Parapluplan Parkeernormen Purmerend 2018

Vergelijkbare documenten
Paraplubestemmingsplan Parkeren

NOTITIE TOEPASSING PARKEERNORMEN

NOTA PARKEERNORMEN GEMEENTE PURMEREND Parkeernormen. en toepassingssystematiek

NOTITIE TOEPASSING PARKEERNORMEN. 1. Inleiding

Parkeernota Zaltbommel 2018

NOTITIE TOEPASSING PARKEERNORMEN

Nota parkeernormen 2016

B estem m in g sp lan Parap lu p lan Parkeren

bestemmingsplan Parapluplan parkeerregels Toelichting

bestemmingsplan Facetbestemmingsplan Parkeren Dinkelland

De procedure en de voorwaarden waaronder een beroep kan worden gedaan op de mogelijkheden van de gemeente is in deze Nota Parkeernormen beschreven.

PARAPLUBESTEMMINGSPLAN PARKEERNORMEN

Beleidsregel Parkeernormering gemeente Westland 2018

Nota Parkeernormen. Vastgesteld door het college van B en W op 16 juli Toepassing ASVV2012

bestemmingsplan Parapluplan parkeren Gemeente Doesburg

Zeist Paraplubestemmingsplan Parkeernormen Zeist BESTEMMINGSPLAN

vastgesteld gemeente Groningen - bestemmingsplan Facetherziening Parkeren 2

Zeist Paraplubestemmingsplan Parkeernormen Zeist BESTEMMINGSPLAN

Beleid Parkeerbehoefte, laad- en losruimte gemeente Waterland

Nota Parkeernormen 2015 gemeente Steenwijkerland

Toelichting bestemmingsplan Partiële herziening regeling parkeren in bestemmingsplannen Dordrecht

Bestemmingsplan. Parapluplan parkeren. Bodegraven-Reeuwijk

Parapluplan Parkeren Bodegraven-Reeuwijk

Paraplubestemmingsplan Parkeren. Gemeente Geertruidenberg Vastgesteld

Toelichting 5. Hoofdstuk 1 Inleiding Aanleiding Plangebied Geldende bestemmingsplannen 7

Beheersverordening. Partiële herziening parkeren Kern Nieuwerbrug. : NL.IMRO.1901.BVparkNieuwerbrug-BV80

Verkeer en vervoer 1 RAADSINFORMATIE inzake beleidsregels parkeren bij nieuwbouwprojecten

Nota Parkeernormen. Vastgesteld door het college van B en W op 10 maart Toepassing CROW (publicatie 317)

Partiële herziening Parkeren Kern Nieuwerbrug

PARAPLUBESTEMMINGSPLAN PARKEERNORMEN. bestemmingsplan NL.IMRO.1783.OPARKEERNORMENabp-ON01 ontwerp

R-MRM/2015/492 NOTA PARKEERNORMEN BOXMEER 2015 GEMEENTE BOXMEER. 2 december (Vastgesteld door de gemeenteraad op 29 januari 2015)

NOTITIE PARKEERNORMEN LAND VAN HEUSDEN EN ALTENA

Paraplubestemmingsplan parkeernormering

Nota zienswijzen en ambtshalve wijzigingen bestemmingsplan Parkeernormen

1.1. Bestemmingsplan: De geometrische bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende

Nota Zienswijzen. Samenvatting en beantwoording zienswijzen. Ontwerpbestemmingsplan Facetherziening Parkeren

Toelichting Vastgesteld paraplubestemmingsplan Parkeernormen auto en fiets NL.IMRO.0342.PPSOE september 2014

Notitie parkeren bestemmingsplan Goedentijd 21b 23 te Alphen

Parkeeranalyse ontwikkeling gezondheidscentrum Hazenkamp aan de Vossenlaan in Nijmegen

Bestemmingsplan. Parkeernormen

Gemeente Delft VERZONDEN 2 2 FEB J.M. van Bijsterveldt-Vliegenthart. . T. W. Andriessen Ls. Geachte leden van de raad,

RAADSVOORSTEL EN ONTWERPBESLUIT

Onderbouwing parkeerbalans (her)ontwikkeling Schalkstad

Nota parkeernormen Winterswijk

Toelichting Ontwerp parapluplan Parkeernormen auto en fiets NL.IMRO.0342.PPSOE juni 2014

7 Parkeren op orde: Parkeernormen en parkeereis

Beheersverordening Koudekerk aan den Rijn 2018

beheersverordening Natte natuurparel, Eerste Zeine (incl. parkeren) vastgesteld

Parkeerbalans supermarktontwikkeling Alblasserdam

Stedelijke Ontwikkeling. Plannen & Projecten. Gemeente Vlaardingen. De heren Boers en Hoogendijk VLAARDINGEN. Geachte heren Boers en Hoogendijk,

Parkeerkundige onderbouwing bestemmingsplan ABC-gebouw Nieuwpoortstraat, Amsterdam

Raadsvergadering d.d. : 29 september 2016 Agendanr.: 6c. : Bouwen, wonen & milieu

Nota parkeernormen Gemeente Meppel

VASTGESTELD PARAPLUHERZIENING PARKEREN GOUDA

Titel, Opdrachtgever pagina 1

Inhoudsopgave Toelichting

Bestemmingsplan Parapluherziening (fiets)parkeren. Vastgesteld

Parkeren en Duurzaamheid Belvédère Maastricht Ontwerp-beleidsregel

Beleidsregels toepassing parkeernormen gemeente Eindhoven, Maart 2012

Beheersverordening Krommeniedijk

NOTITIE VERKEER EN PARKEREN KROMHOUT/WARMOEZIERSPAD TE DORDRECHT

RAADSVOORSTEL EN ONTWERPBESLUIT

Parapluplan parkeren en duurzaam bouwen

Second opinion parkeerbalans 'Het Overbos'

Beleidsregels ontheffing parkeernormen bestemmingsplan Stadscentrum

GEMEENTE WESTLAND RAADSVOORSTEL

Overzicht aanvullingen Addendum op Parkeerbeleidsplan

Memo. M. van Kordelaar. M. Corsel

Verkeerstoets bouwplan Oranjezicht Monnickendam. 2 Voorgenomen ruimtelijke ontwikkeling

MEMO Parkeeronderzoek Project Kerkweg-Oost te Waddinxveen

Parkeervraag ontwikkeling Beresteijn in Voorschoten. Uitgangspunten rond buitenplaats Beresteijn zijn gewijzigd

Achtergrond In Cadzand-Bad (gemeente Sluis) worden de volgende ontwikkelingen voorbereid:

Parkeerbalans ontwikkeling Parkstaete Hattem

1 Inleiding. Parkeerbehoefte Badhoevedorp Centrum. Figuur 1.1: Locatie plangebied. Gemeente Haarlemmermeer. 16 april 2018 HMR380/Bkd

Nota parkeernormen. gemeente Overbetuwe 2016

Onderbouwing parkeereis verpleeghuis Leiden

1.1. Bestemmingsplan: De geometrische bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende

B&W-voorstel. 1) Status

10 e Wijzigingsplan Bestemmingsplan Binnenstad

Ruimtelijke onderbouwing bij Wabo Projectbesluit

Nota van beantwoording zienswijzen

In de voorliggende notitie is onderbouwd hoe in de parkeerbehoefte van het zwembad in Hart van Zuid wordt voorzien.

Bestemmingsplan Parallelweg 54, Bergen op Zoom STATUS: VASTGESTELD

PARKEERVOORZIENING HOF VAN HOLLAND HILVERSUM PARKEERBALANS

Bestemmingsplan Binnenstad 2009, 1 e partiële herziening

Expertsessie Parkeren. Expertsessie Parkeren. 31 mei 2016

Nota parkeernormen. gemeente Overbetuwe 2014

Bestemmingsplannen, en de nieuwe regels rondom parkeren. Zijn uw bestemmingsplannen op 1 juli 2018 Raad van State proof?

Montfoort Paraplubestemmingsplan parkeernormen Montfoort BESTEMMINGSPLAN

inzake Parkeren In Morgenstond Midden tussen Hoogeveenlaan-Leyweg te

Parkeren. Met innovatieve concepten plannen haalbaar maken. Ernst Bos Maaike de Wit. DVDP parkeren 1

Verkeersanalyse winkelcentrum Sterrenburg Dordrecht


Voorstel van het college inzake wijzigingen/aanvullingen op de nota parkeernormen Den Haag

Wim Bijl (Veenstede Vastgoedontwikkeling BV) Hans Godefrooij

Gemeente Gemert-Bakel

Beheersverordening Paraplubeheersverordening Parkeren

NOTITIE PARKEREN AALBURG, WERKENDAM EN WOUDRICHEM

Parapluplan parkeren (analoog)

11. Parkeernormen De bouwverordening en parkeernormen Parkeernormen en aanwezigheidspercentages

Transcriptie:

Parapluplan Parkeernormen Purmerend 2018 bestemmingsplan ex artikel 3.1 Wro Status: vastgesteld Gemeente Purmerend Domein Ruimtelijke Ontwikkeling ID-code: NL.IMRO.0439.BPPARKEREN-va01 Procedure: Terinzagelegging ontwerp Vaststelling door raad: 26 oktober tot en met 6 december 2018 28 februari 2019

2 Parapluplan Parkeernormen Purmerend 2018

Inhoudsopgave Toelichting Hoofdstuk 1 5 Inleiding 7 1.1 Aanleiding 7 1.2 Ligging plangebied 7 1.3 Vigerend bestemmingsplan 7 1.4 Leeswijzer 7 Hoofdstuk 2 Beleidskader Hoofdstuk 3 Uitvoerbaarheid 9 11 3.1 Economische uitvoerbaarheid 11 3.2 Maatschappelijke uitvoerbaarheid 11 Hoofdstuk 4 Juridische planbeschrijving 13 4.1 Planvorm 13 4.2 Bestemmingsregeling 14 Bijlagen bij de toelichting 15 Bijlage 1 16 Nota Parkeernormen Regels 53 Hoofdstuk 1 Inleidende regels 55 Artikel 1 Begrippen 55 Hoofdstuk 2 Algemene regels 57 Artikel 2 Overige regels 57 Artikel 3 Algemene gebruiksregels 58 Artikel 4 Anti-dubbeltelregel 59 Hoofdstuk 3 Overgangs- en slotregels 61 Artikel 5 Overgangsrecht 61 Artikel 6 Slotregel 62 Parapluplan Parkeernormen Purmerend 2018 3

