BESTEMMINGSPLAN LOCATIE ZANDWEG TE OOSTVOORNE 28 februari 2006
BESTEMMINGSPLAN LOCATIE ZANDWEG TE OOSTVOORNE Onderdeel I: Onderdeel II: plankaart voorschriften en bijzondere bepalingen toelichting 28 februari 2006
BESTEMMINGSPLAN LOCATIE ZANDWEG TE OOSTVOORNE Onderdeel II: voorschriften en bijzondere bepalingen 28 februari 2006
Inhoudsopgave pagina A. Algemene bepalingen Artikel 1. Begripsbepalingen 1 Artikel 2. Wijze van meten 3 Artikel 3. Dubbeltelbepaling 3 B. Voorschriften m.b.t. de afzonderlijke bestemmingen Artikel 4. Woondoeleinden (W) 4 Artikel 5. Voortuinen (vt) 5 Artikel 6. Tuinen (T) 5 Artikel 7. Verkeersdoeleinden (V) 6 Artikel 8. Water (Vw) 6 C. Overige voorschriften en bijzondere bepalingen Artikel 9. Algemene gebruiksbepalingen 7 Artikel 10. Toegelaten overschrijdingen 7 Artikel 11. Algemene vrijstellingen 8 Artikel 12. Overgangsbepalingen 8 Artikel 13. Strafbepaling 9 Artikel 14. Titel 9
A. Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsbepalingen In dit plan wordt verstaan onder: 1. het plan: het bestemmingsplan Locatie Zandweg te Oostvoorne van de gemeente Westvoorne, vervat in de plankaart en deze voorschriften; 2. de plankaart: de plankaart van het bestemmingsplan Locatie Zandweg te Oostvoorne, genummerd BP-LZO-2004, zijnde onderdeel I (plankaart); 3. bestemmingsvlak: een op de plankaart aangegeven vlak met eenzelfde bestemming; 4. bestemmingsgrens: een op de plankaart aangegeven lijn, die de grens vormt van een bestemmingsvlak; 5. kavel: een op de plankaart aangegeven vlak omsloten door kavelgrenzen en/of bestemmingsgrenzen waarbinnen een maximum bouw- en goothoogte staan aangegeven; 6. kavelgrens: een op de plankaart aangegeven lijn, die de grens vormt van een kavel; 7. peil: a. de hoogte van de kruin van de aangrenzende doorgaande weg; b. in andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte en/of bestaande bebouwde maaiveld; 8. bouwen: het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk; 9. bouwwerk: elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die op de plaats van bestemming hetzij direct of indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond; 10. gebouw: elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt; 11. bebouwing: één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde; 12. hoofdgebouw: een gebouw dat zowel in functioneel opzicht als voor wat betreft de maatvoering als belangrijkste gebouw is aan te merken; 13. bijgebouw: een vrijstaand of aangebouwd, afzonderlijk van het hoofdgebouw in ruimtelijke en functionele zin te onderscheiden gebouw, zoals een garage of berging; 1
14. kap: een bijzondere bouwlaag die geheel of gedeeltelijk door een dakconstructie is omgeven welke uit tenminste twee elkaar snijdende, hellende vlakken bestaat; 15. woning: een (gedeelte van een) gebouw dat dient voor de huisvesting van één huishouden; 16. aan huis gebonden beroep: het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, architectonisch, kunstzinnig, juridisch of een daarmee naar aard gelijk te stellen gebied, dan wel het uitoefenen van een beroep op medisch, paramedisch of therapeutisch gebied, welke in een woning en/of de daarbijbehorende bebouwing wordt uitgeoefend, waarbij geldt dat maximaal 40% van het vloeroppervlak van een woning voor een aan huis gebonden beroep mag worden gebruikt; 17. nutsvoorzieningen: voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, telefooncellen en apparatuur voor telecommunicatie; 18. automatenhal: iedere besloten ruimte waar meer dan twee speelautomaten of andere mechanische toestellen in de zin van artikel 30 van de Wet op de Kansspelen zijn opgesteld ten behoeve van het