D vu / aar f it n B lchtergrondln iit m bllllg kiiiii riji Tiot ii liimlidii tiilifliu



Vergelijkbare documenten
fiud / SfiP B v u / uur

De zesdaagse oorlog (1967)

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

Faculteit der Rechtsgeleerdheid Amsterdam Center for International Law Postbus BA Amsterdam

Plein 1813 nr. 4- 's-geavewhage. Onderwerp: Weekoverzicht.

TRANSATLANTIC TRENDS - NETHERLANDS

Praktische opdracht Geschiedenis Het Midden-Oost conflict

Rapport. Datum: 24 april 2001 Rapportnummer: 2001/110

TRANSATLANTIC TRENDS 2004 NETHERLANDS

Rapport. Rapport inzake een klacht over een gedraging van de Dienst Wegverkeer (RDW) uit Zoetermeer. Datum: Rapportnummer: 2011/097

Het is met veel emotie dat ik u welkom heet in de Belgische Senaat.

Aan: de Minister-President de Minister van Defensie de Minister van Buitenlandse Zaken. Van: Coördinator Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

Leila Jordens-Cotran RIMO 2013

i B VB / SB B - Nfpirttfi mr iitinttiuili iitwikkiliigu

NOL H1, EIR 91, EIR 3

SCHOOLONDERZOEK GESCHIEDENIS

Belangen: Wel of niet ingrijpen in Syrië?

Voorstel van resolutie. betreffende het onderhandelen van een cultureel samenwerkingsakkoord tussen Vlaanderen en de Republiek China (Taiwan)

Interventie Syrië. Faculteit der Rechtsgeleerdheid Afdeling Internationaal en Europees recht

Aan: de Minister-President de Minister van Defensie de Minister van Buitenlandse Zaken. Van: Coördinator Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten

Resultaten en conclusies Israël onderzoek (uitgebreid)

LANDELIJKE CONFERENTIE VAN DE SWP OP 1 en 2 OKTOBER 1960

Aan: de Minister-President de Minister van Defensie de Minister van Buitenlandse Zaken. Van: Coördinator Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten

Advies IS - Irak. Faculteit der Rechtsgeleerdheid Amsterdam Center for International Law. Postbus BA Amsterdam T

betreffende de erkenning van Palestina als onafhankelijke staat

Rapport. Datum: 4 maart 2004 Rapportnummer: 2004/073

Na de WO II waren Groot-Brittannië en Frankrijk niet langer die landen die de dienst uitmaakten. De SU en de VS waren de supermachten.

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 26 februari 2004 (03.03) (OR. en) 5655/04 LIMITE PV/CONS 2 RELEX 33

INTERNATIONAAL COMITÉ TER BJSVOEDERING VAN DE HANDEL. S_a menvatting

Wat betekenden de verschillen tussen Noord en Zuid-Korea voor de Koude Oorlog? (conclusie)

Examen VMBO-GL en TL. geschiedenis en staatsinrichting CSE GL en TL. tijdvak 2 dinsdag 18 juni uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

Rapport. Op het verkeerde been

Evaluatie Wet controle op rechtspersonen. Verslag van een schriftelijk overleg Vastgesteld

Rapport. Datum: 10 oktober 2006 Rapportnummer: 2006/347

Rapport. Datum: 28 juni 2007 Rapportnummer: 2007/136

Samenvatting geschiedenistoets hoofdstuk 6: Een tijd van revoluties

Tijdvak I. 31 oktober : 30-10:00.

Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Eindexamen geschiedenis en staatsinrichting vmbo gl/tl I

Koos van Dam: 'Rusland is het enige land dat gewoon met Syrië communiceert'

16 november Onderzoek: Veiligheidsgevoel na aanslagen Parijs

Arabisch-Israëlische Oorlog van 1948

Bijlage VMBO-KB. geschiedenis en staatsinrichting CSE KB. tijdvak 2. Bronnenboekje. KB-0125-a-12-2-b

ALTERNATIEVEN 4. OBSTAKELS OP WEG NAAR VREDE 5. HOUDING VAN VS EN EUROPA 6. CONCLUSIE

De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid.

Rapport. Datum: 11 oktober 1999 Rapportnummer: 1999/438

Beheerovereenkomst. Extra betaalde werkzaamheden vanouds verricht. De Centrale Raad van Toezicht geeft de volgende uitspraak in de zaak van:

Instelling expertgroep voor vraagstuk politieke steun bij interstatelijk geweld en humanitaire interventie

Het mysterie: Moord op Lumumba

3 september Onderzoek: Internationale spanningen en conflicten

Aan: de Minister-President de Minister- van Defensie de Minister van Buitenlandse Zaken. Van: Coördinator Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Rapport. Datum: 29 maart 2005 Rapportnummer: 2005/091

Handel. Oogmerk geen winst maar hulp aan kantoorgenoot. Rood voor Roodregeling.

