De Hulteweg, Leeuwerikenveld II te Coevorden (gemeente Coevorden) Een archeologisch bureauonderzoek Libau, 16 december 2015 rapport 15-275
Administratieve gegevens provincie: gemeente: plaats: toponiem: bevoegd gezag: opdrachtgever: Drenthe Coevorden Coevorden De Hulteweg/Leeuwerikenveld II gemeente Coevorden De Regt Agrar GmbH centrumcoördinaten: 245.640/518.832 kaartblad: 22E onderzoeksmeldingsnummer: 3982822100 beheer documentatie: Libau, Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, gemeente Coevorden en E- depot uitvoerder: auteur: autorisatie: Libau M. de Jong MA N. van der Mei rapport: 15-275 telefoon: 050-3126545 e-mail: info@libau.nl Libau, 16 december 2015 rapport 15-275
De Hulteweg, Leeuwerikenveld II te Coevorden (gemeente Coevorden) Een Archeologisch Bureauonderzoek Planvoornemen In opdracht van De Regt Agrar GmbH, vertegenwoordigd door de heer P. Veldman, is een archeologisch bureauonderzoek uitgevoerd voor een locatie aan De Hulteweg, in het bedrijventerrein Leeuwerikenveld II te Coevorden (zie figuur 1). Aanleiding voor het onderzoek is het realiseren van een aantal vergisters en bijbehorende bebouwing waaronder een aan- en afvoerstation voor vloeibare mest, verwerkingshallen en opslagsilo s. Het is nog niet exact bekend hoe de bebouwing wordt gefundeerd. Alleen in de noordelijke helft van het perceel is bebouwing gepland, dit gebied is circa 2,5 ha groot. Het gehele perceel is circa 4,5 ha groot. Het perceel waarbinnen de werkzaamheden zijn beoogd, wordt hieronder verder aangeduid als plangebied. Figuur 1: Topografische kaart waarop het plangebied aan De Hulteweg is aangegeven met een rood kader (opentopo.nl). Het gebied waarbinnen ingrepen worden beoogd is aangegeven met een geel kader. In de inzet rechtsonder is een recente luchtfoto van het plangebied opgenomen (PDOK). Landschappelijke en aardkundige informatie Het plangebied ligt aan het Afwateringskanaal (en het Coevorden-Vechtkanaal) ten zuidwesten van Coevorden. Coevorden ontstond bij een voorde in het beekdal van het Loodiep die vanaf de 12 de (of mogelijk al in de 11 de ) eeuw verdedigd werd met een kasteel. Hierbij ontwikkelde zich de nederzetting Coevorden die voor 1408 stadsrechten verkreeg. In de vroege 17 de eeuw werd Coevorden een vestingstad. Op de fysisch geografische kaart is het plangebied gekarteerd als een beekdalvlakte met kleinschalig reliëf (code Fv1a; zie bijlage Fysisch geografische kaart). De classificatie a geeft de aanwezigheid van een cultuurdek aan met een dikte van meer dan 40 centimeter. Gezien de beekdalsituatie is het echter zeer waarschijnlijk dat in het plangebied geen esdek voorkomt. Zowel in het noorden als in het zuiden grenst het plangebied aan een dekzandwelving (code Nw1). De bodemkaart geeft aan dat de bodem in het plangebied hoofdzakelijk bestaat uit Libau, 16 december 2015 rapport 15-275 1
venige beekdalgronden (code ABv; zie bijlage Bodemkaart). In het noorden en zuiden van het plangebied komen beekeerdgronden bestaande uit lemig fijn zand voor (code pzg23). Het plangebied ligt in één van de beekdalen waaraan de sterkte en later de vesting Coevorden in de late middeleeuwen en vroege nieuwe tijd haar goede verdedigbare positie ontleende. Na afloop van het weichselien, de laatste ijstijd, waren het de beekdalen waarin de veengroei begon. Dit was mogelijk door een geleidelijke zeespiegelstijging die stagnatie van de afwatering en daarmee een hoger grondwaterpeil tot gevolg had. Het landschap vernatte. De veengroei ontstond aanvankelijk