4 Parapluplan Parkeernormen Purmerend 2018

Toelichting Parapluplan Parkeernormen Purmerend 2018 5

6 Parapluplan Parkeernormen Purmerend 2018

Hoofdstuk 1 Inleiding 1.1 Aanleiding Het bestemmingsplan 'Parapluplan Parkeernormen Purmerend 2018' is een zogenaamd paraplubestemmingsplan. Een paraplubestemmingsplan is een gedeeltelijke herziening van meerdere bestemmingsplannen. Het bestemmingsplan 'Parapluplan Parkeernormen Purmerend 2018' past en/of vult op slechts één aspect diverse bestemmingsplannen aan. Dit bestemmingsplan voorziet voor alle bestemmingsplannen die geen eigen parkeerregeling hebben opgenomen, in een regeling voor parkeren. Voor het overige blijven de desbetreffende bestemmingsplannen van kracht. Op grond van de op 29 november 2014 in werking getreden 'Reparatiewet BZK' vervallen uiterlijk op 1 juli 2018 de stedenbouwkundige voorschriften uit de 'Purmerendse bouwverordening'. Eén van die voorschriften betreft het realiseren van voldoende parkeergelegenheid bij ruimtelijke ontwikkelingen. Om dat te kunnen blijven borgen moeten voortaan ruimtelijke plannen daarvoor een regeling bevatten. Dit geldt per direct voor ruimtelijke plannen die zijn vastgesteld na de datum van inwerkingtreding van de Reparatiewet BZK. Voor oudere ruimtelijke plannen blijven de voorschriften van stedenbouwkundige aard uit de Purmerendse bouwverordening op basis van overgangsrecht gelden tot 1 juli 2018. In de gemeente Purmerend bevatten nog niet alle bestemmingsplannen een parkeerregeling. Dit betekent dat zonder extra maatregelen er op termijn gebieden in Purmerend ontstaan waar het niet meer mogelijk is om af te dwingen dat er voorzien wordt in voldoende parkeergelegenheid bij ruimtelijke ontwikkelingen. Om dat te voorkomen bereidt de gemeente Purmerend nu het paraplubestemmingsplan 'Parapluplan Parkeernormen Purmerend 2018' voor. Het bestemmingsplan 'Parapluplan Parkeernormen Purmerend 2018' heeft als doel te zorgen voor een toetsingskader om te kunnen bepalen of er sprake is van voldoende parkeergelegenheid bij nieuwe bouwontwikkelingen en/of gewijzigd gebruik. Met dit bestemmingsplan wordt een uniforme regeling voor parkeren voorgestaan, betrekking hebbend op ruimtelijke plannen zonder regeling. 1.2 Ligging plangebied Onderhavig bestemmingsplan heeft betrekking op het gehele grondgebied van de gemeente Purmerend. Het plan geeft regels op het gebied van parkeren voor de gemeentelijke bestemmingsplannen. 1.3 Vigerend bestemmingsplan Binnen het plangebied van het 'Parapluplan Parkeernormen Purmerend 2018' gelden vele bestemmingsplannen, uitwerkingsplannen en wijzigingsplannen. Het bestemmingsplan 'Parapluplan Parkeernormen Purmerend 2018' past een deel van deze ruimtelijke plannen aan voor wat betreft de de plannen die nog geen regeling bevatten. Dit bestemmingsplan vult die ruimtelijke plannen aan, uitsluitend voor wat betreft een regeling voor parkeren. Voor het overige blijven de genoemde ruimtelijke plannen van kracht. 1.4 Leeswijzer Hoofdstuk 2 geeft een samenvatting van het relevante actuele beleidskader. In hoofdstuk 3 wordt ingegaan op de uitvoerbaarheid. In hoofdstuk 4 wordt een toelichting gegeven op de gekozen planvorm en de gedachten die ten grondslag liggen aan de juridische regeling zoals deze op de plankaart en in de regels is opgenomen. Parapluplan Parkeernormen Purmerend 2018 7

8 Parapluplan Parkeernormen Purmerend 2018

Hoofdstuk 2 Beleidskader Nota Parkeernormen gemeente Purmerend 2016 Dit bestemmingsplan verwijst voor de te hanteren normen voor parkeren naar de 'Nota Parkeernormen gemeente Purmerend 2016'. Deze nota is als bijlage 1 bij de toelichting gevoegd. De gemeenteraad van Purmerend stelde deze nota op 26 mei 2016 vast. De beleidsregels in de nota werken de behoefte ten aanzien van parkeren bij een bepaald gebruik (de parkeernormen) nader uit. Ook beschrijft de nota de manier waarop in deze behoefte voorzien kan/moet worden. Het bevoegd gezag kan besluiten om de hiervoor genoemde nota te wijzigen. Daardoor ontstaat de nodige flexibiliteit ten aanzien van de parkeernormen, zonder dat het noodzakelijk is om het bestemmingsplan te wijzigen. Parapluplan Parkeernormen Purmerend 2018 9

10 Parapluplan Parkeernormen Purmerend 2018

Hoofdstuk 3 Uitvoerbaarheid De gemeente mag op basis van de Wet ruimtelijke ordening alleen meewerken aan planontwikkelingen die haalbaar en uitvoerbaar zijn. Ingevolge artikel 3.1.6 Bro dient de toelichting van een bestemmingsplan inzichten te bevatten over de uitvoerbaarheid van een plan. 3.1 Economische uitvoerbaarheid Het bestemmingsplan heeft uitsluitend betrekking op een regeling voor parkeren, stallen, laden en lossen. Dit heeft geen gevolgen voor de economische uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan. De door de gemeente te maken kosten bestaan uitsluitend uit plankosten en de kosten van onderzoek, dat nodig is met het oog op de voorbereiding van het plan. Deze uitgaven komen ten laste van de algemene middelen van de gemeente. Omdat het voorliggend plan niet voorziet in een bouwplan als bedoeld in artikel 6.12, eerste lid Wro, hoeft geen exploitatieplan te worden vastgesteld. Er doet zich dus geen mogelijkheid voor van kostenverhaal als bedoeld in afdeling 6.4 van de Wro. 3.2 Maatschappelijke uitvoerbaarheid 3.2.1 Overleg ingevolge artikel 3.1.1 Bro Artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) schrijft voor dat een bestuursorgaan dat belast is met de voorbereiding van een ruimtelijk plan, daarbij overleg pleegt met de besturen van betrokken gemeenten en waterschappen en met die diensten van Rijk en provincie die betrokken zijn bij de zorg voor de ruimtelijke ordening of belast zijn met de behartiging van belangen welke in het plan in het geding zijn. Artikel 3.1.6 Bro bepaalt daarnaast dat in de toelichting de uitkomsten van dit overleg worden beschreven. Het bestemmingsplan Parapluplan Parkeernormen Purmerend 2018 raakt geen belangen van andere instanties. Het bestemmingsplan ziet namelijk alleen op het overhevelen van een regeling voor parkeren uit de Purmerendse bouwverordening naar het bestemmingsplan. Daarom is er geen wettelijk vooroverleg gevoerd. 3.2.2 Inspraak ingevolge Algemene inspraakverordening gemeente Purmerend De Algemene Inspraakverordening van de gemeente Purmerend bepaalt dat elk bestuursorgaan ten aanzien van zijn eigen bevoegdheden kan besluiten of inspraak wordt verleend bij de voorbereiding van gemeentelijk beleid. In het onderhavige geval is geen inspraak verleend omdat het plan uitsluitend voorziet in een juridische borging van de reeds vastgestelde gemeentelijke parkeernormen. Om deze reden is het plan direct als ontwerp ter inzage gelegd. 3.2.3 Overleg ingevolge artikel 3.8 Wro Artikel 3:8 Wro bepaalt dat op de voorbereiding van een bestemmingsplan afdeling 3:4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is. Deze afdeling bevat bepalingen rond de Uniforme openbare voorbereidingsprocedure. Het ontwerp van dit bestemmingsplan heeft ter inzage gelegen van 26 oktober tot en met 6 december 2018. De kennisgeving is in het Purmerends Nieuwsblad en de Staatscourant van 25 oktober 2018 geplaatst. Er zijn in die periode geen zienswijzen naar voren gebracht. Parapluplan Parkeernormen Purmerend 2018 11

12 Parapluplan Parkeernormen Purmerend 2018

Hoofdstuk 4 Juridische planbeschrijving Dit hoofdstuk bevat de toelichting op de gekozen planvorm, die van een gedetailleerd bestemmingsplan. Tevens geeft het inzicht in de overwegingen die aan de juridische regeling ten grondslag hebben gelegen. 4.1 Planvorm Het onderhavige plan voorziet in een actueel en adequaat juridisch kader voor ontwikkeling en beheer van het plangebied. Het is een plan op basis van artikel 3.1 Wet ruimtelijke ordening, opgesteld conform de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen 2012 (SVBP2012). 4.1.1 Algemeen Elke ruimtelijke functie trekt een bepaalde hoeveelheid verkeer aan en genereert daarmee een parkeerbehoefte. Bij ruimtelijke ontwikkelingen kan de vraag naar parkeerplaatsen stijgen. In dat geval is het van belang dat die ontwikkeling ook gepaard gaat met de aanleg van parkeerplaatsen. Om te waarborgen dat een bouwplan niet leidt tot parkeerproblemen, is het noodzakelijk om in bestemmingsplannen een parkeerregeling op te nemen en om parkeernormen in een gemeentelijke nota vast te leggen. Door de parkeerregeling in het bestemmingsplan in combinatie met parkeernormen in de nota kan een berekening worden gemaakt van de te verwachten parkeerbehoefte. Een parkeernorm geeft aan hoeveel parkeerplaatsen per eenheid van een bepaalde functie benodigd zijn. 4.1.2 Kader Bouwverordening In artikel 2.5.30 van de Bouwverordening is in het kort bepaald dat een aanvrager indien een ontwikkeling leidt tot een (hogere) parkeervraag in voldoende mate moet voorzien in parkeerruimte op eigen terrein. Dit wordt de parkeereis genoemd. Met behulp van een Nota Parkeernormen kan, in veel voorkomende gevallen, zowel de omvang van de parkeervraag als de mate van parkeeraanbod worden berekend. Op 29 november 2014 is de Reparatiewet BZK 2014 in werking getreden. De Reparatiewet neemt onder meer de wettelijke grondslag weg voor de stedenbouwkundige bepalingen in de bouwverordening. Dit betekent dat de stedenbouwkundige voorschriften uit de bouwverordening verdwijnen. De Reparatiewet hanteerde een overgangstermijn tot 1 juli 2018. Vanaf die datum hebben de stedenbouwkundige bepalingen in de bouwverordening hun (aanvullende) werking, voor bestemmingsplannen en beheersverordeningen die voor 29 november 2014 zijn vastgesteld, verloren. Bestemmingsplan De nieuwe regelgeving (artikel 3.1.2 lid 2 aanhef en onder a van het Besluit ruimtelijke ordening) maakt het mogelijk om in het bestemmingsplan een koppeling te maken met beleidsregels. Een bestemmingsplan kan nu regels bevatten "waarvan de uitleg bij de uitoefening van een daarbij aangegeven bevoegdheid, afhankelijk wordt gesteld van beleidsregels". Hierdoor kan (net als voorheen in de bouwverordening ) een flexibele regeling voor parkeren worden opgenomen. Uit jurisprudentie blijkt dat het niet voldoende is om in de regels alleen aan te geven dat voorzien moet worden in voldoende parkeergelegenheid. Er moet in de regels aangegeven worden op basis waarvan dit beoordeeld zal worden. Hiervoor heeft de gemeente Purmerend de 'Nota Parkeernormen gemeente Purmerend 2016' opgesteld. Het parkeeraspect kan in het bestemmingsplan worden geregeld door vast te leggen dat bij het verlenen van een omgevingsvergunning voor bouwen of wijzigen van een functie, of bij het toepassen van een wijzigingsbevoegdheid, er voldoende parkeergelegenheid wordt gerealiseerd. "Voldoende" betekent dat wordt voldaan aan de 'Nota Parkeernormen gemeente Purmerend 2016'. Daarnaast geldt dat indien de beleidsregels uit deze nota tijdens de planperiode worden gewijzigd, rekening wordt gehouden met de wijziging. In de volgende paragraaf staat beschreven waar in de planregels een en ander is vastgelegd. Parapluplan Parkeernormen Purmerend 2018 13

4.2 Bestemmingsregeling Algemene regels Artikel 2 Overige regels Artikel 2 geeft de reikwijdte en de toepassing van dit bestemmingsplan aan. Artikel 3 Algemene gebruiksregels In de algemene gebruiksbepaling is opgenomen wat onder verboden gebruik van de gronden wordt verstaan. Bij het bouwen of aanleggen van een nieuwe functie of voorziening moet in principe op eigen terrein gezorgd worden voor voldoende parkeerplaatsen. Hiervoor wordt verwezen naar de nota Parkeernomen gemeente Purmerend 2016. Artikel 4 Anti-dubbeltelregel Deze regel voorkomt dat er meer wordt gebouwd dan het bestemmingsplan beoogt. Bijvoorbeeld in het geval (onderdelen van) bouwpercelen - al dan niet tijdelijk - van eigenaren wisselen. Door verwerving van een extra (bouw)perceel of een gedeelte daarvan, kunnen de gronden niet meegenomen worden met de berekening van de bouwmogelijkheden van het nieuwe perceel als de nieuw verworven gronden al meegenomen zijn bij de berekening van een eerdere omgevingsvergunning. Overgangs- en slotregels Artikel 5 Overgangsrecht Dit artikel bevat het overgangsrecht dat verplicht is op grond van de artikelen 3.2.1 en 3.2.2 van het Bro. Artikel 6 Slotregel Het laatste artikel van de regels betreft de citeertitel van het onderliggende bestemmingsplan. 14 Parapluplan Parkeernormen Purmerend 2018