DAS Nederlandse Rechtsbijstand Verzekeringmaatschappij N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene.

Samenvatting Maatschappijleer Politieke besluitvorming H9 en H10

Prof. Doekes over de kerk (1)

De oprichting van de staat Israël heeft geleid tot het huidige conflict tussen de Israëli s en de Palestijnen.

Rapport. Datum: 24 februari 2005 Rapportnummer: 2005/053

Waardebepaling tegen de zin van een van de twee opdrachtgevers gemeld.

De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid.

VRAAG & ANTWOORD OVER HET CONFLICT TUSSEN ISRAËL

Verdrag betreffende de vrijheid tot het oprichten van vakverenigingen en de bescherming van het vakverenigingsrecht, San Francisco,

1. Procedure. 2. Feiten

PULO / MULO staatsexamen lesmateriaal Vak: Geschiedenis Les 6

betreffende de erkenning van Palestina als onafhankelijke staat

Binnenlandse Veiligheidsdienst

RECENTE ONTWIKKELINGEN IN DE VERHOUDING VAN HET WERELDVAKVERBOND TOT HET CENTRUM (DE EVC-1938) EN DE "OUDE" EVC.

Rapport. Datum: 21 december 2006 Rapportnummer: 2006/384

Faculteit der Rechtsgeleerdheid Amsterdam Center for International Law Postbus BA Amsterdam

Beoordeling. h2>klacht

Uitspraak 22 oktober rolnr. 95/82 M I. Griffie 3050/81 Type: ev. HET GERECHTSHOF TE s-gravenhage, eerste meervoudige belastingkamer;

Datum 19 juni 2018 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over de bescherming van kroongetuigen en hun familie

Verslag Geschiedenis Tijdvakkendossier tijdvak 10: tijd van televisie en computer

De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid.

Hoop op democratie in het Midden Oosten

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Rapport. Rapport naar aanleiding van een klacht over de politie Noord-Nederland. Datum: 3 juni Rapportnummer: 2014/055

REGLEMENT INTERNE GESCHILLENCOMMISSIE

Landelijke Klachtencommissie voor het openbaar en het algemeen toegankelijk onderwijs (mr. R. van de Water, drs. D.J. Duyvis, W.

De Commissie heeft partijen opgeroepen voor een mondelinge behandeling op 5 maart 2012.

Landenspel. Duur: 30 minuten. Wat doet u?

Onafhankelijk. De waarheid over De grenzen van Israel

Bijlage VMBO-GL en TL

Rapport. Publicatiedatum: 15 oktober Rapportnummer: 2014 / /139 d e Natio nale o mb ud sman 1/6

4. Op 13 januari 2008 wendde verzoeker zich tot de Nationale ombudsman omdat hij nog geen nieuw besluit van de PUR had ontvangen.

68% van de ondervraagden vindt dat de Arabische landen Israel moeten erkennen als staat voor het Joodse volk.

Fiche geschiedenis van het Israëlisch-Palestijns conflict

Rapport. Rapport over een klacht over de gemeente Heerlen. Datum: 24 december Rapportnummer: 2013/208

Geschiedenis (nieuwe stijl) en geschiedenis en staatsinrichting (oude stijl)

VOORSTEL VAN RESOLUTIE. van de heer Eloi Glorieux, mevrouw Mieke Vogels, de heer Rudi Daems, mevrouw Vera Dua en de heren Jef Tavernier en Jos Stassen

Conflictverlof bij situatieve arbeidsongeschiktheid lost niets op.

De Duitse buitenlandse politiek

Werkstuk Geschiedenis Joden en Arabieren in Palestina

Dagboek Sebastiaan Matte

betreft: [klager] datum: 8 september 2014

Transcriptie:

RU R WD - nppirtip om iitiriitinili iitwikkilii u D vu / aar f it n B lchtergrondln iit m bllllg kiiiii riji Tiot ii liimlidii tiilifliu Mr- A83/022 2?»ei 1983 DUBBELZINNIGE HOUDING VAN DE SOVJET-ÏÏNIE INZAKE ISRAËL Begin april gaf de Sovjetrussische ainiater Tan Buitenlandse Zaken een internationale <p«r«conferentie. Aan het slot ran de bijeenkomst ging hij in op de situatie in het Midden-Oosten, waarbij hij verklaarde dat de USSR het bestaansrecht Tam Israël voortdurend heeft erkend en nog erkent. Janner genoeg gaf de ainister niet aan in hoeverre deze erkenning ook het huidige Joodse karakter van Israël betreft, noch aakte hij duidelijk hoe die erkenning gezien moet worden tegen de achtergrond van de voortdurende uithalen van Sovjet-zijde aan het adres van het Zionisme.

