Woordpakketten Taal op maat groep 4



Vergelijkbare documenten
as dit muur bak dom rook boom hoog toon dak hut val den jas zaak beul geul mouw bouw hout poes deuk jouw rouw dief kous wieg doek luik zoet

Woordpakket 11 Groep 4. Woorden: Ook zo-woorden. draai foei gooi mooi nooit ooit roeit saai blijf fijn de gein het plein de pijn vijf zei

Ik schrijf op wat ik hoor.

Woordpakket 11 Groep 4. Woordpakket 12 Groep 4

klas Ik schrijf op wat ik hoor. Categorie 4a Twee medeklinkers aan het begin Thema 1 groep 4

Woordenlijst groep 4 Week 1

je schrijft het woord zoals je het hoort je schrijft het woord zoals je het hoort je schrijft het woord zoals je het hoort

golf Ik hoor u tussen 2 medeklinkers. Ik schrijf de tussenklank u niet. Categorie 5a Woorden met lf Thema 2 groep 4

Taal op maat - spelling

WOORDPAKKET 1. Ik schrijf woorden met een medeklinker aan het begin en einde van een woord: woorden net als man.

*woorden lezen (eerst u, dan uw kind, om en om, of uw kind alleen) *woorden overschrijven (u controleert samen met uw kind de woorden op

Blok 1. Groep 4. Signaaldictee

Woordpakket 1 Groep 4. Woorden: Regel: de bloes de bril de broek groot de knie de krul maakt de muts past praat de rits de snor de trui het vest wast

Klankgroep en lettergreep

Huiswerk spelling. Woordpakketten thuis oefenen. Dit is een huiswerkmapje om de woordpakketten die we in de klas leerden in te oefenen.

het dier de koe de muis de neus de poes de uil het gras groen knap de slak smal

Woordpakket 1 Groep 4. Woorden: Luisterwoorden

Woordpakketten. Taal actief. groep 4

Taaljournaal Digitale woordpakketten spelling groep 4

woorden met eer (heer) De /r/ is een plaagletter bij /eer/. volgwoord woorden met oor (oor) De /r/ is een plaagletter bij /oor/.

ring bank touw blauw vinkje kroontje bloempje stoel kast schrift schuur Thema 2 De boom ik leer: woorden lezen die uit twee woorden bestaan, zoals

Spelling Klankwoorden. Werkboek Geschikt voor de groepen 3 en 4

Week 3 als het beest de buurt haast de heks juist kort de laars de lamp meest de mens de mist de muts naast niets ons paars soms hij loopt hij woont

Spelling in beeld groep 4 woordpakketten per week

Oefenbundel. Pasen. 2 de leerjaar

instapkaarten spelling

Woordpakket thema 1 (Taal Actief 3 groep 4) tent

eeuw ij d u oo au ei oor v f t ie k aai ee eer h ui oe a g j e s b p ng sch n aa w o ooi eu z m l uu eur ou nk r i ch de het een -d

Week 2. Week 1. Week 3

Afspraak 31 weetwoord. Afspraak 30 regelwoord. liniaal, actueel. thermometer. Afspraak 32a weetwoord. Afspraak 32b weetwoord. team.

Spelling Klankwoorden. Werkboek Geschikt voor de groepen 7 en 8

fluit Ik hoor f aan het begin. Ik schrijf f. Categorie 6a Woorden die beginnen met f Thema 1 groep 5

1 Schrijf het woord op.

Taalverhaal.nu: Woordpakketten groep 4

1 e keer 2 e keer 3 e keer. leeuw duw kieuw meeuw maakt nest nieuw sluw dun dauw gul lied Jo sneeuw schreeuw leeuw

Woorden met twee medeklinkers achteraan: Tent: Als, bont, heks, kans, koers, lamp, lift, mens, munt, wesp

thema 5 les 2 extra oefenen

haast juist kast kust mest mist nest = = = fiets rits

De spreeuw en de musch

blauw 1 Schrijf het woord op. 2 Schrijf het woord op. spelling 11a pauw Kies uit: au blauw gauw 1 Dit is een kleur. 2 Dit roep je als je pijn voelt.

