaties verkozen door de algemene vergadering. Best wordt ook hier rekening gehouden met een vertegenwoordiging van de drie groepen aanwezig in het decreet (organisaties met vrijwilliger/beroepskrachten, deskundigen). Deze vertegenwoordiging wordt herzien bij een nieuwe verkiezing van het dagelijks bestuur van de cultuurraad.