- 2 - DÏÏBBELZINNINGE HOUDING VAN DE SOWJET-UNIE INZAKE ISRAËL Toen in de tweede helft van de jaren veertig binnen de VN uitvoerig verd gediscussieerd over de toekomst van het toenmalige mandaatsgebied Palestina steunde de Sovjet-delegatie de vestiging van «en afzonderlijk Israël naast een Arabische staat Palestina *) Deze steun, die niet in overeenstemming genoemd kon worden met de ook toen aanwezige anti-zionistische component in de Sovjet-ideologie, moet ongetwijfeld verklaard worden uit de Sovjetrussische wens de beschikking te krijgen over een bruggehoofd in het in die dagen door Engeland en Frankrijk gedomineerde Midden-Oosten. Een principiële instemming met de doelstellingen van het Zionisme en/of het Joodse karakter van de te stichten staat Israël lijkt dan ook niet te mogen worden afgeleid uit het toenmalige standpunt van Moskou. Tijdens het debat dat in de Veiligheidsraad werd gevoerd nadat de Arabische legers op de Israëlisch^ onafhankelijkheidsverklaring in mei 19^8 hadden gereageerd met een aanval op de nieuwe staat, veroordeelde de Sovjetwoordvoerder (i.c. >) de Arabieren scherp. Zo voegde hij hen toe dat het niet de eerste keer was dat zij een besluit van een VN-orgaan negeerden. Enige dagen later verweet dezelfde spreker de Arabieren zelfs dat zij erop uit waren de "nationale bevrijdingsbeweging van Palestina" (lees t de voor het bestaan van hun nieuwe staat vechtende joden) te onderdrukken. Een pikante bijzonderheid in dezen is nog dat de USSR behoorde tot de erste landen, die de onafhankelijke staat Israël diplomatiek erkenden. De_Zesdaagse Oorlog en daarna In de loop der jaren kwam er een wijziging in de houding van Moskou ten opzichte van Israël* Deze ontwikkeling viel samen met de afnemende invloed van Engeland en Frankrijk in de Arabische wereld en met de verbetering van de Sovjetrussisehe posities in dat deel van de wereld, niet in het minst in Syrië en Egypte* De banden met deze landen werden steeds hechter in de weken die vooraf gingen aan de Zesdaagse oorlog in juni 196?* Curieus detail is dat de Sovjet-delegatie geleid werd door, die toenïïsss-ambassadeurbij de VH was.

Moskou weigerde toen n.l. in te gaan op Westerse en Israëlische smeekbeden iets te doen tegen de steeds agressievere opstelling van beide genoemde Arabische staten. De Sovjet-Unie leek integendeel eerder het vuur in die landen nog op te stoken, zeker in Egypte. Zelfs de Egyptische blokkade van de Straat van Tiran, die op 22 mei werd afgekondigd en die door Israël op voorhand als een casus belli was aangemerkt, vermocht de USSR-leiders t niet tot matigend optreden te bewegen* Moskou hield strak en stijf vol dat Israël de situatie alleen maar dramatiseerde en dat in werkelijkheid alleen dat land agressieve bedoelingen koesterde *). Na het uitbreken v.an de oorlog op 5 juni bleken de Sovjets P*s bereid te eijn mee te werken aan de aanvaarding door de Veiligheidsraad van een ongeclausuleerde staakt-het-vuren-resolutie toen de Arabische nederlaag zich overduidelijk aftekende* Op 10 juni **) verbrak Moskou vervolgens zelfs de diplomatieke betrekkingen met Tel Aviv. Als grond voor dit besluit werd O.B. aangevoerd dat Israël zich schuldig maakte'aan voortdurende agressie jegens Arabische staten, dat het oprukte naar Damascus en dat het flagrante inbreuken maakte op resoluties van de Veiligheidsraad. Deze stap van de USSB moet zeker op dat moment - overigens vooral gezien worden als een gebaar in de richting van Damascus. Sedertdien zijn de betrekkingen tussen de Sovjet-Unie en Israël verbroken gebleven. Sinds eind 1973 ontmoeten de ministers van Buitenlandse Zaken van beide landen elkaar echter wel weer als de gelegenheid zich voordoet. In november 1975 stemde 'de USSR in de Algemene Vergadering van de VN voor een resolutie waarin bepaald werd dat het Zionisme een vorm van racisme en rassendiscriminatie is. De EEG-landen stemden tegen deze resolutie o.m. met het argument dat een dergelijke uitspraak het bestaansrecht van de *) In recente beschrijvingen van die periode wordt het gedrag van de USSR nogal eens gekwalificeerd als dat van een agent-provocateur. **) Dat was de dag waarop de Israëli1* de op de Hoogten van Oolan gelegen Syrische stad Kuneit'ra veroverden, waardoor de weg naar Damaseus voor hen open kwam te liggen.

