OG/15 Accreditatiereglement geïntegreerde postdoctorale opleiding tot NVO Orthopedagoog-Generalist Reglement, procedure en criteria voor accreditatie van postdoctorale opleidingen tot NVO Orthopedagoog-Generalist. 0. Inleiding Erkenning van postdoctorale opleidingen ten behoeve van de registratie NVO Orthopedagoog-Generalist behoort tot de functie en taken van de Accreditatiecommissie NVO Orthopedagoog-Generalist. Het gaat hier om programma-accreditatie van onderwijsaanbod, supervisie en/of de werkplek. 1. Procedure en voorwaarden 1.1 Om voor accreditatie in aanmerking te komen dient de postdoctorale opleiding het onderwijsaanbod, de aangeboden supervisie en/of de werkplekken op daarvoor beschikbare formulieren in 6-voud in te dienen bij het secretariaat van de NVO. Aanvraagformulieren voor accreditatie kunnen worden aangevraagd bij het secretariaat van de NVO. De postdoctorale onderwijsinstelling kan er voor kiezen om het onderwijsaanbod geheel of gedeeltelijk, supervisie en/of de werkplek te laten accrediteren of de afzonderlijke onderdelen. 1.2 De aanvrager van de accreditatie verplicht zich tot het volgende: o het aanvraagformulier dient vergezeld te gaan van: 1. programma en literatuurlijst 2. de kwalificaties van docenten en/of supervisoren o na afloop, bij voldoende resultaat, certificaten aan de deelnemers te verstrekken, voorzien van het nummer van de accreditatie door de NVO, het resultaat van de toetsing en vermelding van het aantal uren o het bijhouden van een registratie van cursisten 1.3 Onvolledig ingevulde formulieren en/of aanvragen zonder de in 1.4 genoemde bijlagen worden niet in behandeling genomen. 1.4 Op de aanvraagformulieren wordt het te accrediteren onderwijsaanbod gespecificeerd als betrekking hebbende op diagnostiek, op indicatiestelling, op behandeling of op overige taken of op een combinatie van deze aspecten (zie bijlage 2 van de geldende brochure NVOregistraties). Bij een combinatie van aspecten wordt verder aangegeven hoeveel uren op welk onderdeel betrekking heeft. 1
1.5 Aanvraagformulieren die aan de voorwaarden voldoen worden voorzien van een nummer. Uiterlijk binnen 12 weken wordt de aanvrager bij brief bericht over het besluit ten aanzien van de accreditatie. In deze brief wordt hetzelfde nummer ten behoeve van de toegekende accreditatie gehanteerd. Dit nummer wordt eveneens op de certificaten vermeld die aan de deelnemers worden verstrekt die de opleiding met voldoende resultaat hebben kunnen afsluiten. 1.6 De geldigheidsduur van de accreditatie van de opleiding in het kader van de registratie tot NVO Orthopedagoog-Generalist geldt bij onveranderde opzet van het aanbod voor 5 jaar. Bij fundamentele wijzingen van de inhoud van het aanbod is een hernieuwde aanvraag voor accreditatie nodig. Als het gaat om veranderingen in het aantal contacturen van het onderwijsaanbod, moet accreditatie opnieuw worden aangevraagd. Gaat het om een wijziging van docent(en) of literatuur, dan is een schriftelijk bericht doorgaans voldoende. De toekenning van de accreditatie kan op verzoek van de aanbieder vervallen dan wel door de accreditatiecommissie van de NVO worden ontnomen wanneer daar ernstige redenen voor zijn. 1.7 Zo vaak als nodig publiceert de NVO een lijst met geaccrediteerde postdoctorale opleidingen in het NVO-bulletin. 