Nele Janssens Studiedag 25 maart 2011 1
welkom Nele Janssens Studiedag 25 maart 2011 2
Kinderen en verlies Een kind hecht zich (hechting= het proces waarbij een kind voor zijn gevoel van welbevinden in toenemende mate afhankelijk wordt van een aantal personen, Bolwby) De hechting bepaalt mee de manier van rouwen Rouw wordt wel eens de keerzijde van de hechting genoemd Nele Janssens Studiedag 25 maart 2011 3
Rouw is het geheel van gevoelens, gedachten, gedrag; dat ontstaat ten gevolge van het permanent missen van iets dierbaars. Dat kan zijn een persoon, maar ook een object zoals een huis, een lichaamsdeel of een bepaalde wens of gedachte (Keijser, 1997) Nele Janssens Studiedag 25 maart 2011 4
Kinderen gaan anders om met verdriet en rouw dan volwassenen rouwen vaak later (uitgestelde rouw) In stukjes (afwisseling van verdriet en blijdschap) Het leven gaat door Kinderen willen zijn zoals anderen Kinderen zorgen op hun manier voor volwassenen Kinderen hebben vaak nood aan iets doen (vb.ritueel zoals ballon oplaten, kaarsje branden, ) De hulp van fantasie en spel Kinderen voelen aan dat er iets aan de hand is, ook al wordt het niet benoemd voelsprieten Kinderen reageren op verschillende manieren (lichamelijk, in gedrag, via emoties: angst, verdriet, schuld, boosheid, onverschilligheid, regressie maar ook maturiteit, wijsheid ) Nele Janssens Studiedag 25 maart 2011 5
Een ernstige ziekte treft het hele gezin Niet weten en niet mogen meedenken maakt een kind onzeker en bang Belangrijk dat een kind zoveel als mogelijk weet wat er aan de hand is en wat het te wachten staat Door eerlijk te zijn kan je onzekerheden, fantasieen en angsten wegnemen Nele Janssens Studiedag 25 maart 2011 6
Praten met een kind of klas, over de ziekte vraagt een degelijke voorbereiding Houd rekening met de ontwikkeling, de leeftijd en het karakter van het kind Besef dat gedurende het ziekteverloop kinderen zich geestelijk sneller ontwikkelen dan andere kinderen Nele Janssens Studiedag 25 maart 2011 7
Tot 2 jaar *Kinderen beseffen niet wat het inhoudt om zwaar ziek te zijn * ziekte is een abstract begrip * kleine kinderen koesteren zich het liefst in nabijheid van de ouders. Van hen gescheiden zijn is erg bedreigend Nele Janssens Studiedag 25 maart 2011 8
Tot 2 jaar *Ook tegen een jong kind is het belangrijk eerlijk en open te zijn vb. prik *meeleven *eerlijkheid schept vertrouwen *het kind krijgt ook het gevoel van vertrouwen als het een aantal keuzes zelf mag nemen vb. medicijnen met appelmoes of limonade? Nele Janssens Studiedag 25 maart 2011 9
Peuters en kleuters (2,5 tot 6 jaar) Begrijpen al beter wat ziek zijn betekent Bekijken de wereld vanuit hun eigen standpunt Leggen verbanden tussen twee dingen (ze brengen de ziekte ivm één speciale gebeurtenis) Nele Janssens Studiedag 25 maart 2011 10
Beter worden gaat voor hen vanzelf door zich aan de regels te houden Hebben de neiging om de schuld van het ziek zijn bij henzelf te zoeken (vb. het is een straf omdat ik broer geslagen heb) Hebben behoefte aan duidelijke uitleg en een goede voorbereiding op de onderzoeken en behandelingen Nele Janssens Studiedag 25 maart 2011 11
Lagere schoolkinderen (6-12 jaar) kinderen gaan verbanden leggen tussen verschillende gebeurtenissen Zij zien de ziekte als een reeks symptomen (niet langer het gevolg van 1 gebeurtenis) Zij begrijpen dat zij beter kunnen worden door hun medicijnen in te nemen en te doen wat de dokter zegt Nele Janssens Studiedag 25 maart 2011 12
Aan deze leeftijdsgroep kan al wat uitgebreider info gegeven worden Vergelijkingen spreken tot de verbeelding (vb. je lichaam heeft verschillende cellen met elk een andere taak, de kankercellen zijn lastpakken, ) Nele Janssens Studiedag 25 maart 2011 13
Secundair onderwijs (12+) Kinderen doorzien complexe verbanden Ze kunnen nadenken over zaken die zij niet zelf meegemaakt hebben Beschrijven hun ziekte vaak nog via symptomen als moe zijn, niet alles kunnen doen, maar begrijpen hoe het komt dat ze zich zo voelen Nele Janssens Studiedag 25 maart 2011 14
Oudere kinderen (16+) Vinden het soms moeilijk om met hun ouders te praten over hun ziekte en gevoelens ( o.a. losmaken tgo volledig afhankelijk) Zoeken hun uitlaatklep vaak bij medepatienten, verpleegkundigen, leerkracht, (dit kan soms pijnlijk zijn voor de ouders) Nele Janssens Studiedag 25 maart 2011 15
Gaan doen wat hen op dat moment beste lijkt Hebben hun ouders nodig maar gaan dit moeilijker toegeven Zullen ook eigen beslissingen willen nemen over de zorg en behandeling (kan voor ouders moeilijk zijn) Beroepen zich vaak op moderne media (vb. chatten met lotgenoten, blog aanleggen, ) Nele Janssens Studiedag 25 maart 2011 16
Hoe kan je helpen? Samenwerkingsverband Iedereen die betrokken is bij het ziekteproces vormt deel van een team. Een kind eerlijk vertellen wat er gaat gebeuren en éénvoudige beslissingen laten nemen, zorgt ervoor dat het zich mee verantwoordelijk kan voelen. Nele Janssens Studiedag 25 maart 2011 17
