Raadsvergadering d.d. : 29 september 2016 Agendanr.: 6c. : Bouwen, wonen & milieu

Transcriptie

1 Raadsvergadering d.d. : 29 september 2016 Agendanr.: 6c Afdeling : Beleid en Ontwikkeling Portefeuillehouder : Wethouder M.M. Kuijken Onderwerp : Reparatie bestemmingsplan 'Nieuwbouw St. Bernardusschool 2015' Betreffend onderdeel programmabegroting : Bouwen, wonen & milieu 1. Inleiding Om de noodzakelijke nieuwbouw van de St. Bernardusschool op het Loo mogelijk te maken, is het bestemmingsplan met de titel Nieuwbouw St. Bernardusschool 2015 opgesteld. Op 30 juni 2015 stelde u dat bestemmingsplan vast. Tegen die vaststelling is beroep ingesteld bij de Raad van State. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft dit beroep behandeld en op 29 juni 2016 een tussenuitspraak gedaan. Bij zo n tussenuitspraak krijgt het bestuur de kans om een besluit te herstellen zonder alle procedures voor een bestemmingsplan opnieuw te hoeven doen. Er hoeft geen nieuw (ontwerp)bestemmingsplan te worden opgesteld, maar het bestemmingsplan mag direct opnieuw (gewijzigd) worden vastgesteld. Deze procedure wordt ook wel de bestuurlijke lus genoemd. Verbeelding bestemmingsplan Nieuwbouw St. Bernardusschool 2015 Reparatie bestemmingsplan 'Nieuwbouw St. Bernardusschool 2015' versie

2 De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft één van de beroepsgronden tegen het bestemmingsplan gehonoreerd. De overige beroepsgronden zijn ongegrond verklaard. De Afdeling heeft geoordeeld dat de regeling inzake parkeren niet kon worden vastgesteld omdat verwezen is naar gemeentelijk beleid terwijl op dit vlak (nog) geen gemeentelijk beleid is vastgesteld. De gemeente maakt voor het bepalen van verkeersdoelstellingen en het toetsen van de parkeerbehoefte gebruik van de landelijk bekende en veelvuldig toegepaste CROW-richtlijnen. In het bestemmingsplan voor de Bernardusschool is dat niet anders gedaan. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State is van oordeel dat bij het gebruik maken van artikel Bro (dat de mogelijkheid biedt te verwijzen naar beleidsregels) niet kan worden volstaan met een verwijzing naar de CROW-normen, omdat deze niet als beleid zijn vastgesteld. De Afdeling heeft dit aangemerkt als een gebrek in het bestemmingsplan en heeft de raad opgedragen om het gebrek (via de bestuurlijke lus) te herstellen. Omdat we momenteel (nog) niet beschikken over vastgesteld parkeerbeleid is voor wat betreft het opnemen van een parkeerregeling in het gewijzigd vast te stellen bestemmingsplan een andere systematiek gekozen. Er wordt niet langer verwezen naar gemeentelijke beleidsregels, maar er worden concrete parkeernormen opgenomen, waaraan wordt getoetst bij het verlenen van een omgevingsvergunning. De regeling in het gewijzigd vast te stellen bestemmingsplan bestaat uit een tweetal onderdelen. De bestemming Maatschappelijk wordt in het gewijzigd vast te stellen bestemminsplan gehandhaafd, maar het aantal functies dat die bestemming mogelijk maakt is nu beperkt tot de functie basisschool. Dit is gedaan om ook de regeling inzake parkeren en de daarbij behorende parkeernormen te kunnen beperken tot die functie. Zouden meerdere functies mogelijk blijven, dan zou hiervoor ook een bijbehorende parkeernorm opgenomen moeten worden en zou gemotiveerd moeten worden of de hieruit volgende benodigde parkeerplaatsen realiseerbaar zijn binnen het plangebied. Uitgaande van de CROW-normen blijkt dat voor verschillende maatschappelijke en culturele voorzieningen uiteenlopende parkeernormen gelden. Voor sommige functies geldt een parkeerbehoefte waarvan het niet op voorhand duidelijk is dat deze in het plangebied en de directe omgeving kan worden opgevangen. Het onderzoek dat in het kader van het bestemmingsplan is verricht, is toegespitst op de basisschool en toont aan dat de realisering van een bassischool inclusief daarvoor benodigde parkeervoorziening haalbaar is. Het schorsingsverzoek voor het bestemmingsplan, dat de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak bij de uitspraak op 29 januari 2016 afwees, was ook gebaseerd op de functie basisschool. Het beroep van appellante gaat ook niet over de brede functietoekenning in de bestemming Maatschappelijk. Daarom wordt voorgesteld om de functies binnen de bestemming Maatschappelijk te beperken, zodat uitsluitend een basisschool mogelijk is. De regels verwijzen in het gewijzigd vast te stellen bestemmingsplan niet langer naar het gemeentelijk parkeerbeleid, maar bevatten concrete parkeernormen voor de functies die het bestemmingsplan mogelijk maakt. Deze normen zijn gebaseerd op de meest recente CROWpublicatie Kencijfers parkeren en verkeersgeneratie (publicatie 317 d.d. oktober 2012), in samenhang met het door Advin uitgevoerde onderzoek ten behoeve van parkeren. De parkeernormen zijn uitgesplitst per functie (basisschool en woningen), waarbij tevens expliciet rekening is gehouden met de parkeerbehoefte voor het halen en brengen van leerlingen (kiss & ride). Voor de parkeernormen is, zoals gebruikelijk in de gemeente Bergeijk én overeenkomstig het onderzoek van Advin, uitgegaan van de gemiddelde norm (het gemiddelde tussen minimale en maximale norm) uit de CROW-publicatie voor de stedelijkheidsklasse weinig stedelijk, in dit geval in de rest bebouwde kom. Daarnaast is een lid opgenomen dat aangeeft dat het bevoegd gezag bij het toepassen van de parkeernormen rekening kan houden met gedeeld gebruik van parkeerplaatsen. Het doel daarvan is te voorkomen dat meer parkeerplaatsen worden gerealiseerd dan noodzakelijk, wat een negatief effect (verstening) op de inrichting van de openbare ruimte kan hebben. Juist in dit geval is zo n regeling wenselijk, omdat het parkeren ten behoeve van de basisschool (voornamelijk overdag) prima kan worden gecombineerd met het parkeren voor het gemeenschapshuis (voornamelijk s avonds). In de parkeerregeling is daarom aangegeven, dat rekening dient te worden gehouden met aanwezigheidspercentages waarbij per functie de parkeervraag gecorrigeerd wordt naar een Reparatie bestemmingsplan 'Nieuwbouw St. Bernardusschool 2015' versie

