BOVENBOUW VMBO B. Biologie interactief. Docentenhandleiding



Vergelijkbare documenten
Training. Coachend begeleiden

De lamp. Copyright Vakcollege Groep B.V Alle rechten voorbehouden.

Zelfstandig werken. Ajodakt. Dit antwoordenboekje hoort bij het gelijknamige werkboek van de serie

Begeleide interne stage

Werkwoordspelling 2 Toelichting en Antwoorden

BOVENBOUW VMBO KGT. Biologie interactief. Docentenhandleiding

Noorderpoort Beroepsonderwijs Stadskanaal. Reader. Wet van Ohm. J. Kuiper. Transfer Database

Training. Kunstzinnige activiteiten voor kinderen

Spelend leren, leren spelen

Stenvert. Taalmeesters 2. Antwoorden. Taalmeesters 2. Zelfstandig werken. Antwoorden. Groep 4. Taal COLOFON COLOFON

Nicolien van Halem Inge Müller. Handboek studievaardigheden voor het hbo

Actief leren voor een beroep

Het rijk van de schimmels

project: Problemen in de wijk

Organisatie van werkzaamheden

Stenvert. Taalmeesters 6. Zelfstandig werken Taal Groep 8 Antwoorden. Zelfstandig werken Stenvert Taal Taalmeesters 6 Antwoorden Groep 8

Cursus. Ontwikkeling van beroepsuitoefening en kwaliteitszorg

42 blok 6. Een huis inrichten. Teken de meubels in het huis. Plaats ze waar jij wilt. Vul in. Hoeveel eet elke hond? Hoeveel kilo vlees?

Cursus. Oriëntatie op de dienstverlening in de VVT

LESSENSERIE 4: CKV-NL Recensie schrijven Lesplannen

Stenvert. Rekenmeesters 5. Zelfstandig werken Rekenen Groep 7 Antwoorden. Zelfstandig werken Stenvert Rekenen Rekenmeesters 5 Antwoorden Groep 7

WERKVORMEN MAGAZIJN. Wat is netwerken? Landelijk Stimuleringsproject LOB in het mbo

Noorderpoort Beroepsonderwijs Stadskanaal. Reader. Stroom. J. Kuiper. Transfer Database

Noorderpoort Beroepsonderwijs Stadskanaal. Reader. Spanning. J. Kuiper. Transfer Database

Competent talent in de praktijk

Lesvoorbereiding Studie en loopbaan Keuze- en Loopbaanvaardigheden 3-4 vmbo

Werken aan communicatie 1

Training. Begeleiden

PRACTICUM: CYTOLOGIE. LeerlingenHANDLEIDING CYTOLOGIE Versie 1.0 6/10/2017 Datum 6 oktober 2017 Auteur Bart J. van Zweeden

SECTORWERKSTUK

Keuzevak Milieu, hergebruik en duurzaamheid. Duurzaam consumeren en produceren

Schematisch en natuurgetrouw

Sociale en recreatieve activiteiten

Met welk werk kunnen kinderen uit groep 5-6 thuiskomen en hoe kunt u uw kind thuis helpen?

Werken aan natuur en milieu

Kies 2. Leerwerkboek burgerschap SANDER HEEBELS PETRI BENSCHOP MENNO BEEKHUIZEN MARK OOMEN HANNEKE SCHOTTERT

Uitdager van de maand. Natuur & Techniek, groep 8. Algemeen. Titel. Schimmels. Cognitieve doelen en vaardigheden voor excellente leerlingen

Sectorwerkstuk

Voorbereiden op stage en bijbaan

2 > Kerndoelen > Aan de slag > Introductie van de manier van werken > Mogelijke werkvormen en de plaats op het rooster 27

BIOLOGIE Bovenbouw P.O. Zoete wortels

Cursus. Verdieping doelgroepen

_voorw :47 Pagina I. Een Goed. Feedbackgesprek. Tussen kritiek en compliment. Wilma Menko

Cursus. Begeleiden en zorgen in kleinschalig wonen in GGZ

Presenteren. Oriëntatie

Een onderzoekende houding

lesprogramma PO activerende lessen over respect voor het primair onderwijs

i n s t a p h a n d l e i d i n g

Sterker naar het mbo. Docentenhandleiding. Januari 2018 Spirit4you.

Cursus. Omgaan met pesten en ingrijpende gebeurtenissen

Getsie...bedorven! Bederf. Micro-organismen en hygiëne. Kies de juiste namen bij de tekeningen

REKENEN METEN EN MEETKUNDE. Meetkunde voor 1F Deel 1 van 2

3. Een opleidingsdomein kiezen

Cursus. Begeleiden en zorgen intramuraal in GGZ

Hoe voer ik een onderzoek uit? Een stappenplan om te helpen een onderzoek uit te voeren.

Lesbrief voor het basisonderwijs Bovenbouw

Cursus. Oriëntatie op het werkveld

Cursus. Netwerk versterken

4. Een vervolgopleiding kiezen

Cursus. Creëer een veilig seksueel klimaat

Training. Zakelijk communiceren

Project: Werken aan taalontwikkeling: Het Vertelspel

Presentatie Biologie cellen ordenen onder een microscoop

Training. Vergaderen

Noorderpoort Beroepsonderwijs Stadskanaal. Reader. Lenzen. J. Kuiper. Transfer Database

Lesbrief: Het belang van hygiëne Thema: Wat is Mens & Dienstverlenen?

China Pagina 1. - Wie nodig jij uit voor een Chinese maaltijd? -

Edu4all LOB. 1. Leren Kiezen. Licentie: Voor het activeren van de licentie kijk op pagina 5 van dit werkboek.

GLOBAL: workshop webdesign

Presentatiekaart - folder

Training. Observeren en signaleren

Cursus. Onderwijs VVE 2 activerende leeromgeving

Docentenhandleiding bij Elektrotechnisch tekenen Basiskennis

Training. Opvoeden zonder vooroordelen

Theater/Bioscoop De Nieuwe Kolk

BIOLABO NAVERWERKING

Dit document hoort bij de training voor mentoren blok 4 coachingsinstrumenten, leerstijlen.

Workshop voorbereiden Authentieke instructiemodel

Training. Enquêteren

i n s t a p h a n d l e i d i n g

Micro-organismen kweken en bekijken. Zelf bacteriën kweken. Benodigdheden. Werkwijze. Ziek van virussen?

Wondverzorging. Let op: het is belangrijk om precies deze schrijfwijze aan te houden, dus met tussenstreepjes.

Training. Groepsklimaat

Nationaal Gevangenismuseum Gevangen in beeld

Cursus. Autistisch spectrum

Oriëntatie: Samen Scholen Beeldende Kunsteducatie. Helma Molenaars en Grada Buren.

project: Kunst en cultuur

Cursus. Verdieping kinderen met specifieke begeleidingsvragen Deel 1

Werken binnen commercieel groen

Cursus. Ouderenzorg, geriatrie

Sectorwerkstuk

Lesbrief Assenstelsels. Versie 1

Cursus. Begeleiden en zorgen intramuraal in GHZ

Cursus. Leren kun je leren

3. Wat betekent dat voor de manier waarop lesgegeven zou moeten worden in de - voor jou - moeilijke vakken?

(Vak)teksten lezen in vmbo - mbo - Handleiding

Wie eet wie en wie eet wat?

DEEL 2: Leerdoelenoverzicht (groep 3-4)

1e klas. BiNaSch slootwateronderzoek. Deze reader is van: Scala Rietvelden Vakgroepen natuurkunde, scheikunde en biologie 1e klas. Klas:.