- k - taat Israël onderlijnde. De resolutie werd aangenomen *) In de jaren zeventig werden de relaties tussen de Sovjet-Unie en de overkoepelende Palestijnse bevrijdingsorganisatie PLO steeds beter. Dit resulteerde er uiteindelijk in dat in oktober 19&1 aan de PLO-vertegenwoordiging in Moskou een diplomatieke status werd toegekend. Voorzover bekend heeft Moskou nimmer druk op de PLO uitgeoefend om de uiteindelijke doelstelling van die organisatie - die zoals bekend geen ruimte laat voor het voortbestaan van de huidige Joodse staat Israël - uit haar Handvest te verwijderen. Op 2 april j.l. gaf de Sovjetrussisehe minister van Buitenlandse Zaken in Moskou een internationale persconferentie. Het hoofdthema werd gevormd door de nucleaire ontwapeningsproblematiek. Aan het einde kreeg een Syrische journalist echter gelegenheid de minister te vragen in te gaan op de Sovjet-visie inzake het Israëlisch-Arabisch/ Palestijnse conflict. (Overigens moet gezien de wijze waarop het Sov j et-systeem werkt, het onwaarschijnlijk genoemd worden dat het hier om een spontaan opborrelende vraag ging). begon zijn antwoord met een herinnering aan de steun, die zijn land inde *l* M tijd had gegeven aan Vestiging van een staat Israël naast een Palestijnse staat. De Sovjetrussische visie is sindsdien niet veranderd, EO vervolgde de ministex waaraan hij voorts met zoveel woorden toevoegde dat Moskou het standpunt van "die extremistische Arabische kringen die Israël willen elimineren" niet deelt; «en dergelijke opinie noemde hij zelfs onrealistisch en onrechtvaardig. In het vervolg van zijn beschouwing voorzag zijn erkenning van de staat Israël echter wel van enige clausules. Zo merkte hij op dat zijn land indertijd voor de vestiging van een vreedzaam en dus geen agressief Israël had gestemd. Volgens hem ondermijnt het beleid, dat Israël reeds lange tijd voert, de politieke en historische basis waarop indertijd velen de oprichting van een onafhankelijke staat Israël steunden. ) In november 1975 voorzag nog niemand dat en zijn volgelingen anderhalf jaar later in Israël aan de macht zouden komen ; de Arbeiderspartij zetelde toen nog stevig in de regeringskussens. - 5 -