op kleine schaal in natte gebieden. Vanuit dalen en depressies breidde het veen zich meer en meer uit en kroop langzamerhand over het dekzandlandschap en bedekte zelfs veel dekzandkoppen en -ruggen. Grote delen van het landschap werden daardoor vanaf de late steentijd of vroege bronstijd ongeschikt voor bewoning. Dat delen van het landschap niet geschikt waren voor bewoning betekent echter niet dat er geen archeologie aanwezig kan zijn. Zo kunnen in het beekdal depotvondsten aanwezig zijn of sporen van activiteiten die samenhangen met transport of visvangst. De hogere delen van het landschap bleven wel bewoonbaar. De venen rond Coevorden zijn vanaf de middeleeuwen in ontginning genomen. Grootschalige ontginningen vingen in de loop van de nieuwe tijd aan. Op het Actueel Hoogtebestand Nederland (AHN) is goed te zien dat het plangebied iets lager gelegen is dan Coevorden en het merendeel van het bebouwde gebied rondom de stad (zie figuur 2). Enkele in recente(r) tijd bebouwd geraakte gebieden lijken te zijn opgehoogd. In het oostelijk uiteinde van het plangebied loopt de bodem iets op. Vooral ten westen van het plangebied zijn meerdere kleine(re) opduikingen te zien die door hun hogere ligging (langere tijd) geschikt bleven voor bewoning. Figuur 2: Relatieve hoogten in het plangebied en omgeving (Actueel Hoogtebestand Nederland; bron: www.ahn.nl). Archeologie en historische geografie Het plangebied is niet geregistreerd op de Archeologische Monumentenkaart (AMK; zie bijlage Kaart archeologie). Ook zijn uit het plangebied geen archeologische waarnemingen bekend (geen waarnemingen geregistreerd in de archeologische database Archis). Ten noordwesten van het plangebied liggen resten van de havezathe Ten Klooster die waarschijnlijk uit de (late) 13 de eeuw dateert. Voor die tijd stond op dit terrein waarschijnlijk de in de 13 de eeuw gestichte en kort daarna naar Assen verplaatste kloostergemeenschap Maria in Libau, 16 december 2015 rapport 15-275 2
Campis (AMK-terrein 14406). Ten westen van het plangebied zijn enkele onderzoeken uitgevoerd waarbij voornamelijk ongedateerd vuursteen en/of diverse vondsten uit de late middeleeuwen en nieuwe tijd zijn aangetroffen (waarnemingen 56997, 300250, 433537, 433539). Ook zijn twee (mogelijke) grafheuvels uit de bronstijd (waarneming 56999), een vindplaats met bewerkt vuursteen, laatmiddeleeuws aardewerk en onder meer een kogel uit de nieuwe tijd (waarneming 404205) en een vindplaats met diverse vondsten uit de late middeleeuwen en nieuwe tijd waaronder ook een dolk en een fragment aardewerk uit de late ijzertijd of Romeinse tijd (waarneming 427392) aangetroffen. Op iets grotere afstand van het plangebied liggen de middeleeuwse stad en vroeg 17 de -eeuwse vesting Coevorden (AMK-terrein 14521) in het noorden en een vuursteenvindplaats uit het mesolithicum (AMK-terrein 2729) in het zuidwesten. Tevens zijn in de wijdere omgeving bewerkt vuursteen uit onder meer het mesolithicum (waarnemingen 300262 en 420907) een vuurstenen bijl uit het neolithicum (waarneming 13717), vroeg middeleeuws aardewerk (waarneming 300143), meerdere munten uit voornamelijk de late middeleeuwen (waarnemingen 35197, 35199, 35202 en 300225) en middeleeuwse metaalvondsten waaronder paardentuig (waarneming 300311) aangetroffen Op de archeologische beleidsadvieskaart van de gemeente Coevorden (ADC, 2011) is aangegeven dat in het plangebied een hoge verwachting bestaat op de aanwezigheid van archeologische resten (zie figuur 3). Legenda-eenheid plangebied