Transcriptie:

BOVENBOUW VMBO B Biologie interactief Docentenhandleiding

ThiemeMeulenhoff ontwikkelt leermiddelen voor Primair Onderwijs, Voortgezet Onderwijs, Beroepsonderwijs en Volwasseneneducatie en Hoger Beroepsonderwijs. Meer informatie over ThiemeMeulenhoff en een overzicht van onze leermiddelen: www.thiememeulenhoff.nl of via onze klantenservice (088) 800 20 15 ISBN 978 90 425 3806 1 NUR 121 Eerste druk, eerste oplage ThiemeMeulenhoff, Baarn/Utrecht/Zutphen, 2009 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16B Auteurswet 1912 j het Besluit van 23 augustus 1985, Stbl. 471 en artikel 17 Auteurswet 1912, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan Stichting Publicatie- en Reproductierechten Organisatie (PRO), Postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp (www.cedar.nl/pro). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet 1912) dient men zich tot de uitgever te wenden. De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden. www.biologieinteractief.nl Samenstellers: Bert van den Berg, Lene Bijsterveld, Ilse Gmelig Josefien von Frijtag Drabbe Künzel, Jeroen van der Horst Claudia Konert, Mirelle de Ronde. Redactie ABC Redactie, Culemborg Opmaak Ivonne Hermens, Eindhoven Tekeningen Hans Brik, Callantsoog Lansys, Groningen Fotografie istock International

K4 Basis Cellen staan aan de basis Eindtermen en leerdoelen Aan het eind van dit katern kan de leerling: levenskenmerken noemen. kenmerkende eigenschappen van cellen van dieren, planten, schimmels en bacteriën noemen. delen waaruit een weefsel of orgaan is opgebouwd benoemen en in afbeeldingen of modellen aanwijzen en functies van deze delen beschrijven. toelichten dat een organisme als een geheel beschouwd kan worden waarbij voor instandhouding en gezondheid van het organisme processen in onderlinge samenhang plaatsvinden. Opdracht Leerdoel/eindterm 1 Levenkenmerken kunnen noemen 2 Levenskenmerken kunnen herkennen Extra 1 Levenskenmerken kunnen herkennen 3 Levenskenmerken kunnen herkennen 4 Bouw van een organisme kunnen herkennen 5 Kunnen toelichten wat een orgaanstelsel is 6 De samenwerking tussen orgaanstelsels kunnen toelichten 7 Taken van orgaanstelsels kunnen benoemen Extra 2 De samenwerking tussen verschillende organen kunnen herkennen en toelichten 8 Organen kunnen herkenen en benoemen 9 Taken van organen kunnen benoemen 10 De bouw van een weefsel kunnen herkennen 11 Kunnen toelichten wat een weefsel is 12 Kunnen benoemen en toelichten van organen van planten 13 Kunnen herkennen van plantenweefsels 14 Kunnen herkennen van plantenweefsels 15 De bouw van een orgaan van planten kunnen herkennen Extra 3 Organen van schimmels kunnen herkennen Extra 4 De samenwerking tussen organen kunnen toelichten 16 Cellen van bacteriën kunnen herkennen 17 Hyfe van schimmel kunnen herkennen 18 Dierlijke cellen kunnen herkennen 19 Plantaardige cellen kunnen herkennen 20 Verschillen tussen cellen van de vier rijken kunnen herkennen en benoemen Extra 5 Taken van celonderdelen kunnen benoemen 21 Verschil kunnen herkennen tussen dierlijke en plantaardige cellen 22 Kunnen herkennen van cellen 23 Taken van celonderdelen kunnen benoemen 24 Taken van celonderdelen kunnen benoemen Biologie interactief Bovenbouw vmbo/b Docentenhandleiding 3

Didactiek en leerstijlen Leerstijl Opdracht nummer Extra opdracht nummer Dromer 3, 10, 13, 14, 15, 17, 18, 19, 21, 22 1, 3, 4, 5 Doener 3, 4, 10, 13, 14, 17, 18, 19, 24 2, 3, 5 Beslisser 1, 2, 3, 4, 10, 12, 13, 14, 15, 17, 18, 19, 23 1, 2, 3, 4, 5 Denker 1, 5, 6, 7, 8, 9, 11, 12, 16, 20, 21, 22, 24 Startopdracht A Wat moet je doen om in leven te blijven? Deel de leerlingen in tweetallen in. Elk tweetal probeert zoveel mogelijk dingen op te schrijven die zij doen om in leven te blijven. Na bijvoorbeeld vijf minuten klassikaal verder gaan. Elk tweetal mag één opgeschreven punt opnoemen. Deze punten verzamelen op het bord en nabespreken. Hierna werkt elk tweetal een punt uit. Dit kunnen ze doen door te tekenen, door plaatjes te verzamelen uit tijdschriften of er een gedicht van te maken. Ook schrijft elk tweetal de naam op van een organisme waarbij ze dit levenskenmerk herkennen. Hierbij geven zij ook uitleg door de vraag te beantwoorden: Waaraan kun je dat zien? Vervolgens alles verzamelen en ophangen in het lokaal. B De bouwpuzzel mens plant paddenstoel paddenstoelhoed orgaanstelsel wortel en stengel Biologie interactief Bovenbouw vmbo/b Docentenhandleiding 4

lever vaten van een plant schimmeldraad weefsel van de lever weefsel van een vat van een plant plantencel schimmelcel dierlijke cel Bovenstaande kunt u kopiëren en tot kaartjes snijden. Het is de bedoeling dat leerlingen in tweetallen of viertallen worden ingedeeld. De leerlingen proberen de kaartjes per organisme in de goede volgorde van klein naar groot of van groot naar klein te leggen. Laat ze hier vijf tot tien minuten mee puzzelen. Schrijf daarna de woorden organisme, orgaanstelsel, orgaan, weefsel en cel op het bord. Laat de leerlingen zich bewust worden van deze indeling door middel van een klassengesprek. Aan de slag! We geven hier per opdracht eventuele bijzonderheden of extra uitleg. Bij een tip staat een toevoeging of variatie op de opdracht. Extra opdracht 1: Hoe zien jouw levenskenmerken eruit? De leerlingen geven een presentatie over hun eigen levenskenmerken. Materiaal computer met powerpoint. Biologie interactief Bovenbouw vmbo/b Docentenhandleiding 5

Opdracht 3 Ademen planten ook? Materiaal tulp; reageerbuis; reageerbuisrek; water; plastic boterhamzakje; plakband of elastiek; (zon) licht; liniaal; mesje; lamp. Het resultaat van deze proef is pas na enkele dagen te zien. Opdracht 4 Samenwerkende organen Materiaal een computer, in verband met de applet. Extra opdracht 2 Hoeveel organen kun jij in één keer gebruiken? Materiaal een computer om een e-mail te versturen. Opdracht 9 Wat doen organen? Om de vertering van voedsel in de mond en de maag aan te tonen, kunnen er aanvullende experimenten gedaan worden. Experiment 1: Amylase Materiaal verdund speeksel (1ml speeksel + 5 ml water); zetmeeloplossing (1 gram zetmeel oplossen in 40 ml kokend water en daarna aanvullen tot 100 ml); joodoplossing; water; reageerbuisrek; twee reageerbuizen; warm waterbad (37 C); Wat ga je doen? Nummer de reageerbuizen. Doe in de eerste reageerbuis 2 ml zetmeeloplossing + 1 ml water. Doe in de tweede reageerbuis 2 ml zetmeeloplossing + 1 ml speekseloplossing. Zet beide buizen tien minuten in het warmwaterbad. Druppel in elke buis 5 ml joodoplossing. Verwerking De leerlingen zouden vooraf op een aardappel een beetje joodoplossing kunnen druppelen om te zien wat er gebeurt wanneer de oplossing in contact komt met zetmeel. Zij zien dan dat er een blauwe kleuring ontstaat. Voordat zij het reagens toevoegen, kunnen zij een voorspelling maken van wat er gebeurt. Wanneer het experiment is uitgevoerd, kunt u vertellen dat het zetmeel wordt omgezet in glucose. Eventueel kunt u de leerlingen een stukje brood geven of een gekookte aardappel en ze daar lang op laten kauwen zodat zij dit zelf kunnen proeven. Biologie interactief Bovenbouw vmbo/b Docentenhandleiding 6

Opdracht 10 Organen onder de microscoop Materiaal microscoop; preparaat van bot; preparaat van kraakbeen. Opdracht 13 De bouw van een stengel Materiaal microscoop; preparaat van een stengel van een plant. Opdracht 14 Plantenweefsel Materiaal microscoop; pincet; mesje; prepareernaald; voorwerpglas; dekglaasje; druppelflesje; tissue; rode ui. Opdracht 15 Herken het orgaan Geen bijzonderheden. Extra opdracht 3 Schimmel beter bekeken Materiaal champignon; potlood; mesje; wit vel papier. Tip: Je kunt ook je eigen champignons kweken. Via het internet zijn complete kweeksets te bestellen. Ook kan het leuk zijn om de sporendoosjes van varens te bestuderen met een loep. Extra opdracht 4 Hoe maakt een koe melk van gras? Materiaal een computer, in verband met de applet. Opdracht 17 Hoe zien schimmels eruit? Materiaal microscoop; pincet; prepareernaald; voorwerpglas; dekglaasje; druppelflesje; tissue; beschimmeld brood, fruit of iets dergelijks. Biologie interactief Bovenbouw vmbo/b Docentenhandleiding 7

