Hooglerarenbeleid 2019

Vergelijkbare documenten
De BAC wint 3 adviezen in van externe hoogleraren met een hoge internationale reputatie.

besluit voor de procedure voor de instelling van leerstoelen en de benoeming van gewoon en bijzonder hoogleraren de volgende regeling vast te stellen:

Hoogleraar. Doel. College van van Bestuur. Decaan. Voorzitter Capaciteitsgroep. Dir. Dir. Onderzoeksinstituut. Hoogleraar UHD UD UD.

Checklists voor openstellen van een leerstoel, (her)benoemingsvoorstellen hoogleraren en wijziging benoeming hoogleraar

Werving en selectieprocedure en benoemingsvereisten Raad van Bestuur

Procedureoverzicht Promotietraject Faculteit der Geesteswetenschappen (Promotiereglement 2015)

REGLEMENT RAAD VAN TOEZICHT FULDAUERSTICHTING

Faculteit der Natuurwetenschappen, Wiskunde en Informatica

Directeur onderzoeksinstituut

Commissiereglement NBA

OVEREENKOMST VAN OPDRACHT

Procedureoverzicht Promotietraject (Promotiereglement 2015)

Artikel 4 1. Het proefschrift kan door één persoon dan wel door twee personen tezamen worden geschreven.

Reglement Raad van Bestuur

GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING ONDERZOEKSCHOOL Huizinga Instituut

Opleidingsreglement van de PhD-opleiding Graduate School of Natural Sciences Faculteit Bètawetenschappen, Universiteit Utrecht

STAPPENPLAN PROMOTIE

Regeling nevenwerkzaamheden Tilburg University

REGLEMENT BESTUUR LOKAAL FONDS HENGELO

Reglement Dienstraden

Beleid werving en selectie Van Lanschot Groep (RvC, RvB Van Lanschot en Directie Kempen & Co)

Stichting Openbaar Voortgezet Onderwijs Hoeksche Waard. Benoemingsbeleid. Onderwijzend personeel en directie. Geschreven door: L.J..

Stichting Pensioenfonds Sligro Food Group. Reglement Verantwoordingsorgaan

Bevoegdheden en verantwoordelijkheden Raad van Toezicht.

Aantal pagina s (inclusief deze): 7

Ius promovendi UHD. Universiteit Twente-HR In opdracht van het College van Promoties 6 december 2017 Versie 5 CvP 2017/1098

Reglement Bestuur. ten aanzien van. Stichting Plastic Soup Foundation

Reglement Raad van Toezicht. Stichting Hogeschool Leiden CONCEPT ALGEMEEN

Directeur onderwijsinstituut

Reglement Raad van Toezicht. Diabetes Fonds

Stichting Pensioenfonds Avery Dennison. Reglement Verantwoordingsorgaan

Reglement van het Verantwoordingsorgaan

Faculteitsreglement. van de. Faculteit Construerende Technische Wetenschappen Faculty of Engineering Technology

BESTUURSREGLEMENT STICHTING SWV Artikel 2: Werving en selectie leden algemeen bestuur

Regeling Bescherming Wetenschappelijke Integriteit Rijksuniversiteit Groningen

Regeling Bescherming Wetenschappelijke Integriteit VU en VUmc

4. Bij voorkeur zal de raad van toezicht van Stichting P60 bij de werving van nieuwe toezichthouders buiten het eigen netwerk zoeken.

REGLEMENT RAAD VAN TOEZICHT HOGESCHOOL LEIDEN

Leerarbeidsovereenkomst voor tweedegraads duale studenten van jaar 1 t/m 4 met een aanstelling als onderwijsassistent

Generale regeling voor de opleiding en vorming van predikanten

REGELING MELDEN VERMOEDEN MISSTAND

Aanstellingsbeleid Onderwijsgevenden Staf

REGLEMENT GEZAMENLIJKE VERGADERING VAN DE ONDERNEMINGSRAAD EN DE STUDENTENRAAD VAN DE TECHNISCHE UNIVERSITEIT DELFT

Reglement Werving- en Selectiecommissie De Woningstichting. gevestigd te Wageningen

Hoofdstuk 1. Algemeen

Reglement Raad van toezicht

Regeling melden vermoeden misstand Werk en Inkomen Lekstroom

verzoekt, conform het gestelde in artikel 5 van het promotiereglement, om aanwijzing als promotor(en):

95e Wijziging in de gemeentelijke Rechtspositieregeling

Docent. Doel. College van van Bestuur. Decaan. Voorzitter Capaciteitsgroep. Dir. Dir. Onderzoeksinstituut. Hoogleraar UHD UD UD. Onderzoeker.