3 specifiek moment van de dag/week. De aanwezigheidspercentages zijn overgenomen uit het onderzoek van Advin, dat is gebaseerd op de CROW-gegevens. 2. Voorstel 1. De omschrijving van de bestemming Maatschappelijk in artikel 4, lid 4.1 onder a van maatschappelijke en culturele voorzieningen te wijzigen in een basisschool ; 2. De regels in artikel 12, lid 12.3 te vervangen door de volgende regels: Het bevoegd gezag toetst bij het verlenen van een omgevingsvergunning voor het bouwen en/of het verlenen van een omgevingsvergunning voor het afwijken van de gebruiksregels of wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid. Hiervoor gelden de volgende regels: a In het geval van de oprichting of uitbreiding van een gebouw dient ten behoeve van het parkeren van auto's te worden voorzien in voldoende parkeergelegenheid. b In het geval van functiewijziging van een gebouw en/of van gronden dient ten behoeve van het parkeren van auto's te worden voorzien in voldoende parkeergelegenheid. c Er is sprake van voldoende parkeergelegenheid indien wordt voldaan aan de volgende parkeernormen: 1 basisschool: 0,75 parkeerplaatsen per leslokaal, exclusief parkeergelegenheid voor het halen en brengen van kinderen met de auto; 2 basisschool, halen en brengen: het aantal parkeerplaatsen dat volgt uit de volgende rekenregel: (aantal leerlingen groep 1 t/m 3 x 45% x 0,5 x 0,75) + (aantal leerlingen groep 4 t/m 8 x 22,5% x 0,25 x 0,85); 3 vrijstaande woning: 2,3 parkeerplaatsen per woning, waarvan ten minste 0,3 4 halfvrijstaande woning: koopwoning: 2,2 parkeerplaatsen per woning, waarvan ten minste 0,3 parkeerplaatsen in de openbare ruimte; huurwoning, vrije sector: 2,0 parkeerplaatsen per woning, waarvan ten minste 0,3 huurwoning, sociale huur: 1,6 parkeerplaatsen per woning, waarvan ten minste 0,3 5 aaneengebouwde woning of patiowoning: koopwoning: 2,0 parkeerplaatsen per woning, waarvan ten minste 0,3 parkeerplaatsen in de openbare ruimte; huurwoning, vrije sector: 2,0 parkeerplaatsen per woning, waarvan ten minste 0,3 huurwoning, sociale huur: 1,6 parkeerplaatsen per woning, waarvan ten minste 0,3 6 voor het bepalen van de parkeernormen als bedoeld onder 4 en 5 worden de volgende definities gehanteerd: huurwoning, sociale huur: huurwoning waarvoor door de overheid vastgestelde huurregulerende bepalingen gelden, waaronder een van overheidswege vastgestelde maximale huurprijs; huurwoning, vrije sector: huurwoning waarvoor geen door de overheid vastgestelde huurregulerende bepalingen gelden. d Bij het bepalen of in voldoende parkeergelegenheid wordt voorzien, kan het bevoegd gezag met het oog op efficiënt ruimtegebruik, rekening houden met gedeeld gebruik van parkeerplaatsen, waarbij de navolgende aanwezigheidspercentages worden gehanteerd: Reparatie bestemmingsplan 'Nieuwbouw St. Bernardusschool 2015' versie