Tip: De leerlingen zouden ook goed kunnen kijken naar de verschillende schimmels op de producten. Opdracht 18 Hoe zien jouw cellen eruit? Materiaal microscoop; plastic koffielepeltje; voorwerpglas; dekglaasje; druppelflesje; tissue; methyleenblauw. Opdracht 19 Hoe zien plantencellen eruit? Materiaal microscoop; pincet; prepareernaald; voorwerpglaasje; dekglaasje; druppelflesje; tissue; takje waterpest. Wanneer het teveel tijd kost om elke leerling naar elke cel te laten kijken, kunt u de klas ook verdelen in drie groepen. Elke groep bestudeert dan één soort cel en maakt een poster van de kenmerken en taken van de celonderdelen. Deze poster kan gepresenteerd worden aan de rest van de klas. Opdracht 20 Herken de cel Geen bijzonderheden. Extra opdracht 5 Waar komt linnen vandaan? Materiaal brandnetel; grove kam (een kam met metalen tanden werkt het best); eventueel een paar handschoenen tegen het prikken; microscoop; objectglas; dekglas; bekerglas; water; druppelpipet; pincet. Op www.goedewaar.nl is meer informatie te vinden over de hennepplant en zijn toepassingen. Biologie interactief Bovenbouw vmbo/b Docentenhandleiding 8

K5 Schimmels en bacteriën: nuttig en soms schadelijk Leerstijlen In het volgende schema vindt u bij elke leerstijl de opdrachten die daar het meeste bij passen. Bezinner Denker Beslisser Doener Kijkt hoe anderen een probleem aanpakken en denkt eerst na voordat hij iets doet. Hij ziet veel oplossingen, omdat hij een probleem vanuit veel standpunten kan bekijken. Daardoor neemt hij beslissingen soms traag. Waarnemen en overdenken ( watching ) Maak vooraf een plan. Neem de tijd voor lastige beslissingen. Neem de tijd om je ervaringen te overdenken. Is goed in logisch denken en redeneren. Hij probeert algemene regels te ontdekken en leert het liefst uit boeken. Het is belangrijker dat ideeën logisch zijn, dan dat ze praktisch uitvoerbaar zijn. Analyseren en abstract denken ( thinking ) Zoek goed gestructureerde leermiddelen. Zoek verbanden met kennis die je al hebt. Zoek intellectuele uitdagingen. Bestudeer theoretische concepten, modellen en systemen. Plant een taak en voert die uit. Hij is niet zo geïnteresseerd in theorieën. Hij doet het goed in conventionele intelligentietesten. Houdt zich liever bezig met technische problemen dan met mensen. Concreet ervaren ( sensing/feeling ) Zoek naar verbanden tussen de leerstof en je werk. Richt je op praktische zaken. Zoek iemand die je iets kan demonstreren. Houdt van experimenteren en lost problemen op door iets uit te proberen. Hij past zich goed aan aan nieuwe situaties. Soms kan een doener drammerig overkomen in zijn dadendrang. Actief experimenteren ( doing ) Ga een directe ervaring opdoen. Los een probleem op. Spring in het diepe met een uitdagende taak. Opdracht 20 Extra opdracht 1, 2, 5, 6, 8 Opdracht 1, 2, 4, 5, 7, 8 9, 16, 18, 23, 24*, 25 Opdracht 10, 12, 13, 14, 15, 20, 21, 24*, 26, 27 Extra opdracht 3, 7 Opdracht 3, 7, 11, 17, 22, 28 Extra opdracht 4 Vaardigheden In het volgende schema vindt u per vaardigheid de opdrachten waarbij deze aan de orde komen. De vaardigheden Omgaan met informatie, formuleren, NL taal functioneel gebruiken enzovoort, worden in elke opdracht toegepast! Dit geldt overal. B 1 Begrijpend lezen, feiten en meningen onderscheiden Foldermateriaal Opdracht 10 Extra opdracht 7 Studieboeken Naslagwerken Cd-rom/internet Opdracht 14, 24 Extra opdracht 3 Bijsluiters Kranten/tijdschriften Opdracht 2, 13, 15, 21, 25 K5 Biologie interactief Bovenbouw vmbo/b Docentenhandleiding 9

2 Informatie verwerven, selecteren, verwerken en bewerken Tabellenboek/gegevensbank/gebruiksaanwijzing Opdracht 4 Tekeningen, schema s, diagrammen, beelden Opdracht 5c, 10, 13, 14, 15c, 20 Extra opdracht 1, 3 3 Eigen gedachten schriftelijk en mondeling formuleren Vaktaal functioneel gebruiken Opdracht 25, 28 Extra opdracht 3,5 Relaties leggen tussen begrippen en contexten Opdracht 2, 4, 10, 13, 14, 15, 16, 19, 25 Extra opdracht 2, 3, 6, 7 Feiten en meningen presenteren en formuleren Opdracht 2e, 19 Extra opdracht 3, 6 Beroepsoriëntatie Extra opdracht 6 Folder/brochure maken of poster Extra opdracht 2 4 Basisrekenvaardigheden Schatten en afronden Opdracht 1 Efficiënt rekenen Rekenregels gebruiken/verhoudingstabellen/breuken en percentages 5 Rekenen met eenheden en grootheden Opdracht 1, 2c Opdracht 2c Eenheid bij gemeten of berekende grootheid aangeven Opdracht 1, 2 6 Veilig kunnen omgaan met stoffen/materialen enzovoort 7 Begripskennis opbouwen Onjuiste denkbeelden bijstellen Opdracht 2, 21 Extra opdracht 3, 7 Verbanden leggen Opdracht 1, 2, 4, 7, 10, 12, 13, 14, 15, 17, 19, 20, 21, 24, 25 Extra opdracht 3, 7 Leren door doen Opdracht 3, 7, 11, 17, 23, 28 Leren door ontdekken Multicausale verbanden herkennen Verschillende organisatieniveaus (cel, weefsel orgaan enzovoort) Eenvoudige product- en procesevaluatie maken en conclusies daaruit trekken 8 Hulpmiddelen gebruiken (loep/microscoop/indicatoren/determineertabel) 9 Eenvoudige opdrachten/onderzoek Zelfwerkzaam, voorbereiden, uitvoeren vastleggen en evalueren Extra opdracht 5 Opdracht 7, 11 School- of veldpracticum Opdracht 3, 7, 11, 17, 28 Extra opdracht 4, 5 Probleemstelling herkennen en specificeren Probleem herleiden tot onderzoeksvraag Verwachtingen formuleren Opdracht 3, 28 Relevante waarnemingen doen/gegevens verzamelen Opdracht 3, 7, 11 Extra opdracht 4 Conclusies trekken Opdracht 3, 7, 11, 28 Extra opdracht 4 Oplossing, onderzoek en conclusies evalueren 10 Gegevens verwerken in verslag van bezoek aan instelling Extra opdracht 6 11 Studie van zelf gekozen onderwerp uitvoeren en verslagleggen Extra opdracht 6 Biologie interactief Bovenbouw vmbo/b Docentenhandleiding 10

12 ICT-hulpmiddelen en software gebruiken Schrijven Rekenen Informatie verzamelen, bewerken Opdracht 14, 24. Extra opdracht 2, 3 Presentaties Extra opdracht 1 Toetsen Planning NB De extra opdrachten zijn niet in de planning opgenomen. U maakt daar zelf een keuze uit. Voorstel: Les 1: Startopdracht, Wat weet je al?, Zo zit dat! en inzetten opdracht 3 en 8 Les 2: Opdracht 1, 2, 4, en 5 Les 3: Opdracht 7, 3, en 7 (practicum) Les 4: Opdracht 9 t/m 11 (11 is practicum) Les 5: Opdracht 12 t/m 15 (eventueel opdracht 14 voor thuis) Les 6: Opdracht 16 en 17 (practicum), eventueel aanvullen met extra opdracht 4 of 5 Les 7: Opdracht 18 t/m 21 (eventueel 19 thuis afmaken) Les 8: Opdracht 22 t/m 25 (eventueel opdracht 24 thuis maken) Les 9: Opdracht 26 en 27 Les 10: Opdracht 28 (in de les laten voorbereiden) Les 11: (extra opdracht 7) Les 12: Alles op een rij en Zelftoets Les 13: Eindtoets Materialenlijst per opdracht Opdracht 3 Kweek je eigen bacteriën steriele petrischaal met voedingsbodem; watervaste viltstift; geodriehoek; plakband; sticker met je naam of groep erop; keukenpapier. Opdracht 8 Gist met een knopje stukje verse bakkersgist of gistkorrels; warm suikerwater (van ongeveer 30 C); reageerbuisrekje; reageerbuis; microscoop; druppelpipet; voorwerpglaasje; dekglaasje; doekje of stukje keukenpapier. Opdracht 12 Een champignon van dichtbij microscoop; voorwerpglaasje; dekglaasje; druppelflesje met water; pincet; Biologie interactief Bovenbouw vmbo/b Docentenhandleiding 11