Stichting VHAN. Reglement Wetenschapscommissie

Gebruik kenmerknummer beoordeling Deze beoordeling is bij de Belastingdienst op geregistreerd onder nummer

Artikel 9.34 Wet op het Hoger Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek

gaan een overeenkomst aan betrekking hebbende op NAAM, geboren op DATUM, hierna te noemen Gedetacheerde ;

Betreft: voorstel tot benoeming leden van de Raad van Toezicht van de Stichting Openbaar Voortgezet Onderwijs Vlagtwedde

REGLEMENT VERANTWOORDINGSORGAAN

HUISHOUDELIJK REGLEMENT LACROSSE GRONINGEN GLADIATORS

1. Positionering Raad van Toezicht in de stichting

September 2010 REGLEMENT RAAD VAN TOEZICHT UNIVERSITEIT UTRECHT

Klager: Een klant of deelnemer aan het leerwerktraject van de Stichting TVZ

Regeling Universitair Functie ordenen Universiteit Twente 2015

Algemene Voorwaarden werving en selectie

Regeling Vermoeden Misstand Metropoolregio Eindhoven 2016

FACULTEIT DER FILOSOFIE - RADBOUD UNIVERSITEIT NIJMEGEN

Federatie NVVS FOSS SH-Jong, Huishoudelijk reglement (definitief) d.d

Mandaatregeling aan faculteitsbesturen, het ASCL, de Honours Academy, het ICLON en het IIAS

Model plaatsingsprocedure EUR. 1. Inleiding

Huishoudelijk reglement

Het ontslagrecht per 1 juli 2015

Reglement Verantwoordingsorgaan Stichting Pensioenfonds F. van Lanschot

MUO-HRM Versie 23 juni 2017 CvB

Hooglerarenbeleid KNAW

Reglement geschillenadviescommissie

gelezen het voorstel van het algemeen bestuur van de gemeenschappelijke regeling Wedeka bedrijven van 5 november 2015;

Reglement Jaargesprekken en Beoordeling Universiteit Maastricht 2008

- [ ] of (bijvoorbeeld) [naam gemeente/organisatie] = door gemeente in te vullen, zie bijvoorbeeld artikel 1.

Reglement van orde van de Instituutsraad van het instituut Beleid & management Gezondheidszorg (BMG-raad)

De Universitair Hoofddocent (UHD) 5. De Universitair Hoofddocent (UHD). 1 (Associate professor) 1. Algemeen:

Definitieve versie 6 maart 2017 REGLEMENT RAAD VAN TOEZICHT UNIVERSITEIT UTRECHT

KLACHTREGELING WETENSCHAPPELIJKE INTEGRITEIT UNIVERSITEIT LEIDEN LEIDS UNIVERSITAIR MEDISCH CENTRUM

Ter wille van de duidelijkheid worden enkele in de Statuten opgenomen bepalingen geheel of gedeeltelijk herhaald.

Inleiding. Kijk ook in onze kennisbank arbeid voor meer informatie over het werken met een BBL er. Arbeidsovereenkomst BBL 1

DIERENOPVANGCENTRUM AMSTERDAM. Reglement. Raad van Toezicht. november 2018

GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING ONDERZOEKSCHOOL OIKOS

Regeling Generatiepact Noord-Hollands Archief

Beoogd effect en/of resultaat Bundeling en stroomlijning van de processen op het terrein van de behandeling van bezwaarschriften.

partijen zijn op de hoogte van de Richtlijn/Adviesregeling Arbeidsvoorwaarden Bestuurder kinderopvang van de NVTK (hierna: de Richtlijn).