Bijlagen bij de toelichting Parapluplan Parkeernormen Purmerend 2018 15

Bijlage 1 Nota Parkeernormen 16 Parapluplan Parkeernormen Purmerend 2018

NOTA PARKEERNORMEN GEMEENTE PURMEREND 2016 Parkeernormen en toepassingssystematiek

Vastgesteld door gemeenteraad op: 26 mei 2016 Auteur J. Bolks Afdeling Stadsbeheer, Team Beheer en Verkeer registratienummer 1278037

Inhoudsopgave Pag. 1 Nota Parkeernormen Purmerend 2016 1 1.1 Aanleiding 1 1.2 Doelstelling 1 1.3 Parkeertoets 2 1.3.1 Wanneer toetsen? 3 1.3.2 De parkeernorm 3 1.3.3 beleidsuitgangspunten 4 1.3.4 afwijken van de parkeeropgaaf 7 1.3.5 afwijken van de beleidsregels (Nota Parkeernormen) 9 1.4 leeswijzer 9 2 Stappenplan parkeertoets 11 Onderdeel A: Toetsingskader 12 Onderdeel B: Parkeerbehoefte 12 Onderdeel C: Eigen terrein 15 BIJLAGEN I Parkeernormen per functie 19 II Tabel aanwezigheidspercentages 23 III Tabel omrekenwaardes parkeervoorzieningen woningen 25 IV Tabel acceptabele loopafstanden 26 V Kaart parkeervergunninggebied 27 VI Stroomschema parkeertoets 28 VII Uitdraai rekentool parkeerbehoefte 29 VIII Voetgangersgebied binnenstad Purmerend 31 VIV Halen en brengen bij basisscholen en kinderdagverblijven 32

1. Nota Parkeernormen Purmerend 2016 1.1 Aanleiding Bij nieuwe ontwikkelingen dienen omwille van de leefbaarheid voldoende parkeerplekken gerealiseerd te worden. Als dat niet gebeurt, kan een ontwikkeling tot een parkeerprobleem in de buurt leiden. Om dit te voorkomen wordt voordat een omgevingsvergunning wordt verleend voor de realisatie van een bouwplan, het bouwplan o.a. getoetst aan een parkeernorm. Met een parkeernorm wordt een objectieve berekening gemaakt van het aantal parkeerplaatsen bij een bepaalde functie van een te (ver)bouwen voorziening (woning, winkel, bedrijf, kantoor). Parkeernormen worden dan ook uitsluitend aangewend voor een nieuwe situatie en spelen dus geen rol in een bestaande situatie. Parkeernormen geven uitsluitend aan wat de theoretische parkeerbehoefte van een nog te realiseren- bouwinitiatief zal zijn. Onderhavige nota bespreekt welke parkeernorm en toepassingssystematiek gehanteerd worden bij de toetsing van de parkeeropgaaf van een bouwplan. 1.2 Doelstelling De doelstelling van deze nota is tweeledig. Allereerst is het doel van deze nota om de toepassing van de parkeernormen inzichtelijker te maken, zodat het voor burgers, bedrijven en ontwikkelaars duidelijk is welke normen gehanteerd worden bij een bouwaanvraag. Hiervoor wordt een handzaam stappenplan aangewend (zie hoofdstuk 2). Tevens is een digitale rekentool beschikbaar waarmee voorafgaand aan het indienen van een vergunningaanvraag de parkeerbehoefte van een bouwproject berekend kan worden. Ten slotte is deze nota rekening houdend met de nieuwe wetgeving- een juridisch noodzakelijk document omdat de Bouwverordening verdwijnt als toetsingsgrond. Het garanderen en afdwingen van voldoende parkeergelegenheid is een belangrijke stedenbouwkundige bepaling in de gemeentelijke bouwverordening, waaraan de aanvraag voor een omgevingsvergunning wordt getoetst (art.2.10 lid 1 onder b Wabo). De parkeernormen krijgen doorwerking naar concrete bouwplannen via artikel 2.5.30 in de bouwverordening. Dit artikel toetst of er bij een bouwplan op eigen terrein in voldoende parkeergelegenheid wordt voorzien. Bouwverordening vervalt Per 1 juli 2008 is de (nieuwe) Wet op de ruimtelijke ordening (Wro) van kracht geworden. Als gevolg van deze wet mag per 1 juli 2018 de bouwverordening geen eisen meer bevatten ten aanzien van parkeren. Een stedenbouwkundig voorschrift waaronder regels over de benodigde parkeerruimte van een bouwplan kan dan alleen opgenomen worden in het bestemmingsplan. De parkeerbehoefte van een bouwplan wordt dan uitsluitend getoetst aan het bestemmingsplan en niet meer aan de Bouwverordening. Wanneer de parkeernormen worden opgenomen in afzonderlijke bestemmingsplannen betekent dit dat een wijziging van de parkeernormen of bij een ontheffing van deze normen dat het hele geldende bestemmingsplan gewijzigd moet worden. Dit is een langdurige procedure die vaak niet in verhouding staat tot de bouwaanvraag die aanleiding gaf tot de wijziging of ontheffing. 1

Logischer is om de parkeernormering en de bijbehorende toepassingssystematiek op te nemen in een aparte nota. Het per 1 november 2014 in het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) opgenomen artikel 3.1.2 lid 2 onder a voorziet hierin. Het bepaalt: Ten behoeve van een goede ruimtelijke ordening kan een bestemmingsplan regels bevatten: a) waarvan de uitleg bij de uitoefening van een daarbij aangegeven bevoegdheid, afhankelijk wordt gesteld van beleidsregels. Het bestemmingsplan dient dan een kwalitatieve normstelling als voldoende parkeergelegenheid te hanteren. Deze kwalitatieve normstelling wordt in de bestemmingsplanregels als voorwaardelijke verplichting opgenomen. Wat voldoende parkeergelegenheid is staat vervolgens omschreven in een nota parkeernormen (=beleidsregels). Op deze wijze zijn alle parkeernormen gebundeld in een document dat van toepassing is op de hele gemeente en kan deze nota in de toekomst eenvoudig en gelijktijdig geactualiseerd worden. Overgangstermijn Op moment van schrijven van deze nota geldt echter een overgangstermijn. In de Reparatiewet BZK 2014 is een overgangstermijn opgenomen tot 1 juli 2018. Dat betekent dat voor bestemmingsplannen die voor 29 november 2014 zijn vastgesteld de Bouwverordening nog tot 1 juli 2018 kan worden toegepast. Voor bestemmingsplannen die na 29 november 2014 zijn vastgesteld geldt dat het bestemmingsplan concrete parkeernormen moet bevatten of een voorwaardelijke verplichting. Logischerwijs zal toetsing aan de Bouwverordening niet meer plaatsvinden wanneer onderhavige nota is vastgesteld. 1.3 Parkeertoets 1.3.1 Wanneer toetsen? Een parkeertoets wordt uitgevoerd ten behoeve van het verlenen van een omgevingsvergunning voor een bouwplan dat: 2

1. nieuwbouw of; 2. verbouw van een bestaand object of 3. een functieverandering 1 behelst. Een probleem kan zich voordoen als na het verlenen van een omgevingsvergunning het gebruik van het gebouw wijzigt en dit niet vergunningsplichtig is. De kans bestaat dat het nieuwe gebruik van het gebouw om andere parkeernormen vraagt. Er is dan geen juridische basis om deze nieuwe parkeernormen op te leggen. In dergelijke situaties kan alleen het desbetreffende bestemmingsplan soelaas bieden. In een bestemmingsplan kan worden geregeld dat ook bij gebruiksverandering van bestaande gebouwen zonder dat een omgevingsvergunning nodig is sprake moet zijn van voldoende parkeergelegenheid. Hier kan dan op gehandhaafd worden 2. 1.3.2 De parkeernorm De hoogte van de parkeernormen is bepaald op basis van: 1. landelijke parkeerkencijfers van het CROW 2. locatie van het bouwinitiatief in de gemeente Purmerend (voetgangersgebied, rest binnenstad etc.) Er bestaat geen landelijk voorgeschreven normering voor parkeerplaatsen. Wel zijn er richtlijnen voor het toepassen van parkeernormen, de Aanbevelingen Stedelijke Verkeers- en Vervoersvoorzieningen binnen de bebouwde kom (ASVV). Deze richtlijnen zijn ontwikkeld door het CROW (kennisplatform voor infrastructuur, verkeer, vervoer en openbare ruimte). De parkeernormen die de gemeente Purmerend toepast zijn gebaseerd op de meest recente parkeernormen van het CROW. Hierbij is de stedelijkheidsgraad van een stad en de locatie binnen de gemeente bepalend voor de vraag naar het aantal parkeerplaatsen. Op grond van het inwoneraantal wordt Purmerend door het CBS als sterk stedelijk aangemerkt. Voorts wordt in de gemeente de volgende gebieden onderscheiden: 1. Voetgangersgebied 2. rest binnenstad 3. schil 4. rest bebouwde kom Afhankelijk van het gebied waar het bouwplan gerealiseerd wordt, hanteert het CROW een minimaal en maximaal kencijfer. De gemeente Purmerend gaat uit van het gemiddelde hiervan. Het gemiddelde van de CROW parkeerkencijfers is dan ook de parkeernorm die de gemeente hanteert per functie. Alle parkeerkencijfers bestaan uit een onderdeel vaste gebruikers en bezoekers 3. Deze ruimte is uitgedrukt in parkeerplaatsen per eenheid bij woning en of in een percentage van de totale parkeerbehoefte bij overige functies. 1 Een functieverandering is als een bestaand gebouw een andere functie krijgt. Bijvoorbeeld een kantoorpand (functie: werken) wordt een appartementencomplex (functie: wonen) 2 Bron: Nota parkeernormen en het bestemmingsplan, J.M. van Riet, P.J. Woudstra en J.L. Damen, december 2013 (rho.nl). 3 Bijvoorbeeld voor een kantoor met baliefunctie in gebied rest bebouwde kom geldt een parkeernorm van 2,25 per 100 m2bvo. Het aandeelbezoek is 20%. De norm van 2,25 bestaan dan uit 1,8 gebruikersdeel en 0,45 bezoekersdeel per 100m2 bvo. 3