stukje keukenpapier; sporen van een champignon. Extra opdracht 2 Paddenstoelenposter poster; schaar; lijm; kleurpotloden; Opdracht 15 Hoe een waterzuivering werkt computer met internetverbinding. Extra opdracht 3 Energie uit uitwerpselen computer met internetverbinding. Opdracht 18 Maak je eigen kruidenkaas bekerglas van 1000 ml (1 liter); twee bekerglazen van 500 ml; maatcilinder van 250 of 500 ml; brander, driepoot en gaasje; bak met koud water; garde; 500 ml (halve liter) volle melk; halve citroen; zout; half teentje knoflook; peterselie; een theezeefje; knoflookpers; een schaar; een lepel; een mes en toastjes; plastic bakje met deksel (te koop bij een vishandel of snackbar). Extra opdracht 4 Vlekken uit je kleren wassen groot bekerglas; zes witte lapjes katoen waarop een vlek zit van bijvoorbeeld koffie, ballpen-inkt, chocola, gras, smeerolie, mayonaise, babyvoeding, spaghetti, thee, appelsap, cola, enzovoort; watervaste stift; biologisch wasmiddel (met enzymen); maatcilinder; brander; driepoot; roerstaafje; thermometer; tang; spatel; gootsteen met een koudwaterkraan; eventueel een veiligheidsbril. Opdracht 25 Antibiotica Computer met internetverbinding. Biologie interactief Bovenbouw vmbo/b Docentenhandleiding 12

Startopdracht Om een idee te krijgen hoe snel bacteriën zich exponentieel vermeerderen en om te oefenen met schatten (hoe klein een bacterie is en hoeveel er in een kolonie kunnen zitten) kunt u starten met een glazen pot vol bonen. Laat de leerlingen raden hoeveel bonen er in de pot zitten. Kijk daarna hoe je een goede schatting kunt maken: meet hoe groot de pot is en hoe groot een boon is. Maak dan de link van bonen naar bacteriën. Hoeveel maal groter is een boon dan een bacterie (een bacterie is gemiddeld 0,001 mm groot). Kun je één bacterie zien? Hoe snel vermeerderen bacteriën zich? Leeg de pot en doe er eerst één boon in (= één bacterie), dan twee (de bacterie is gedeeld), dan vier enzovoort. De leerlingen zien hoe de pot zich steeds sneller vult, bij elke deling een verdubbeling. Vanaf hoeveel delingen kun je de bacteriën wel zien? Aan de slag! Opdracht 1 Microscopisch klein Bij deze opdracht kunt u tevoren enkele beelden van bacteriën uitzoeken en deze met een beamer in de klas projecteren. In plaats van de bacteriekolonie op de punt van een pen te bepalen, kunt u ook een ander voorwerp nemen dat de leerlingen meer aanspreekt. Opdracht 2 Een vaatdoekje vol bacteriën Er is uitgebreid onderzoek geweest naar het aantal bacteriën dat voorkomt op vaatdoekjes. Kijkt u op internet voor extra informatie. Verschillende links. Bijvoorbeeld: http://www.consumentenbond.nl/actueel/nieuws/526271/61599 http://www.nu.nl/news/624249/91/'vaatdoek_student_bevat_7,9_miljard_bacteri%ebn'.html Opdracht 3 Kweek je eigen bacteriën Deze opdracht een week van te voren inzetten. Eventueel klassikaal behandelen en zelf het resultaat tonen. Extra opdracht 1 Een slideshow maken Het doel van deze opdracht is dat de leerlingen een overzicht krijgen van de diversiteit van bacteriën. En zich hopelijk verwonderen over de schoonheid van het kleine en onzichtbare. Een slideshow is een automatisch lopende diashow, die op internet gezet kan worden. Het is vrij eenvoudig te doen. De hierna aangegeven bronnen zijn nog maar een begin van de mogelijkheden. In plaats van slideshows kunt u ook een (Youtube) videofilmpje laten maken. Werkwijze Elk groepje (tweetal) leerlingen krijgt een verschillend onderwerp en alle slideshows worden na afloop gedeeld/gepresenteerd. U kunt desnoods zelfs bronnen geven waar de leerlingen plaatjes vandaan kunnen halen. Stel van tevoren eisen op waaraan de slideshow moet voldoen: de hoeveelheid dia s; welke informatie moet erbij? Alleen de namen, of nog meer? Biologie interactief Bovenbouw vmbo/b Docentenhandleiding 13

Bronnen voor slideshowmakers (er zijn er veel meer): http://www.computeridee.nl/downloads.jsp?rubriek=1620616&id=1878236 flash slidehowmaker http://www.codeplex.com/slideshow http://www.slide.com/ Bronnen voor plaatjes: http://www.bacteriamuseum.org/niches/features/morphology.shtml http://www.denniskunkel.com/index.php?cpath=3 bacteriën Opdracht 7 Gist met een knopje Vrij pittige opdracht voor de leerlingen. Eventueel in eigen hand houden door een demonstratieproef met een microscoop en bijbehorende beamer. Of het proces van deling van gistcellen laten zien aan de hand van afbeeldingen. Opdracht 8 Schimmel op je brood Eventueel illustreren met beschimmelde boterhammen (of rottend fruit) die tevoren zijn uitgelegd. Opdracht 10 Champignons zijn paddenstoelen U kunt deze opdracht uitbreiden met meer informatie over de champignonteelt. Of de leerlingen extra wetenswaardigheden laten opzoeken via internet. Er zijn verscheidene links die interessante informatie geven over de Nederlandse champignonteelt (ook voor thuiskweek). Bijvoorbeeld: http://www.delocht.nl/champignons.htm http://www.tuinadvies.be/groente_champignons.htm http://www.infotalia.com/nl/tuin/tuinaanleg_tuinonderhoud_detail.asp?id=1603 http://www.food-info.net/nl/national/ww-champ.htm Opdracht 11 Een champignon van dichtbij Deze opdracht kan ook als een goede voorbereidende opdracht gezien worden van extra opdracht 2. Extra opdracht 2 Paddenstoelenposter U kunt ook besluiten om zelf te kiezen welke type paddenstoelen als poster per groepje wordt uitgewerkt. Dat voorkomt ook dat groepjes dezelfde paddenstoelen kiezen. Keuze in soorten paddenstoelen is er genoeg: in Nederland komen circa 3500 soorten voor. Opdracht 13 De kringloop in een oerbos Dit kan doorgetrokken worden naar de actualiteit. In veel Nederlandse bossen (en met name in natuurparken) laat men tegenwoordig dood hout en gevallen bomen liggen. Dit om de natuurlijke kringloop te stimuleren. U zou kunnen uitweiden over de voordelen van een duurzaam bosbeheer. Een handige link: http://www.insnet.org/nl/insnl_headlines.rxml?id=20397 Opdracht 14 Hoe een waterzuivering werkt Een stevige opdracht voor de leerlingen. Wellicht heeft deze opdracht een inleiding van uw kant nodig over het proces van waterzuivering aan de hand van een discussie en praktijkvoorbeelden. Opdracht 15 Compost uit GFT-afval Deze opdracht geeft aanleiding tot een debat met de leerlingen over het nut van scheiden van afval. Wellicht ter inleiding kunt u de leerlingen vragen naar ervaringen met het scheiden van afval zoals dat bij hen thuis wordt gedaan. Het is goed om uit te leggen dat micro-organismen een zeer belangrijke rol spelen bij het composteren van afval. Biologie interactief Bovenbouw vmbo/b Docentenhandleiding 14