Bijlage 1: Klachtenregeling externe klachtencommissie

15 maart /02/19 22/02/19 15/03/19

Reglement van Orde. College van Beroep voor de examens. ex Artikel 7.62 van de WHW. College van Beroep voor de examens - Reglement van Orde

Bijlage 1. Modelregeling Melden vermoeden van een misstand

Call for proposals. Westerdijk Talentimpuls. Den Haag, maart 2017 Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek

De Hoogleraar (HGL) De Hoogleraar (HGL)

Reglement voor de Raad van Bestuur Stichting RIBW Groep Overijssel

VERORDENING COMMISSIE REGIONAAL OVERLEG LUCHTHAVEN HOOGEVEEN

OVEREENKOMST VILANS KICK-PROTOCOLLEN

Verkiezingsreglement Vertegenwoordiger pensioengerechtigden in algemeen bestuur PME

ALGEMENE VOORWAARDEN TRAININGEN

Transcriptie:

Hooglerarenbeleid 2019

Onze hoogleraren geven richting aan de inhoud van het onderwijs, onderzoek en de bijbehorende maatschappelijke impact. Zij laten zich leiden door wetenschappelijke vragen én maatschappelijke uitdagingen en hebben oog voor ethische vragen. Zij maken deel uit van een hechte academische gemeenschap en stimuleren een open intellectueel klimaat waarin medewerkers en studenten elkaar inspireren en elkaar uitdagen van perspectief te veranderen, grenzen te verleggen en verantwoordelijkheid te nemen. Dit boekje biedt een overzicht van het hooglerarenbeleid van onze universiteit voor iedereen die daar belangstelling voor heeft. Het biedt antwoord op vragen als: hoe worden hoog leraren benoemd, welke varianten zijn er, en hoe ziet het hoog lerarenplan van een faculteit eruit? college van bestuur Han van Krieken - rector magnificus Wilma de Koning - vicevoorzitter Daniël Wigboldus - voorzitter 2

2 Benoemingsvarianten Op de Radboud Universiteit wordt een persoon benoemd tot a) gewoon of b) bijzonder hoogleraar, met als toevoeging de titel van de leeropdracht en het betreffende wetenschapsgebied. Gewoon hoogleraar Het benoemen van een gewoon hoogleraar gaat op voordracht van de decaan, het college van bestuur verleent de sopdracht. Elke gewoon hoogleraar heeft een leeropdracht, in beginsel met een minimale omvang van 0,6 fte 1. De is voor bepaalde of onbepaalde tijd. Bij bepaalde tijd is er de mogelijkheid tot verlenging. Voor gewone leeropdrachten vindt in principe open werving (intern en extern uitzetten van de vacature) plaats tenzij het college van bestuur anders besluit. Bijvoorbeeld wanneer er sprake is van een career of tenure track. Bijzonder hoogleraar Het benoemen van een bijzonder hoogleraar gaat op voordracht van de decaan, het college van bestuur verleent de sopdracht. Elke bijzonder hoogleraar heeft een leeropdracht voor bepaalde tijd. Bij een bijzondere leeropdracht wordt een relatie aangegaan met een externe instantie. De bijzonder hoogleraar is in principe niet aangesteld binnen de Radboud Universiteit of Radboudumc, maar werkt via een Overeenkomst van Opdracht. 1 De stermijn en de termijn van verlenging dient bij het instellen van de leeropdracht te worden vastgesteld. 3