1.8 Ten behoeve van de accreditatie van een postdoctorale opleiding zijn de volgende bedragen verschuldigd: Accrediteren onderwijsaanbod 284,00 Accrediteren supervisie 114,00 Accrediteren werkplekken 114,00 Totaalbedrag (alle onderdelen) 500,00 1.9 Tegen het besluit van de accreditatiecommissie van de NVO inzake de aanvraag voor accreditatie kan bezwaar worden aangetekend. Dit bezwaar dient binnen 30 dagen na dagtekening van de afwijzingsbrief te worden ingediend bij het secretariaat van de NVO. 1.10 Vooraankondiging aanvraag. Wanneer in het onderwijsaanbod, supervisieaanbod, aanbod van werkplekken of in aankondigingen wordt vermeld dat de accreditatie is aangevraagd bij de accreditatiecommissie dan is het niet de bedoeling dat het aantal aangevraagde uren genoemd wordt. Dit om te voorkomen dat er misleidende informatie geboden wordt aan de toekomstige deelnemers. Voor eventuele consequenties door het uitblijven of aanhouden van accreditatie kan de NVO niet aansprakelijk worden gesteld. 2
2. Criteria ten aanzien van doelen en inhoud van het onderwijsaanbod van de postdoctorale opleiding 2.1 De inhoud van het onderwijsaanbod is van postacademisch niveau. De toelatingseisen staan expliciet vermeld. Het maximaal aantal deelnemers per cursusgroep is 30. 2.2 Kenmerken postdoctorale onderwijsaanbod 2.2a Doelgroep en doel In de beschrijving van het programma van de postdoctorale opleiding wordt duidelijk wat de doelgroep is en wordt een omschrijving van de doelgroep gegeven. 2.2b De inhoud van het aangebodene in de opleiding is gebaseerd op actuele, valide en betrouwbare vakkennis en de state-of-art van de actuele beroepspraktijk, zoals neergelegd in richtlijnen, protocollen, programma s, standaarden en de literatuur. 2.2c Expliciet gemaakte leerdoelen zijn gerelateerd aan de eindtermen van de opleiding tot NVO Orthopedagoog-Generalist. De leerdoelen worden gedifferentieerd naar de taakgebieden van de NVO Orthopedagoog-Generalist, te weten: diagnostiek, indicatiestelling, behandeling en overige taken. 2.2d De vorm van kennisoverdracht en/of vaardigheidstraining (i.e. werkwijze) wordt voor ieder leerdoel/taakgebied beschreven, in relatie tot de inhoud en normering van een vorm van toetsing hierop. 2.2e Het bereikte leerniveau wordt objectief geëvalueerd door middel van een vorm van toetsing. Die kan bestaan uit o take home tentamen o presentatie o schriftelijke rapportage waarin het geleerde gebruikt wordt o schriftelijke casusbeschrijving o schriftelijk tentamen o mondelinge toetsing Specificatie van de vorm van toetsing is vereist. Bij onvoldoende resultaat wordt geen certificaat verstrekt. Het aanwezigheidspercentage dient minimaal 90% te zijn. 2.2.f De studiebelasting van het cursorisch onderwijs wordt onderbouwd en vermeld. De studiebelasting omvat: a. het aantal contacturen: bij de vaststelling van het aantal uren wordt in dagdelen gerekend. De lunchpauze mag niet als contactuur worden opgevoerd, koffie- en theepauzetijd wel. Per contactuur dient minimaal tien pagina s literatuur bestudeerd te worden; b. aanvullende literatuurstudie: hierbij wordt tien pagina s literatuur als 1 uur studiebelasting gerekend; c. aanvullende praktijkopdrachten: praktijkopdrachten hebben het doel de afstemming tussen theorie en praktijk te waarborgen.. 3