Zandige en venige beekdalbodems, essen, raatakkers, archeologische terreinen (niet AMK) en gebieden die op grond van situering of hoogte kansrijk zijn op het aantreffen van archeologische resten. Figuur 3: Uitsnede van de archeologische beleidsadvieskaart van de gemeente Coevorden. De locatie van het plangebied is aangegeven met een gele cirkel. Op de kadastrale minuut uit het begin van de 19 de eeuw (gekarteerd tussen 1811 en1832; gemeente Coevorden blad F1) is te zien dat het plangebied binnen het Coeversche Mars ligt. De Mars was destijds omschreven als weide of broekgrond. Aan de westzijde werd de Mars begrenst door de Kleine Vecht. Pal ten noorden van het plangebied lag het Leeuwerikenveld. Zowel ter plaatse van het Leeuwerikenveld als langs de Kleine Vecht zijn dan enkele percelen verkaveld. In de Mars is dat niet het geval (HisGIS, WatWasWaar). Op de topografische militaire kaart uit 1851 is door de Mars een zomerweg, de Zwolsche weg, aangegeven. Het omstreeks1860 gegraven Coevorden-Vechtkanaal is (naderhand) op deze kaart ingetekend (WatWasWaar). Op de topografische militaire kaart uit 1864 lopen meer wegen door de Mars en is ten zuiden van het kanaal een aanzet tot verkaveling te zien (zie figuur 4). Op de Bonnekaart uit 1904 is de Mars geheel verkaveld en grotendeels in gebruik als weiland. Op de topografische kaart uit 1927 is het Afwateringskanaal ingetekend tot en met het plangebied. Het noordelijk deel naar Coevorden is dan nog als geplande waterloop weergegeven (WatWasWaar). Het Afwateringskanaal kwam rond 1925 gereed (Encyclopedie Drenthe online). Libau, 16 december 2015 rapport 15-275 3
Figuur 4: Het plangebied en omgeving op de Topografische Militaire Kaart uit 1864 (HisGIS). De ligging van het plangebied is globaal aangegeven met een rode cirkel. Overweging en advies Het plangebied is gelegen in de Mars, onderdeel van het beekdal van de Kleine Vecht, iets ten zuidwesten van Coevorden. De Mars is in de 19 de eeuw ontgonnen. Rondom de Mars en ook nabij het plangebied komen echter oudere ontginningen voor, zoals het Leeuwerikenveld. Het plangebied is relatief laag gelegen en de gronden in de Mars waren vrij nat. Het is zeer onwaarschijnlijk dat binnen het plangebied een cultuurdek (esdek) voorkomt (zoals aangegeven op de fysisch geografische kaart), er zijn hier in het historisch kaartmateriaal bovendien geen oude akkers aanwezig. Het plangebied is zeer waarschijnlijk al in de steentijd te nat geweest voor bewoning en bleef dat vervolgens lange tijd totdat men het veen ging ontginnen. Ten westen van het plangebied zijn wel vondsten uit de steentijd gedaan, maar deze zijn op beduidend hoger gelegen gronden gesitueerd. Uit historisch kaartmateriaal blijken geen aanwijzingen voor bewoning of intensief gebruik van het plangebied voorafgaand aan de late 19 de eeuw. Op basis van bovenstaande informatie is de kans op het aantreffen van archeologische resten uit de prehistorie tot en met de late 19 de eeuw zeer klein. De verwachting binnen dit plangebied kan worden bijgesteld naar een lage verwachting. De werkzaamheden kunnen derhalve zonder voorbehoud van archeologie worden uitgevoerd. Mochten tijdens de werkzaamheden onverhoopt toch archeologische sporen worden aangetroffen of archeologische vondsten worden gedaan, dan geldt krachtens de Monumentenwet van 1988 een meldingsplicht. Vondsten dienen zo spoedig mogelijk te worden gemeld bij de gemeente Coevorden en Libau. Libau kan vervolgens zorg dragen voor de bij het Rijk verplichte melding. Bijlagen: - Bodemkaart; - Fysisch geografische kaart; - Hoogtekaart; - Kaart archeologie. Libau, 16 december 2015 rapport 15-275 4