De omvang van de afspraken met een bijzonder hoogleraar is vastgesteld op basis van een tijdsinspanning van 0,2 fte, waarbij gemotiveerde uitzonderingen mogelijk zijn. De eerste termijn van een bijzonder hoogleraar is vastgesteld op drie jaar en kan daarna verlengd worden met maximaal vijf jaar. Via het model van de bijzondere leeropdracht komt de betrokkenheid van de universiteit met externe organisaties (fondsen, maatschappelijke organisaties en bedrijven) tot uitdrukking en worden kennisspecifieke banden versterkt. In die zin kent de bijzondere leeropdracht twee aspecten: enerzijds de binding van de faculteit met externe relaties, anderzijds het door de universiteit geambieerde onderwijs en onderzoek. Juist vanwege deze banden (financieel of anderszins) met externe organisaties is aandacht nodig voor mogelijke belangenverstrengeling. Hierover moeten met de bijzonder hoogleraar duidelijke afspraken worden gemaakt. Afspraken hieromtrent worden vastgelegd in een Overeenkomst van Opdracht (een voorbeeld daarvan is te vinden in de bijlage). De procedure voor het verlenen van een bijzondere leeropdracht kent twee stappen: de voorbereiding van de leeropdracht als zodanig (het aangaan van een relatie met een externe instantie) en de feitelijke verlening van de leeropdracht aan een persoon. Voor een bijzonder hoogleraar geldt een open wervings principe. Op basis van een beargumenteerd voorstel van de faculteit kan het college van bestuur besluiten tot gesloten werving. Benoeming universitair hoofddocent tot bijzonder hoogleraar Ook interne universitair hoofddocenten (UHD s) kunnen benoemd worden tot bijzonder hoogleraar. In dit geval worden de salarismeerkosten gedragen door de externe instantie. De betrokkene heeft een terugkeergarantie als universitair hoofddocent na afloop van de termijn als bijzonder hoogleraar. Onbezoldigde Een andere vorm van is een onbezoldigde. De gewoon hoogleraar ontvangt dan geen salaris of vergoeding; er komt dus op geen enkele wijze een arbeidsrechtelijke relatie tot stand. Wel komt er een (algemene) overeenkomst tot stand tussen de Radboud Universiteit en betrokkene, waarin wederzijdse afspraken worden vastgelegd. Voor de onbezoldigde kunnen dezelfde modellen worden gebruikt als die voor bezoldigde leeropdrachten, met dien verstande dat geen salaris of honorarium wordt toegekend. Benoeming decaan of lid college van bestuur Bij een nieuwe interne of externe van een decaan of lid van het college van bestuur met hoogleraarstitel, worden tijdig afspraken gemaakt over de leeropdracht. Deze afspraken omvatten tenminste: de wijze waarop de vrijkomende leeropdracht al dan niet wordt ingevuld, de titel van de leeropdracht die de betreffende (vice-)decaan of lid van college van bestuur al dan niet behoudt, en de mogelijke terugkeergarantie binnen de faculteit. Het college van bestuur en het faculteits bestuur zetten hierover de afspraken op papier. 4

3 Benoemingsprocedure Werving Omdat de Radboud Universiteit hoge eisen stelt aan kwaliteit op het gebied van onderwijs en onderzoek vraagt dat om een open en brede blik, zowel nationaal als internationaal. Om die reden wordt er zoveel als mogelijk gekozen voor een open wervingsprocedure bij zowel gewoon als bijzonder hoogleraren. Wanneer dit niet mogelijk is, bijvoorbeeld in het kader van een career of tenure track, kan een onderbouwd verzoek voor een gesloten werving worden ingediend bij het college van bestuur. Benoemingsprocedure Het college van bestuur besluit over de tot hoogleraar, zowel voor gewoon als bijzonder hoogleraren 2. De sadviescommissie is verantwoordelijk voor de werving en selectie van kandidaten en het bepalen van de professorabiliteit van een kandidaat. 2 Voor de Medische Faculteit geldt dat het college van bestuur de hoogleraar benoemt, maar dat de arbeidsovereenkomst wordt gesloten met en alle andere besluiten met betrekking tot rechtspositie en arbeidsvoorwaarden van hoogleraren worden genomen door de Raad van Bestuur van het Radboudumc. 5