Aanbieders dienen met behulp van de gebruikelijke aanvraagformulieren de volgende informatie te verstrekken: 1. aantal contacturen met verplichte literatuur (ten minste 10 pagina s per contactuur); 2. te bestuderen aanvullende literatuur (met vermelding van aantal pagina s); 3. tijdsinvestering voor de aanvullende praktijkopdrachten. 2.3 Het onderwijs bestaat uit 480 contacturen. Deze zijn als volgt onder te verdelen: Diagnostiek: 232 uur psychodiagnostiek: 100 uur: kennis van en inzicht in verstoorde ontwikkeling, opvoeding en opvoedingscontext; methodologie van het diagnostisch redeneerproces; inzicht in de onderscheiden diagnostische modellen; psychometrie, constructie van onderzoeksmiddelen; inzicht in de betrouwbaarheid, validiteit en theoretische fundering van vigerende onderzoeksmiddelen; beheersing van de belangrijkste diagnostische middelen. Diagnostische vaardigheden: 70 uur: gespreksvoering; observatie; rapportage; reflectie, gerelateerd aan wetenschappelijke modellen; Reflectief practicum: 22 uur: procesaspecten van diagnostiek; reflectie op de diagnostische attitude, inclusief beroepsethische aspecten. Indicatiestelling: 40 uur: overzicht van en inzicht in principes van de onderscheiden orthopedagogische, orthodidactische, psychologische en psychotherapeutische behandelingsvormen. kennis van de organisatie van de hulpverlening en maatschappelijke voorzieningen. vaardigheid in het overdragen van de bevindingen aan cliënten en hulpverleners. methodiek van de indicatiestelling. Behandeling (=interventies): 200 uur interventietechnieken: 160 uur: kennis van: leer- en cognitieve theorieën, experientiële theorieën, systeemtheorieën, groepsdynamica; kennis van en vaardigheden in het toepassen van hulpverleningsmethodieken die binnen de orthopedagogiek toepasbaar zijn, zowel individueel als systeemgericht; behandelingsplanning; het formuleren, hanteren en bijstellen van behandelingsdoelen; het tot stand brengen en hanteren van de behandelingsrelatie; het herkennen en integreren van voor het behandelingsproces-relevante informatie; procesevaluatie; vaardigheid in het hanteren van groepsprocessen; kennis van en inzicht in medicamenteuze, neurologische therapie; Reflectief practicum: 32 uur: procesaspecten van interventies, gerelateerd aan verschillende theorieën; reflectie op de therapeutische attitude, inclusief beroepsethische aspecten. Indicatiestelling: 8 uur: kennis van indicaties en contra-indicaties van de onderscheiden behandelingsvormen. 4
Overige taken: 48 uur methodologie van praktijkonderzoek. voorlichtingskunde. didactiek. werken in organisatieverband interdisciplinaire samenwerking juridische en ethische aspecten. orthopedagogische vraagstelling. 2.4 In het onderwijsaanbod van de postdoctorale beroepsopleiding kan tot een maximum van 18 geaccrediteerde uren ruimte worden gecreëerd voor studiedagen of workshops of een combinatie van beide. Studiedagen: Wanneer er sprake is van meer dan 30 deelnemers is er geen sprake van een cursus maar is er sprake van een studiedag of van een set van studiedagen. Bij een (set van) studiedag(en) telt 50% van het aantal contacturen mee. Er is dan geen toetsing vereist, maar wel aanwezigheid. o kwalificaties docenten, artikel 2.5 is van toepassing o verwantschap met de NVO Orthopedagoog-Generalist, artikel 2.2b en 2.2c zijn van toepassing o postacademisch niveau, artikel 2.1 is van toepassing o een aanwezigheidscertificaat is vereist (geen toetsing) o aantal contacturen Procedure accreditatie workshops: Wanneer er sprake is van een bijeenkomst korter dan 12 klokuren en minder dan 30 deelnemers is er geen sprake van een cursus maar is er sprake van een workshop. Bij workshops telt 100% van het aantal contacturen mee. Er is dan wel toetsing vereist. Aanbieders dienen met behulp van de gebruikelijke aanvraagformulieren de volgende informatie te verstrekken: o kwalificaties docenten, artikel 2.5 is van toepassing o verwantschap met de NVO Orthopedagoog-Generalist, artikel 2.2b en 2.2c zijn van toepassing