Libau, 16 december 2015 rapport 15-275 5
Geraadpleegde literatuur, kaarten en bronnen Actueel Hoogtebestand Nederland (www.ahn.nl; nationaalgeoregister.nl). Archeologische beleidsadvieskaart gemeente Coevorden (2011). ADC Archeoprojecten. Bewerking door gemeente Coevorden (2013). Archeologische Monumentenkaart (AMK) van de provincie Drenthe. Archeologisch Informatie Systeem (ARCHIS) van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. Cultuurhistorisch Kompas, Hoofdstructuur & Beleidsvisie. Provincie Drenthe, 2009. Encyclopedie Drenthe Online (www.encyclopediedrenthe.nl). Grote Historische Atlas van Nederland, 1: 50000. Deel 2: Noord-Nederland 1851 1855. Wolters-Noordhoff Atlasproducties, 1990. Groningen. HisGIS, Historisch Geografisch Informatiesysteem (www.hisgis.nl). Luchtfoto s Google Maps en Bing Maps. Opentopo, actuele kaartbladen samengesteld uit open geodata (www.opentopo.nl). PDOK, Publieke Dienstverlening op de Kaart (www.pdok.nl). Stiboka, 1985. Bodemkaart van Nederland, schaal 1: 50.000. Stiboka, Wageningen (Toelichting gepubliceerd in 1986; kaartopname door A.E. Clingeborg et al.). Versfelt, H.J. & M. Schroor, 2005. De atlas van Huguenin. Militair-topografische kaarten van Noord-Nederland, 1819-1829. Heveskes Uitgevers, Groningen/Veendam. WatWasWaar - minuutplans, topografische militaire kaarten en topografische kaarten uit de 19 de en 20 ste eeuw (www.watwaswaar.nl). NB WatWasWaar gaat per 1 januari 2016 off-line. Libau, 16 december 2015 rapport 15-275 6
Archeologische periodes paleolithicum paleolithicum vroeg paleolithicum midden paleolithicum laat paleolithicum laat A paleolithicum laat B mesolithicum mesolithicum vroeg mesolithicum midden mesolithicum laat neolithicum neolithicum vroeg neolithicum vroeg A neolithicum vroeg B neolithicum midden neolithicum midden A neolithicum midden B neolithicum laat neolithicum laat A neolithicum laat B bronstijd bronstijd vroeg bronstijd midden bronstijd midden A bronstijd midden B bronstijd laat ijzertijd ijzertijd vroeg ijzertijd midden ijzertijd laat Romeinse tijd Romeinse tijd vroeg Romeinse tijd vroeg A Romeinse tijd vroeg B Romeinse tijd midden Romeinse tijd midden A Romeinse tijd midden B Romeinse tijd laat Romeinse tijd laat A Romeinse tijd laat B middeleeuwen middeleeuwen vroeg middeleeuwen vroeg A middeleeuwen vroeg B middeleeuwen vroeg C middeleeuwen vroeg D middeleeuwen laat middeleeuwen laat A middeleeuwen laat B nieuwe tijd nieuwe tijd A nieuwe tijd B nieuwe tijd C tot 8800 v.chr. tot 300000 C14 300000-35000 C14 35000 C14-8800 v.chr. 35000-18000 C14 18000 C14-8800 v.chr. 8800-4900 v.chr. 8800-7100 v.chr. 7100-6450 v.chr. 6450-4900 v.chr. 5300-2000 v.chr. 5300-4200 v.chr. 5300-4900 v.chr. 4900-4200 v.chr. 4200-2850 v.chr. 4200-3400 v.chr. 3400-2850 v.chr. 2850-2000 v.chr. 2850-2450 v.chr. 2450-2000 v.chr. 2000-800 v.chr. 2000-1800 v.chr. 1800-1100 v.chr. 1800-1500 v.chr. 1500-1100 v.chr. 1100-800 v.chr. 800-12 v.chr. 800-500 v.chr. 500-250 v.chr. 250-12 v.chr. 12 v.chr. - 450 n.chr. 12 v.chr. - 70 n.chr. 12 v.chr. - 25 n.chr. 25-70 n.chr. 70-270 n.chr. 70-150 n.chr. 150-270 n.chr. 270-450 n.chr. 270-350 n.chr. 350-450 n.chr. 450-1500 n.chr. 450-1050 n.chr. 450-525 n.chr. 525-725 n.chr. 725-900 n.chr. 900-1050 n.chr. 1050-1500 n.chr. 1050-1250 n.chr. 1250-1500 n.chr. 1500 - heden 1500-1650 n.chr. 1650-1850 n.chr. 1850 - heden Libau, 16 december 2015 rapport 15-275 7