BLOK 1 Woordpakket 1 de spleet spreek de barst morst de straat strekt de borst wenst de straf strak de dorst minst de streep de kerst botst

Les 3. kist haast juist kast kust mest mist nest muts fiets rits

Spelling Klankwoorden. Werkboek Geschikt voor de groepen 5 en 6

Woorden die je schrijft zoals je ze hoort

extra oefenen les 2 thema 2 1 = v Schrijf het woord op. 2 Welk dier is het? Een dier met v of w. Schrijf het woord op. spelling 3a v l a g

tent als bont heks kans koers lamp lift mens munt wesp kist haast juist kast kust mest mist nest muts fiets rits

Les 3: helm halm kalm

Ons eerste boek. plaatjes en bijschriften voor 't jonge volkje dat lezen leert. W.F. Oostveen

Wij willen u vragen niet vooruit te gaan werken/oefenen. Er kan dan verwarring ontstaan bij het kind. Wij willen dit graag voorkomen!

slee Ik hoor aan het eind van het woord ee. Ik schrijf ee. Categorie 42 Woorden met een ee aan het eind Thema 7 groep 4

Een nieuw huis Les 1 groep 4

Een nieuw huis Les 1 groep 4

REEKS 186 2de leerjaar: 2de leerjaar: Oefendictee 1

Online leren lezen - Overzicht van de oefeningen

fluit Ik hoor f aan het begin. Ik schrijf f. Categorie 6a Woorden die beginnen met f Thema 1 groep 5

r k t u g f o uu b v ij j i oo ee w h ui aa n e d l m z p eu s a oe sch ie de het een -d

Taal We kunnen nu al echte verhalen schrijven. Daar zien we dan ook echte leuke verhalen van de kinderen.

1 Schrijf het woord op.

Taaljournaal spelling groep 5. Week 1 Categorie 10, 17: ng/ nk, samenstellingen

Naam:...

begrijpend lezen werkboek

Dyslexiebehandeling. Informatiepakket leerkracht:

Moshi gaat met het vliegtuig naar Malawi

Dit programma is gemaakt voor leerlingen van eind groep 3 en groep 4 van de basisschool, het praktijkonderwijs, vmbo bbl en mbo 1.

Zoek de 10 woorden die beginnen met de letter: b

KIND TOCH! Een bad op straat

Lezer Game. Gemaakt door Drika Pepping-Poot

koers brug wesp heks glas broer greep blik brief kans bloem lamp als bril lift bruin munt bont broek mens

Liedjes Kerstmusical: Volg die ster

Inhoudsopgave. categorie Hoorwoorden. Extra materiaal: 45 woorden in klankgroepen verdelen. categorie Net als woorden. pagina

De leessleutel Begrijpend luisteren-lezen thema 5 verhaal 1 groep 3. Thema 5 Verhaal 1 bladzijde 2 t/m 5 van het leesboek

Groep 1-2. Groep 3 (start voor spellingsonderwijs gr 4 t/8): Zo leren kinderen lezen en spellen en STAAL

Reeks 21 Gedekte klinker 'a' in gesloten lettergreep

Doelen van de lessen. Januari C.D. 4

net-als-woord: ei, ijs, beer, leeuw Pas op voor de plaagletter r. De ee, de oo en de eu klinken er anders door

De leessleutel Begrijpend lezen thema 9 verhaal 1 groep 3. Thema 9 Verhaal 1 bladzijde 2 t/m 5 van het leesboek

Leerlijn Spelling 1. Leerlijn Spelling Leerinhouden LEERINHOUDEN KLAS 3

De kinderen zochten zelf informatie op over de dieren die ze dagelijks verzorgen.

Leerlijn Spreken & luisteren groep 5

KRUISWOORDRAADSEL 1: WILDE DIEREN

groep4 Thema 4 week 1 werkboek spelling

v, f Begintoets /20 Zelfcorrectie fruitschaal druiven briefje vijftig vorst paasvakantie vliegtuig feesten verjaardag detective vrijdagavond diefstal

Taal actief spelling en de nieuwe Cito-toets spelling. Taal actief

Teksten Peuterplein Liedjes bij cd Dirk Scheele

Wist je dat? Lezen. Week

MEMORY WOORDEN 1.1. TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 1

Nog meer Hotel Hallo - Thema 1 De beestenboel NAAR HET ASIEL

net-als-woord: ei, ijs, beer, leeuw

net-als-woord: slang, bank, driehoek

Storm in het bos. Storm in het bos. Isabel Versteeg Storm in het bos

EURO 0 5CENT 1EURO EURO

ng de angst langzaam de tong hij brengt hij vangt nk dankbaar hij bedankt hij bedenkt hij drinkt het stinkt

Lezen We hebben de laatste weken weer heel veel woorden en letters geleerd.

Hoofdluiscontrole Maandag 8 mei worden alle kinderen gecontroleerd op hoofdluis. Wilt u alstublieft voor makkelijk te controleren haar zorgen.

