DE ER-TOETS Flitsbijeenkomsten november 2015 Ameling Algra
DE ER-TOETS Waarom een aparte toets? Hoe ziet het eruit? Wat is anders dan vorig jaar? Regelgeving inclusief mondeling
WAAROM EEN ER-TOETS? Het is noodzakelijk om in het onderwijs te zorgen dat niet onnodige drempels worden opgeworpen voor leerlingen met een beperking. Bij een standaard rekentoets kunnen leerlingen met rekenproblemen niet goed laten zien wat zij wél kunnen; kunnen zij bij elke opgave struikelen over hun beperking. Daarom is een meer specifieke toets nodig. Een vrijstelling is niet een goede oplossing: ook voor deze leerlingen is het van belang dat hun vaardigheid verder wordt ontwikkeld.
HOE ZIET DE TOETS ERUIT? Waarin verschilt 3ER van 3F, 2ER van 2F, 2ER van 2A? Bij de ER-toets worden opgaven specifiek geselecteerd op niet te grote last bij het uitvoeren van rekenkundige handelingen (stap 4 uit de syllabus). 2ER is als 2F maar specifiek op de rekenhandelingen vereenvoudigd. 2A is ten opzichte van 2F, ten behoeve van de doelgroep, integraal eenvoudiger.
ER-PROBLEMEN 1. Situatie en probleem analyseren Probleem in dagelijks leven 2. Oplossingsstappen bepalen 3. Relevante gegevens bepalen Rekenkundig probleem 6. Juistheid van de oplossing controleren 4. Rekenkundige handelingen uitvoeren X Oplossing 5. Nabewerkingen uitvoeren Uitkomst
Verschil 2ER en 2A: Bij 2ER wordt op één stap bezuinigd: de geautomatiseerde rekenregels Bij 2A worden álle onderdelen meer in overeenstemming gebracht met de mogelijkheden van de student die niet een specifiek rekenprobleem heeft maar voor wie de opgaven integraal moeilijk zijn.
CONCREET VOOR 2015-2016 2ER bevat net als vorig jaar de (meest) geschikte opgaven uit 2F (regulier), uit het deel met rekenmachine 3ER bevat op dezelfde wijze de meest geschikte opgaven uit 3F (regulier), met rekenmachine. Voor 3ER is dat een verandering ten opzichte van vorig jaar (toen de opgaven uit 2F kwamen). Die verandering was nodig om 3ER binnen het referentieniveau te laten passen en lastige doorstroomregels te vermijden.
REGELS ER: GEEN GROTE VERANDERINGEN Dossier vermelding op cijferlijst Wisselen tussen regulier en ER: verruimd Rekenkaarten Doorstroomregels: (nog) niet
DOSSIER Het dossier is bij ER specifiek nodig omdat geen deskundigenverklaring vereist is. Daarom ligt bij de school meer verantwoordingsplicht. Het dossier is een zorgvuldige beschrijving van het voortraject dat leidde tot de keuze voor de ER-toets voor de leerling, en zou ook zonder regelgeving een onderdeel van goed schoolbeleid zijn maar staat in de regelgeving vanwege de verantwoording. Voorbeelden (geen voorschriften!) op examenblad.nl
VERMELDING OP CIJFERLIJST Het ER-cijfer komt mét aanduiding ER op de cijferlijst. Dus bij de ene leerling staat 7 3F, bij de ander 6 3ER. Aangepaste modellen cijferlijst volgen spoedig. Bij BB nog op een aparte bijlage, nodig vanwege de nog niet wettelijke status van 2A (geldt daarom bij BB voor zowel 2A als 2F en 2ER). Heeft de leerling zowel een ER- als een regulier resultaat waarmee hij kan slagen (of is hij met beide afgewezen), dan kiest hij welk van de twee op de cijferlijst komt. Kan een leerling alleen met ER slagen en is hij met regulier afgewezen (in 2016 alleen op het vwo mogelijk) dan MOET worden gekozen voor het cijfer waarmee hij geslaagd is.
WISSELING TUSSEN ER EN REGULIER Dit is verruimd: wisseling is toegestaan (naar ER uiteraard alleen als er een dossier is). Om te wisselen van en naar ER gelden géén cijfervoorwaarden. De bepaling dat een 6 voor ER nodig is om daarna regulier te doen, geldt alleen voor MBO.
REKENKAARTEN Geen veranderingen. Er is een standaard rekenkaart en een aanvullende. De standaard kaart mag onder voorwaarden ook bij bijvoorbeeld economie worden gebruikt. De aanvullende echt alleen bij de ER-toets. Rekenkaarten en andere info: http://www.examenblad.nl/onderwerp/er-toets/2016
DOORSTROOMGEVOLGEN In 2016 nog geen formele doorstroombeperkingen omdat het cijfer ook niet bij de uitslag wordt betrokken. Als er doorstroombeperkingen komen, worden die beperkt tot PABO en sommige lerarenopleidingen. Bij vwo telt het cijfer al wel mee maar zijn de doorstroomregels gelijk aan die voor de andere schooltypen. Dit laat onverlet dat de PABO (en andere opleiding) minder verstandig kan zijn voor zwakke rekenaars, waaronder de leerlingen die de ERtoets afleggen. De kans op uitval bij beroepsopleidinggerichte rekentoetsen is groot.
NIEUWE OPTIE: MONDELING DOOR CVTE Afzonderlijke presentatie