Blijven praten Kinderen en ziek zijn Praten houdt niet op bij het meedelen van de diagnose Laat het kind merken dat het steeds met vragen terecht kan Je kan maar met kinderen praten als de toestemming van de ouders hebt Stem de informatie die je geeft af op wat er gevraagd wordt Nele Janssens Studiedag 25 maart 2011 18
Vragen komen er Informatieve vragen: het wat, hoe en waarom van het ziek worden en het doodgaan Vragen over zorgen: schuld, angst, hun toekomst, Spirituele en filosofische vragen: ook kinderen denken na over wat er na de dood gebeurt Nele Janssens Studiedag 25 maart 2011 19
Communicatie met kinderen Belang om de keuze van tijdstip voor het gesprek, af te stemmen op de dringendheid van de behandeling Tijd is een abstract begrip en is moeilijk te bevatten voor kinderen (vb. met ankerpunten werken: kalender met klevertjes of symbooltjes, nog drie nachten slapen, ) Kinderen zijn zeer sfeergevoelig en hebben bijzondere waarnemingsantennes Nele Janssens Studiedag 25 maart 2011 20
Tracht het gesprek te houden op een bij voorkeur vertrouwde plek voor het kind Sluit aan bij wat het al weet Je weet dat Zorg dat de boodschap kort en krachtig is Toets af wat het kind ervan begrepen heeft, wat het nog wil weten Informeer kinderen over het praktisch verloop in de toekomst (vb. wie gaat in zh blijven of wie neemt de zorg voor de kinderen thuis op na school) Maak de wensen van de zieke kenbaar Nele Janssens Studiedag 25 maart 2011 21
Wat zeg je concreet (Manu Keirse): 1. Dat de persoon/het kind ernstig ziek is 2. Wat de naam van de ziekte is 3. Wat de gevolgen van de ziekte kunnen zijn 4. Dat de ziekte niet besmettelijk is 5. Hoe er verder voor het kind gezorgd zal worden 6. Dat het kind geen schuld treft aan de ziekte (ook ouders kunnen zich schuldig voelen!) Nele Janssens Studiedag 25 maart 2011 22
Nog enkele belangrijke principes op een rijtje Wees altijd open en eerlijk Maak onmiddellijk duidelijk dat het kind altijd terecht mag met vragen en verdriet (cfr. vertrouwenspersoon) Vraag het kind gerust of het ergens mee zit Praten is goed, maar laat zich niet dwingen Houd rekening met de leeftijd, de ontwikkeling en het karakter van het kind Maak duidelijk dat kanker en de behandeling ervan geen straf zijn Er zijn vragen waarop je het antwoord schuldig moet blijven Stimuleer het kind zich te uiten dmv spel, rollenspel, tekenen en schrijven Durf je eigen emoties tonen Beloof nooit iets dat je niet kunt waarmaken Niet elk kind heeft even veel behoefte aan een gesprek (en dit is ook zo voor volwassenen!) Het kind bepaalt het tempo niet de volwassene (groeiproces, wat heeft het kind zelf nodig, waar en bij wie voelt het zich veilig) Nele Janssens Studiedag 25 maart 2011 23
Durf stil staan bij de volgende vragen: - wat betekent deze situatie voor de mensen die voor u zitten? - Welke angsten en zorgen hebben deze mensen - Willen en kunnen zij dit al bespreken of houden ze de informatie liever voor zichzelf - Kunnen wij daar als hulpverlener respect voor opbrengen - Begrijpen we dat angsten en zorgen sterk bepalen hoe mensen reageren en dat de situatie een grote evolutie (proces) vraagt van alle medespelers - Beseffen we dat met gezinnen aan de slag willen/kunnen gaan rond kinderen en jongeren erg veel van hen vraagt. Dat het hen/ons kwetsbaar maakt. Dat het over HUN kinderen/jongeren gaat Nele Janssens Studiedag 25 maart 2011 24
Begeleiden van kinderen Belang van eigen verlieservaringen, eigen onmacht en eigen angsten Confrontatie met het levenseinde, gezin en kinderen Het kind in jezelf (h)erkennen Belang van steun in de omgeving, zowel thuis als op het werk Volgens je eigen tempo en mogelijkheden Nele Janssens Studiedag 25 maart 2011 25
1. Merk kinderen en jongeren op! 2. Kijk met liefde, niet vanuit een oordeel 3. Wees echt aanwezig, vanuit innerlijke rust 4. Volg het ritme van het gezin! 5. Er zijn geen pasklare antwoorden of tools (ieder gezin vraagt zijn aanpak, steeds gewoontes, interesseveld van gezin aanspreken) Nele Janssens Studiedag 25 maart 2011 26
6. Je mag/moet het niet zelf doen 7. Vertrouw op de veerkracht van het gezin! =de capaciteit om zich te ontwikkelen ondanks de aanwezigheid van factoren die beschadigend zouden moeten zijn geweest (B. Cyrulnik) cfr. parel die zich vormt in een oester 8. Begin telkens vanaf nul 9. Durf ook loslaten (je hebt niet altijd voldoende tijd/ soms moeten of kunnen we niets doen, het gezin staat niet open voor hulp, ) 10. Wat is mijn competentie? Nele Janssens Studiedag 25 maart 2011 27
Contact: Nele Janssens, klinisch psychologe Forum Palliatieve Zorg J. Vander Vekenstraat 158 1780 Wemmel 02/456.82.09 www. Forumpalliatievezorg.be nele.janssens@skynet.be Nele Janssens Studiedag 25 maart 2011 28
Einde Nele Janssens Studiedag 25 maart 2011 29