Alleen voor de categorie wonen zijn niet de wooncategorieën met bijbehorende kencijfers van het CROW aangehouden. Het CROW past hier een aantal subcategorieën toe op basis van prijsklasse (bv koopappartement goedkoop, midden, duur). In de praktijk is dat lastig toe te passen omdat in de toetsingsfase van een project veelal de prijsklasse onbekend is. Om die reden is aan adviesbureau Goudappel gevraagd een nieuwe categorisering van woningen op basis van m2 te ontwikkelen. Dit heeft geresulteerd in een 6-tal handzame subcategorieën 4 (zie bijlage I). Naast deze parkeernormen zijn er andere aspecten en beleidsuitgangspunten die bepalend zijn voor de uiteindelijke parkeereis die aan het bouwplan toegekend worden (bv afwijkingsregelingen). Deze punten worden in de navolgende paragrafen toegelicht. 1.3.3 beleidsuitgangspunten De gemeente Purmerend hanteert ten behoeve van de toetsing de volgende 10 beleidsuitgangspunten: 1. De parkeerbehoefte van het bouwinitiatief dient op eigen terrein gefaciliteerd te worden. Met eigen terrein wordt bedoeld het gehele grondgebied of plangebied van het bouwinitiatief. Meestal gaat het dan om een bouwinitiatief op één perceel. Maar bij bijvoorbeeld nieuwbouwwijken wordt het hele plangebied als het eigen terrein bedoeld. Dat betekent dat er ook in de nieuwe openbare ruimte geparkeerd mag worden. Dit mag echter geen negatief effect hebben op de bestaande openbare ruimte buiten het plangebied. 2. Initiatiefnemer is verantwoordelijk voor oplossen parkeerbehoefte. Het uitgangspunt is dat een ontwikkeling geen extra druk op de parkeersituatie in de bestaande openbare ruimte legt. De initiatiefnemer is dus verantwoordelijk voor het realiseren van voldoende parkeervoorzieningen. Deze eigen parkeervoorziening geeft de ontwikkeling een toegevoegde waarde. Dit betekent ook dat alle kosten voor rekening van de ontwikkelende partij komen. Dit geldt ook voor de kosten van voorbereidende parkeeronderzoeken. In het voetgangersgebied en in het parkeervergunninggebied geldt o.a. vanwege de regulerende werking van het betaald parkeren een ander principe (zie punt 7 en de Nulvergunningenregeling). Parkeernorm en parkeerbehoefte Een bouwplan moet getoetst worden aan een parkeernorm wanneer er sprake is van nieuwbouw of verbouw van een bestaand object of van een functieverandering. Parkeernorm Een parkeernorm is een getal waarmee de parkeerbehoefte wordt berekend. Met een parkeernorm wordt een objectieve berekening gemaakt van het aantal parkeerplaatsen bij een bepaalde functie van en te bouwen voorziening (woning, winkel, bedrijf, kantoor). Bijvoorbeeld een parkeerplaats per woning of 100 parkeerplaatsen voor een winkelcentrum van 11.000m2. Parkeerbehoefte De parkeerbehoefte wordt bepaald door de parkeernorm te vermenigvuldigen met de eenheden per functie (zoals het aantal te realiseren woningen, winkeloppervlakte etc.).uit deze berekening volgt dan het aantal parkeerplaatsen dat het desbetreffende bouwplan nodig heeft. Parkeereis De parkeereis wordt vastgesteld op basis van de parkeerbehoefte per functie, het eventueel dubbelgebruik van parkeerplaatsen en vrijstellingsregelingen. 4 De CROW woningcategorieën zijn samengevoegd in een 6-tal nieuwe categorieën. Zo bestaat de categorie woning 40-80m2 (niet gestapeld)/40-65 m2 (gestapeld) uit de CROW categorieën en bijbehorende kencijfers koop, etage goedkoop en sociale huur. 4

3. In geval van sloop wordt de parkeereis voor het hele project opnieuw berekend (salderen 5 wordt niet toegepast). Wanneer een pand wordt gesloopt en hier opnieuw wordt gebouwd is er sprake van een nieuwe ruimtelijke ontwikkeling. Dat betekent dat voor de gehele (nieuwe) functie de parkeernormen uit de Nota Parkeernormen gelden. 4. Bezoekersparkeren openbaar toegankelijk In de norm is ruimte voor bezoekers opgenomen. Deze ruimte is uitgedrukt in parkeerplaatsen per eenheid of percentage van het totaal. De parkeerruimte voor bezoekers moet openbaar toegankelijk zijn. In de praktijk blijkt de openbaarheid van bezoekersparkeren bij appartementencomplexen vaak een probleem. Er wordt bijvoorbeeld een private parkeergarage onder het complex gerealiseerd. Bewoners krijgen via een pasje toegang tot deze garage. Maar bezoekers kunnen niet in deze garage komen, waardoor het bezoekersparkeren een extra druk op de openbare ruimte oplevert 6. Het bezoekersparkeren moet daarom via openbaar toegankelijke parkeerplekken opgelost worden. Onder openbaar toegankelijk wordt verstaan dat een automobilist de betreffende parkeergelegenheid via de openbare weg kan bereiken zonder dat een barrière genomen moet worden (denk hierbij aan een dichte poort of een slagboom met pasjessysteem zonder receptie). Een bedrijfspand met een hekwerk erom heen met een poort die gedurende werktijden open is, of een slagboom die via de intercom te bedienen is voldoet hier wel weer aan. 5. Dubbel gebruik parkeerplaatsen Er wordt rekening gehouden met dubbel gebruik van parkeerplaatsen. Onder dubbel of meervoudig gebruik wordt verstaan dat meerdere functies op verschillende momenten gebruik kunnen maken van dezelfde parkeerplaatsen. Bij woningen is de behoefte aan parkeercapaciteit bijvoorbeeld s avonds en s nachts het grootst; bij een bedrijf of kantoor zal die behoefte vooral overdag zijn. Deze functies zouden dus prima gebruik kunnen maken van dezelfde parkeerplaatsen. Ook bij uitsluitend de functie wonen wordt meervoudig gebruik toegepast tussen de bewoners (vaste deel) en het bezoek. Ter illustratie de parkeernorm van een eengezinswoning van 120 m2 rest bebouwde kom is 1,7 Deze norm bestaat uit een bezoekersdeel (doorgaans 0,3 per woning) en een gebruikersdeel (bewoner) van 1,4. In de tabel uit bijlage II wordt aan de hand van aanwezigheidspercentages van het CROW berekend op welke maatgevende momenten van een functie de parkeerbehoefte het grootst is. 6. Pand met meerdere functies is de dominante functie bepalend. Het komt geregeld voor dat één pand meerdere functies in zich herbergt. Zo is in een tuincentrum niet zelden horeca gevestigd. Voor het bepalen van de parkeerbehoefte is de dominante functie bepalend. Alleen als de functies ongeveer gelijkwaardig zijn, dan dient de parkeerbehoefte te worden berekend naar evenredigheid van de functionaliteiten. Dit is bijvoorbeeld het geval bij een dealerbedrijf, de showroom en werkplaats zijn vaak even sterk aanwezig. Indien in het bestemmingsplan is opgenomen dat een woning (deels) gebruikt mag worden als bedrijfsruimte, dan wordt de parkeernorm voor woningen gehanteerd (o.b.v. totale oppervlakte) en wordt geen extra parkeereis voor het werkgedeelte opgelegd. 7. In het voetgangersgebied geldt geen parkeereis. 5 Parkeerbehoefte op basis van nieuwe functie minus parkeerbehoefte van oude functie. Zie hoofdstuk 2, stap 7. 6 Dit geldt echter niet voor bouwinitiatieven in parkeergereguleerd gebied, zoals de binnenstad. Het bezoekersdeel kan hier doorgaans door de openbare gereguleerde- parkeerplaatsen opgevangen worden. 5

Voor bouwplannen die gerealiseerd worden in het voetgangersgebied geldt dat zij in principe niet aan de parkeereis kunnen voldoen omdat er eenvoudigweg geen ruimte beschikbaar is om parkeren te faciliteren. Het is immers een voetgangersgebied waar motorvoertuigen niet mogen komen. Voorts ligt het voetgangersgebied in parkeergereguleerd gebied. Bewoners en bedrijven kunnen in aanmerking komen voor een parkeervergunning. Indien de parkeervraag groter wordt dan de beschikbare plekken kan een wachtlijst voor parkeervergunningen ingesteld worden. Voor bouwplannen die in het voetgangersgebied worden gerealiseerd wordt dan ook akkoord gegeven op het onderdeel parkeren. In bijlage VIV is een kaart geplaatst van het voetgangersgebied. Een pand valt binnen het voetgangersgebied wanneer dit pand met een motorvoertuig uitsluitend via het voetgangersgebied bereikt kan worden. 8. De parkeereis wordt naar boven afgerond De parkeereis van een bouwplan wordt altijd naar boven afgerond. Ter illustratie: de realisatie van een huisartsenpraktijk met 5 behandelkamers in de schil vereist 13 parkeerplaatsen (5 x 2,45=12,3 parkeerplaatsen). 9. Uitvoeringseisen parkeervakken Om parkeervoorzieningen goed te kunnen gebruiken dienen deze aan bepaalde maten te voldoen. De maatvoering wordt getoetst aan de hand van vigerende landelijke richtlijnen van het CROW. Parkeervoorzieningen zijn in beginsel opgebouwd uit twee elementen: 1. de parkeerplaats(en) 2. de parkeerweg(en). De breedte van parkeerstroken langs erftoegangswegen is minimaal 2,00 meter en langs gebiedsontsluitingswegen minimaal 2,20 meter. Beide dienen een minimale lengte te hebben van 5,50 meter. De breedte en lengte van een haaks parkeervak is minimaal 2,5 meter bij 5 meter. De ontsluiting van de parkeervakken dient te voldoen aan de richtlijnen zoals beschreven in het vigerende ASVV van het CROW. Hierin staat de minimale maatvoering van de parkeerweg beschreven die nodig is om de parkeerplaats te kunnen bereiken. Tot slot dient rekening gehouden te worden met de eisen voor gehandicaptenparkeerplaatsen conform het vigerende ASVV van het CROW. 10. Halen en brengen bij basisscholen en kinderdagverblijven De berekening van de parkeervraag rondom schoolgebouwen is complexer vergeleken met een woningbouwproject. Niet alleen moet het personeel van de school hun auto parkeren, ook voor het halen en brengen van de kinderen worden parkeervoorzieningen gerealiseerd. Het brengen en halen van de kinderen leidt tot een specifieke parkeervraag. Voor het bepalen van de parkeerbehoefte voor het personeel van de school hanteert de gemeente Purmerend de parkeernormen zoals opgenomen in bijlage I. Verder heeft het CROW een systematiek ontwikkeld om de parkeerbehoefte van het halen en brengen te berekenen. Deze systematiek is vorm gegeven in de CROW rekentool halen en brengen bij basisscholen en kinderdagverblijven die de gemeente hanteert. Deze rekentool stelt het CROW 6

beschikbaar via hun website. In de CROW publicatie 182 7 wordt de systematiek toegelicht (zie ook bijlage VIV). Let wel de rekentool houdt rekening met meer factoren en is daarom nauwkeuriger. De uitkomst van de rekentool is dan ook leidend. 1.3.4 Afwijken van de parkeeropgaaf Rekening houdend met parkeerkencijfers van het CROW (par. 1.3.2) en de gemeentelijke beleidsuitgangspunten (par. 1.3.3) wordt een parkeerbehoefte van een bouwplan berekend. Echter, kan in een aantal gevallen hiervan afgeweken worden. De regels rondom het afwijken verschillen per gebiedsprofiel. De gemeente Purmerend hanteert de volgende 4 afwijkingsmogelijkheden: Regeling toepassingsgebied 1 Kleine bouwinitiatieven: 3 gebruikersdeel Heel Purmerend 2 kleine bouwinitiatieven incl. bezoek: 3 gebruikersdeel & 10 bezoekersdeel Parkeergereguleerde gebieden (betaald parkeren, blauwe zone) 3 Restcapaciteitsregeling Rest bebouwde kom 4 Nulvergunningenregeling Parkeervergunninggebied 1. Afwijken bij kleine bouwinitiatieven Voor kleine bouwontwikkelingen in Purmerend kan, indien aan de voorwaarden wordt voldaan, worden afgeweken van de parkeereis. Bij kleine ontwikkelingen is er in de regel een marginaal effect op een toename van de parkeerdruk in de omgeving. Onder kleine bouwontwikkelingen wordt in dit kader verstaan: Ontwikkelingen met een (toename van de) parkeerbehoefte van maximaal 3,0 parkeerplaatsen 8. Indien de toename van de parkeerbehoefte bij een bouwontwikkeling niet meer dan 3,0 parkeerplaatsen bedraagt, kan worden afgeweken van de parkeereis. Dit geldt ongeacht de locatie van de ontwikkeling. Let wel deze afwijkingsregeling (ook afwijkingsregeling 2) is bedoeld om doorgang te verlenen aan kleine bouwinitiatieven omdat zij relatief weinig effect hebben op de parkeerdruk in de omgeving. Deze vrijstellingsregeling wordt dan ook alleen toegepast als de totale parkeerbehoefte 3 of kleiner dan 3 is. Ter illustratie: een bouwinitiatief heeft een parkeereis van 10 parkeerplaatsen dan betekent dit niet dat hier 3 parkeerplaatsen van afgetrokken mogen worden. Voor een dergelijk bouwplan dienen 10 plekken gerealiseerd te worden en niet 7! Deze vrijstellingsregeling is dan ook niet van toepassing op dit bouwinitiatief. 2. Afwijken bij kleine bouwinitiatieven bezoekersdeel De parkeerbehoefte is opgebouwd uit een aandeel vaste gebruikers en een aandeel bezoekers. Met de parkeerbehoefte van bezoekers is eenvoudig dubbelgebruik te realiseren (goed onderling uitwisselbaar). 7 Publicatie 182 is in 2008 vervangen door publicatie 317 kencijfers parkeren en verkeersgeneratie. In deze publicatie wordt de rekenmethode niet verder toegelicht maar wordt verwezen naar de rekentool die via de CROWwebsite beschikbaar wordt gesteld. 8 Hier wordt de parkeerbehoefte bedoeld die wordt afgewenteld op de openbare ruimte. Dit kan het vaste gebruikersdeel én/of het bezoekersdeel betreffen. 7