Werkwijze De decaan verzoekt het college van bestuur tot het instellen van een leeropdracht. Hierbij geeft de decaan een profielschets van de leeropdracht, beschrijft de belangrijkste elementen van werving en selectie en doet een voorstel voor de samenstelling van de sadviescommissie (BAC). De sadviescommissie bestaat in ieder geval uit: een hoogleraar van een andere faculteit, zo mogelijk van een andere universiteit; een studentvertegenwoordiger; twee wetenschappelijk medewerkers, van wie minimaal één hoogleraar is en één beschikt over voldoende inhoudelijke expertise op het terrein van de vacature; minimaal twee van de leden van de sadviescommissie zijn vrouw en minimaal twee van de leden zijn man, van wie bij zowel de vrouwen als mannen één op het niveau van de functie; één adviseur ziet toe op de procedure en voortgang. Dit kan bijvoorbeeld zijn: de decaan of hoofd P&O. Na goedkeuring van het college van bestuur wordt de sadviescommissie door de decaan ingesteld. Op basis van het rapport en advies van de sadviescommissie doet de decaan een voordracht aan het college van bestuur. Na deze voordracht vindt er een gesprek plaats tussen de kandidaathoogleraar en het college van bestuur. Na dit gesprek kan de decaan, met het akkoord van het college van bestuur, de voordracht voorleggen aan de facultaire gezamenlijke vergadering (FGV). Tegelijkertijd worden de zusterfaculteiten geraadpleegd. Na het raadplegen van deze gremia kan overgegaan worden tot definitieve voordracht van de kandidaat aan het college van bestuur. De gedetailleerde procedure voor het benoemen tot hoogleraar en het verlengen van een staat beschreven in bijlage 3. Verlenging Bij een verlenging van een voor bepaalde tijd (voor zowel gewoon als bijzonder hoogleraren) dienen de werkzaamheden van de betreffende hoogleraar te worden geëvalueerd. Van deze evaluatie maakt ten minste uit: een zelfevaluatie van de betrokken hoogleraar en een evaluatie van de decaan waarin wordt ingegaan op de behaalde doelstellingen. De decaan zorgt dat deze evaluatie ruim voor het verstrijken van de termijn van de wordt uitgevoerd. Overige wijzigingen Over een substantiële wijziging in de arbeidsduur (> 0,2 fte) besluit de decaan in schriftelijke overeenstemming met het college van bestuur. Wijzigingen in de naamgeving van de leeropdracht dienen ter informatie te worden medegedeeld aan het college van bestuur. Hoogleraar 2 en 1 Bij bepaalt het college van bestuur welk niveau van het functieprofiel van toepassing is (hoogleraar 1 of 2). Bevordering van hoogleraar 2 naar 1 is voorbehouden aan het college van bestuur. In het universitair functie-ordeningsysteem (UFO, zoals vastgesteld door de VSNU) zijn indelingscriteria geformuleerd voor de functies hoogleraar 1 en 2; faculteiten kunnen deze criteria verder aanscherpen. Of een hoogleraar 2 bevorderd kan worden naar hoogleraar 1 wordt besloten door het college van bestuur, 6

op voordracht van de decaan. In het kader van zorgvuldigheid, laat de decaan zich in dit proces adviseren door een facultaire adviescommissie met daarin de facultaire P&O-adviseur en ten minste twee personen die zelf een hoogleraar-1-positie bekleden. Het verdient de voorkeur ook een onderwijs- of onderzoeksdirecteur in de commissie te betrekken. Ook deze commissie kent een passende man-vrouwverhouding. Man-vrouwverhouding Om redenen van genderdiversiteit en een mogelijke impliciete bias, is er tijdens de wervings- en sprocedure extra aandacht voor onder andere: het onder de aandacht brengen van de vacature onder potentiële vrouwelijke kandidaten de samenstelling van de sadviescommissie en een gelijkwaardige man-vrouwverhouding van de opgeroepen kandidaten versus de man-vrouwverhouding bij de reflectanten. Uitgebreidere informatie staat beschreven op RadboudNet. Ius promovendi Een hoogleraar (zowel gewoon als bijzonder) komt automatisch het ius promovendi toe, oftewel het promotierecht. Sinds 2017 kunnen tevens universitair hoofddocenten het ius promovendi verkrijgen; hiervoor geldt een aparte procedure, deze is terug te vinden op RadboudNet. De hoogleraar behoudt het ius promovendi tot vijf jaar nadat de hoogleraar met emeritaat is gegaan of bij eervol ontslag. Ook bijzonder hoogleraren behouden het ius promovendi tot vijf jaar na het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd. 7