Extra opdracht 3 Energie uit uitwerpselen Deze opdracht is ideaal als verrijkingsstof. Er zullen maar weinig leerlingen weten dat in zogenaamde ontwikkelingslanden in de afgelopen jaren veel projecten met het gebruik van duurzame energiebronnen van start zijn gegaan. Waar de toegang tot brandstoffen moeilijk is (vanwege het tekort of de hoge kosten) zijn kleinschalige projecten met het benutten van energie uit (dierlijke) uitwerpselen populair. De uitvoering van zo n project brengt vele voordelen met zich mee. Leg de link met micro-organismen die een belangrijke rol bij zulke processen spelen. Het maken van deze opdracht kan gecombineerd worden met een discussie over het belang van duurzame energiebronnen. Opdracht 16 Biotechnologie en voedsel Deze kennisopdracht is een goede voorbereiding op de practica van opdracht 18, extra opdracht 5 en extra opdracht 6. De vraag wat biotechnologie inhoudt (vraag 17a) kan worden uitgebreid aan de hand van voorbeelden en beroepen die met biotechnologie te maken hebben. In dat laatste geval is er een duidelijkere link naar extra opdracht 6. Opdracht 17 Maak je eigen kruidenkaas Deze opdracht vergt de nodige voorbereidingen en een duidelijke uitleg aan de leerlingen over het protocol van het practicum (om te voorkomen dat leerlingen er een potje van maken). Trek er voldoende tijd voor uit (tot één lesuur). Wanneer het practicum slaagt, is dit een mooi praktijkvoorbeeld van hoe een vrij complex begrip als biotechnologie tot direct zichtbare resultaten leidt. Extra opdracht 4 Vlekken uit je kleren wassen Het begrip enzymen vraagt wellicht om extra uitleg. Bedenk dat wasmiddelen tot in de jaren 90 zeer schadelijk voor het milieu waren (fosfaten!). De milieubelasting van wasmiddelen is afgelopen jaren echter sterk afgenomen. Dat komt vooral omdat enzymen in het wasmiddel de slecht afbreekbare wasactieve stoffen hebben vervangen. Een link voor extra informatie omtrent het onderwerp is bijvoorbeeld: http://www.milieucentraal.nl/pagina?onderwerp=wasmiddelen Extra opdracht 5 Een maaltijd met een schepje bacteriën en schimmels Het resultaat van deze opdracht kan ook in de vorm van een collage worden gepresenteerd. Bij deze opdracht is het voor de leerlingen interessant dat ze vergelijkingsmateriaal voor handen hebben dat bij hun thuis gewoon in de keuken te vinden is. Extra opdracht 6 Ga op biotech-excursie! Bij deze opdracht gaan de leerlingen in groepjes op excursie naar een bedrijf waar biotechnologie wordt toegepast. Dat kan een kleinschalig bedrijf zijn zoals een boerderij die zelf kaas maakt of een bakkerij. Maar ook grotere bedrijven zoals een bierbrouwerij of een afvalverwerkingsbedrijf behoren tot de mogelijkheden. Het werkt motiverend als de leerlingen met audiovisuele materialen verslag van de excursie uitbrengen. U kunt ze bijvoorbeeld met een videocamera op pad laten gaan of met een recorder voor geluidsopnamen. Dat laatste kan ook met een podcast. U kunt er in dat geval ook voor kiezen om de podcast te laten gebruiken als een soort audiogids voor leerlingen die later dezelfde excursie gaan doen, of als een soort virtuele excursie. Een podcast is een geluidsbestand dat je naar mensen verstuurt die zich bij jou hebben aangemeld. Informatie over podcasts kunt u vinden op de kennisrotonde van Kennisnet: http://www.kenniswiki.nl/wiki/podcast. Daar vindt u in een stappenplan wat er allemaal komt kijken bij het maken van een podcast. Op http://havovwo.kennisnet.nl/opdrachtvormen/podcast vindt u informatie voor de leerling. Biologie interactief Bovenbouw vmbo/b Docentenhandleiding 15

Kijk eventueel ook op de volgende site: http://www.tumult.nl/users/lesbrieven/digitaal/talentenxl/11_maak_een_wiki_of_podcast.html. In de podcast kunnen de leerlingen bijvoorbeeld de volgende onderdelen opnemen: wat er gebeurt; een kort interview; eigen indrukken en meningen. Zorg van tevoren voor duidelijke afspraken over de eisen waaraan de podcast moet voldoen en welke criteria u aanhoudt bij een eventuele beoordeling. Mogelijke eisen Hoe lang moet de podcast duren? Bijvoorbeeld vijf minuten. Wat moet er in de reportage zitten? (Welke elementen zoals beschrijving, interview, meningen, muziekjes, sketches enzovoort.) Moet de podcast een bepaalde opbouw of volgorde hebben? Wat is het doel van de podcast? (Bijvoorbeeld verslag/beschrijving of voorbereiding/begeleiding bij nieuwe excursie.) Mogelijke criteria voor beoordeling creativiteit; aansprekendheid; informativiteit; diepgang; duidelijkheid; opbouw. Opdracht 18 Ziekteverwekkers Een uitbraak van de salmonella-bacterie haalt regelmatig de media. Laat de leerlingen op internet zoeken naar actueel nieuws over salmonellavergiftiging/bacteriën. En vraag hoe salmonellavergiftiging in het betreffende geval voorkomen kon worden. Opdracht 19 Infecties in een strip Deze opdracht vraagt om een duidelijke handleiding voor de leerling. Creatieve leerlingen kunnen enthousiast met de opdracht aan de slag gaan, terwijl andere zuchtend op hun pen kauwen omdat ze niet weten hoe te beginnen. Het kan helpen zelf een duidelijk voorbeeld van zo n strip op de laptop of het bord te geven. Maak er een wedstrijdje van wie de mooiste, meest duidelijke en/of meest verrassende strip heeft. Geef een prijsje weg voor de winnaar(s). Voorbeeld van een strip: plaatje 1: een paar jongens en meisjes zijn op straat aan het voetballen; plaatje 2: een meisje valt op de grond en krijgt een wond; plaatje 3: een detail van de wond met vuil erin; plaatje 4: na twee dagen gaat de wond zweren; plaatje 5: de wond wordt schoongemaakt met een sodabadje ( SODA als opschrift op teil) of jodium; plaatje 6: de wond heeft een verband om tegen inkomend vuil te beschermen. Opdracht 20 Een smerig zooitje bij ome Piet Als inleiding zou u in de klas rond kunnen vragen wie ervaringen heeft met onhygiënische danwel smerige gelegenheden (mag ook een zwembad of bijvoorbeeld een campingtoilet zijn). Laat ze Biologie interactief Bovenbouw vmbo/b Docentenhandleiding 16

enkele anekdotes vertellen en wijs erop welke gevolgen zo n onhygiënische plek voor de bezoeker (in dit geval: de leerling zelf) kan hebben. Opdracht 21 Jakkes, zweetvoeten! Geen bijzonderheden. Opdracht 22 Uitbeelden van goede hygiëne Geef de leerlingen enkele minuten bedenktijd en laat ze op een kaartje schrijven wat ze willen uitbeelden. Een leerling beeldt uit en u kunt de leerling aanwijzen die als eerste zijn hand opsteekt (om te voorkomen dat de leerling zelf iemand aanwijst en zo klasgenootjes kan voortrekken). Deze opdracht kan worden uitgebreid door de leerlingen een vervolgvraag op de uitbeeldingen te stellen. Namelijk de vraag wat je met de uitgebeelde afbeelding aan lichamelijke klachten voorkomt. Om een voorbeeld te geven: bij de uitbeelding tanden poetsen is de vervolgvraag wat je met goed tanden poetsen kunt voorkomen. Opdracht 25 De ziekenhuisbacterie Een handige bron bij deze opdracht is: http://www.allesovermrsa.nl/ Extra opdracht 7 De ziekte van Lyme In Nederland nemen teken door de minder strenge winters de laatste jaren sterk in aantal toe. Daarmee verhoogt ook de kans op de ziekte van Lyme. Wanneer de mogelijkheid zich voordoet, is het wellicht interessant een boswachter uit te nodigen en hem te laten vertellen over teken, tekenbeten en de rol van bacteriën. En vooral ook over de te nemen maatregelen als je door teken gebeten wordt. Biologie interactief Bovenbouw vmbo/b Docentenhandleiding 17