- 5 - Ander» Sovjetrussische uitlatingen Op 25 «aart werd in een Arabische uitzending van radio Moskou «et zoveel voorden gezegd, dat een belangrijk element in de Midden-Oost en-politiek van de SOT j et-unie wordt gevormd door de steun aan pogingen OB de Arabische solidariteit te doen herleven teneinde eenheid van aotie te verzekeren in "de gezamenlijke strijd tegen het Amerikaans-Zionistisch-neokapitalistisch complot"* Enige dagen later, op 50 «aart, verspreidde het Sovjet-persbureau TASS de tekst van een die dag door de Sovjetrussische regering uitgegeven verklaring. Daarin werd gesteld dat Israël een "piratenactie" aan het voorbereiden is tegen Syrië, en wel omdat dat land "in de huidige omstandigheden het voornaamste obstakel vormt op de weg naar de tenuitvoerlegging van de Israëlische annexatieplannen". Tel Aviv werd ernstig gewaarschuwd "op te houden met vuur te spelen". Sommige commentatoren zien in deze scherpe Sovjetrussische uithaal naar Tel Aviv een parallel met sommige verklaringen die Moskou uitgaf in de weken die voorafgingen aan de Zesdaagse Oorlog. (Opmerkelijk is overigens dat de Sovjetrussische verklaring geen aanduiding bevat omtrent hetgeen de USSR zal doen mocht een oorlog tussen Israël en Syrië werkelijk uitbreken) In een afkeurende reactie op het toen nog in voorbereiding zijnde Israëlisch- Libanese akkoord inzake de terugtrekking van alle vreemde troepen uit Libanon stelde TASS op 9 mei, dat er sprake was van nog steeds toenemende Israëlische bedreigingen tegen Syrië, terwijl in dat verband opmerkelijk genoeg tevens werd gemeld dat ook Jordanië openlijk door Israël werd bedreigd. Temidden van dit in ieder geval verbale geweld aan het adres van Israël aakte TASS op J1 «aart melding van de publicatie van een door "vertegenwoordigers van het Sov j et-publiek" ondertekende oproep aan alle Sovjetrussische burgers om krachtig stelling te nemen tegen het Zionisme. "In essentie is het Zionisme", aldus de oproep, "een concentratie van extreem nationalisme, chauvinisme en raciale intolerantie, rechtvaardiging van gebiedsverovering en annexatie, gewapend avonturisme, een cultus van politieke willekeur en straffeloosheid, demagogie en ideologische sabotage, vuile manoeuvres en perfiditeit". Tevens werd er aan herinnerd dat het Zionisme en het beleid *) Het verdient in dit verband overigens de aandacht dat de TASS-corresponden in Beirnt de Syrische troepen in Libanon herhaaldelijk alleen aanduidt als "Syrische leden van de Arabische vredesmacht". Wellicht wil hij op deze wijze suggereren dat de Syrische militairen niet als vreemde troepen zijn aan te merken* o

- 6 - Tan da Israëlische regering jegens de Arabieren in VN-resoluties "herhaal-.ftelijk zijn Teroordeeld als vorm Tan racisme11* terwijl eveneens werd gesteld dat het "absurd is dat iedere veroordeling door da Sovjet-maatachappij van de agressieve politiek Tan de leidende kringen in Israël wordt bestempeld als antisemitisme". Het is immers algemeen bekend, EO gaat da oproep verder, dat het SoTJet-volk bestaat uit "echte internationalisten, die resoluut elke vora van chauvinisme, inclusief Zionisme en antisemitisme, verwerpen*1. Aan het slot van de verklaring werd opgeroepen om te komen tot oprichting Tan een 'Anti-Zionisme Comité Tan het Sovjet-Volk', dat "een bredere strijd tegen de ideologie en de politiële- praktijk Tan het Zionisme mogelijk zal maken, zulks met het oog op de sociale vooruitgang an de wereldvrede" Op 21 april berichtte TASS vervolgens dat het beoogde comité inderdaad was opgericht. italuatie Vrfl algemeen wordt aangenomen dat 's uitspraak tijdens zijn persconferentie Tooral is ingegeven door/ssvjetrussische verlangen betrokken te worden bij het internationale overleg inzake de oplossing van het Israëliach- Arabisch/Palestijnse conflict. Zijn opmerkingen inzake de voortdurende steun van Moskou voor het bestaansrecht van laraël moeten in deze visie gezien worden als een opening naar Tel Aviv. Overigens valt op die "voortdurende steun voor het bestaansrecht Tan Israël" nog wel iets af te dingen. Allereerst lijkt het Sovjet-gedrag in de periode voorafgaand aan de Zesdaagse Oorlog hiermee in ieder geval moeilijk in overeenstemming te brengen : terwijl de toenmalige Egyptische president ar n.l. publiekelijk gewag van maakte dat hij uit was op de vernietiging van da staat Israël, werd hij - in ieder geval in het openbaar - nimmer vanuit Moskou teruggefloten. Voorts rijst de vraag of de steun van de USSR aan de anti-zionisme resoluties van de VN en de oprichting Tan het anti-zionisme eomiti in Moskou zich - zeker op de lange duur - Terdragen met een aanvaarding Tan het huidige Joodse karakter Tan de staat Israël. Deze Traag klemt temeer als bedacht wordt dat de SoTJet-vrienden ia het Midden-Oosten met mama zijn te Tinden in die kringen, die als extremistisch aanduidde. Ook de teneur Tan da huidige Sovjetrussisehe berichtgeving over de situatie in het Midden-Oosten - waarin laraêl consequent als oorlogszuchtig wordt afgeschilderd, terwijl de Syrische leiders de Tredelievendheid zelve zouden sijn - lijkt in ieder geval miet bepaald dienatbaar te zijn aan het winnen van vertrouwen bij de - bij de tijd aa wijle als ": an zijn kliek" omschreven - Israëlische regering.