Wet ruimtelijke ordening. Bouw, Ruimtelijke Ordening en Monumentenwet. ruimtelijke ordening

Vergelijkbare documenten
Uitspraak /1/A1

Pesman Advocaten DEC GESCAND OP BINNENGEKOMEN. Gemeente Wormeriand. Gemeente Wormerland T.a.v. mevrouw mr. K. Meijer Postbus AA WORMER

tegen de uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland van 3 juli 2013 in zaak nr. 12/4468 in het geding tussen:

Uitspraak /1/A1

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBASS:2012:2307, Bekrachtiging/bevestiging

Noot van de commissie: Ook hier blijkt weer dat externe veiligheid ook een kwestie van overwogen ruimtelijke ordening is

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBASS:2012:BX5879, Meerdere afhandelingswijzen

Aan de gemeenteraad Gemeente Steenwijkerland Vendelweg XE Steenwijk Steenwijk, Nummer voorstel: 2008/7

AR 2017/318 H.J. de Vries annotatie in TBR 2017/45

: beleid naar aanleiding van de uitspraak van de Hoge Raad inzake planschade-overeenkomsten


Afdeling bestunrsreclitspraak. Behandelend ambtenii;ir J. Jhauw

ECLI:NL:RBOBR:2017:3205

Penman Advocaten BINNENGEKOMEN

Uitspraak /1/R3

Afdeling bestuursrechtspraak P^na 1 van 1. Uw kenmerk

ECLI:NL:RVS:2001:AB2287

ECLI:NL:RVS:2009:BI2655

Raadsvoorstel Inleiding: Feitelijke informatie: Afweging:

ECLI:NL:RBARN:2009:BJ1550

ECLI:NL:RVS:2011:BP3671

Uitspraak /1/A1

ECLI:NL:RVS:2011:BT6665

11 Stiens, 18 november 2014

ECLI:NL:RBZWB:2015:1110

Advies: De vrijstellingsprocedure voor het oprichten van een kantoor aan de Dillenburgstraat en een woning aan de Hogeweg te Drunen op te starten

VASTSTELLINGSBESLUIT BESTEMMINGSPLAN KERKSTRAAT 39 TE NEDERWEERT GEMEENTERAAD VAN NEDERWEERT D.D. 27 SEPTEMBER 2016

ECLI:NL:RVS:2015:2833

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBMNE:2015:8291, Bekrachtiging/bevestiging

Collegevoorstel. Inzet van middelen: Er zijn geen financiële en/of personele consequenties verbonden aan dit voorstel

RAADSVOORSTEL. Vergadering van : 29 september 2009 Agendanummer : 4

Nr JORI Houten, 23 mei 2000

OVEREENKOMST Planschade en kwaliteitsbijdrage. herziening bestemmingsplan Buitengebied - Meinweg.2Herkenbosch -

Zoekresultaat - inzien document ECLI:NL:RVS:2010:BO9151. Uitspraak. Permanente link: Datum uitspraak Datum publicatie

Uitspraak /1/R2

Beslissen op verzoek tegemoetkoming planschade Dijkstraat 1 te Lent

Bijlagen Casus Nieuwediep

BIJLAGE BIJ HET RAADSVOORSTEL INZAKE HET BEZWAARSCHRIFT TEGEN HET VOORBEREIDINGSBESLUIT VOOR HET BEDRIJVENTERREIN KOPPELING DE SCHAFT

Voorbereidingsbesluit Lochemseweg 3 in Borculo. Commissie Bestuurlijk Domein. Commissie Ruimtelijk Domein. Commissie Sociaal en Economisch Domein

Onderwerp Vaststelling bestemmingsplan "Heerde-Dorp, 5 e herziening (Haneweg 4 te Heerde)".

Rb. Noord-Holland, , HAA 13/1804, ECLI:NL:RBNHO:2013:12968, BR Mr. J.M. Janse van Mantgem. Tijdelijke omgevingsvergunning

gericht tegen het besluit tot afwijzing van een verzoek om vergoeding van geleden planschade.

ECLI:NL:RVS:2013:BZ1273

Hoor- en adviescommissie

de raad van de gemeente Hengelo Bestemmingsplannen Overijssel

de Rechtspraak Rechtbank Noord-Holland het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Waterland Postbus BA Monnickendam

(ONTWERP)OMGEVINGSVERGUNNING

Uitspraak /1/R1

afdeling ruimtelijke en economische ontwikkeling, I. Feenstra, telefoonnummer (0521) ;

De gemeenteraad heeft mij verzocht de gemeenteraad in de bezwaarprocedure te vertegenwoordigen en hem waar nodig nader van advies te dienen.

