Werkstuk Aardrijkskunde Schiermonnikoog

Vergelijkbare documenten
WIE EET WAT OP HET WAD

Bijlage VMBO-GL en TL

LESBRIEF ONDERBOUW VOORTGEZET ONDERWIJS - VMBO - BIOLOGIE ANTWOORDEN OPDRACHT 1 - MAASVLAKTE 2

Les met werkblad - biologie

Bijlage VMBO-KB. biologie CSE KB. tijdvak 1. Bijlage met informatie.

De Waddenzee - Informatie

Lees eerst informatie 1 tot en met 7 en beantwoord dan vraag 40 tot en met 52. Bij het beantwoorden van die vragen kun je de informatie gebruiken.

LESBRIEF ONDERBOUW VOORTGEZET ONDERWIJS - VMBO - BIOLOGIE OPDRACHTEN

Voordelta Een bijzondere zee

LESBRIEF ONDERBOUW VOORTGEZET ONDERWIJS - HAVO - BIOLOGIE OPDRACHTEN OPDRACHT 1 - MAASVLAKTE 2

Lesbrief. biologie NATUUR EN MILIEU OPDRACHT 1 - MAASVLAKTE 2

Lesbrief. biologie NATUUR EN MILIEU OPDRACHT 1 - MAASVLAKTE 2

Mens, natuur & milieu

Werkstuk door een scholier 2049 woorden 22 mei keer beoordeeld. Geschiedenis

Examentrainer. Vragen. De iep. De medicinale bloedzuiger

De Muy, De Slufter en Eierland

Voordelta Een bijzondere zee

LESBRIEF ONDERBOUW VOORTGEZET ONDERWIJS - HAVO - BIOLOGIE ANTWOORDEN OPDRACHT 1 - MAASVLAKTE 2

informatie: vogels steltlopers: scholekster

Wadden. Wat eet ik vanavond? Spelcircuit - quiz. VO onderbouw

Verslag buitenwandeling Zwin op 24/02/2017

3 Voedselweb van het wad

Voedselweb van strand en zee

Werkblad - Les 2 - Waterbouw en ecologie

Hoog en droog genoeg

natuurpunt WAL Wase Linkerscheldeoever Schor Ouden Doel

Instandhoudingsdoelen Nederlandse Natura gebieden

inhoud Zee, strand en duin 1. Zand 2. Zon en wind 3. Het duin 4. Dieren in het duin 5. Eb en vloed 6. De jutter 7. Schelpen 8.

... Hoe ziet een Rijke Noordzee eruit?

Bewoners. Noordzee. Introductie. Als de Noordzee een paspoort zou hebben dan zou het er zo uitzien:

Tussenresultaten De Zandmotor: Aanjager van innovatief kustonderhoud

Uitsterven of wegwezen

Vissen in het IJsselmeer. Romke Kats

De rustende grote meeuwen zijn deze keer niet op de parkeerplaats te vinden. Het ziet er heel verlaten uit.

Bewoners van de Noordzee

Bijlage VMBO-GL en TL

Werkstuk Biologie De dieren van het strand

Het streefbeeld voor 2030

Verslag Biologie Het IJsselmeer

DE GEWONE ZEEHOND. Huiler

De Noordzee HET ONTSTAAN

Kwelder. Woordenboekspel. Spel. VO onderbouw

Werkstuk Aardrijkskunde Broeikaseffect

Het g e h e i m van de w

De Muy en De Slufter. Wandelen. Paardrijden. Fietsen. In het Nationaal Park Duinen van Texel

Thema 2 Planten en dieren

Bijlage VMBO-GL en TL-COMPEX 2006

NATUURROUTES VAN NATUURMONUMENTEN

Het strand, kwallen en krabben

Eén jaar Zandmotor. Natuurontwikkelingen op een dynamisch stukje Nederland. Augustus Foto s en tekst: Leo Linnartz, ARK Natuurontwikkeling

Kreeftachtigen hebben meestal kleine ogen, waar ze maar weinig mee zien. Ze kunnen wel bijzonder goed ruiken.