Tenure en career track en gesloten werving Faculteiten kunnen tracks afsluiten met talentvolle interne of externe UHD s als traject richting het hoogleraarschap. Het betreft een traject waarin een medewerker zich kwalificeert voor het hoogleraarschap volgens de facultaire hoogleraarscriteria. Het benoemen tot hoogleraar is de verantwoordelijkheid van het college van bestuur en daarbij gelden de vaste sprocedures, zoals beschreven in bijlage 3. Een tenure of career track naar het hoogleraarschap kan van start gaan zodra het college van bestuur hiervan op de hoogte is gebracht en toestemming heeft verleend. Bij de melding aan het college van bestuur geeft de faculteit aan hoe zij het proces rondom de hooglerarentrack inricht. Daarbij maakt de faculteit gebruik van het kader tenure en career tracks Radboud Universiteit en besteedt ze minimaal aandacht aan: beoordeling van geschiktheid voor instroom (en vaststelling van de te behalen resultaatafspraken), uitvoering en ondersteuning van de hooglerarentrack en de beoordeling van de te behalen resultaten in de hooglerarentrack. Na de melding geeft het college van bestuur toestemming voor gesloten werving en kan de hoog lerarentrack met de kandidaat worden gestart. Na een succesvolle afronding van de track start de reguliere procedure tot de van de hoogleraar. 8

Ontslag op eigen verzoek Een hoogleraar kan een ontslag op eigen verzoek indienen bij het college van bestuur. Eervol ontslagen hoogleraren behouden nog gedurende vijf jaar na hun ontslag het ius promovendi, oftewel het recht als promotor op te treden. Emeriti De emeritus-hoogleraar behoudt op grond van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW) gedurende vijf jaar het ius promovendi. Dat is een belangrijke reden dat veel emeriti-hoogleraren ook na het bereiken van de aow-gerechtigde leeftijd werkzaamheden voor de universiteit verrichten. Deze hebben met name betrekking op begeleiding van promovendi, maar het kan ook gaan om advisering of coaching. Over het eventuele gebruik van faciliteiten en voorzieningen worden afspraken gemaakt met de decaan. Wanneer het ius promovendi langer dan vijf jaar na emeritaat behouden dient te worden, moet de decaan hiervoor een verzoek indienen bij het college van bestuur. In bepaalde gevallen zal de emeritus-hoogleraar werkzaamheden verrichten die verder gaan dan genoemde begeleiding, advisering of coaching. Het kan bijvoorbeeld gaan om het verzorgen van colleges of werkgroepen die voor het curriculum van de betreffende opleiding van belang zijn en waarin op dat moment (nog) niet op een andere manier kan worden voorzien. In het geval er opnieuw een overeenkomst wordt aangegaan, legt de decaan een met redenen omkleed verzoek voor aan het 9

college van bestuur. Het college van bestuur beslist over het al dan niet aangaan van de overeenkomst en hanteert daarbij het organisatiebelang als criterium. Voeren van titel professor De hoogleraren zijn gerechtigd de titel professor te voeren. Oud-hoogleraren aan wie om gezondheidsredenen, wegens vrijwillig vervroegd uittreden dan wel bij of na het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd eervol ontslag als hoogleraar is verleend, zijn eveneens gerechtigd deze titel te voeren. Voor bijzonder hoogleraren geldt dat als zij in functie blijven tot de pensioengerechtigde leeftijd, zij tevens de titel professor na de pensioengerechtigde leeftijd mogen blijven voeren. Bijzonder hoogleraren wier leeropdracht voor deze leeftijd stopt, mogen zich geen professor meer noemen. 10