VOORBLAD RAADSVOORSTEL. bestemming bedrijf naar wonen aan de Krullelaan 36 te Zeist

Besluit tot coördinatie procedures Ressen/Bouwmarkt

1)estuursreclaqirA,IL

Op onderstaande luchtfoto is de locatie aangeduid met een rode omcirkeling.

Vervolgens stelde de rechter, bij. ming, dat Unierechtelijk geregeld is, bouwwerk opgericht zonder de daar-

ECLI:NL:RBNHO:2015:7536

JOM 2017/310 AR 2017/1305 Omgevingsvergunning in de praktijk 2017/7543

LJN: BP5782,Voorzieningenrechter Rechtbank 's-hertogenbosch, AWB 10/3720 en 11/207

Aan de commissie: Datum vergadering: Agendapunt :

Oprichten van 16 appartementen op de hoek Prins Hendrikstraat/Van Arckelstraat in Drunen

Raadsvoorstel. Voorstel: Burgemeester en wethouders. Kerngegevens. Jaargang : 2014 Registratienummer : 2014/46767 Datum : 14 oktober 2014

Anterieure exploitatieovereenkomst zoals bedoeld in artikel 6.24 Wet ruimtelijke ordening

Beschikking omgevingsvergunning uitgebreide procedure

Afdeling bestuursrechtspraak

Afdeling bestuursrechtspraak. Behandelend ambtenaar. D.J.J.M. Wolfs

Tijdelijke ontheffing en tijdelijke bouwvergunning

AGENDAPUNT voor burgemeester en wethouders

[appellante A], [appellante B] en Doe Het Zelf Terneuzen B.V., alle gevestigd te Terneuzen, (hierna: [appellant] e.a.),

categorie/agendanr. stuknr. B. en W RA A 11 04/696 Onderwerp: Bezwaarschrift Sluyter Advocaten tegen besluit raad m.b.t.

ECLI:NL:RBGRO:2007:BD6812

provinciale staten van Noord-Brabant. ECLI:NL:RVS:2018:2216

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBGEL:2015:7684, Bekrachtiging/bevestiging

onderwerp: Vaststellen ontwerpbestemmingsplan Wonen Rijssen, Enterstraat 124

ECLI:NL:RBNHO:2014:3840

Raadsvergadering d.d. 13 september 2011 agendapunt 15. Aan: De Gemeenteraad. Vries, 21 juni 2011

Aan de commissie VROM

6. Bij brief van 22 oktober 2001 heeft Vebega de gronden van haar bezwaarschrift op het punt van de ontvankelijkheid aangevuld.

Oplegvel Collegebesluit

Afd eli n g bes tuursrechtspraak TEAM: Behandelend amhten.iar P. Slappendel

Afdeling: CZ Leiderdorp, 31 oktober 2006

de Rechtspraak Postbus: Rechtbank Noord-Holland ZAAKNUMMER: Afdeling Publiekrecht Sectie Bestuursrecht Locatie Alkmaar

Registratienummer: Besluit omgevingsvergunning Elswoutshoek

ECLI:NL:RVS:2016:2861

Uitspraak /1/R1

Aan de gemeenteraad Gemeente Steenwijkerland Vendelweg XE Steenwijk Steenwijk, 12 oktober 2010 Nummer voorstel: 2010/103

Uitspraak /1/A1

De omgevingsvergunning wordt verleend onder de bepaling dat de gewaarmerkte stukken deel uitmaken van de omgevingsvergunning.