K6 Planten en dieren en hun samenhang: de eigen omgeving verkend Leerstijlen In het volgende schema vindt u bij elke leerstijl de opdrachten die daar het beste bij passen. Bezinner Denker Beslisser Doener Kijkt hoe anderen een probleem aanpakken en denkt eerst na voordat hij iets doet. Hij ziet veel oplossingen, omdat hij een probleem vanuit veel standpunten kan bekijken. Daardoor neemt hij beslissingen soms traag. Waarnemen en overdenken ( watching ) Maak vooraf een plan. Neem de tijd voor lastige beslissingen. Neem de tijd om je ervaringen te overdenken. Is goed in logisch denken en redeneren. Hij probeert algemene regels te ontdekken en leert het liefst uit boeken. Het is belangrijker dat ideeën logisch zijn, dan dat ze praktisch uitvoerbaar zijn. Analyseren en abstract denken ( thinking ) Zoek goed gestructureerde leermiddelen. Zoek verbanden met kennis die je al hebt. Zoek intellectuele uitdagingen. Bestudeer theoretische concepten, modellen en systemen. Plant een taak en voert die uit. Hij is niet zo geïnteresseerd in theorieën. Hij doet het goed in conventionele intelligentietesten. Houdt zich liever bezig met technische problemen dan met mensen. Concreet ervaren ( sensing/feeling ) Zoek naar verbanden tussen de leerstof en je werk. Richt je op praktische zaken. Zoek iemand die je iets kan demonstreren. Houdt van experimenteren en lost problemen op door iets uit te proberen. Hij past zich goed aan aan nieuwe situaties. Soms kan een doener drammerig overkomen in zijn dadendrang. Actief experimenteren ( doing ) Ga een directe ervaring opdoen. Los een probleem op. Spring in het diepe met een uitdagende taak. Opdracht 2, 9, 19, 20, 22, 30, 31 Opdracht 1, 2, 4, 6, 9, 10, 12, 15, 16, 18, 20, 22, 23, 24, 25, 26, 28, 29, 31 Opdracht 3, 5, 7, 17, 18, 20, 23, 26 Opdracht 3, 5, 7, 8, 11, 13, 14, 17, 19, 21, 25, 27, 29 Vaardigheden In het volgende schema vindt u per vaardigheid de opdrachten waarbij deze aan de orde komen. B K6 1 Begrijpend lezen; feiten en meningen onderscheiden Opdracht 10, 18 Foldermateriaal Studieboeken Naslagwerken Cd-rom/internet Bijsluiters Kranten/tijdschriften 2 Informatie verwerven, selecteren, verwerken en bewerken Opdracht 9, 10, 18, 22 Tabellenboek/gegevensbank/gebruiksaanwijzing Tekeningen, schema s, diagrammen, beelden Biologie interactief Bovenbouw vmbo/b Docentenhandleiding 18

3 Eigen gedachten schriftelijk en mondeling formuleren Opdracht 10, 16, 18 Vaktaal functioneel gebruiken Relaties leggen tussen begrippen en contexten Feiten en meningen presenteren en formuleren Beroepsoriëntatie Folder/brochure maken of poster 4 Basisrekenvaardigheden Schatten en afronden Efficiënt rekenen Rekenregels gebruiken/verhoudingstabellen/breuken en percentages 5 Rekenen met eenheden en grootheden Eenheid bij gemeten of berekende grootheid aangeven 6 Veilig kunnen omgaan met stoffen/materialen enzovoort Opdracht 3 7 Begripskennis opbouwen Opdracht 3, 4, 7 Onjuiste denkbeelden bijstellen Verbanden leggen Leren door doen Leren door ontdekken Multicausale verbanden herkennen Verschillende organisatieniveaus (cel, weefsel orgaan enzovoort) Eenvoudige product- en procesevaluatie maken en conclusies daaruit trekken 8 Hulpmiddelen gebruiken (loep/microscoop/indicatoren/determineertabel) 9 Eenvoudige opdrachten/onderzoek: zelfwerkzaam, voorbereiden, uitvoeren vastleggen en evalueren School- of veldpracticum Probleemstelling herkennen en specificeren Probleem herleiden tot onderzoeksvraag Verwachtingen formuleren Relevante waarnemingen doen/gegevens verzamelen Conclusies trekken Oplossing, onderzoek en conclusies evalueren Opdracht 3 10 Gegevens verwerken in verslag van bezoek aan instelling Opdracht 10, 18 11 Studie van een zelf gekozen onderwerp uitvoeren en daarvan verslaggeven Opdracht 10, 18 Planning De extra opdrachten zijn niet in de planning opgenomen. U maakt daar zelf een keuze uit. Voorstel: Les 1: Startopdracht, Wat weet je al?, Zo zit dat! Les 2: Opdracht 1 en 2 Les 3: Opdracht 3 Les 4: Opdracht 4 t/m 7 Les 5: Opdracht 8 t/m 12 Les 6: Opdracht 13 t/m 17 Les 7: Opdracht 18 t/m 24 Les 8: Opdracht 25 t/m 31 Les 9: Alles op een rij en zelftoets Les 10: Eindtoets Biologie interactief Bovenbouw vmbo/b Docentenhandleiding 19

Materialenlijst per opdracht Opdracht Materialen Opdracht 2 schaar lijm tijdschriften boeken eventueel computer met internetaansluiting knipkaart kleurtjes Opdracht 3 Extra opdracht 1 Opdracht 7 Opdracht 9 Opdracht 8 Extra opdracht 2 Opdracht 14 Opdracht 17 Extra opdracht 3 Opdracht 21 Extra opdracht 5 Opdracht 24 Opdracht 25 Extra opdracht 7 Opdracht 31 karton schaar teil/bak water potlood kleurtjes dierenencyclopedie eventueel computer met internetaansluiting kleurtjes computer met internetaansluiting kleurtjes potlood liniaal kleurtjes A4-vellen A2-vellen encyclopedie computer met internetverbinding tekenpapier liniaal (kleur)potloden schaar splitpennen computer met internetverbinding encyclopedie computer met internetverbinding tekenpapier liniaal (kleur)potloden schaar lijm encyclopedie computer met internetverbinding kleurtjes schaar lijm knipblad computer met internetverbinding Startopdracht: Werelddelen en hun organismen Deze opdracht wordt in viertallen uitgevoerd. Elk viertal kiest een werelddeel of krijgt dit toegewezen. Het viertal maakt zelf een grote tekening/poster van dit werelddeel. In het werelddeel worden minimaal vier plaatjes/tekeningen aangebracht van diersoorten die er voorkomen. In het werelddeel worden minimaal twee plaatjes/tekeningen aangebracht van plant- of boomsoorten die er voorkomen. Bij elk plaatje komt een lijstje van minimaal drie kenmerken waaraan het dier of de plant te herkennen is en de naam van het organisme. Biologie interactief Bovenbouw vmbo/b Docentenhandleiding 20

Wat heb je nodig? encyclopedie; atlas/wereldkaart; internet; potloden; kleurtjes; schaar; lijm. De posters kunnen gedurende de weken dat dit thema wordt behandeld in de klas worden opgehangen. Aan de slag! Opdracht 1 Zoogdieren herkennen Duur: vijf minuten. Geen bijzonderheden Opdracht 2 Wie is de specialist? Duur: dertig minuten. Wat heb je nodig? schaar; lijm; kleurtjes; tijdschriften; internet. De leerling kiest een specialisme of krijgt dit toegewezen. Hij/zij verdiept zich erin door voorbeelden te zoeken en de botstructuur van een poot te bestuderen. Door de leerlingen vervolgens in groepjes te verdelen waarin alle specialismen vertegenwoordigd zijn, kunnen de volgende opdrachten gezamenlijk worden gemaakt. De leerlingen krijgen hierbij de kans hun communicatietechnieken te oefenen. De docent zou hierbij tips en trucs of zelfs afspraken met de klas kunnen maken over het te verwachten gedrag binnen de groepjes. Opdracht 3 Wat voor ganger ben jij? Duur: vijftien minuten. Wat heb je nodig? karton; bak met water; potlood; handdoek. De leerlingen kunnen deze opdracht in twee- of viertallen doen. Zorg ervoor dat er genoeg ruimte is. De omtrekken van de voeten kunnen gebruikt worden als nabespreekmateriaal. Opdracht 4 Welk dier is dit? Duur: één minuut Geen bijzonderheden Biologie interactief Bovenbouw vmbo/b Docentenhandleiding 21