Zoals hierboven aangegeven geldt voor het gebruikersdeel dat als conform de (minimum) parkeernorm de benodigde (extra) parkeercapaciteit voor de vaste gebruikers van de parkeervraag niet meer dan 3 parkeerplaatsen bedraagt, dan mag voor het vaste gebruikersdeel van de parkeerbehoefte worden afgeweken van de parkeereis. Voor het bezoekersdeel van de parkeernorm geldt dat een beroep gedaan kan worden op de beschikbare publieke parkeergereguleerde parkeervoorzieningen (betaalde parkeerplaatsen of blauwe zone). Als conform de parkeernorm de benodigde parkeercapaciteit voor het bezoekersgedeelte van de parkeervraag niet meer dan 10 parkeerplaatsen bedraagt, dan mag voor het bezoekersdeel van de parkeerbehoefte worden afgeweken van de parkeereis. Ook voor deze regeling geldt dat de totale parkeerbehoefte niet meer dan 3 (vast gebruikersdeel) en niet meer dan 10 bezoekersdeel mag zijn. Bijvoorbeeld in het centrum wordt een winkel gebouwd van 500 m2 bvo. Voor het gebruikersdeel geldt een parkeernorm van 1,52 parkeerplaats per medewerker. Voor het bezoekersdeel geldt een parkeernorm van 17,48 parkeerplaatsen. De vrijstellingsregeling is dan ook NIET van toepassing omdat dit bouwplan meer dan 10 bezoekersparkeerplaatsen vereist. 3. Restcapaciteitsregeling Voor ontwikkelingen in het deelgebied rest bebouwde kom is het mogelijk om parkeergelegenheid in de openbare ruimte te gebruiken voor het deel van de parkeereis waarvoor de oplossing niet op eigen terrein past. Voorwaarde hierbij is dat die parkeerruimte aanwezig is op de voor de functie relevante momenten, en dat de bezettingsgraad in de nabije omgeving inclusief de toename ten gevolge van het bouwplan - niet boven de 85% uitkomt. Dit dient onderzocht te worden door het uitzetten van een parkeeronderzoek. De indiener van het bouwplan dient dit parkeeronderzoek uit te laten voeren bij een gerenommeerd verkeersonderzoeksbureau. Bij het bepalen van de grootte van het onderzoeksgebied dient rekening gehouden te worden met de acceptabele loopafstanden, aangegeven in tabel 3 (zie bijlage IV). Voorts is het van belang dat op de juiste tijdstippen gemeten wordt. De functie(s) van het bouwplan zijn bepalend voor de tijdstippen waarop het beste gemeten kan worden. In bijlage II staan de dagdelen vermeld waarop een functie de hoogste parkeerbehoefte genereert. Omdat bij deze tabel geen concrete tijdstippen zijn gemeld kan globaal de volgende richtlijnen aangehouden worden: Meetmomenten parkeerdruk Ochtend Tussen 07:00-10:00 Middag Tussen 12:00-16:00 Avond Tussen 20:00-23:00 Nacht Tussen 00:00-05:00 Koopavond Tussen 19:00-21:00 Om een goed beeld te krijgen van de parkeersituatie in een gebied dienen er minimaal twee metingen op verschillende dagen uitgevoerd te worden. 4. Nulvergunningenregeling De nulvergunningregeling is bedoeld voor de ontwikkeling van functies in een parkeervergunninggebied, waarbij niet (volledig) wordt voorzien in de parkeerbehoefte op eigen terrein. De regeling houdt in dat als bij een nieuwe ontwikkeling niet (volledig) in de parkeerbehoefte 8

voor eigen gebruik wordt voorzien, er géén aanspraak kan worden gemaakt op parkeervergunningen voor straatparkeren. Hierdoor wordt de omgeving van de bouwontwikkeling beschermd tegen een extra parkeerdruk. De ontwikkelaar heeft dan ook de informatieplicht deze voorwaarde mee te delen aan het toekomstige huurders/kopers opdat zij een degelijke beslissing kunnen nemen. Om te voorkomen dat functies die beschikken over eigen parkeergelegenheid in geval van parkeerregulering aanspraak kunnen maken op parkeervergunningen voor op straat, houdt de gemeente een nulvergunningenoverzicht bij. Het doel van dit overzicht is dat wordt voorkomen dat vaste gebruikers en/of bezoekers van dergelijke functies parkeren in het openbare gebied dat primair voor anderen bestemd is. Het verlenen van parkeervergunningen aan functies die op dit nulvergunningenoverzicht staan is daarmee uitgesloten of beperkt. Het overzicht is opgenomen in het Uitvoeringsbesluit Parkeerverordening en is te raadplegen via de website van de gemeente of overheid.nl 1.3.5 Afwijken van de beleidsregels (Nota Parkeernormen) Als men niet voldoet aan de parkeereis en dus ook niet in aanmerking komt voor een vrijstellingsregeling dan wordt geen akkoord gegeven op het onderdeel parkeren van het bouwplan en wordt aldus niet meegewerkt aan het verlenen van een omgevingsvergunning. Echter, in uitzonderlijke gevallen waarbij andere belangen zwaarder wegen dan het verkeerskundig belang kan op grond van artikel 4:84 Awb afgeweken worden van de beleidsregels. Het desbetreffende artikel stelt: Het bestuursorgaan handelt overeenkomstig de beleidsregel, tenzij dat voor een of meer belanghebbenden gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met de beleidsregel te dienen doelen. Het college is bevoegd in uitzonderlijke gevallen af te wijken van de beleidsregels die in onderhavig document zijn opgenomen. In een dergelijk geval zal het college hierover een besluit moeten nemen. 1.4 Leeswijzer Om de parkeeropgaaf van een bouwplan te berekenen is een flink aantal factoren van belang. Vooral in het geval van een functieverandering zijn er verschillende aspecten waarmee rekening gehouden moeten worden in de berekening. Om deze berekening te vereenvoudigen is de parkeertoets in een stappenplan omschreven. Dit stappenplan is weergegeven in hoofdstuk 2. In dit hoofdstuk wordt per stap uitgelegd hoe men tot de uiteindelijke parkeereis van een bouwplan komt. Zoals aangegeven is er gelijktijdig met deze nota een rekentool ontwikkeld waarmee vrij eenvoudig de parkeereis berekend kan worden. Deze rekentool wordt na vaststelling van onderhavig document op de gemeentelijke website beschikbaar gesteld voor een ieder die een parkeereis voor een bouwplan in de gemeente Purmerend wil berekenen (zie bijlage VII voor uitdraai rekentool). 9

Voorts zijn in de bijlagen verschillende naslagwerken geplaatst. Zo zijn in bijlage I de parkeernormen per functie weergegeven. Bijlage II bevat een tabel met aanwezigheidspercentages die relevant is voor stap 6 (bouwinitiatief met meerdere functies) uit het stappenplan. Bijlage III bevat een tabel met omrekenwaardes voor parkeervoorzieningen bij woningen die relevant is voor de berekening in stap 8 en stap 12. Verder is in bijlage IV een tabel met acceptabele loopafstanden weergegeven die relevant is voor stap 12. Deze drie tabellen zijn overgenomen uit de CROW publicatie 317. In bijlage V is een kaart van het parkeervergunninggebied geplaatst wat relevant is voor de beantwoording van stap 11 en stap 13 uit het stappenplan. Let wel dit is de situatie per 2016. Indien in het parkeervergunninggebied in de toekomst uitgebreid te worden, dient logischerwijs van die situatie bij de toetsing uitgegaan te worden. De toetsing van de parkeeropgaaf is in bijlage VI in een stroomschema gevisualiseerd. Ter illustratie is vervolgens in bijlage VII een uitdraai geplaatst van de uitkomst van de parkeertoets met behulp van de rekentool. Bijlage VIII visualiseert het voetgangersgebied van de binnenstad van Purmerend. Tot slot is in bijlage VIV een tekstdeel van de CROWpublicatie 182 inzake het halen en brengen van kinderen bij basisscholen en kinderdagverblijven geplaatst. 10

2. Stappenplan parkeertoets Met behulp van het stappenplan in dit hoofdstuk kan de parkeeropgaaf van een bouwplan worden berekend. Hierdoor is rekening gehouden met de behoefte van de vergunningaanvrager om zelf eventueel voorafgaand aan de officiële aanvraag- de parkeerbehoefte van zijn bouwplan te berekenen. In bijlage VI is een stroomschema geplaatst waarin het gehele proces gevisualiseerd wordt. Onderdelen stappenplan Om tot de parkeerbehoefte van een bouwinitiatief te komen dienen de volgende onderdelen met bijbehorend stappen doorlopen te worden: A. Wat is het toetsingskader van het bouwplan: bestemmingsplan of Nota Parkeernormen? (stap 1) B. Wat is de parkeerbehoefte? (stap 2-11) C. Wordt de parkeerbehoefte op eigen terrein gefaciliteerd? (stap 12-15) Per stap wordt nauwgezet uitgelegd wat gedaan moet worden om tot de uiteindelijke parkeereis te komen. Een eventuele toelichting is onderaan de stap geplaatst. Voorts zijn in de bijlagen vier tabellen geplaatst die als hulpmiddel dienen voor een aantal berekeningen. 11

Onderdeel A: toetsingskader: bestemmingsplan of Nota Parkeernormen? Wanneer een bouwplan wordt ingediend wordt allereerst gekeken of het bestemmingsplan parkeernormen hanteert voor de desbetreffende locatie. Deze parkeernormen zijn leidend. Indien het bestemmingsplan geen concrete parkeernormen noemt zijn onderhavige beleidsregels van toepassing. Stap 1: Zijn er parkeernormen opgenomen in het geldende bestemmingsplan? ja nee toetsingskader voor het bouwplan is het bestemmingsplan. Raadpleeg het vigerende bestemmingsplan. toetsingskader voor het bouwplan is onderhavig beleidsdocument (Nota Parkeernormen). Ga naar stap 2. Onderdeel B: Wat is de parkeerbehoefte van het bouwplan? De parkeerbehoefte wordt bepaald met behulp van geldende parkeernormen. Voor bouwplannen waarvan het toetsingskader onderhavig document is, gelden de normen die in bijlage I zijn aangegeven. Voor bouwplannen waarvan het toetsingskader het bestemmingsplan is, wordt verwezen naar de norm die in dat desbetreffende bestemmingsplan staat vermeld. Het vigerende bestemmingsplan kan geraadpleegd worden op de gemeentelijke website. Stap 2: In welk gebied valt het bouwplan? a b c d Voetgangersgebied Rest binnenstad Schil Rest bebouwde kom De gebieden staan in onderstaand kaartje afgebeeld. 12