Feitelijke informatie De Afdeling bestuursrechtspraak heeft samengevat - het beroep gegrond verklaard op de volgende overwegingen.

op de verzoeken om (opheffing van) een voorlopige voorziening in de zaken tussen

ADVIES BURGEMEESTER EN WETHOUDERS

State. 2 1 MRT act Z Gemee emert-bakel. Nr. de secretaris van de Raad van State,

Concept-omgevingsvergunning voor het wijzigen van de kavelindeling op het perceel Kadijkweg tegenover 39 in Andijk

ECLI:NL:RVS:2000:AA5570

Zaaknummer : CBHO 2015/083 Rechter(s) : mr. Olivier Datum uitspraak : 26 januari 2016 Partijen : appellant en Hogeschool van Amsterdam Trefwoorden :

Purmerend, Aan de gemeenteraad van Purmerend, Inleiding en probleemstelling: U ontvangt hierbij voor de 2 e

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

Beoordeling. h2>klacht

HABITAT ADVOCATENKANTOOR OMGEVINGSRECHT WONEN I ONDERNEMEN I NATUUR

Uw kenmerk Uw brief van Ons kenmerk Datum V2014/ november 2015

Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State 21 maart 2018, /1/A1, ECLI:NL:RVS:2018:963

Transcriptie:

omzetdaling niet vaststaat, heeft de rechtbank eisers opgedragen om voor dit verband bewijs aan te leveren. Indien zij daarin slagen, zal behoudens een geslaagd rechtsmiddel aan de zijde van de Gemeente- in een schadestaatprocedure vastgesteld worden hoeveel de hoogte van de schade bedraagt. Conclusie 13. Een financiële bijdrage van (decentrale) overheden aan belangrijke initiatieven is toegestaan mits daarbij ook de concurrentiebelangen van derden in acht worden genomen. Het wettelijke kader daarvoor wordt primair verschaft door art. 6 Mw en art. 107 VWEU. Maar ook wanneer deze artikelen niet van toepassing zijn bijvoorbeeld omdat niet is gebleken van negatieve gevolgen voor de mededinging of het handelsverkeer tussen lidstaten in de zin van deze bepalingen kanhet(ookindieartikelenneergelegde) uitgangspunt, inhoudende dat concurrentiebelangen van anderen niet zonder een goede reden geschaad mogen worden, zich volgens de rechtbank via het zorgvuldigheidsbeginsel doen gelden. A.A. al Khatib, T. Barkhuysen Bouw, Ruimtelijke Ordening en Monumentenwet Wet ruimtelijke ordening 16 oktober 2013, nr. 2013004/1/A1, ECLI:NL:RVS:2013:1538 (mr. Hagen, mr. Steendijk, mr. Uylenburg) Noot J.J. Thoonen Weigering bouwvergunning en opstart vrijstellingsprocedure ex artikel 19 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening(oud)(WRO). Gerechtvaardigd vertrouwen. [WRO art. 19] Met de planschadeovereenkomst is door b&w van de gemeente Wormerland niet het gerechtvaardigd vertrouwen gewekt dat de uniforme openbare voorbereidingsprocedure als bedoeld in Afdeling 3.4 van de Awb zou worden opgestart voor het door ProWinko B.V. en Plavor I B.V. (hierna: Pro- Winko) gewenste hotel met restaurant en conferentiezalen. De gemeenteraad hoefde niet, de wil van de meerderheid van de raad, de artikel 19 lid 1 van de WRO-procedure te starten door een positief ontwerpbesluit ter inzage te leggen. Uitspraak op beroep van: b&w van de gemeente Wormerland de uitspraak van de rechtbank Haarlem tot vernietigingvanhetbesluitophetbezwaarhetbesluit tot weigering van de bouwvergunning voor het oprichten van een gebouw(hotel met restaurant en conferentiezalen). B&w hebben geweigerd aan ProWinko een bouwvergunning te verlenen voor het oprichten van een hotel met restaurant en conferentiezalen. Het door ProWinko hier ingesteld bezwaar hebben b&w ongegrond verklaard. De rechtbank Haarlem heeft in de uitspraak van 3 december 2012 het beroep naar aanleiding van het besluit tot ongegrondverklaring van bezwaar gegrond 58