o postacademisch niveau, artikel 2.1 is van toepassing o een aanwezigheidscertificaat is vereist (wel toetsing), artikel 2.2e is van toepassing o aantal contacturen 2.5 Eisen aan de opleiders 2.5a Een postdoctorale opleiding dient een hoofdopleider (of meerdere hoofdopleiders) aan te wijzen die verantwoordelijk is/zijn voor de opleiding. De hoofdopleider dient aantoonbaar deskundig te zijn op het desbetreffende gebied en de verantwoordelijkheid te dragen voor een goede invulling en verloop van de opleiding. De hoofdopleider is in ieder geval in het bezit van minimaal 5 jaar relevante werkervaring op het gebied van de postdoctorale opleiding; dient aan minimaal een van de eisen zoals genoemd in 2.5b te voldoen. Op de hoofdopleider is de uitzondering zoals genoemd in 2.5c niet van toepassing. 5
2.5b De hoofddocent dan wel de docenten is/zijn gekwalificeerd door een of meer van de onderstaande eisen: o een leeropdracht in de (ortho)pedagogiek of psychologie gerelateerd aan het onderwerp van de opleiding; o registratie NVO Orthopedagoog-Generalist; o erkenning als opleider en/of supervisor door een specialistische psychotherapievereniging in geval van een cursus op dit terrein; o registratie als kinder- en jeugdpsycholoog NIP; o registratie als gezondheidszorgpsycholoog BIG; 2.5c In beperkte mate kunnen niet als bovenvermelde gekwalificeerde docenten worden ingezet die deskundig zijn op een deelgebied. Op dit deelgebied moet tenminste 5 jaar praktijkervaring zijn opgedaan. 6
3 Criteria ten aanzien van de supervisie Supervisie in het kader van de registratie NVO Orthopedagoog-Generalist is een begeleide leermethode gericht op het zelfstandig uitoefenen van het beroep van orthopedagoog. Het doel van de supervisie is het vergroten van de beroepsbekwaamheid en het verbeteren van de beroepsuitoefening. Supervisie wordt hiermee afgebakend van andere vormen van hulpverlening of begeleiding, zoals therapie, collegiale intervisie, functioneringsgesprekken, inservice training en werkbegeleiding als onderdeel van organisatie- en personeelsbeleid. 3.1 De werkervaring ten behoeve van de registratie NVO Orthopedagoog-Generalist op het gebied van diagnostiek, indicatiestelling, behandeling en overige taken wordt verricht onder supervisie van een door de NVO erkende supervisor. Onder erkend supervisor wordt verstaan: ingeschreven in het supervisorenbestand NVO Orthopedagoog-Generalist. 3.2 Er moet minimaal 90 uur (1 uur = 60 minuten) supervisie worden gevolgd bij tenminste twee supervisoren. Aangeraden wordt een verdeling in twee keer 45 uur met een marge van 10 uur. Bij meer dan twee supervisoren wordt minimaal 10 uur supervisie per supervisor vereist. In alle gevallen dient de supervisie verspreid te zijn over minimaal 2 jaar. De geïntegreerde casuïstiek (ten minste 2)en de integrale reflectieverslagen dienen gelijkelijk verdeeld te zijn over de supervisoren. 3.3 De werkrelatie tussen supervisor en supervisant moet van dien aard zijn dat er sprake is van voldoende onafhankelijkheid tussen supervisor en supervisant. Er mag geen sprake zijn van een directe dan wel hiërarchische werkrelatie. 3.4 Groepssupervisie In het geval van groepsgewijs superviseren in het kader van de registratie NVO Orthopedagoog-Generalist, is de volgende regeling van kracht: Het maximum aantal supervisanten bij groepssupervisie is drie. Bij twee supervisanten dient de supervisie minimaal 100 supervisie-uren te omvatten per supervisant. Bij voorkeur dient de tijdsduur per zitting 2 à 2½ uur te zijn. Bij drie supervisanten dient de omvang minimaal 110 supervisie-uren te zijn per supervisant. Bij voorkeur dient iedere zitting ongeveer 2½ uur te duren. Bij groepssupervisie telt iedere zitting voor elke supervisant in haar totale omvang (voorbeeld: één zitting van 2 uur met meerdere supervisanten telt als 2 supervisie-uren voor iedere supervisant). 7