Kaart 1: gebieden parkeernormen Stap 3: Bevindt het bouwplan zich in het voetgangersgebied? ja Er hoeven geen parkeerplaatsen gerealiseerd te worden ten behoeve van dit bouwplan aangezien parkeren op eigen terrein niet mogelijk/wenselijk is in het voetgangersgebied. Er kan akkoord gegeven worden op het onderdeel parkeren van het bouwplan. nee Ga naar stap 4. Stap 4: Welke functie(s) heeft het bouwplan? De functies zijn onderverdeeld in de volgende categorieën: 1) Winkelen en boodschappen 2) Sport, cultuur en ontspanning 3) Horeca en (verblijfs)recreatie 4) Gezondheid en (sociale) voorzieningen 5) Onderwijs 6) Wonen 7) werken 13

In bijlage I staan alle functies met bijhorende normen weergegeven Stap 5: Bepaal de parkeerbehoefte door de parkeernorm behorende tot de functie te vermenigvuldigen met de omvang van de functie(s). Bijvoorbeeld de eenheid waarmee gerekend wordt om de parkeerbehoefte voor de functie gezondheidscentrum te berekenen is behandelkamer. Indien in het gebied rest bebouwde kom een gezondheidscentrum gerealiseerd wordt bestaande uit 5 behandelkamers, zal de volgende berekening worden gemaakt: 5 (aantal behandelkamers) X 2,15 (parkeernorm): 11 (afgerond) benodigde parkeerplaatsen voor dit gezondheidscentrum. Stap 6: Heeft het bouwinitiatief twee of meer functies? ja Pas tabel 1 aanwezigheidspercentages per functie en tijdsperiode toe (zie bijlage II) nee Ga naar stap 7 Stap 7: Betreft het bouwplan een functiewijziging? ja Bereken voor de oude functie de parkeernorm en trekt dit aantal af van de parkeerbehoefte van de nieuwe functie (zogeheten salderen ). nee Ga naar stap 8. Een functiewijziging is als een bestaand gebouw een andere functie krijgt. Bijvoorbeeld een voormalig schoolgebouw (functie: school) wordt verbouwd tot een appartementencomplex (functiewijziging: school woningen) Bij een verandering van functie hoeft alleen de extra parkeerbehoefte opgevangen te worden. Hiervoor geldt de volgende berekeningswijze: Aantal te realiseren parkeerplaatsen = (parkeerbehoefte op basis van nieuwe functie) minus (parkeerbehoefte van oude functie). Omdat het berekende (theoretische) saldo wordt bepaald, wordt dit ook wel salderen genoemd. Let wel: het gaat hier om de parkeerbehoefte berekend op basis van de vigerende parkeernormen, ook voor wat betreft de parkeerbehoefte van de oude functie. Wanneer een pand wordt gesloopt en opnieuw wordt opgebouwd is er sprake van een nieuwe ruimtelijke ontwikkeling. Dit betekent dat voor de gehele (nieuwe) functie de parkeernormen uit deze nota gelden. Rekenvoorbeeld salderen: Een gebouw met functie X krijgt functie Y. Op basis van de vigerende parkeernormen zou het gebouw met functie X moeten beschikken over 10 parkeerplaatsen en met functie Y over 20. De functieverandering leidt ertoe dat er 20 10 = 10 extra parkeerplaatsen moeten worden gerealiseerd. 14

Stap 8: Worden er woningen met garage en/of oprit op eigen terrein gerealiseerd? ja Ga uit van berekeningsaantallen genoemd in tabel 2 omrekenwaardes parkeervoorzieningen bij woningen (bijlage III). nee Ga naar stap 9. Stap 9: De overgebleven totale parkeerbehoefte moet afgerond worden naar boven op hele getallen. Bijvoorbeeld voor een huisartsenpraktijk met 5 behandelkamers in rest binnenstad geldt de volgende norm: 2,05. Hier volgt de volgende rekensom uit: 5 behandelkamers X 2,05: 10,25 parkeerplaatsen. De totale parkeerbehoefte is dan ook 11 parkeerplaatsen. Stap 10: Blijft er afgerond een parkeerbehoefte van 3 of minder parkeerplaats(en) over? ja Er hoeven geen parkeerplaatsen gerealiseerd te worden ten behoeve van dit bouwplan. Er kan akkoord gegeven worden op het onderdeel parkeren van het bouwplan. nee Ga naar stap 11. Bij een positieve beantwoording kan de vrijstellingsregeling kleine bouwinitiatieven toegepast worden. De toepassingsgebieden voor deze regeling zijn: Rest binnenstad, schil en rest bebouwde kom. Stap 11: Bevindt het bouwplan zich in een parkeergereguleerd gebied (betaalde parkeerplaatsen, blauwe zone) en is het bezoekersaandeel 10 parkeerplaatsen of minder en de parkeerbehoefte vast gebruik 3 of minder parkeerplaatsen? ja Er hoeven geen parkeerplaatsen gerealiseerd te worden ten behoeve van dit bouwplan. Er kan akkoord gegeven worden op het onderdeel parkeren van het bouwplan. nee Ga naar stap 12. Bij een positieve beantwoording kan de vrijstellingsregeling kleine bouwinitiatieven incl. bezoek toegepast worden. Het toepassingsgebied voor deze regeling is uitsluitend de gebieden waar parkeerregulering geldt (betaalde parkeerplaatsen en blauwe zone). Twee rekenvoorbeelden bezoekersdeel parkeernorm: De parkeernorm voor een buurtsupermarkt in gebied rest binnenstad is 1.9 per 100m2 bvo. Voor een buurtsupermarkt van 500 m2 bvo geldt: 1,9 X 5= 9.5 parkeerplaatsen. Van die 9,5 geldt dat 89% het aandeel bezoek is. Dat wil zeggen 8,5 parkeerplaats voor bezoek en 1 parkeerplaats voor vast gebruik. Voor de functie woning>150m2 niet gestapeld/woning >120m2 gestapeld geldt in het gebied schil een parkeernorm van 1.6 parkeerplaats per woning. Deze norm bestaat uit een aandeel bezoek en een aandeel vast gebruik. In dit voorbeeld geldt voor de parkeernorm van 1,6 dat 1,3 parkeerplaats door de bewoner zelf wordt gebruikt (=vast gebruik) en 0,3 parkeerplaats door zijn bezoek (zie bijlage I). Onderdeel C: Wordt de parkeerbehoefte op eigen terrein gefaciliteerd? Het uitgangspunt is dat de initiatiefnemer de parkeereis (op eigen terrein) realiseert. Afwijken van de parkeereis kan alleen indien de initiatiefnemer aantoont dat de parkeereis niet (volledig) op eigen terrein kan worden opgelost. Indien realisatie van de benodigde parkeerplaatsen op eigen terrein 15

niet mogelijk is, wordt beoordeeld of een aanpassing van het bouwplan of mogelijk andere oplossingen kunnen leiden tot het wel voldoen aan de parkeereis. Indien bij een bouwontwikkeling wordt afgeweken van de parkeereis dan kan geen exclusief gebruikersrecht op openbare parkeerplaatsen worden gevestigd. Stap 12: Wordt de parkeerbehoefte -volgens de richtlijnen-op eigen terrein gefaciliteerd? 9 ja Er kan akkoord gegeven worden op het onderdeel parkeren van het bouwplan. nee Ga naar stap 13 Houd bij parkeren op eigen terrein rekening met de volgende punten: 1) tabel 2 omrekenwaardes parkeervoorzieningen bij woningen (bijlage III) 2) tabel 3 acceptabele loopafstanden (bijlage IV) 3) uitvoeringseisen parkeervakken (paragraaf 1.3.3) Stap 13: Bevindt het bouwplan zich in een parkeergereguleerd gebied waarvoor parkeervergunningen worden verstrekt? ja De ontwikkelaar kan in aanmerking komen voor de nulvergunningenregeling. nee Ga naar stap 14. Bij een positieve beantwoording kan de nulvergunningenregeling toegepast worden. Deze regeling kan alleen toegepast worden in parkeergereguleerd gebied waar bewoners/bedrijven parkeervergunningen krijgen. Zie in bijlage V een kaart van de parkeervergunninggebieden. Stap 14: Bevindt het bouwplan zich in gebied rest bebouwde kom? ja De ontwikkelaar kan in aanmerking komen voor de restcapaciteitsregeling. nee Ga naar stap 15. Bij een positieve beantwoording kan de restcapaciteitsregeling toegepast worden. Deze regeling geldt alleen in het deelgebied rest bebouwde kom. Hiervoor dient de ontwikkelaar een parkeerdrukonderzoek te laten uitvoeren door een gerenommeerd onderzoeksbureau. Indien de bezettingsgraad in de nabije omgeving inclusief de toename ten gevolge van het bouwplan - niet boven de 85% uitkomt, kan afgeweken worden van de parkeereis. Uitgangspunten voor het parkeeronderzoek zijn: Grootte van het onderzoeksgebied wordt bepaald door de functies en de bijbehorende acceptabele loopafstanden (zie tabel 3 in bijlage IV). Tijdstip van het onderzoek is afhankelijk van de functie en waarop piekbelasting kan worden verwacht. Richtlijn hiervoor is tabel 1 in bijlage II (zie ook paragraaf 1.3.4) 9 Zie paragraaf 1.3.3 punt 9 voor de inrichtingseisen parkeervakken. 16

Stap 15: Wordt de parkeerbehoefte op een alternatieve parkeervoorziening op loopafstand gefaciliteerd? ja deels nee Akkoord wordt gegeven op het onderdeel parkeren van het bouwplan. Alternatieve parkeerplaatsen worden in mindering gebracht op de parkeerbehoefte. Indien restant hoger is dan 3 parkeerplaatsen wordt geen akkoord gegeven. Er wordt vooralsnog geen akkoord op het onderdeel parkeren van het bouwplan gegeven. Een alternatieve parkeervoorziening is bijvoorbeeld het huren of kopen van parkeerruimte elders of het realiseren hiervan. Parkeerplaatsen in de openbare ruimte worden niet beschouwd als alternatieve parkeervoorziening. Met de openbare ruimte wordt de ruimte op openbare parkeerterreinen, in openbare parkeergarages zonder abonnement en op straat bedoeld. De alternatieve parkeerruimte moet zich wel op acceptabele loopafstand bevinden. Voor het bepalen van een acceptabele loopafstand wordt uitgegaan van tabel 3 (zie bijlage IV). Wat een goed alternatief is wordt beslist door de gemeente. Hierbij kijkt de gemeente onder meer naar de bedrijfszekerheid van de aanvrager en naar de periode waarvoor de alternatieve parkeerruimte beschikbaar is (contractvormen). 17

BIJLAGEN 18

BIJLAGE I: Parkeernormen per functie. Parkeernormen Purmerend rest binnenstad schil rest bebouwde kom aandeel bezoekers opmerkingen 1. Winkelen en boodschappen p.p. per eenheid bouw markt 100 m2 bvo 1,8 2,3 87% tuincentrum 100 m2 bvo 2,3 2,6 89% incl buitenruimte groencentrum 100 m2 bvo 2,3 2,6 89% incl buitenruimte bruin- en w itgoedzaken 100 m2 bvo 3,7 5,6 7,4 92% w oonw arenhuis (zeer groot) 100 m2 bvo 4,8 95% Kengetallen gebaseerd op vestiging van circa 25.000 m kringloopw inkel 100 m2 bvo 1,2 1,7 89% w oonw arenhuis/w oonw inkel 100 m2 bvo 1,2 1,6 1,7 91% meubelboulevard/w oonboulevard 100 m2 bvo 1,9 2,3 93% w inkelboulevard 100 m2 bvo 3,5 4,0 94% outletcentrum 100 m2 bvo 8,8 9,6 94% buurtsupermarkt 100 m2 bvo 1,9 2,7 3,4 89% discountsupermarkt 100 m2 bvo 3,3 4,9 6,5 96% fullservice supermarkt (laag en middellaag prijsniveau) 100 m2 bvo 3,1 4,6 5,4 93% fullservice supermarkten (middelhoog en hoog prijsniveau) 100 m2 bvo 3,5 4,0 4,9 93% grote supermarkt 100 m2 bvo 5,9 6,8 7,7 84% groothandel in levensmiddelen 100 m2 bvo 6,4 6,4 80% binnenstad of hoofdw inkel (stads)centrum 20.000-30.000 inw oners 100 m2 bvo 3,3 82% binnenstad of hoofdw inkel (stads)centrum 30.000-50.000 inw oners 100 m2 bvo 3,4 88% binnenstad of hoofdw inkel (stads)centrum 50.000-100.000 inw oners 100 m2 bvo 3,8 92% binnenstad of hoofdw inkel (stads)centrum 100.000-175.000 inw oner 100 m2 bvo 3,9 96% binnenstad of hoofdw inkel (stads)centrum > 175.000 inw oners 100 m2 bvo 3,6 99% buurt- en dorpscentrum 100 m2 bvo 3,1 3,7 72% w ijkcentrum (klein) 100 m2 bvo 3,7 4,5 76% w ijkcentrum (gemiddeld) 100 m2 bvo 4,3 5,1 79% w ijkcentrum (groot) 100 m2 bvo 4,8 5,7 81% stadsdeelcentrum 100 m2 bvo 5,2 6,3 85% w eekmarkt (w ijkcentra gemiddeld en klein en buurt-en dorpscentra) 1m2 kraam 0,2 0,2 0,2 85% 19