verklaard. Volgens de rechtbank is het vertrouwen gewekt dat de vrijstelling zou worden verleend en heeft de gemeenteraad niet deugdelijk gemotiveerd waarom, in stelling tot het gewekte vertrouwen, alsnog medewerking aan het bouwplan geweigerd is. Voorts heeft de raad aldus de rechtbank geen ruimtelijke aspecten aan de weigering ten grondslag gelegd. B&w hebben beroep ingesteld de uitspraak van de rechtbank. De Afdeling overweegt het volgende. Voor een geslaagd beroep op het vertrouwensbeginsel is nodig dat aan het bestuursorgaan toe te rekenen concrete, ondubbelzinnige toezeggingen zijn gedaan door een daartoe bevoegd persoon, waaraan rechtens te honoreren verwachtingen kunnen worden ontleend(zie onder meer de uitspraak van 31 augustus 2011 in zaak nr. 201100003/1/H1). Het hoofd van de Afdeling VROM heeft namens de gemeente op 19 maart 2009 met ProWinko een planschadeovereenkomst gesloten. Artikel 1 van deze overeenkomst bepaalt dat de gemeente de planologische maatregel zoals door verzoeker gevraagd in openbare voorbereidingsprocedure zal brengen. Artikel 2 bepaalt dat de overeenkomst de uitoefening van alle publiekrechtelijke bevoegdheden door de gemeente volledig onverlet laat en dat de gemeente haar bevoegdheid behoudt om bij nadere overweging, onder meer als gevolg van indiening van schriftelijke zienswijzen, wijzigingen aan te brengen in de door de ProWinko gevraagde planologische maatregel of alsnog te weigeren deze maatregel te treffen. B&whebbenop14juli2009besloten: aan de contactcommissie Wijdewormer en de zogenoemde voorronde van de raadsvergadering advies te vragen over de wenselijkheid om voor de vestiging van het hotel het structuurplan(partieel) te wijzigen; de provincie Noord-Holland en het Ministerie van VROM schriftelijk te verzoeken de hotelvestiging in hun nieuwe structuurvisies planologisch mogelijk te maken; ProWinko schriftelijk mee te delen dat een aantal aspecten nadere uitwerking behoeft en te zijnertijdbijdebeslissingoverhetstartenvande artikel19lid1vandewro-procedurezalworden beoordeeld en afhankelijk van de uitkomst van de behandeling vanhetplanindevoorrondevanderaadsvergadering en de uitkomst van de bespreking in het geplande ambtelijk overleg met de provincie, het Ministerie en de VROM-inspectie een besluit te nemen over de wenselijkheid om de procedure voor de voor het project vereiste vrijstelling te starten. Doordeinhetbesluitvan14juli2009genoemde stappen te nemen hebben b&w in overeenstemming met artikel 1 van de overeenkomst gehandeld.metdezinsnede Degemeentezaldeplanologische brengen is door b&w niet het gerechtvaardigd vertrouwen gewekt dat de uniforme openbare voorbereidingsprocedure als bedoeld inafdeling3.4vandeawbzouwordenopgestart. Dit is niet met zoveel woorden in de overeenkomst vermeld. Het in artikel 2 van de overeenkomst gemaakte voorbehoud ten aanzien van de uitoefening van alle publiekrechtelijke bevoegdheden door de gemeente, waaronder mede het ter inzage leggen van een positief ontwerpbesluit moet worden begrepen, staat hieraan in de weg. B&w zijn gelet op het vorenstaande, de overeenkomst nagekomen. De raad heeft geen aanleiding hoeventezienom,dewilvandemeerderheidvanderaad,deartikel19lid1vandewroprocedure te starten door een positief ontwerpbesluit ter inzage te leggen. Er bestaat geen grond voor het oordeel dat b&w het besluit op het bezwaar ontoereikend hebben gemotiveerd. De Afdeling verklaart het beroep van b&w gegrond. NOOT De hiervoor opgenomen uitspraak van 16 oktober 2013 en de hierna opgenomen uitspraak van dezelfde datum hebben betrekking op namens b&w gesloten overeenkomsten met ProWinko voor gronden gelegen nabij de aansluiting van de A7 met de Leeghwaterweg. Het gaat om gronden gelegen ter weerszijden van deze weg, min of meer over elkaar. De ene uitspraak heeft betrekking op de weigering van een bouwvergunning voor een hotelaccommodatie met 150 kamers, een restaurant, conferentiezalen en parkeerplaatsen. De andere uitspraak betreft de weigering vrijstelling te verlenen van het bestemmingsplan voor de vestiging van een hotelaccommodatie met 100 kamers, een conferentieruimte, restaurant, café, fietsverhuur en parkeerplaatsen. 59