LEERLINGENBLAD VAN:... NAAR DE HAAIEN! DOE-HET-ZELF LES BASISONDERWIJS GROEP 7 & 8 EEN WERELD VOL WATER

Symposium Op reis op de Boschplaat, 30 mei 2017 Over (broed)vogels in veranderende landschappen

Informatie: Waddeneilanden

Geschiedenis van de duinen

Kleine Zwaan. Reuzenstern

Een wal van zand, klei of steen die mensen beschermt tegen hoog water. De plek waar het rivierwater in de zee uitkomt.

Natuurherstel en ontwikkeling op de overgang van zoet naar zout

Bedreigingen. Broeikaseffect

Eilanden en biotische veranderingen in zee. Dr. ir. M.J. Baptist

College 5. Exoten, Zoogdieren, Wadvogels

Voedselweb van strand en zee

Bijlage VMBO-KB. biologie CSE KB. tijdvak 2. Deze bijlage bevat informatie.

Leerlijn Waddenzeeschool Voortgezet onderwijs

De duinen hebben een belangrijke functie in ons land:

Bijlage VMBO-KB 2006 BIOLOGIE CSE KB. tijdvak 1. Deze bijlage bevat informatie b

Probleemstelling: Wat zijn de bedreigende factoren voor de vissen in de Waddenzee? En welke is de meest bedreigende?

Camping Achter Port Zélande ligt camping Port Zélande. Deze camping ligt midden in de natuur met veel ruimte en rust. (tel ).

Leerlijn Waddenzeeschool Basisonderwijs. Algemene uitgangspunten waddenzeeschool

Zandmotor Delflandse Kust

Inhoud 1. De zee is groot 2. Zonder zee geen leven 3. Golven 4. De zee is zout 5. De zee en rivieren 6. De kleur van de zee

Haag - Rohrbeck. Luister naar de zee!

het strand, kwallen en krabben

informatie: schelpen - slakken

DE Hoek van Holland (ook genoemd de Beer") is door het graven van de

Planten en dieren in de duinen. Interactief verhaal

inh oud 1. Leven onder water 3 2. Dieren en planten 3. Vissen 4. Kwallen 5. Zoogdieren 6. Schaaldieren 7. Stekelhuidigen 8. Zeewier 9.

Beestige bundel van: 1

Bijlage VMBO-GL en TL

Van de 19 soorten zeehonden die er op de hele wereld zijn, leven er twee in de Waddenzee: de gewone en de grijze zeehond. Deze lesbrief gaat vooral

Lesbrief Geogids september 2012 vmbo onderbouw Bewegende Wadden

Watervogels het ganse jaar waar te nemen.


Vloed. Laagwater en Hoogwater

Watervogels en kustbroedvogels tussen Breskens en Braakmanhaven

Nederland Waterland Basisonderwijs

GEWONE ZEEHOND. Huiler

Sophiapolder. Een bijzonder natuureiland in het hart van de Drechtsteden. Foto Ruden Riemens

Welkom en introductie

De opvallendste waarnemingen uit de. Dollard zijn de hoge. kokmeeuwen (1602). Van deze 3 soorten. zijn dit de hoogste Januari-waarden

op een onbewoond eiland in de Waddenzee

Wadkanovaren.nl pdf versie

Texel Landschappelijke ontwikkelingen

Verslag Wadvogeltellingen langs de Wieringerkust.

Bijlage VMBO-GL en TL

De functie van het Balgzand als hoogwatervluchtplaats voor wadvogels II. aantallen vogels en hun verspreiding tijdens hoogwater

Galápagos-eilanden. Inleiding. Inhoudsopgave. 1. Algemeen

Werkblad Naut Thema 2: Planten en dieren

Kijk uit! Pas OP! LEERlingenblad van:... speurles. basisonderwijs groep 4, 5 & 6

Inhoud. Inleiding blz. 3. Wat is een fossiel? blz. 4. Hoe fossielen ontstaan blz. 5. Fossielen van zacht weefsel blz. 6. Zeedieren blz.