In hun hooglerarenplannen geven faculteiten aan welke richting zij op willen met hun onderwijs en onderzoek. Hierin wordt de verbinding gelegd tussen enerzijds gemaakte en nog te maken keuzes ten aanzien van het onderwijs (het samenstel aan bachelor- en masteropleidingen) en onderzoek (de profilering) en anderzijds de benodigde of gewenste leeropdrachten. Het hooglerarenplan vormt het kader voor de voordrachten en en van hoogleraren. Het facultair hooglerarenplan is op zichzelf gesplan, maar sluit aan op het facultair beleidsplan. Het facultair hooglerarenplan wordt elke vier jaar opgesteld door de decaan. Het college van bestuur keurt het plan goed. Het plan dient als basis voor de door het college van bestuur c.q. de decaan te nemen besluiten over individuele en. Tussentijdse wijzigingen worden jaarlijks meegenomen in de begroting en zijn onderwerp van gesprek in de begrotingsbesprekingen. In het hooglerarenplan wordt tenminste opgenomen: Een overzicht van de opleidingen en het onderzoeksprogramma, en de koppeling met de hoogleraarposities en leeropdrachten. Uitgangspunt hierbij is: hoogleraarposities bedekken het (brede) onderzoeksprogramma of onderzoeksveld en hebben een duidelijke relatie met het onderwijs. Hierbij zijn ook accenten mogelijk: meer gericht op onderzoek, op onderwijs en/of toepassing. 11

De wijze waarop het hooglerarenplan en eventueel het personeelsplan in elkaar passen en elkaar versterken. De wijze waarop de faculteit zich organiseert met of rondom hoogleraarposities. Welk ordenend principe is geldend, voor welke structuur wordt gekozen (afdelingen, secties, roulatie van bestuursfuncties)? De doelstellingen die de faculteit wil behalen in de vier jaar van het plan. Hierbij wordt ingegaan op aspecten zoals man-vrouwverhouding, jong talent en doorstroom, ratio s rondom hoogleraren-uhd-ud formatie, streefcijfers aantal vrouwelijke hoogleraren, ratio student hoogleraarposities en promovendi hoogleraarposities, hoogleraar 2 en 1. Leeropdrachten in aanvulling op het hooglerarenplan De instelling van een leeropdracht is altijd gebonden aan de goedkeuring van het college van bestuur. Als dit niet kan plaatsvinden bij de reguliere behandeling van het facultaire hooglerarenplan, gebeurt dit in het kader van het jaarlijks begrotingsgesprek dan wel op basis van een schriftelijk verzoek van de decaan, waarin een voorstel voor aanpassing van het facultair hooglerarenplan wordt gedaan. In geval van evaluatie of vacant komen van een leeropdracht is een apart besluit van het college van bestuur over continuering van de leeropdracht vereist alvorens tot herbezetting c.q. her kan worden overgegaan. De decaan richt in die gevallen een gemotiveerd verzoek tot het college van bestuur. Daarin is opgenomen: om wat voor type leeropdracht (gewoon of bijzonder) het gaat; de hoeveelheid fte die feitelijk vanuit eerste geldstroommiddelen of anderszins wordt ingezet; de aard van de structurele toelevering aan opleidingen en onderzoeksinstituten; de datum van ingang; of en zo ja, welke evaluatietermijnen en criteria worden gehanteerd tot slot wordt aangegeven wat de gevolgen zijn voor het totale kader: zijn er leeropdrachten die (eventueel op termijn) in verband met deze nieuwe leeropdracht komen te vervallen? Het college van bestuur toetst het voorstel en meldt zijn beslissing schriftelijk aan de decaan. Deze kan vervolgens de sprocedure starten. 12

Inhoud facultair hooglerarenplan Het hooglerarenplan geeft in de eerste plaats antwoord op de vraag welke leeropdracht nodig zijn voor het onderwijs en onderzoek. Het plan bestaat uit de volgende onderdelen: 0 Organisatie Beschrijf hier hoe de faculteit zich organiseert met en rondom hoogleraarposities. Welk ordenend principe is geldend, voor welke structuur wordt gekozen (afdelingen, secties)? Hoe past roulatie van bestuursfuncties, vernieuwing en het bieden van (persoonlijke) kansen of tenure trackposities binnen dat beleid? Beschrijf de wijze waarop het hooglerarenplan en het formatieplan (indien relevant) in elkaar passen en elkaar versterken. 1 Doelstellingen Welke doelstellingen wil de faculteit behalen in de vier jaar van het plan? Ga hierbij in op diversiteit, jong talent en doorstroom, ratio s rondom hoogleraar-uhd-ud-formatie, streefcijfers aantal vrouwelijke hoogleraren, ratio student hoogleraarposities en promovendi hoogleraarposities, HL2-HL1. 13