De uitspraken hebben betrekking op situaties die zich regelmatig ook elders voordoen. Met een ontwikkelaar, die een project wil realiseren dat niet past in het bestemmingsplan, wordt een overeenkomst gesloten waarin b&w aangeven onder welke voorwaarden de gemeente mee wil werkenaanderealiseringvanhetproject.inde door b&w van Wormerland gesloten overeenkomsten was in artikel 1 overeengekomen dat de gemeente de gevraagde planologische zou brengen. Artikel 1 van één van de overeenkomsten bevatte voorts een inspanningsverplichting voor de gemeente om zo spoedig mogelijk tot verlening van de vrijstelling te komen. De artikelen 2 van beide overeenkomsten bepaalden daarnaast dat de overeenkomst de uitoefening van alle publiekrechtelijke bevoegdheden door de gemeente volledig onverlet laat en dat de gemeente haar bevoegdheid behoudt om bij nadere overweging, onder meer als gevolg van indiening van schriftelijke zienswijzen, wijzigingen aan te brengen in de gevraagde planologische maatregel of alsnog te weigeren deze maatregel te treffen. De Afdeling komt tot de conclusie dat er geen sprake is van gerechtvaardigd vertrouwen dat de uniforme openbare voorbereidingsprocedure als bedoeld in afdeling 3.4 van de Awb zou worden opgestart. Reden voor deze conclusie is allereerst, aldus de uitspraken, dat dit niet met zoveel woorden in de overeenkomst is bepaald. Voorts merkt de Afdeling op dat de in artikel 2 opgenomen voorbehouden hieraan in de weg staan. Persoonlijk vind ik de uitleg die de Afdeling aan de zinsnede De gemeente zal de planologische brengen geeft wel erg strikt. Bij de uitleg van de rechten en plichten op grond van een overeenkomst is immers van groot belang hetgeen partijen hebben beoogd overeen te komen. Het lijkt mij niet onwaarschijnlijk dat zowel b&w als ProWinko de uniforme openbare voorbereidingsprocedure voor ogen hadden bij het sluiten van de overeenkomst. Dat neemt niet weg dat de gemeente in de artikelen 2 van beide overeenkomsten duidelijk tot uitdrukking heeft gebracht dat alsnog het treffen van de gevraagde planologische maatregelen geweigerd kon worden. Die bepaling komt er op neer dat als b&w wel een gerechtvaardigd vertrouwen zouden hebben gewekt de openbare voorbereidingsprocedure te volgen, ProWinko er nog steeds niet zonder meer van uit had kunnen gaan dat vrijstelling en bouwvergunning verleend zouden worden. ProWinko moest er immers nog steeds op bedacht zijn dat zienswijzen dan wel een ander oordeel van de gemeenteraad wat betreft de planologische aanvaardbaarheid van de hotels een kink in de kabel konden brengen. Alhoewel de gemeente Wormerland het recht aan haar zijde krijgt, wordt met de uitspraken van de rechtbank en de Afdeling wel duidelijk dat het aanbeveling verdient bij de totstandkoming van overeenkomsten reeds duidelijk te maken dat een overeenkomst niet automatisch betekent dat de planologische procedure ook zal worden opgestart. Gemeenten doen er goed aan bij de totstandkoming van overeenkomsten duidelijk te maken dat bijvoorbeeld vooraf nog advies wordt gevraagd aan de raad en dat bij een negatief advies van de raad de planologische procedure niet zal worden opgestart. J.J. Thoonen 16 oktober 2013, nr. 201300380/1/A1, ECLI:NL:RVS:2013:1541 (mr. Hagen, mr. Steendijk, mr. Uylenburg) Noot J.J. Thoonen Weigering vrijstelling ex artikel 19 van de Wet op de Ruimtelijke ordening (oud)(wro). Gerechtvaardigd vertrouwen. [WRO art. 19] Met de planschadeovereenkomst is door b&w van de gemeente Wormerland niet het gerechtvaardigd vertrouwen gewekt dat de uniforme openbare voorbereidingsprocedure als bedoeld in Afdeling 3.4vandeAwbzouwordenopgestartvoordedoor ProWinko B.V. en Plavor I B.V. (hierna: ProWinko) gewenste hotelaccommodatie. De raad van de gemeente hoefde niet, de wil van de meerderheid van de raad, de artikel 19 lid 1 van de WRO-procedure te starten door een positief ontwerpbesluit ter inzage te leggen. 60