2. Sport, cultuur en ontspanning p.p. per eenheid rest binnenstad schil rest bebouwde kom aandeel bezoekers bow lingcentrum baan 1,6 2,2 2,8 89% biljartcentrum tafel 0,9 1,1 1,4 87% fitnessstudio/sportschool 100 m2 bvo 1,4 3,4 4,7 87% fitnesscentrum 100 m2 bvo 1,7 4,4 6,2 90% dansstudio 100 m2 bvo 1,5 3,8 5,4 93% golfbaan (18 holes) 18 holes, 60 ha 95,6 98% golfoefencentrum centrum 50,7 93% sporthal 100 m2 bvo 1,5 2,1 2,7 96% Let op bij grotere aantallen bezoekers sportzaal 100 m2 bvo 1,1 1,9 2,7 94% Let op bij grotere aantallen bezoekers kunstijsbaan (kleiner dan 400 meter) 100 m2 bvo 1,2 1,4 1,7 98% kunstijsbaan (400 meter) 100 m2 bvo 2,1 2,4 98% indoorspeeltuin (kinderspeelhal), gemiddeld en kleiner 100 m2 bvo 2,9 3,7 4,4 97% indoorspeeltuin (kinderspeelhal), groot 100 m2 bvo 3,5 4,3 5,3 98% indoorspeeltuin (kinderspeelhal), zeer groot 100 m2 bvo 3,7 4,6 5,5 98% tennishal 100 m2 bvo 0,3 0,4 0,5 87% squashhal 100 m2 bvo 1,6 2,4 2,7 84% zw embad overdekt 100 m2 bassin 10,7 11,5 97% zw embad openlucht 100 m2 bassin 10,1 12,9 99% w ellnesscentrum (thermen, kuurcentrum, beautycentrum) 100 m2 bvo 9,3 99% sauna, hammam 100 m2 bvo 2,5 4,6 6,6 99% bibliotheek 100 m2 bvo 0,5 0,8 1,1 97% bioscoop 100 m2 bvo 3,2 7,9 11,0 94% 1 zitplaats is circa 3 m2 bvo filmtheater/filmhuis 100 m2 bvo 2,6 5,2 7,7 97% 1 zitplaats is circa 3 m2 bvo theater/schouw burg 100 m2 bvo 7,3 7,9 9,8 87% 100 zitplaatsen is 300 m2 bvo musicaltheater 100 m2 bvo 2,9 3,4 3,9 86% 100 zitplaatsen is 840 m2 bvo casino 100 m2 bvo 5,7 6,1 6,5 86% volkstuin 10 tuinen 1,3 1,4 100% attractie- en pretpark per ha netto terrein 8,0 8,0 8,0 99% dierenpark ha netto terrein 8,0 8,0 8,0 99% jachthaven ligplaats 0,6 0,6 0,6 100% manege (paardenhouderij) box 0,4 90% museum 100 m2 bvo 0,4 0,6 1,0 95% stadion zitplaats 0,1 0,1 0,1 99% sportveld hectare netto terrein 20,0 20,0 20,0 95% zijn exclusief kantine, kleedruimte, oefenveldje en toiletten. 20

3. Horeca en (verblijfs)recreatie p.p. per eenheid rest binnenstad schil rest bebouwde kom aandeel bezoekers bungalow park (huisjescomplex) bungalow 1,6 91% camping (kampeerterrein) standplaats 1,2 90% Exclusief 10% voor gasten van bezoekers 1* hotel 10 kamers 0,4 0,8 2,3 77% 2* hotel 10 kamers 1,4 2,2 4,0 80% 3* hotel 10 kamers 2,0 3,1 4,7 77% 4* hotel 10 kamers 3,2 4,9 6,8 73% 5* hotel 10 kamers 5,0 7,6 10,1 65% discotheek 100 m2 bvo 6,1 12,3 18,4 99% café/bar/cafetaria 100 m2 bvo 5,0 5,0 6,0 90% restaurant 100 m2 bvo 9,0 9,0 13,0 80% evenementenhal/beursgebouw /congresgebouw 100 m2 bvo 4,0 5,5 7,5 99% 4. Gezondheid en (sociale) voorzieningen p.p. per eenheid rest binnenstad schil rest bebouwde kom aandeel bezoekers huisartsenpraktijk (-centrum) behandelkamer 2,1 2,5 3,0 57% fysiotherapiepraktijk (-centrum) behandelkamer 1,3 1,5 1,8 57% consultatiebureau behandelkamer 1,3 1,6 1,9 50% gezondheidscentrum behandelkamer 1,6 1,9 2,2 55% consultatiebureau voor ouderen behandelkamer 1,3 1,6 1,9 38% tandartsenpraktijk (-centrum) behandelkamer 1,6 2,0 2,4 47% apotheek apotheek 2,3 2,8 3,2 45% ziekenhuis 100 m2 bvo 1,4 1,6 1,7 29% crematorium gelijktijdige plechtigheid 30,1 99% begraafplaats gelijktijdige plechtigheid 31,6 97% penitentiaire inrichting 10 cellen 1,7 2,2 3,3 37% religiegebouw zitplaats 0,2 0,2 0,2 verpleeg- en verzorgingstehuis w ooneenheid 0,6 0,6 0,6 60% 5. Onderwijs p.p. per eenheid rest binnenstad schil rest bebouwde kom aandeel bezoekers kinderdagverblijf (crèche) 100 m2 bvo 0,9 1,1 1,2 0% Exclusief kiss and ride basisschool leslokaal 0,8 0,8 0,8 Exclusief kiss and ride middelbare school 100 leerlingen 3,3 4,0 4,3 11% Bezoekers zijn leerlingen ROC 100 leerlingen 4,2 4,8 5,2 7% Bezoekers zijn leerlingen hogeschool 100 studenten 8,3 8,9 9,5 72% Bezoekers zijn studenten universiteit 100 studenten 11,7 13,5 14,7 48% Bezoekers zijn studenten avondonderw ijs 10 studenten 4,0 5,0 6,0 95% Bezoekers zijn studenten 21

6. Wonen w oning tot 40 m2 w oning 0,5 0,6 0,7 0,3 pp/w oning uitgangspunt is, eenpersoonshuishoudens w oning 40-80 m2 niet gestapeld/w oning 40-65m2 gestapeld w oning 1,2 1,3 1,5 0,3 pp/w oning w oning 80-150m2 niet gestapeld/w oning 65-120m2 gestapeld w oning 1,3 1,5 1,7 0,3 pp/w oning w oning > 150 niet gestapeld/w oning >120 m2 gestapeld w oning 1,4 1,6 1,9 0,3 pp/w oning kamerverhuur studenten kamer 0,3 0,3 0,3 0,3 pp/w oning aanleunw oning w oning 0,4 1,1 1,1 0,3 pp/w oning 7. Werken p.p. per eenheid rest binnenstad schil rest bebouwde kom aandeel bezoekers kantoor (zonder baliefunctie) 100 m2 bvo 1,2 1,6 1,7 5% commerciële dienstverlening (kantoor met baliefunctie) 100 m2 bvo 1,6 1,9 2,3 20% bedrijf arbeidsintensief/bezoekersextensief (industrie, laboratorium, w erkplaats) 100 m2 bvo 1,4 1,8 2,2 5% Exclusief vrachtw agenparkeren bedrijf arbeidsextensief/bezoekersextensief (loods, opslag, transportbedrijf) 100 m2 bvo 0,7 0,8 1,0 5% Exclusief vrachtw agenparkeren bedrijfsverzamelgebouw 100 m2 bvo 1,1 1,4 1,6 Uitleg tabel aandeel bezoekers 87% aandeel bezoekers 0,3 pp perw oning bvo betekent 87% van het aantal parkeerplaatsenis bedoeld voor parkeren bezoekers; de rest is voor personeel betekent 0,3 pp per w oning realiseren in openbare ruimte bruto vloer oppervlak( het totale vloeropperlak binnen de buitenmuren inclusief de verdiepingen) 22

BIJLAGE II: Tabel aanwezigheidspercentages per functie en tijdsperiode Toepassing: stap 6 en 14 Indien er meerdere functies gerealiseerd worden, kan rekening worden gehouden met dubbelgebruik, waardoor een realistisch beeld van de parkeerbehoefte op de verschillende tijdstippen ontstaat. Een parkeerplaats bij woningen kan bijvoorbeeld overdag gebruikt worden door werknemers van een nabij gelegen kantoor. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van de aanwezigheidspercentages zoals opgenomen in onderstaande tabel 1. Deze gegevens zijn overgenomen uit de CROW publicatie 317. Van dubbelgebruik van parkeerplaatsen is alleen sprake als de parkeerplaatsen toegankelijk zijn voor de beoogde functies. Ter verduidelijking, een oprit bij een woning wordt niet meegeteld bij de bepaling van het dubbelgebruik. Wanneer parkeerplaatsen op bepaalde tijden worden afgesloten dient dit eveneens in de berekening te worden meegenomen. 23

Functies Werkdag Zaterdag Koop-avond Overdag Middag avond nacht middag avond Zondagmi ddag Woning bewoners 50% 50% 90% 100% 80% 60% 80% 70% Woning bezoek 10% 20% 80% 0% 70% 60% 100% 70% Kantoor/bedrijven 100% 100% 5% 0% 5% 0% 0% 0% Commerciële dienstverlening 100% 100% 5% 0% 75% 0% 0% 0% Detailhandel 30% 60% 10% 0% 75% 100% 0% 0% Grootschalige detailhandel 30% 60% 70% 0% 80% 100% 0% 0% Supermarkt 30% 60% 40% 0% 80% 100% 40% 0% Sociaal Cultureel 5% 25% 90% 0% 90% 40% 100% 75% Sociaal Medisch 100% 75% 10% 0% 10% 10% 10% 10% Dagonderwijs 100% 100% 0% 0% 0% 0% 0% 0% Avondonderwijs 0% 0% 100% 0% 100% 0% 0% 0% Sport binnen 50% 50% 100% 0% 100% 100% 100% 75% Sport buiten 25% 25% 50% 0% 50% 100% 25% 100% Bibliotheek/theater 5% 25% 90% 0% 90% 40% 100% 40% Restaurant 30% 40% 90% 0% 95% 70% 100% 40% Café 30% 40% 90% 0% 85% 75% 100% 45% Hotel 10 50% 60% 100% 100% 100% 60% 60% 70% Tabel 1: aanwezigheidspercentage per functie en tijdsperiode (BRON: CROW- publicatie 317 Kencijfers parkeren en verkeersgeneratie (2008)) Werkwijze tabel In stap 5 is de parkeerbehoefte berekend per functie. Vervolgens dient voor iedere functie en alle periodes (overdag, middag etc.) het noodzakelijk aantal parkeerplaatsen berekend te worden. De periode waarop de gezamenlijke vraag het hoogst is, is de maatgevende periode. Denk hierbij aan de koopavond waarbij èn de winkels open zijn èn de bewoners voor een belangrijk deel thuis zijn. Rekenvoorbeeld met aanwezigheidspercentages: Een ontwikkelaar wil een nieuw kantoor realiseren met 50 parkeerplaatsen. Voor woningen in de directe nabijheid van het kantoor heeft de ontwikkelaar ook 50 parkeerplaatsen nodig. Na de aanleg van de 50 parkeerplaatsen voor het kantoor, kan de projectontwikkelaar voor de woningen volstaan met 60% (werkdag middag) van 50 parkeerplaatsen, oftewel 30 parkeerplaatsen. In totaal hoeft de ontwikkelaar niet 100 parkeerplaatsen, maar 80 parkeerplaatsen te realiseren. 10 Het CROW heeft geen percentages opgenomen van een hotel. Deze zijn dan ook specifiek toegevoegd. De aanwezigheidspercentages van een hotel zijn verondersteld iets hoger te liggen dan die van woningen. 24