Opdracht 5 Politiebericht Duur: vijftien tot dertig minuten. De leerlingen maken in tweetallen een politiebericht met betrekking tot het uiterlijk en het (foerageer)gedrag van het dier. Een minimum van tien kenmerken kan gesteld worden. De tweetallen dienen hun bevindingen geheim te houden, dus het is wenselijk ze apart van elkaar te laten werken. De tweetallen krijgen tien minuten de tijd om hun politiebericht te maken. Indien er kans op dubbele dieren bestaat, kan ook gekozen worden voor het toewijzen van een dier per tweetal. Na tien minuten worden de tweetallen een voor een voor de klas geroepen. Met de klas worden gedragsregels afgesproken: Als je een vraag hebt, steek je je hand op (de tweetallen regelen zelf wie de vraag mag stellen). Luisteren naar elkaar. Als iemand het antwoord weet, roept hij of zij zijn of haar eigen naam. Het spel ligt dan stil en die persoon mag het antwoord geven. Is het antwoord fout, dan mag diegene niet meer meedoen bij dit tweetal. Als het dier geraden is, komt een volgend tweetal aan de beurt. Opdracht 6 Reptielen herkennen Duur: drie minuten. Geen bijzonderheden. Opdracht 7 De reptielenwinkel Duur: dertig minuten. Wat heb je nodig? encyclopedie; internet (bijvoorbeeld: www.wikipedia.nl). De ingevulde tabellen kunnen als nabespreek-/discussiemateriaal gebruikt worden. Opdracht 8 Reptielen van binnen Duur: twee minuten. Geen bijzonderheden. Opdracht 9 Verslag schrijven Duur: anderhalf uur. Huiswerkopdracht. Stel een duidelijke inleverdatum voor deze opdracht! Extra optionele voorwaarden: maximaal tien pagina s, inclusief voorblad en inhoudsopgave; minimaal vijf plaatjes; maximale lettergrootte 12 punts; lettertype Times New Roman of Arial. Cesuur: Het verslag bestaat uit zes onderdelen, voor elk deel zou een punt kunnen worden gegeven of afgetrokken indien het afwezig is. Voor alle extra onderdelen (foto s, extra hoofdstukken e.d.) kunnen extra punten verzameld worden. Biologie interactief Bovenbouw vmbo/b Docentenhandleiding 22

Opdracht 10 Inwendig of uitwendig? Duur: tien tot vijftien minuten. Geef de leerlingen de tijd om argumenten te bedenken, maar laat ze niet overleggen. Verdeel de klas in twee groepen: inwendig en uitwendig. Spreek gedragsregels af (naar elkaar luisteren, hand opsteken enzovoort. Laat de leerlingen vertellen waarom ze hebben gekozen voor inwendig of uitwendig. Let op: de leerlingen hebben alleen in het artikel kunnen lezen dat de eieren een leerachtige schaal hebben. Uitwendige bevruchting is hierdoor al niet meer mogelijk. Dit staat echter niet specifiek in de tekst vermeld. Opdracht 11 De jagende slang Duur: tien minuten. Geen bijzonderheden. Opdracht 12 De reptielenhuid Duur: drie minuten. Geen bijzonderheden. Opdracht 13 Kruiswoordraadsel Duur: tien minuten. Geen bijzonderheden. Opdracht 14 Metamorfose in een strip Duur: drie kwartier. De leerlingen gaan in tweetallen aan de slag. Ze zullen de neiging hebben meteen aan het tekenen te slaan. Het is echter handiger ze eerst een verhaaltje te laten schrijven. Wat heb je nodig? A4 tjes; grote vellen (A2 of A1); potloden; zwarte stiften; gekleurde stiften/verf met kwasten; ruimte om de vellen op te hangen; de leerlingen kunnen elkaar een cijfer geven. Bij de beoordeling zou kunnen worden gelet op: verhaal; netheid; correctheid. Opdracht 15 Amfibie op wielen? Duur: één minuut. Geen bijzonderheden. Opdracht 16 Amfibie of reptiel? Duur: drie minuten. Geen bijzonderheden. Biologie interactief Bovenbouw vmbo/b Docentenhandleiding 23

Opdracht 17 Maak een paludarium Huiswerkopdracht Duur: 45 tot 100 minuten. Algemene informatie over een paludarium en de genoemde diersoorten is te vinden op www.wikipedia.nl. De randvoorwaarden kunnen zijn: temperatuur; luchtvochtigheid; hoeveelheid land; hoeveelheid water; klimmogelijkheden; schuilmogelijkheden; ei-afzetplaatsen; bodembedekking; begroeiing. De opdracht kan in verslagvorm worden becijferd: de vijf zelfbedachte randvoorwaarden worden hierbij uitgewerkt in een argumentatie van het verblijf. De opdracht kan aangevuld worden met de eis om de plattegrond op schaal te tekenen. Wat heb je nodig? encyclopedie; internet; tekenpapier; liniaal; (kleur)potloden. De verslagen kunnen op een afgesproken datum worden ingeleverd en becijferd. Er kan ook gekozen worden voor een presentatie van de uitkomst, eventueel ondersteund met een maquette. Opdracht 18 Amfibieën en ademhaling Duur: drie minuten. Geen bijzonderheden. Opdracht 19 Zoek de verschillen Duur: drie minuten. Geen bijzonderheden. Opdracht 20 Insecten in de groei Duur: tien minuten. Geen bijzonderheden. Opdracht 21 Een vlinder ontpopt Duur: vijf minuten. Deze opdracht kan in tweetallen uitgevoerd worden. Wat heb je nodig? Internet. Opdracht 22 Verzin een proefwerkvraag Duur: tien minuten. Deze opdracht wordt in groepjes van vier uitgevoerd. Biologie interactief Bovenbouw vmbo/b Docentenhandleiding 24

Wat heb je nodig? Voor elk groepje twee vellen papier en een pen. Wat ga je doen? Elk viertal verzint een open vraag en een gesloten vraag. De docent verzamelt de vragen. De leerlingen gaan weer uit elkaar (geef ze zo weinig mogelijk kans om te overleggen). Schrijf de vragen op het bord of lees ze voor. Dit is de proeftoets voor dit artikel. De cesuur hangt af van de hoeveelheid vragen en de moeilijkheidsgraad. Opdracht 24 Bijzondere vogels Duur: vijftien minuten Wat heb je nodig? internet. Alle vogels zijn te vinden via www.wikipedia.nl. De bijzonderheden zijn: Struisvogel: grootste vogel. Kolibrie: kan achteruit vliegen/snelste vleugelslag/kan stilhangen. Koekoek: laat eitjes door andere vogels uitbroeden. Koritrap: zwaarste vliegende vogel. Andescondor: kan zeventig jaar oud worden. Slechtvalk: snelste vogel in duikvlucht. Noordse Stern: maakt de verste trektocht. Opdracht 25 Zoek de verschillen Duur drie minuten. Geen bijzonderheden. Opdracht 26 Kenmerken en aanpassingen Duur drie minuten. Geen bijzonderheden. Opdracht 27 Kenmerken herkennen Duur drie minuten. Geen bijzonderheden. Als aanvulling op deze opdracht kunnen ook nog eens de namen van de onderdelen geoefend worden. Opdracht 28 Relaties tussen organismen 1 Duur drie minuten. Geen bijzonderheden. Opdracht 29 Relaties tussen organismen 2 Duur drie minuten. Geen bijzonderheden. Opdracht 30 Voedselweb Duur vier minuten. Geen bijzonderheden. Biologie interactief Bovenbouw vmbo/b Docentenhandleiding 25

Opdracht 31 Planten als voedsel en plantaardige grondstof voor de mens Duur twintig minuten. Geen bijzonderheden Biologie interactief Bovenbouw vmbo/b Docentenhandleiding 26