Transcriptie:

Werkstuk Aardrijkskunde Schiermonnikoog Werkstuk door een scholier 2771 woorden 23 mei 2001 6,8 54 keer beoordeeld Vak Aardrijkskunde Werkstuk naar aanleiding van een excursie Algemeen We zijn met de leerlingen van de biologieklas en enkele leraren naar het Waddeneiland Schiermonnikoog geweest op excursie. Het doel van deze excursie was om in het echt dingen te zien en te leren over het leven op het Wad en om praktijkonderzoekjes te doen voor het vak biologie. Op het eiland zien we de verschillende landschappen zowel op het droge als in het zeewater. We zien aan de noordzijde de Noordzee en aan de zuidzijde het Waddenlandschap. Eb en vloed hebben een belangrijke invloed op beide landschappen. (zie de hoofdstukken hieronder.) Het getij aan de kust, eb en vloed, is een verschijnsel dat zich voordoet door het regelmatig verlagen en verhogen van de zee oppervlakte, en het regelmatig heen en weer gaan van de watermassa. Oorzaak is de aantrekkingskracht tussen maan en zon enerzijds en de aarde anderzijds. De gemiddelde tijd tussen twee hoogwaterstanden is 12 uur en 25 minuten. Bij nieuwe- en volle maan wordt de aantrekkingskracht sterker. Dit heeft extreem laag- en hoog water tot gevolg, het zogenaamde "springtij". Bij een maanstand in het eerste- of vierde kwartier zijn de hoogte verschillen in de waterstand gering, het zogenaamde "doodtij". Is er bij springvloed storm landinwaarts, dan bestaat het gevaar voor stormvloed en overstroming van ingedijkte gebieden. Schiermonnikoog is het kleinst bewoonde waddeneiland: zestien kilometer lang en vier kilometer breed. Het bezit één woonkern, die eveneens Schiermonnikoog heet. Dit dorp is in 1760 gebouwd. Geschiedenis De oudst bekende bewoners van Schiermonnikoog zijn de lekebroeders van het cisterciënzer klooster Claercamp in het Friese Rinsumageest, die zich er in de middeleeuwen vestigden. Schiermonnikoog was een 'uithof', een soort agrarische nederzetting van dit klooster. Aan deze monniken ontleent het eiland zijn naam: 'schier' betekent grauw, naar de kleur van hun pijen. 'Oog' is eiland. De helft van de planten en bloemen die in de Nederlandse flora staan vermeld, is op het waddeneiland https://www.scholieren.com/verslag/werkstuk-aardrijkskunde-schiermonnikoog-1561 Pagina 1 van 7

Schiermonnikoog terug te vinden. Het grootste gedeelte van dit veelzijdige eiland is natuurgebied, je vindt er duinen, stranden, bossen, wad en een polder. De rust en de stilte hoeven dan ook niet gezocht te worden. Alleen de eilandbewoners mogen van hun auto's gebruik maken, de gasten moeten dit vervoermiddel achterlaten op de parkeerplaats in het Groningse Lauwersoog, vanwaar ook de boot vertrekt. Wad De slik- en zandplaten ten zuiden van het eiland vormen het wad. Tweemaal per etmaal staan ze droog en twee maal per etmaal overstroomt de vloed ze. Het opkomend water voert zand, slib en ander drijvend en zwevend materiaal mee vanuit de Noordzee. Doordat een deel van dit materiaal bij afgaand water in de Waddenzee achterblijft, worden de platen groter en hoger. De Waddenzee is rijk aan voedsel voor garnalen, krabben en allerlei vissoorten. Veel Noordzeevissen brengen er hun jeugd door. Maar de zeehond spreekt van de diersoorten in de Waddenzee het meest tot de verbeelding. Bij laag water kun je ze soms vanaf de veerboot op het wad zien rusten. Opvallender zijn de talloze vogels. Ook zij zijn voor hun voedsel afhankelijk van wat wad en Waddenzee bieden: wadpieren, schelpdieren, garnalen, krabben, vis. ledere vogelsoort verzamelt voedsel op zijn eigen wijze. Eidereenden duiken schelpdieren en krabben van de bodem op. Sterns vliegen boven het water en duiken als ze een visje zien. Bergeenden vangen slakjes in de bovenste sliklaag met een maaiende beweging van hun snavel. Scholeksters en wulpen steken hun snavel in de bodem, op zoek naar wadpieren of schelpdieren. Tegenwoordig komen er ook stoffen in de Waddenzee voor die, zeker in hoge concentraties, zeer schadelijk zijn. Ze worden in de grote rivieren geloosd en belanden via de kuststroom in de Waddenzee. Een van de gevolgen is een sterke groei van bepaalde alg- en wiersoorten, die het natuurlijk evenwicht verstoort. Dat doet ook te intensieve kokkel- en mosselvisserij. Dit alles met gevolg dat veel dieren in de Noord- en Waddenzee sterven. Het wad blijft mensen betoveren, met zijn altijd bewegende water, zijn steeds wisselende luchten, kleuren en stemmingen, zijn geuren en geluiden, vogels en schepen en over alles heen zijn overweldigende weidsheid. Bedreigingen van het Waddengebied. Gaswinning in het Waddengebied betekent een nieuwe bijdrage aan klimaatverandering en een aanzienlijk risico op vervuiling door ongelukken. De verbranding van fossiele brandstoffen levert een grote bijdrage aan de wereldwijd optredende klimaatverandering. https://www.scholieren.com/verslag/werkstuk-aardrijkskunde-schiermonnikoog-1561 Pagina 2 van 7