4 Gebruik ochtend middag avond nacht Koopavond Zaterdagmiddag Zaterdagavond Zondagmiddag basisonderwijs 100% 100% 0% 0% 0% 0% 0% 0% peuterspeelzaal 100% 100% 0% 0% 0% 0% 0% 0% halen en brengen basisonderwijs of peuterspeelzaal 100% 100% 0% 0% 0% 0% 0% 0% sociaalculturele 10% 40% 100% 0% 100% 60% 90% 25% voorziening woningen 50% 50% 90% 100% 80% 60% 80% 70% Voor niet in deze tabel opgenomen gebruik, dat op basis van de bestemmingsregels is toegelaten, kan het bevoegd gezag een op dat gebruik aanpast aanwezigheidspercentage hanteren; e De parkeervoorzieningen dienen in stand te worden gehouden. 3. Argumenten In de tussenuitspraak van 29 juni 2016 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State de gemeenteraad van Bergeijk opdracht gegeven de regeling die in het bestemmingsplan Nieuwbouw St. Bernardusschool 2015 was opgenomen inzake parkeren te herstellen. Met de hiervóór opgenomen regeling wordt hieraan voldaan en wordt in de planregels van het bestemmingsplan een adequate parkeerregeling opgenomen, waaraan omgevingsvergunningen worden getoetst. Met de hernieuwde (gewijzigde) vaststelling van het bestemmingsplan wordt voldaan aan de opdracht van de Afdeling. 4. Te stellen kaders Op grond van de Wet ruimtelijke ordening moet de raad bij het vaststellen van een bestemmingsplan de in het plan begrepen gronden bestemmen met het oog op een goede ruimtelijke ordening. Een goede ruimtelijke ordening dient bij te dragen aan de kwaliteit van de leefomgeving. Dit houdt in dat alle ruimtelijke belangen dienen te worden afgewogen. Deze belangen vloeien rechtstreeks voort uit de wet en kunnen uitgewerkt zijn in visies en beleid. Voor zover rijks- of provinciale belangen dit met het oog op een goede ruimtelijke ordening noodzakelijk maken, kunnen bij verordening regels worden gesteld over de inhoud van een bestemmingsplan. In Noord-Brabant zijn dergelijke regels gesteld in de provinciale Verordening ruimte Kanttekeningen Geen. 6. Kosten en dekking Voor de bouw van de school heeft de gemeenteraad een krediet beschikbaar gesteld en een grondexploitatie vastgesteld. Reparatie bestemmingsplan 'Nieuwbouw St. Bernardusschool 2015' versie

5 7. Draagvlak en communicatie Het via de bestuurlijke lus gewijzigde vastgestelde bestemmingsplan wordt ter inzage gelegd gedurende zes weken. De appellante die in de beroepszaak is betrokken wordt in het kader van de lopende procedure schriftelijk geïnformeerd over het nieuwe vaststellingsbesluit en mag daarop reageren. Appellante hoeft dus géén nieuw beroep in stellen; de Afdeling doet einduitspraak in de lopende procedure waarbij het nieuwe vaststellingsbesluit wordt betrokken. Overige belanghebbenden mogen uitsluitend beroep instellen (en eventueel om voorlopige voorziening verzoeken) tegen de gewijzigde onderdelen van het bestemmingsplan, in dit geval de wijziging in de bestemmingsomschrijving van de bestemming Maatschappelijk en de gewijzigde parkeerregeling. Dit wordt expliciet kenbaar gemaakt in de publicatie van het nieuwe vaststellingbesluit. 8. Procedures, planning, uitvoering Artikel 3.1 Wet ruimtelijke ordening (Wro) bepaalt, dat de gemeenteraad over de vaststelling van een bestemmingsplan beslist. Het vastgestelde bestemmingsplan treedt in werking na de dag waarop de beroepstermijn afloopt. 9. Samenwerking en relaties Niet van toepassing. 10. Evaluatie Niet van toepassing. 11. Bijlagen bij voorstel Raadsbesluit. 12. Bijlagen ter inzage 1. Uitspraak Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 29 juni 2016 over beroep tegen het bestemmingsplan voor de nieuwe St. Bernardusschool; 2. Het bestemmingsplan Nieuwbouw St. Bernardusschool Advies raadscommissie Het presidium heeft, in haar vergadering van 8 september jl., ingestemd met rechtstreekse behandeling van het voorstel in de raad van 29 september Burgemeester en wethouders van Bergeijk, W.A.C.M. Wouters Secretaris A. Callewaert de Groot Burgemeester Reparatie bestemmingsplan 'Nieuwbouw St. Bernardusschool 2015' versie