Uitspraak op de beroepen van: de raad van de gemeente Wormerland en ProWinko de uitspraak van de rechtbank Haarlem tot vernietigingvanhetbesluitophetbezwaarhetbesluit tot weigering een vrijstelling ex artikel 19 van dewroteverlenenvoordevestigingvaneenhotelaccommodatie. De raad heeft geweigerd aan ProWinko een vrijstellingexartikel19vandewroteverlenenvoor de vestiging van een hotelaccommodatie. Het door ProWinko hier ingestelde bezwaar heeft de raad ongegrond verklaard. De rechtbank Haarlem heeft in de uitspraak van 3 december 2012 het beroep naar aanleiding van het besluit tot ongegrondverklaring van bezwaar gegrond verklaard. Volgens de rechtbank is het vertrouwen gewekt dat de vrijstelling zou worden verleend en heeft de gemeenteraad niet deugdelijk gemotiveerd waarom, in stelling tot het gewekte vertrouwen, de uniforme voorbereidingsprocedure niet gestart is. Zowel de gemeenteraad als ProWinko hebben beroep ingesteld de uitspraak van de rechtbank. De overwegingen van de Afdeling ten aanzien van het beroep komen grotendeels overeen met de overwegingen in de hiervoor opgenomen uitspraak inzake de gemeente Wormerland. Ik verwijs hier kortheidshalve na. DeAfdelingoverweegtvoortsdatb&waandein de overeenkomst neergelegde inspanningsverplichtinghebbenvoldaandoorderaadvoortestellen de artikel 19 lid 1 van de WRO-procedure te starten. Hierbij neemt de Afdeling mede in aanmerking dat de bereidheid van b&w om medewerkingteverlenenaanhetverzoekopdatmoment enkel hieruit kon bestaan, aangezien de bevoegdheidomdieproceduretestartenenophetverzoek om vrijstelling te beslissen door de raad was teruggenomen. DeAfdelingverklaarthetberoepvanderaadgegrond. ProWinkel is van mening dat de rechtbank ten onrechte heeft overwogen dat de raad noch b&w het gerechtvaardigd vertrouwen hebben gewekt dat de gevraagd vrijstelling zonder meer zal worden verleend. De Afdeling overweegt dat, nog daargelaten dat de overeenkomst gelet op de bewoordingen daarvantenaanzienvanhetverlenenvandeverzochte vrijstelling slechts een inspanningsverplichting inhoudt en de uitoefening van alle publiekrechtelijke bevoegdheden door de gemeente volledig onverlet laat, een overeenkomst als de onderhavige niet kan leiden tot een verplichting van de raad om planologische medewerking te verlenen aaneenprojectdatderaadnietinovereenstemming met een goede ruimtelijke ordening zou achten. De rechtbank heeft terecht overwogen dat een positieve houding over het voorgenomen project daartoe onvoldoende is en terecht in aanmerking genomen dat de definitieve beslissing over het verlenen van vrijstelling mede afhankelijk isvanalleindeloopvandeprocedurenaarvoren gekomen feiten en belangen en anders kan uitvallendanbijhetsluitenvandeovereenkomstisingeschat. Dat tussen ProWinko en de gemeente een overeenkomst is gesloten, is wel een omstandigheid die de raad bij zijn besluitvorming moet betrekken. Naar het oordeel van de Afdeling heeft de raad dat gedaan en is voldoende gemotiveerd waarom de raad desalniettemin van het verlenen van planologische medewerking heeft afgezien. De door ProWinko aangehaalde ambtelijke correspondentie en memo's bieden geen grond voor een ander oordeel. Voor zover deze al moeten worden geacht concrete, ondubbelzinnige toezeggingen in te houden, kunnen die toezeggingen immers niet aan de raad worden toegerekend. Het betoog van ProWinko faalt. De Afdeling verklaart het hoger beroep van ProWinko ongegrond. NOOT Deze uitspraak komt deels overeen met de hiervoor opgenomen uitspraak van 16 oktober 2013, eveneens inzake de gemeente Wormerland. In de noot bij de hiervoor opgenomen uitspraak van 16 oktober 2013 merkte ik op dat als b&w wel een gerechtvaardigd vertrouwen zouden hebben gewekt de openbare voorbereidingsprocedure te volgen, ProWinko er nog steeds niet zonder meer van uit had kunnen gaan dat vrijstelling en bouwvergunning verleend zouden worden. ProWinko moest er immers nog steeds opbedachtzijndatzienswijzendanweleenan- 61