Volgens Greenpeace is het aanboren van nieuwe gas- en olievelden daarom onverantwoord. De milieuorganisatie wil een versnelde omschakeling naar schone energie (zon, wind en biomassa). De bedreigingen voor het Wad bestaan voornamelijk uit menselijke activiteiten zoals bijvoorbeeld: de inrichting van industriegebieden, het storten van al of niet verontreinigde baggerspecie (deze activiteit veroorzaakt vertroebeling van het water), het inrichten van baggerdepots voor de opslag van zwaar verontreinigde baggerspecie, overbevissing op mossels en andere schelpdieren, garnalenvisserij, die veel jonge vis als bijvangst verloren doet gaan, de altijd weer dreigende inrichting van nieuwe zeehavens. De waterverontreiniging hangt nauw samen met de vervuiling van de rivieren. Via de IJssel en het IJsselmeer komt door de spuisluizen in de Afsluitdijk vuil water in de Waddenzee. Door de grote rivieren zoals de Rijn, Maas en Schelde wordt via de getijdenstroom langs de Noordzeekust ook dat verontreinigde water naar de Waddenzee getransporteerd. Het storten van verontreinigd slib in het Marsdiep zorgt niet alleen voor chemische verontreiniging maar ook voor het verminderde doorzicht (vertroebeling) van het water. De zeehond op het Wad. Bij vloed stroomt de Waddenzee vol, bij eb stroomt veel van het water weer terug in de Noordzee. Door deze stromingen ontstaan diepe geulen en hoge banken. Dit maakt de Waddenzee tot een uniek ecosysteem: zeehonden leven er temidden van algen, wieren en zeegras, zandpieren, schelpdieren (o.a. mosselen, garnalen en krabben), vogels (eenden, meeuwen, strand- en oeverlopers) en vissen zoals schol, bot, schar, enzovoort. De droogvallende zandbanken vormen een belangrijke reden voor de zeehond om in de Waddenzee te blijven. Bij eb kunnen ze daar rusten en in de zon liggen: uit zonlicht maakt de huid vitamine D aan, en die is nodig voor de verharing. Zeehonden liggen altijd in groepen op een zandbank. Dat is veiliger: er is altijd een dier dat naderend gevaar ontdekt en alarm slaat. Bovendien is het belangrijk voor sociaal contact dat kan leiden tot de paring die in het water plaatsvindt. De jongen worden op een zandplaat geboren en gezoogd. Binnen zes uur moet een baby-zeehond kunnen zwemmen: bij vloed loopt alles weer onder water. Daar past de zeehond zijn leefgewoonten op aan. Strand & Duinen Het strand van Schiermonnikoog ligt aan de Noordzee kant van het eiland. Het is een vrij breed zandstrand, dat overgaat in een duinenrij. Het strand is erg geschikt voor recreatie. Duinvorming vindt plaats op het strand en in de zeereep, aan de Noordzeekant van het eiland dus. Water en wind voeren zand aan, dat neerdaalt in de luwte van biestarwegras en helm. Soms helpt de mens een handje met takkenschermen en helmaanplant. Nieuwe duintjes worden vaak aangetast door de herfststormen en verdwijnen dan al snel weer. Elke plantensoort stelt andere eisen aan zijn leefomstandigheden, aan klimaat, bodemgesteldheid en https://www.scholieren.com/verslag/werkstuk-aardrijkskunde-schiermonnikoog-1561 Pagina 3 van 7