publiek; 19. prostitutiebedrijf: een bedrijf waar prostitutie het hoofdbestanddeel van de activiteiten vormt; 20. seksinrichting: de voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotische/-pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting wordt in elk geval verstaan: een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, een parenclub of een prostitutiebedrijf waaronder tevens begrepen een erotische massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar; 21. Burgemeester en Wethouders: Burgemeester en Wethouders van de gemeente Westvoorne. 2
Artikel 2 Wijze van meten Bij de toepassing van deze voorschriften wordt als volgt gemeten: 1. De goothoogte van een gebouw: de hoogte gemeten vanaf het peil als bedoeld in artikel 1 lid 7 tot de hoogst gelegen horizontale snijlijn van het uiterste buitengevelvlak en het dakvlak. 2. De bouwhoogte van een gebouw: tussen de bovenkant van het gebouw, met uitzondering van antennes, schoorstenen en andere ondergeschikte bouwdelen en het peil als bedoeld in artikel 1 lid 7. 3. De bouwhoogte van een bouwwerk, geen gebouw zijnde: tussen het hoogste punt van het bouwwerk en het peil als bedoeld in artikel 1 lid 7. Artikel 3 Dubbeltelbepaling Gronden die in aanmerking zijn of moeten worden genomen bij een te verlenen bouwvergunning mogen, behoudens intrekking van die bouwvergunning, niet nog eens bij een nieuwe aanvraag voor het verkrijgen van een bouwvergunning in aanmerking worden genomen. 3
B. Voorschriften m.b.t. de afzonderlijke bestemmingen Artikel 4 Woondoeleinden 1. De gronden, op de plankaart bestemd voor Woondoeleinden (W) zijn aangewezen voor: a. vrijstaande woningen met inbegrip van bijbehorende vrijstaande bijgebouwen, nutsvoorzieningen en andere nevenruimten, alsmede aan huisgebonden beroepen, met dien verstande dat woningen slechts zijn toegestaan indien per woning minimaal 2 parkeerplaatsen worden gerealiseerd op de desbetreffende kavel of op de bijbehorende voortuin, zijnde het aan de desbetreffende kavel grenzende vlak met de bestemming Voortuinen (vt) als bedoeld in artikel 5; b. parkeervoorzieningen; c. tuinen, groenvoorzieningen, water, oevervoorzieningen en in-, uit- en opritten ten behoeve van parkeervoorzieningen. 2. Op en onder de in lid 1 genoemde gronden mag slechts worden gebouwd ten behoeve van de aldaar genoemde bestemming, met dien verstande dat gebouwen, uitgezonderd kassen en tuinhuisjes, slechts zijn toegestaan indien zij in hoofdzaak met een kap worden afgedekt en met dien verstande dat gebouwen uitsluitend zijn toegestaan indien deze minimaal 3 meter vanaf de kavelgrens worden gesitueerd. 3. Voor de in de leden 1 en 2 genoemde gronden en bebouwing gelden de volgende maxima: a. gronden: maximum bebouwingspercentage voor gebouwen per kavel: 45%; b. gebouwen: maximum vloeroppervlak per kavel met inachtneming van het bepaalde onder a.: 350 m 2 ; maximum aantal woningen per kavel: 1; maximum bouwhoogte en maximum goothoogte woningen: zoals op de plankaart staat aangegeven; maximum bouwhoogte bijgebouwen: 7 meter; maximum goothoogte bijgebouwen: 3 meter; c. bouwwerken, geen gebouwen zijnde: maximum bouwhoogte: 1,8 meter. 4. In afwijking van het bepaalde in de leden 2 en 3 mag van de in lid 2 bedoelde minimumafstand vanaf de kavelgrens worden afgeweken indien twee aaneengesloten kavels worden samengevoegd tot één perceel, met dien verstande dat: a. uitsluitend mag worden afgeweken van de minimumafstand vanaf de kavelgrens die de desbetreffende kavels van elkaar scheidt; b. het maximum vloeroppervlak op deze kavels tezamen 350 m 2 is. 5. In afwijking van het bepaalde in lid 3 onder b. geldt voor woningen een maximale goothoogte van 6 meter ten behoeve van wolfsenden, balkons, loggia s en vergelijkbare ondergeschikte dakdelen. 4