K7 Mensen beïnvloeden hun omgeving Leerstijlen In het volgende schema vindt u bij elke leerstijl de opdrachten die daar het beste bij passen. Bezinner Denker Beslisser Doener Kijkt hoe anderen een probleem aanpakken en denkt eerst na voordat hij iets doet. Hij ziet veel oplossingen, omdat hij een probleem vanuit veel standpunten kan bekijken. Daardoor neemt hij beslissingen soms traag. Waarnemen en overdenken ( watching ) Maak vooraf een plan. Neem de tijd voor lastige beslissingen. Neem de tijd om je ervaringen te overdenken. Is goed in logisch denken en redeneren. Hij probeert algemene regels te ontdekken en leert het liefst uit boeken. Het is belangrijker dat ideeën logisch zijn, dan dat ze praktisch uitvoerbaar zijn. Analyseren en abstract denken ( thinking ) Zoek goed gestructureerde leermiddelen. Zoek verbanden met kennis die je al hebt. Zoek intellectuele uitdagingen. Bestudeer theoretische concepten, modellen en systemen. Plant een taak en voert die uit. Hij is niet zo geïnteresseerd in theorieën. Hij doet het goed in conventionele intelligentietesten. Houdt zich liever bezig met technische problemen dan met mensen. Concreet ervaren ( sensing/feeling ) Zoek naar verbanden tussen de leerstof en je werk. Richt je op praktische zaken. Zoek iemand die je iets kan demonstreren. Houdt van experimenteren en lost problemen op door iets uit te proberen. Hij past zich goed aan aan nieuwe situaties. Soms kan een doener drammerig overkomen in zijn dadendrang. Actief experimenteren ( doing ) Ga een directe ervaring opdoen. Los een probleem op. Spring in het diepe met een uitdagende taak. Opdracht 1, 9, 15, 17, 26, 28-32 Opdracht 3, 5, 11, 16, 18, 19, 23 24, 27 Opdracht 2, 8, 10, 12, 14, 20, 21, 33, 34 Opdracht 4, 6, 7, 11, 13, 22, 25 Extra opdracht 1, 2, 3 Vaardigheden In het volgende schema vindt u per vaardigheid de opdrachten waarbij deze aan de orde komen. B 1 Begrijpend lezen; feiten en meningen onderscheiden Foldermateriaal Studieboeken Opdracht 1, 5, 11, 16, 19, 23 Naslagwerken Opdracht 9, 22, 26, 31 Cd-rom/internet Opdracht 1, 20, 30, 32, 33, 34 Extra opdracht 3 Bijsluiters Kranten/tijdschriften K7 Biologie interactief Bovenbouw vmbo/b Docentenhandleiding 27

2 Informatie verwerven, selecteren, verwerken en bewerken Tabellenboek/gegevensbank/gebruiksaanwijzing Tekeningen, schema s, diagrammen, beelden Opdracht 8, 12, 21 3 Eigen gedachten schriftelijk en mondeling formuleren Vaktaal functioneel gebruiken Relaties leggen tussen begrippen en contexten Opdracht 3, 9, 17, 18 Feiten en meningen presenteren en formuleren Opdracht 28, 29 Extra opdracht 3 Beroepsoriëntatie Folder/brochure maken of poster Extra opdracht 3 4 Basisrekenvaardigheden Schatten en afronden Efficiënt rekenen Opdracht 15, 24 Rekenregels gebruiken/verhoudingstabellen/breuken en percentages 5 Rekenen met eenheden en grootheden Eenheid bij gemeten of berekende grootheid aangeven 6 Veilig kunnen omgaan met stoffen/materialen enzovoort 7 Begripskennis opbouwen Onjuiste denkbeelden bijstellen Verbanden leggen Opdracht 4, 6, 7, 11, 13, 25 Extra opdracht 1 Leren door doen Opdracht 4, 6, 7, 11, 13, 25 Extra opdracht 1 Leren door ontdekken Opdracht 4, 6, 7, 11, 13, 25 Extra opdracht 1 8 Hulpmiddelen gebruiken Extra opdracht 1 (loep/microscoop/indicatoren/determineertabel) 9 Eenvoudige opdrachten/onderzoek: zelfwerkzaam, voorbereiden, uitvoeren vastleggen en evalueren School- of veldpracticum Opdracht 4, 6, 7, 11, 13, 25 Extra opdracht 1 Probleemstelling herkennen en specificeren Opdracht 4, 6, 7, 11, 13, 25 Extra opdracht 1 Probleem herleiden tot onderzoeksvraag Opdracht 4, 6, 7, 11, 13, 25 Extra opdracht 1 Verwachtingen formuleren Opdracht 4, 6, 7, 11, 13, 25 Extra opdracht 1 Relevante waarnemingen doen/gegevens verzamelen Opdracht 4, 6, 7, 11, 13, 25 Extra opdracht 1, 2 Conclusies trekken Opdracht 4, 6, 7, 11, 13, 25 Extra opdracht 1, 2 Oplossing, onderzoek en conclusies evalueren Opdracht 4, 6, 7, 11, 13, 25 Extra opdracht 1 10 Gegevens verwerken in verslag van bezoek aan instelling 11 Studie van zelf gekozen onderwerp uitvoeren en verslagleggen Biologie interactief Bovenbouw vmbo/b Docentenhandleiding 28

12 ICT-hulpmiddelen en software gebruiken Schrijven Rekenen Informatie verzamelen, bewerken Opdracht 1, 14, 20, 30, 32, 33, 34 Presentaties Toetsen Planning De extra opdrachten zijn niet in de planning opgenomen. U maakt daar zelf een keuze uit. U ziet hier hoe lang de opdrachten gemiddeld duren. Uiteraard is de tijdsduur ook afhankelijk van de uitwerking van de opdracht. Extra opdracht 1: circa 20 minuten Extra opdracht 2: circa 1 lesuur Voorstel: Les 1: Startopdracht Les 2: Startopdracht nabespreken, Wat weet je al? en Zo zit dat! Les 3: Opdracht 1 t/m 3, theorie Afhankelijk van de natuur Les 4: Opdracht 4 t/m 6, theorie en practicum Het wordt te warm en wat nu? Les 5: Opdracht 7 t/m 10, theorie en practicum Het wordt te warm en wat nu? Les 6: Opdracht 11 t/m 13, theorie en practicum Een verzuurde regenbui in de lucht Les 7: Opdracht 14 t/m 16, theorie Een verzuurde regenbui in de lucht Les 8: Opdracht 17 t/m 22, theorie Veel voedsel produceren Les 9: Opdracht 23 t/m 25, theorie en practicum Biologische boerderijen Les 10: Opdracht 26 t/m 28, theorie Biologische boerderijen Les 11: Opdracht 29 t/m 34, theorie Hoe helpen we het milieu? Les 12: Alles op een rij (samenvatting) Les 13: Zelftoets Les 14: Eindtoets Materialenlijst per opdracht Opdracht Materialen Startopdracht verschillende kleuren (poster)papier oude kranten stiften/kleurpotloden lijm/schaar Opdracht 4 Opdracht 6 Opdracht 7 Opdracht 10 atlas twee petrischalen tuinaarde water stukje brood stukje plastic twee stickertjes kunststof bekertje helder kalkwater aardewerken schaaltje groot bekerglas of glazen vaas lucifers schaar aluminiumfolie twee thermometers gloeilamp glazen stolp Biologie interactief Bovenbouw vmbo/b Docentenhandleiding 29

Opdracht 12 Extra opdracht 1 Opdracht 14 krijtje bekerglas van 50 ml 25 ml azijn stereoloep blad van een plant 5 ml azijnzuur druppelpipet bakje kleurpotloden potje met deksel watervaste stift indicatorpapier regenwater Opdracht 15 computer met internetverbinding (methodesite voor applet) Opdracht 18 computer met internetverbinding kookboeken Opdracht 21 computer met internetverbinding Opdracht 23 Opdracht 26 computer met internetverbinding kookboeken tuinkers zand drie potjes koemestpoeder Pokon water maatbeker van 50 ml liniaal watervaste stift Extra opdracht 2 computer met internetverbinding Extra opdracht 3 verschillende kleuren (poster)papier oude kranten/tijdschriften stiften/kleurpotloden lijm/schaar Opdracht 31 computer met internetverbinding Opdracht 33 t/m 35 computer met internetverbinding Startopdracht In dit hoofdstuk komen de volgende zaken aan bod: afhankelijkheid van de natuur, opwarming van de aarde, zure regen, voedselproductie, biologisch boeren en hoe helpen we het milieuprobleem. We maken veel gebruik van het milieu, hierdoor wordt het milieu ook ernstig vervuild. Gelukkig zijn er heel wat stichtingen die opkomen voor het milieu en die acties voeren om het milieuprobleem te verminderen, of zelfs op te lossen. Veel leerlingen kennen de meeste stichtingen niet, of weten niet wat deze stichtingen doen. De leerlingen moeten in groepjes informatie verzamelen over een (milieu)stichting en er een korte presentatie over houden. Ook moeten ze er een informatieblad over maken. Het informatieblad kan gekopieerd worden voor de rest van de klas. Regels bij de presentatie: Duur: 5 minuten. Hoe is de stichting ontstaan? Wat wil de stichting bereiken? Hoe voert de stichting actie? Hebben ze al bepaalde doelen bereikt? Deze punten kunnen uitgeschreven worden op het infoblad. Biologie interactief Bovenbouw vmbo/b Docentenhandleiding 30