BIJLAGE III: Tabel omrekenwaardes parkeervoorzieningen woningen Toepassing: stap 8 en 12 Bij woningprojecten worden parkeerplaatsen vaak in de vorm van een oprit of garage gerealiseerd. In de praktijk blijkt echter dat deze voorzieningen niet altijd worden gebruikt voor het parkeren van het voertuig. Bij de toetsing wordt dit meegenomen. Hiervoor hanteert de gemeente Purmerend enkele rekenwaardes conform landelijke richtlijnen van het CROW. Deze zijn opgenomen in onderstaande tabel 2. Deze rekenregels gaan niet op als de omgeving gereguleerd (bv betaald parkeren) is. Immers middels de vergunninguitgifte kan parkeren op eigen terrein afgedwongen worden. Het is hierbij van belang dat de ontwikkelaar aan de gemeente kenbaar maakt welke parkeervoorzieningen op basis van onderstaande categorisering er bij de woningen worden gerealiseerd. Parkeervoorziening Theoretisch aantal Berekenings aantal Opmerking Enkele oprit zonder garage 1 0,8 Oprit minimaal 5,0 meter diep Lange oprit zonder garage of carport 2 1 Dubbele oprit zonder garage 2 1,7 Oprit minimaal 4,5 meter breed Garage zonder oprit (bij woning) 1 0,4 Garagebox (niet bij woning) 1 0,5 Garage met enkele oprit 2 1 Oprit minimaal 5,0 meter diep Garage met lange oprit 3 1,3 Garage met dubbele oprit 3 1,8 Oprit minimaal 4,5 meter breed Tabel 2: Omrekenwaardes parkeervoorzieningen bij woningen (BRON: CROW- publicatie 317 Kencijfers parkeren en verkeersgeneratie (2008)) 25

BIJLAGE IV: Tabel acceptabele loopafstanden Toepassing: stap 12 en 14 Als maat voor situering van de parkeerplaatsen ten opzichte van de functies kan de acceptabele loopafstand tussen parkeerplaats en het bestemmingsadres dienen. Acceptabele loopafstanden per hoofdfunctie staan vermeld in onderstaande tabel 3. Functie Wonen Winkelen Werken Ontspanning Gezondheidszorg Onderwijs Acceptabele loopafstanden 100 meter 400 meter 500 meter 100 meter 100 meter 100 meter Tabel 3: acceptabele loopafstanden (BRON: CROW- publicatie 317 Kencijfers parkeren en verkeersgeneratie (2008)) Bovenstaande gegevens zijn overgenomen uit CROW publicatie 317. De loopafstand wordt gemeten vanaf de eerste deur van een complex. Bij een woning is dat de voordeur, bij een kantorenpand de hoofdingang etc. 26

BIJLAGE V: Kaart parkeervergunninggebied (situatie per 2016) 27

BIJLAGE VI: Stroomschema parkeertoets 28

BIJLAGE VII: Uitdraai rekentool parkeeropgaaf Voorbeeld: In gebied rest bebouwde kom wordt een verzorgingstehuis bestaande uit 20 wooneenheden verbouwd tot een gezondheidscentrum (5 behandelkamers) met huisartsenpraktijk (5 behandelkamers) en fysiotherapiepraktijk (3 behandelkamers). In het bouwplan worden 20 parkeerplaatsen aangelegd. Aangezien de parkeereis 19 parkeerplaatsen is, kan akkoord worden gegeven op het onderdeel parkeren van dit bouwplan. resultaatberekening NIEUWE FUNCTIES naam project voer projectnaam in gekozen locatie van de ontwikkeling: datum 29-2-2016 16:20 rest_bebouwde_kom bruto p-eis zonder aantal parkeer dubbelgebruik nwe functie eenheid eenheden norm afgerond op één decimaal 1 huisartsenpraktijk (-centrum) behandelkam 5 2,95 14,8 2 fysiotherapiepraktijk (-centrum) behandelkam 3 1,75 5,3 3 gezondheidscentrum behandelkam 5 2,15 10,8 4 5 6 7 8 9 10 parkeerbehoefte NIEUWE FUNCTIES met dubbelgebruik werkdag werkdag werkdag koop- werkdag zaterdag zaterdag zondag overdag middag avond avond nacht middag avond middag voor vast gebruik 13,4 10,1 1,3 1,3 0,0 1,3 1,3 1,3 ten behoeve van bezoek 17,3 13,0 1,7 1,7 0,0 1,7 1,7 1,7 totaal benodigd aantal p-plaatsen 30,7 23,1 3,0 3,0 0,0 3,0 3,0 3,0 resultaatberekening VERVALLEN FUNCTIES bruto p-eis zonder aantal parkeer dubbelgebruik vervallen functie eenheid eenheden norm afgerond op één decimaal 101 verpleeg- en verzorgingstehuis wooneenheid 20 0,60 12,0 102 103 104 105 106 107 108 109 110 parkeerbehoefte VERVALLEN FUNCTIES met dubbelgebruik werkdag werkdag werkdag koop- werkdag zaterdag zaterdag zondag overdag middag avond avond nacht middag avond middag voor vast gebruik 2,4 2,4 4,8 4,8 1,2 4,8 4,8 4,8 ten behoeve van bezoek 3,6 3,6 7,2 7,2 1,8 7,2 7,2 7,2 totaal benodigd aantal p-plaatsen 6,0 6,0 12,0 12,0 3,0 12,0 12,0 12,0 29

resultaat NIEUW en OUD (vervallen functies) parkeereis NIEUW parkeereis OUD (vervallen functies) max vast gebruik zonder dubbelgebruik 13,4 max vast gebruik zonder dubbelgebruik 4,8 max tbv bezoek zonder dubbelgebruik 17,3 max tbv bezoek zonder dubbelgebruik 7,2 max p-behoefte incl dubbelgebruik 30,7 max p-behoefte incl dubbelgebruik 12,0 aantal werkelijk aanwezige p-plaatsen in oude situatie 0 samenvatting parkeer-eis NIEUW: 30,7 daar mag af parkeereis OUD: 12,0 saldo: 18,7 19 bruto p-eis: 19 aantal p-plaatsen in oude situatie: 0,0 (minimaal moet aantal bestaande plaatsen terug komen) 0 parkeer-eis: 18,7 stroomschema aantal p-plaatsen in het bouwplan 20 (door ontwikkelaar in te vullen) locatie: rest_bebouwde_kom 1. ontwikkeling realiseert volledige p-behoefte op eigen terrein? JA akkoord 2. afwenteling p-behoefte op openbare ruimte blijft beperkt tot max 3? JA akkoord 3. betreft het de gebieden 'rest_binnenstad' of 'schilwijken'? NEE zie stap 5 4.a. centrum en schilwijken blijft afwentelen binnen de norm? JA akkoord norm: max 3 vast en/of max 10 bezoek 4.b. toepassing NUL-vergunningsregeling maak keuze: JA na positieve toets gemeente en opnemen in POET-lijst 5. rest bebouwde kom is voldoende restcapaciteit aanwezig in omgeving? maak keuze: alleen akkoord na beoordeling restcapaciteit 30

BIJLAGE VIII: Voetgangersgebied binnenstad Purmerend 31

Bijlage VIV: Halen en brengen bij basisscholen en kinderdagverblijven Bron: CROW publicatie 182 Parkeerkencijfers-basis voor parkeernormering 32

52 Parapluplan Parkeernormen Purmerend 2018

Regels Parapluplan Parkeernormen Purmerend 2018 53

54 Parapluplan Parkeernormen Purmerend 2018

Hoofdstuk 1 Artikel 1 Inleidende regels Begrippen 1.1 bestemmingsplan de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen. 1.2 plan het bestemmingsplan 'Parapluplan Parkeernormen Purmerend 2018' met NL.IMRO.0439.BPPARKEREN-va01 van de gemeente Purmerend. identificatienummer 1.3 vigerende bestemmingsplannen alle binnen de gemeente Purmerend op het moment van vaststelling van dit bestemmingsplan vigerende bestemmingsplannen, wijzigingsplannen en uitwerkingsplannen. Parapluplan Parkeernormen Purmerend 2018 55

56 Parapluplan Parkeernormen Purmerend 2018

Hoofdstuk 2 Algemene regels Artikel 2 Overige regels Reikwijdte en toepassing De regels van dit plan zijn van toepassing aanvullend op alle bestemmingsplannen, (partiele) herzieningen van bestemmingsplannen, wijzigingsplannen en uitwerkingsplannen welke ten tijde van de terinzagelegging van dit ontwerpbestemmingsplan in werking waren en waarin geen eigen parkeerregeling is opgenomen. Parapluplan Parkeernormen Purmerend 2018 57

Artikel 3 Algemene gebruiksregels Parkeervoorzieningen 1. Bij de uitoefening van de bevoegdheid tot het verlenen van een omgevingsvergunning voor het bouwen van een bouwwerk of het gebruiken van gronden of bouwwerken dient op eigen terrein ten minste voldaan te worden aan de Nota Parkeernormen gemeente Purmerend 2016, met inbegrip van eventuele wijzigingen of vervanging van deze nota gedurende de planperiode. De parkeernorm wordt berekend over het nieuw te bouwen of te wijzigen gedeelte. Het niet voorzien in en het niet in stand houden van voldoende parkeergelegenheid wordt gerekend tot strijdig gebruik. 2. In afwijking van lid 1 hoeft niet voldaan te worden aan de hier genoemde parkeernorm in het geval Burgemeester en wethouders besloten hebben af te wijken van deze norm op grond van artikel 4:84 van de Algemene wet bestuursrecht. 3. In het geval de Nota Parkeernormen gewijzigd of vervangen wordt, houden Burgemeester en wethouders rekening met deze wijziging of vervanging. 58 Parapluplan Parkeernormen Purmerend 2018

Artikel 4 Anti-dubbeltelregel Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing. Parapluplan Parkeernormen Purmerend 2018 59

60 Parapluplan Parkeernormen Purmerend 2018

Hoofdstuk 3 Artikel 5 Overgangs- en slotregels Overgangsrecht 5.1 Overgangsrecht bouwwerken Voor bouwwerken luidt het overgangsrecht als volgt: 1. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot, a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd; b. na het tenietgaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is tenietgegaan. 2. Het bevoegde gezag kan eenmalig in afwijking van het eerste lid een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%. 3. Het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan. 5.2 Overgangsrecht gebruik Voor gebruik luidt het overgangsrecht als volgt: 1. het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet; 2. het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het eerste lid, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind; 3. indien het gebruik, bedoeld in het eerste lid, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten; 4. het eerste lid is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan. Parapluplan Parkeernormen Purmerend 2018 61

Artikel 6 Slotregel Deze regels worden aangehaald als Regels van het bestemmingsplan Parapluplan Parkeernormen Purmerend 2018. 62 Parapluplan Parkeernormen Purmerend 2018