Artikel 5 Voortuinen (vt) 1. De gronden, op de plankaart bestemd voor Voortuinen (vt), zijn aangewezen voor: a. voortuinen; b. voetpaden; c. water en oevervoorzieningen; d. ongebouwde parkeervoorzieningen en bijbehorende in- en uitritten. 2. Op de in lid 1 genoemde gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten behoeve van de aldaar genoemde bestemming worden gebouwd. 3. Voor de in de leden 1 en 2 genoemde gronden en bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende maxima: a. gronden: maximum bebouwingspercentage per voortuin: 5%; b. bouwwerken geen gebouwen zijnde: maximum bouwhoogte: 1,2 meter. Artikel 6 Tuinen (T) 1. De gronden, op de plankaart bestemd voor Tuinen (T), zijn aangewezen voor: a. tuinen; b. voetpaden; c. groenvoorzieningen, water en oevervoorzieningen; b. bij woningen en/of tuinen behorende vrijstaande bijgebouwen. 2. Op en onder de in lid 1 genoemde gronden mag slechts worden gebouwd ten behoeve van de aldaar genoemde bestemming, met dien verstande dat bijgebouwen, uitgezonderd kassen en tuinhuisjes, slechts zijn toegestaan indien zij in hoofdzaak met een kap worden afgedekt en met dien verstande dat bijgebouwen uitsluitend zijn toegestaan indien deze minimaal 3 meter vanaf de bestemmingsgrens worden gesitueerd. 3. Voor de in de leden 1 en 2 genoemde gronden en bebouwing gelden de volgende maxima: a. gebouwen: maximum vloeroppervlak per bestemmingsvlak: 60 m 2 ; maximum bouwhoogte bijgebouwen: 7 meter; maximum goothoogte bijgebouwen: 3 meter; d. bouwwerken, geen gebouwen zijnde: maximum bouwhoogte: 1,8 meter. 5
Artikel 7 Verkeersdoeleinden (V) 1. De gronden, op de plankaart bestemd voor "Verkeersdoeleinden" (V) zijn aangewezen voor: a. rijwegen en bijbehorende bermen; b. voetpaden; c. ongebouwde parkeervoorzieningen; d. openbare ruimte, groenvoorzieningen, water, bruggen, duikers en oevervoorzieningen. 2. Op de in lid 1 genoemde gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten behoeve van de aldaar genoemde bestemming worden gebouwd. 3. Voor de in de leden 1 en 2 genoemde gronden en bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende maxima: a. gronden: maximum bebouwingspercentage: 5%; b. bouwwerken geen gebouwen zijnde: maximum bouwhoogte: 5 meter. Artikel 8 Water (Vw) 1. De gronden, op de plankaart bestemd voor "Water" (Vw) zijn aangewezen voor: a. water; b. oevervoorzieningen, landhoofden en duikers. 2. Op de in lid 1 genoemde gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten behoeve van de aldaar genoemde bestemming worden gebouwd. 3. Voor de in de leden 1 en 2 genoemde gronden en bebouwing gelden de volgende maxima: a. gronden: maximum bebouwingspercentage: 1%; b. bouwwerken geen gebouwen zijnde: maximum bouwhoogte: 2 meter. 6
C. Overige voorschriften en bijzondere bepalingen Artikel 9 Algemene gebruiksbepalingen 1. Het is verboden de in het plan begrepen gronden en de zich daarop bevindende bebouwing te gebruiken op een wijze of tot een doel strijdig met de bestemming of de daarbij behorende voorschriften. 2. Onder verboden gebruik als bedoeld in lid 1 worden in elk geval begrepen het gebruik van gronden en/of bebouwing ten behoeve van automatenhallen, seksinrichtingen en prostitutiebedrijven. 