afstand tot het grondwater. De ene houdt van zout water en veel wind, de andere heeft zoet water en luwte nodig. In de duinen kun je dat goed zien. Loop je dieper de duinen in, dan zie je de begroeiing veranderen. De invloed van zout water en zeewind neemt steeds verder af. Bovendien vormen plantenresten een humuslaag, die gebruikt wordt door nieuwe planten. Zo ontstaat een opeenvolging van pionierplanten, van biestarwegras en helm in de buitenste, jongste duinen tot struwelen van duindoorn, vlier, kamperfoelie en meidoorn in de oudere duinen. In de binnenste, oudste duinen speelt nog een ander proces mee. Het regenwater spoelde in de loop van de eeuwen de kalk uit het zand van die duinen weg. De kalkminnende planten die hier vroeger groeiden (zoals duindoorn), zijn grotendeels verdwenen en er zijn bijna alleen nog mossen overgebleven. Ook het verschil tussen noord- en zuidhellingen van duinen draagt bij tot de variatie in plantengroei. Oorzaak is de verschillende invloed van zon en wind. Als je duinhellingen vergelijkt met duinvalleien zie je dat tenslotte ook de afstand tot het (zoete) grondwater voor de plantengroei een bepalende factor is. In de duinen komen de meeste van de vele konijnen van het eiland voor. In het voorjaar gebruiken bergeenden veel konijnenholen als broedplaats. Besdragende struiken als meidoorn, duindoorn, vlier en braam bieden veel zangvogels voedsel en beschutting. Van de twee belangrijkste roofvogelsoorten van het eiland is de bruine kiekendief het meest te zien boven rietmoerassen en de blauwe in de duinen. Kwelders De kwelders van Schiermonnikoog liggen aan de wadkant van het eiland. Kwelders ontstaan door 'verlanding' van de wadbodem. Slikplaten worden steeds hoger doordat er slib op achterblijft dat door de vloed werd meegevoerd. Er gaan algen en kwelderplanten op groeien die ook weer slib vasthouden. Diepe slenken doorsnijden het kweldergebied. Zij voeren het zee- en regenwater van de kwelder af. De kwelder kent een overgang van zout naar zoet. Op de dagelijks door zeewater overspoelde delen van de kwelder groeien zoutminnende pionierplanten als zeekraal en slijkgras. De hogere delen van de kwelder overstromen alleen bij hoge vloed. Daar groeien planten als lamsoor, zeealsem en Engels gras. De grote Oosterkwelder is grotendeels na 1850 ontstaan. De Bancks Polder is een voorbeeld van een voormalige kwelder. Door de aanleg van de zeedijk is dit gebied zoet geworden en geschikt voor landbouw. Op de plaats van de Westerplas lag tot 1964 de Westerkwelder. In 1964 zijn om deze kwelder heen zanddij ken aangelegd. Sinds die tijd ontstaat tussen de jachthaven en het Rif een kleine nieuwe kwelder, het Aanwas. https://www.scholieren.com/verslag/werkstuk-aardrijkskunde-schiermonnikoog-1561 Pagina 4 van 7