71 der oordeel van de gemeenteraad wat betreft de planologische aanvaardbaarheid van de hotels een kink in de kabel konden brengen. ProWinko heeft dat risico ook gezien. ProWinko stelde namelijk in beroep dat het gerechtvaardigde vertrouwen van b&w verder ging dan door de rechtbank aangegeven. ProWinkel meende dat de rechtbank ten onrechte heeft overwogen dat de raad noch b&w het gerechtvaardigd vertrouwen hebben gewekt dat de gevraagde vrijstelling zonder meer zal worden verleend. De Afdeling oordeelt naar aanleiding van de beroepsgrond van ProWinko dat een overeenkomst als de onderhavige niet kan leiden tot een verplichting van de raad om planologische medewerkingteverlenenaaneenprojectdatderaad niet in overeenstemming met een goede ruimtelijke ordening zou achten. In JG13.0001 is de uitspraak van de Afdeling van 14 november 2012 inzake gemeente Zaanstad opgenomen. In die uitspraak oordeelde de Afdeling ook dat de overeenkomst wel een omstandigheid is die bij de vaststelling van een bestemmingsplan in de overwegingen moet worden betrokken, maar dat die overeenkomst niet leidend is. Een overeenkomst kan, aldus de Afdeling, niet leiden tot een verplichting een planregel in een bestemmingsplan vast te stellen die de gemeenteraad niet in overeenstemming met een goede ruimtelijke ordening zou achten. J.J. Thoonen 71 18 september 2013, nr. 201211480/1/A2, ECLI:NL:RVS:2013:1159 (mr. Loeb, mr. Scholten-Hinloopen, mr. Kranenburg) Noot mr. F.A. Mulder en mr. J. van den Burg Ruimtelijk bestuursrecht. Planschade. Voorzienbaarheid. Anderszins verzekerd zijn. [Wro art. 6.1, 6.2, 6.3] Planschade ex artikel 6.1 e.v. van de Wet ruimtelijke ordening(wro) komt niet voor vergoeding in aanmerking wanneer koper, ook al bestonden er nog geen concrete openbaar gemaakte beleidsvoornemens ten tijde van het sluiten van de koopovereenkomst,opdehoogteisvandeplannenombebouwingtenbehoevevaneenwoonwijkinhetplangebied te realiseren en hij de consequenties daarvan in de koopovereenkomst heeft aanvaard. Koper heeft zodoende bij de aankoop van de woning rekening kunnen houden met woningbouw in de directe nabijheid van de woning en wordt geacht eventuele gevolgen daarvan voor de waarde van de te kopen woning bij zijn besluit tot aankoop te hebben betrokken en de vermeende schade daarmee voor zijn rekening te hebben genomen. Appellanten, wonend te Westervoort Burgemeester en Wethouders van Westervoort Op 15 februari 2010 hebben appellanten(hierna: verzoekers) verzocht om tegemoetkoming in planschade als gevolg van het op 22 mei 2008 in werking getreden bestemmingsplan Beekenoord. Vast staat dat verzoekers door dit bestemmingsplan in een planologisch nadeliger positie zijn komen te verkeren. Het bestemmingsplan maakt woningbouw mogelijk in een dicht bij de woning van verzoekers gelegen gebied. Conform het advies van het Kenniscentrum voor Overheid en Bestuur heeft het college besloten dat de schade voor rekening van verzoekers dient teblijven.inhetadviesisondermeervermeld: Door de adviseur is verder vastgesteld dat in de tussen aanvragers en derden belanghebbenden gesloten koopovereenkomst met betrekking tot [perceel](door aanvragers geparafeerd en ondertekend op 18 januari 1999) in artikel 19 het volgendeisopgenomen:hetiskoperbekenddathet gebied gelegen in de directe nabijheid van het verkochte bestemd is om in de nabije toekomst bebouwing ten behoeve van een woonwijk te realiseren. Koper aanvaardt hierbij alle consequenties welke de realisatie van voornoemde bouwplannen met zich meebrengen. Uit het voorgaande kan worden geconcludeerd dat de ten tijde van aankoop van de woning [perceel] door aanvrager voorziene ontwikkeling van een nieuw woongebied Beekenoord onderwerp is geweest van de onderhandeling tussen aanvragers en derde belanghebbende. De adviseur acht hiermee ook voldoende aangetoond dat aanvrager bij de bepaling van hun koopprijsbieding rekening hebben gehouden, dan wel hebben kunnen houden met de waarschijnlijkheid dathetgebiedtenzuidenvandewoningbinnen 62