3. Het College van Burgemeester en Wethouders verleent vrijstelling van het bepaalde in het eerste lid wanneer strikte toepassing daarvan leidt tot een beperking van het meest doelmatige gebruik die niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd. Artikel 10 Toegelaten overschrijdingen 1. Het is toegestaan de in dit plan aangegeven bestemmings- en/of bebouwingsgrenzen te overschrijden: a. ten behoeve van stoepen, stoeptreden, funderingen, plinten, pilasters, kozijnen, standleidingen voor hemelwater, gevelversieringen, wanden van ventilatiekanalen, schoorstenen en dergelijke delen van gebouwen, mits de overschrijding niet meer bedraagt dan 0,2 m; b. ten behoeve van gevel- en kroonlijsten, overstekende daken en dergelijke delen van gebouwen, mits de overschrijding niet meer bedraagt dan maximaal 1.0 m. 2. Het is toegestaan de in dit plan aangegeven maximale bouwhoogten te overschrijden ten behoeve van antennes, schoorstenen en andere ondergeschikte bouwdelen, mits deze overschrijding niet meer dan 2 meter bedraagt. 7
Artikel 11 Algemene vrijstellingen 1. Indien niet op grond van een andere bepaling van deze voorschriften vrijstelling kan worden verleend, is het College van Burgemeester en Wethouders bevoegd vrijstelling te verlenen van de desbetreffende bepalingen van het plan zodat: a. in het plangebied de volgende bebouwing wordt toegestaan: - gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen met een maximum bouwhoogte van 6 meter en een maximum vloeroppervlak van 25 m², alsmede - bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zoals gedenktekens, plastieken, vrijstaande muren, geluidwerende voorzieningen, bruggen, steigers, duikers en andere waterbouwkundige constructies, mits hiertoe gezamenlijk niet meer dan 2% van de totale oppervlakte van het plangebied wordt aangewend; b. geringe afwijkingen en niet gelegen binnen de 3 meter bebouwingsvrije zone uit de kavelgrenzen als bedoeld in artikel 4 lid 2, welke in het belang zijn van een ruimtelijk of technisch beter verantwoorde plaatsing van bouwwerken of welke noodzakelijk zijn in verband met de werkelijke toestand van het terrein, worden toegestaan, mits de afwijking in situering niet meer dan 2 meter bedraagt; c. de in de voorschriften toegestane maximale bouwhoogten en/of goothoogten met maximaal 10% worden overschreden; d. de bebouwingsgrenzen en/of bestemmingsgrenzen worden overschreden tot ten hoogste 2 meter ten behoeve van balkons, bordessen, luifels en andere ondergeschikte delen van gebouwen. Artikel 12 Overgangsbepalingen 1. a. Bebouwing welke op de eerste dag van de terinzagelegging van het ontwerp plan bestaat of nadien kan worden gebouwd met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Woningwet en in enigerlei opzicht afwijkt van het plan, mag gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd, mits daardoor geen grotere afwijking van het plan ontstaat; b. Bebouwing als bedoeld onder a. mag in geval van tenietgaan ten gevolge van een calamiteit worden herbouwd, mits de bouwvergunning binnen 2 jaar na tenietgaan is aangevraagd en mits daardoor geen grotere afwijking van het plan ontstaat. 2. a. Het gebruik of het in gebruik laten nemen van gronden en bouwwerken dat afwijkt van het plan op het tijdstip waarop het plan rechtskracht verkrijgt, mag worden voorgezet, met uitzondering van het gebruik dat reeds in strijd was met de tot dat tijdstip geldende bepalingen met betrekking tot het gebruik van gronden en bebouwing; b. Het is verboden het afwijkende gebruik te veranderen in andere vormen van gebruik, tenzij daardoor geen grotere afwijking van het plan ontstaat. 8
Artikel 13 Strafbepaling 1. Overtreding van het bepaalde in artikel 9 lid 1 en artikel 12, lid 2 onder b. wordt aangemerkt als een strafbaar feit, als bedoeld in artikel 6 van de Wet op de economische delicten. Artikel 14 Titel 1. Dit plan kan worden aangehaald onder de naam bestemmingsplan Locatie Zandweg te Oostvoorne. 9