4 Criteria ten aanzien van de werkplek 4.1 De werkzaamheden zijn op academisch niveau. 4.2 De praktijkinstelling is een instelling met werkzaamheden op het gebied van de Orthopedagogiek, zoals in de Jeugdhulpverlening, (Geestelijke) Gezondheidszorg, Justitiële Hulpverlening, het (Speciaal) Onderwijs, de Gehandicaptenzorg, Regionale Expertisecentra, Onderwijsbegeleidingscentra. 4.3 Binnen de praktijkinstelling is minimaal ruimte voor 2 fte academische geschoolde gedragswetenschappers met een dito gewaardeerde functie. Ten minste één van de gedragswetenschappers is in het bezit van een klinische registratie; NVO Orthopedagoog- Generalist of gz-psycholoog. 4.4 De praktijkinstelling stelt de cursist in staat ervaring op te doen met voldoende gedifferentieerde en evenwichtig gespreide orthopedagogische werkzaamheden op de taakgebieden diagnostiek en behandeling. Daaraan wordt minimaal 1/3 deel per taakgebied van de werktijd besteed. Deze ervaring dient te leiden tot de beheersing van zowel het diagnostisch proces en behandelingsproces als de beheersing van klinische vaardigheden alsmede reflectie hierop en te resulteren in het zelfstandig verrichten van twee geïntegreerde gevalsbeschrijvingen en twee integrale reflectieverslagen, volgens de door de NVO opgestelde richtlijnen. Daarnaast wordt ervaring opgedaan met werkzaamheden op minimaal één van de volgende taakgebieden: onderwijs, onderzoek, beleid. De instelling biedt de cursist de mogelijkheid tot het uitvoeren van praktijkopdrachten die in het kader van het opleidingsonderdeel literatuurstudie en praktijkopdrachten worden verstrekt. 4.5 De praktijkinstelling wijst een interne werkbegeleider aan, onder wiens verantwoordelijkheid de cursist arbeid verricht. De werkbegeleider is opgeleid op academisch niveau en bekleedt een functie op academisch niveau met orthopedagogische taken. Daarnaast heeft de werkbegeleider minimaal 5 jaar werkervaring als gedragswetenschapper. 4.6 De instelling voert een herkenbaar kwaliteitsbeleid, waarin in elk geval de volgende zaken zijn gerealiseerd: er wordt een methodische werkwijze en een adequaat systeem van verslaglegging/dossiervorming en archivering gehanteerd. er is een functionele bibliotheek, testotheek en voorziening van behandelmateriaal op het door de instelling bestreken gebied. de cursist beschikt over werkruimten (bijvoorbeeld ook observatieruimten) die voldoende zijn geoutilleerd om op professioneel verantwoorde wijze te kunnen werken. 8
4.7 In de taakstelling van de cursist worden de hulpverleningstaken, de opleidingstaken en eventueel andere taken in uren gekwantificeerd. 4.8 Wanneer een instelling door de aard van de werkzaamheden en/of de omvang van de teamsamenstelling niet aan de gestelde eisen kan voldoen, kan door de inhoudelijke en kwalitatieve samenwerking met een andere instelling een opleidingsplaats/-traject worden verkregen. Dat kan worden bereikt door samenwerking met een instelling die wèl aan de eisen voldoet, danwel met een instelling die de eigen lacunes aanvult, zodat beide instellingen samen aan de eisen voldoen. 4.9 Omvang van de aanstelling is minimaal 0,33 fte ofwel 12 uur per week. 4.10 Duur van de aanstelling is ten minste 12 maanden. 9