De allerliefste oppas

Groep 4 Leseenheid 1

Deze weken leren wij:

namen steden landen Namen steden. werelddelen 61 Namen landen hoofdletter werelddelen. namen, N Namen inwoners van inwoners van landen

Spelwerk Op Maat - Luisterwoorden

Kerstmusical voor /door kleine kinderen (onderbouw, groep 1,2,3) Niet religieus, met 4 liedjes. Speelduur ongeveer 30 minuten. Kerstfeest met Rudolf

Transcriptie:

Woordpakketten Taal op maat groep 4 Week 1 as bak bal bel bil boom hol hun fel fit hut ik juf nek muur mug met poot pop rug tak tas wel weg wol Categorie 1a: mkm-woorden Week 3 heer keer leer meer neer teer veer weer zeer boor door goor hoor koor oor voor deur geur keur zeur Categorie 1c: woorden met -eer - oor -eur Week 2 beul bier boer bui deuk dief diep doek hoek hout koek kuil kous leuk lief mier muis neus pier pijl wiel poes puin riem zoet Categorie 1b: mkm-woorden 2 verschillende letters Week 4 bleek blok draak drie dwaas fluit griep klep knap kreet plat prijs slee snuit staal stoep touw tram trek vlag vlieg vraag vrouw zwaan zwak categorie 2a: mmkm-woorden

Week 5 baars best buurt damp duurt feest gast gilt haalt heeft jaagt juist kamp keert kijkt laars leert maalt mens neemt niets pomp remt soms wens categorie 2b: mkmm-woorden Week 7 arts borst botst dienst diepst dorst fietst fijnst grootst hoogst kleinst koorts kunst laagst leukst liefst minst morst oogst stoutst verst vorst walst winst worst categorie 3a: mkmmm-woorden Week 6 blaast breekt draagt dwars frans graaft grijpt klomp kruipt plaats plens prikt sleept slons smaakt speelt stomp slipt sliert trouwt trekt trimt vraagt zwijgt zwoegt categorie 2c: mmkmm-woorden Week 8 spraak sprak spreek spreuk spriet sprits sproet spruit straat straf strak straks streek streep strek striem strijk strik strip stroef stroom stroop strop struik categorie 3b: mmmkm-woorden

Week 9 schaaf schaap schap scheef scheer schel schenk schiep schiet schik schoen schop schoof schuif schuil schram schreef schriel schrijf schrik schroef schrift schrok schroot schrap categorie 4: woorden met sch en schr Week 11 breng dong drang ging jong kring langs meng rang spring streng tong zing blank blonk brink hinkt honk klonk links pronk slank stinkt wenk zink categorie 6: woorden met ng of nk Week 10 brei ei eik gein hei heil kei klein peil prei sein trein zeil au blauw dauw flauw grauw gauw kauw lauw nauw pauw rauw snauw categorie 5: woorden met ei of au Week 12 arm berg borg elk ernst galm half helm hurkt kalf korf markt molk park pulk scherf schurk tolk twaalf vork walm wolk worp zalf zulk categorie 7: woorden met een tussen u

Week 13 ach bocht gracht jacht lach knecht licht lacht mocht och pech plicht slacht specht richt vrucht wacht zich zicht zucht slecht toch tocht vracht nicht categorie 8: woorden met ch of cht Week 15 aai baai kraai naai taai paai saai zwaai dooi fooi gooi hooi kooi mooi ooi strooi bloei boei foei groeit loei snoei oei stoeit woei categorie 10: woorden met aai ooi of oei Week 14 eeuw geeuw leeuw schreeuw sneeuw spreeuw kieuw nieuw nieuws uw duw luw ruw schuw sluw spuw stuw categorie 9: woorden met eeuw ieuw of uw Week 16 aarde beide blauwe bloeden bloeien denken dranken eerste eigen elfde ergens fouten gangen haaien jonge kazen lampen leuren nachten nieuwe lijnen rangen uien wrede zweden categorie 11a: woorden met een stomme e achteraan

Week 17 achter anker bijbel dokter duivel engel ezel handel mager langer jager kabouter kapster mooier nagel nuchter oever rechter schilder somber suiker stapel vogel wortel zomer categorie 11b: woorden met een moeilijke stomme e Week 19 acht besluit buurt echt feest friet gat groet haast hut klacht knecht naast nest opdracht maart lucht punt schrift snuit tent uit worst zwart zweet categorie 12b: woorden die eindigen op een t Week 18 aard antwoord band beeld deugd eend eiland gedraaid gegooid grind haard hand iemand jeugd kleed koud land lied moord oud spoed stad vreemd wond zand categorie12a:woorden die eindigen op een d Week 20 aapje balkje bootje brokje frietje fietsje kaartje liedje pompje potje schaapje tulpje zusje baantje boortje heertje muiltje vrouwtje peertje armpje boompje halmpje raampje uiltje wormpje categorie 13a: verkleinwoorden op je tje of pje

Week 21 apen avontuur blote buren dame draden even foto gratis haren helaas hele jaren lading leraar malen namen open oma poten schade schepen serie tekening zowel categorie 14: woorden met een open lettergreep