Voedselketen in getijdengebieden Wadvogels en alle andere dieren en planten in zee zijn van elkaar afhankelijk. De een is het voedsel voor de ander. Kleine diertjes worden gegeten door grotere dieren, en die, op hun beurt, weer door nog grotere. Zo ontstaat een reeks van eten en gegeten worden: de voedselketen. Aan de basis staan microscopisch kleine plantjes, het fytoplankton. Deze groeien met behulp van zonlicht en meststoffen. Het fytoplankton wordt gegeten door het zogeheten zoöplankton, kleine diertjes, die net als het fytoplankton vrij in het water rondzweven. In getijdengebieden ligt de bodem zo dicht bij het wateroppervlak, dat bodemdieren zich ook rechtstreeks kunnen voeden met plantaardig plankton. Schelpdieren als mosselen en kokkels pompen het water door hun lichaam en filteren het plankton eruit. Op hun beurt worden bodemdieren gegeten door bodemvissen én wadvogels. Vogels op het Wad. Overal in de wereld zijn op het grensgebied van zee en land veel vogels te vinden. Dat is niet zo verwonderlijk, want kustgebieden zijn vaak rijk aan voedsel. De Waddenzee is een goed voorbeeld. Naar schatting 10 miljoen vogels maken jaarlijks gebruik van dit gebied. Sommige vogelsoorten verblijven er het hele jaar, andere komen er alleen om te broeden of te overwinteren of ze zijn op doortrek. Er zijn vijf grote groepen van wadvogels: steltlopers, ganzen, eenden, meeuwen en sterns. De steltlopers. De steltlopers zijn het talrijkst. Vele duizenden scholeksters, tureluurs, wulpen, rosse grutto's, en diverse soorten strandlopers en plevieren bevolken jaarlijks voor korte of langere tijd de Waddenzee en het deltagebied. Ze eten met laagwater allerlei bodemdieren. De ganzen. Ganzen als de rotgans en de brandgans zijn in de kustgebieden van de Noordzee voornamelijk wintergasten, die op de kwelders grazen. De Waddenzee vormt samen met het deltagebied de belangrijkste overwinteringsplaats voor de brandgans. In de tweede helft van maart trekken deze ganzen via de Duitse wadden en de Oostzee naar hun broedgebieden bij Nova Zembla. De eenden. Eendensoorten als smienten, wintertalingen, bergeenden en eidereenden voelen zich ook goed thuis in het waddengebied. De meeste eenden eten dierlijk voedsel, voornamelijk bodemdieren. De enige vegetariër is de smient, die kwelderplanten en zeewier eet. De meeuwen. Meeuwen kent iedereen. De zilvermeeuw en de kokmeeuw zijn de meest opvallende kustvogels in Nederland. Meeuwen zijn alleseters, die weten te profiteren van allerlei menselijke afvalbronnen om hun natuurlijk dieet (vis, schelpdieren, krabben, zeesterren) aan te vullen. De sterns. Sterns zijn in het Noordzeegebied typische zomergasten. In april en mei komen ze naar de Noordzee om te https://www.scholieren.com/verslag/werkstuk-aardrijkskunde-schiermonnikoog-1561 Pagina 5 van 7

broeden, en in de maanden augustus en september trekken ze weer weg naar het zuiden. De visdief en de noordse stern broeden verspreid in kolonies langs de hele Noordzeekust, terwijl de grote stern alleen in het zuidelijke, zandige deel van de Noordzeekust voorkomt. In het getijdengebied zijn de milieuomstandigheden voor vogels anders dan die op het land. Zo krijgen wadvogels met iedere hap voedsel ook zout naar binnen. Bij een eidereend is dat wel 50 gram zout per dag. Zoveel zout kunnen de nieren niet verwerken. Wadvogels scheiden het op een andere manier uit. Boven de ogen hebben ze klieren, die het teveel aan zout uit het bloed verwijderen. Getijdengebieden zijn natuurlijk ook natte milieus. Om zich warm en droog te houden hebben wadvogels een waterwerend verenkleed: de veren sluiten perfect om elkaar heen en zijn overdekt met een waterafstotende stof. Eten bij laagwater In en op de wadbodem komen bodemdieren in grote aantallen voor: soms meer dan één kilo "vlees" per vierkante meter. Dit voedsel is voor de meeste wadvogels alleen met laagwater bereikbaar. Het dagelijks ritme van de meeste wadvogels wordt dan ook niet bepaald door dag en nacht, maar door eb en vloed. Als het hoogwater wordt, trekken ze in grote zwermen naar plaatsen die niet overstromen, de zogeheten hoogwatervluchtplaatsen. Alleen de sterns en de duikende eendensoorten en aalscholvers kunnen ook met hoogwater naar voedsel zoeken. Specialisten Alle soorten wadvogels hebben hun eigen methodes om hun eten te bemachtigen. Daarbij speelt de vorm van de snavel een belangrijke rol. De scholekster heeft een beitelvormige snavel, waarmee hij schelpdieren kan openen. De wulp gebruikt zijn lange, omlaaggebogen snavel als een pincet: bodemdieren kunnen er goed mee worden vastgehouden en losgerukt. De uiterst dunne, iets opgewipte en horizontaal afgeplatte snavel van de kluut is geschikt om een horizontale maaibeweging mee door het slik te maken. Steltlopers met een lange snavel sporen hun prooi zowel op de tast als met het oog op. Veel bodemdieren laten sporen na en de vogels maken daar gebruik van. Op veelbelovende plekjes worden proefprikjes gemaakt. Daarbij komen de fijne tast- en smaakzintuigen op de snavelpunt goed van pas. De opgespoorde wormen en schelpdieren worden zodanig vastgepakt dat ze heelhuids bovengronds komen. Deze zorgvuldige behandeling is niet bedoeld om het arme prooidier onaangenaamheden te besparen, maar om er zoveel mogelijk van naar binnen te krijgen. Plevieren vangen hun prooi uitsluitend op het gezicht. Hun snavels lenen zich alleen voor oppervlakkig pikwerk. Met hun scherpe ogen kunnen ze zelfs tijdens maanverlichte nachten hun voedsel vinden. Sterns en aalscholvers zijn helemaal ingesteld op het vangen van vis. Sterns duiken vanuit de lucht naar hun prooi. De lange, puntige vleugels en de beweeglijke staartveren zorgen voor een grote wendbaarheid. Aalscholvers jagen zwemmend onder water op vis. Concurrentie Over een heel jaar genomen zijn er alleen al in het Nederlandse deel van de Waddenzee gemiddeld zo'n https://www.scholieren.com/verslag/werkstuk-aardrijkskunde-schiermonnikoog-1561 Pagina 6 van 7

700.000 wadvogels aanwezig. Al deze vogels moeten eten. Dit kan ertoe leiden dat de ene vogel het voedsel voor de snavel van de andere vogel wegkaapt. De verschillende wadvogelsoorten hebben echter ook verschillende aanpassingen om hun voedsel te vinden, en daarom ondervinden ze weinig directe concurrentie van elkaar. Steltlopers hebben snavels in allerlei soorten en maten, waarmee ze verschillende bronnen kunnen aanboren. De lengte van de snavel bepaalt welke prooien gevangen kunnen worden. Zo voeden wulpen, scholeksters en kanoetstrandlopers zich alle drie onder andere met strandgapers. De lange wulpensnavel kan strandgapers bereiken die tot 14 centimeter diep in de bodem zitten. Scholeksters komen niet dieper dan 8 centimeter, terwijl de kanoetsnavel niet verder reikt dan 3 centimeter. Zeeduizendpoten vormen het hoofdvoedsel voor kluten en zilverplevieren. Kluten zoeken ze in slibrijke bodem, terwijl zilverplevieren dezelfde prooi vooral in zandige gebieden vangen. Mensen en wadvogels De vogels van het kustmilieu hebben te maken met allerlei menselijke activiteiten op het aangrenzende land of de open zee. Wadvogels zijn populair bij mensen, en de indrukwekkende vogelzwermen worden zeer gewaardeerd. Alleen meeuwen worden soms bestreden, omdat ze schadelijk zouden zijn. Deze profiteren ook van open vuilnisbelten en de moderne landbouw. Maar vervuiling van hun leefgebied met olie en gifstoffen, inpolderingen, visserijactiviteiten, delfstoffenwinning en de toenemende recreatie brengen de wadvogels in de problemen. Conclusie Het eiland Schiermonnikoog is een prachtig eiland. Het is er erg rustig, vooral omdat je er niet met auto's mag rijden. Je kunt er recreëren en van de natuur genieten. Het eiland ligt in een van de mooiste natuurgebieden van Nederland. Het is echter een heel erg kwetsbaar gebied, dat door verschillende dingen wordt bedreigd. Dit betekent dat we met z'n allen erg zuinig moeten zijn op het Wad en de Waddeneilanden. Alleen dan kunnen wij en de mensen die nog na ons komen genieten van dit prachtige gebied. Voor dit werkstuk heb ik de volgende bronnen geraadpleegd: -Spectrum Grote Encyclopedie. -Vogels op het Wad. -Petersons Vogelgids. -Magazine van het Wereldnatuurfonds. -De Vereniging tot behoud van de Waddenzee. -Greenpeaceblad Ravage. -Bladen uit de bibliotheek. https://www.scholieren.com/verslag/werkstuk-aardrijkskunde-schiermonnikoog-1561 Pagina 7 van 7