2 Beschrijving opleidingen In dit overzicht worden per faculteit/onderwijsinstituut de focusgebieden binnen de opleidingen aangegeven, alsmede de leeropdrachten die naar het oordeel van de faculteit voor het onderwijs nodig zijn. Uitgangspunt hierbij is: hoogleraarposities bedekken het (brede) onderzoeksprogramma of onderzoeksveld en hebben een duidelijke relatie met het onderwijs. 3 Totaaloverzicht onderzoeksprogramma s In het hooglerarenplan wordt een indeling opgenomen van leeropdrachten die aan de onderzoeksprogramma s verbonden zijn, beschreven per faculteit/onderzoeksinstituut. Uitgangspunt hierbij is: hoogleraarposities bedekken het (brede) onderzoeksprogramma of onderzoeksveld. In het overzicht wordt opgenomen: een korte inhoudelijke beschrijving van de onderzoeksprogramma s; een schematische indeling van leeropdrachten die aan de onderzoeksprogramma s verbonden zijn (de koppeling); een overzicht van het aantal fte onderzoek per programma en onderverdeling in WP; hoeveel of het percentage WP (inclusief man-vrouwverhouding), HL, UHD, UD, promovendi en docenten, dat hieraan is verbonden. 4 Ontwikkelingen in komende planperiode In deze paragraaf worden de strategische keuzes ten aanzien van onderwijs en onderzoek uit het facultair beleidsplan voor de planperiode (T1 T4) geconcretiseerd in voorgenomsmaatregelen in het hooglerarenplan. De te beschrijven onderdelen zijn: Nieuw in te stellen leeropdrachten, met daarin opgenomen: een korte inhoudelijke motivering voor het instellen van de leeropdracht en inbedding; de feitelijke inzet (in fte) voor de leeropdracht; het planjaar (T1-T4) waarin de faculteit verwacht de leeropdracht in te stellen; de aard van de relatie met de externe instantie (in het geval van een bijzonder hoogleraar). Besluiten met betrekking tot bestaande leeropdrachten. Hier worden de voornemens van de faculteit opgenomen die betrekking hebben op veranderingen inzake bestaande leeropdrachten. Met aanduiding van: de betrokken leeropdracht; de aard van de verandering; een korte motivering voor de verandering; het planjaar (T1-T4) waarin de faculteit verwacht de verandering door te voeren. 14

5 Overzicht leeropdrachten De tabellen in deze paragraaf geven schematisch inzicht in de huidige situatie (T1) en een overzicht van (getalsmatige) veranderingen, voortkomend uit de in paragraaf 4 beschreven voorgenomen wijzigingen. Tabel 1 geeft een volledig bezettingsoverzicht, inclusief de verwachte mutaties in de planperiode, zoals aangegeven in paragraaf 4. Het overzicht wordt gegeven per leeropdracht en organisatie-eenheid. 6 Formatieoverzicht Tabel 2 geeft een overzicht van de getalsmatige ontwikkelingen met betrekking tot alle leeropdrachten per de huidige situatie (T1) en de verwachting ultimo de planperiode (T4). Per gewone en bijzondere leeropdracht wordt aangegeven om hoeveel fte het gaat, het aantal personen en de man-vrouwverhouding. Tabel 1 Bezettingsoverzicht planperiode per faculteit Organisatieeenheid Leeropdracht Type leeropdracht Hoogleraar Van Tot Mutatie Fte Onderwijs instituut Onderzoeks instituut [naam] [naam] gewoon/ [naam] [datum [datum [Voor nemen [feitelijke [naam] [naam] bijzonder begin dienstverband] beoogd einde dienst- zoals aan gegeven in par. 4 en aan duiding omvang] verband] plan jaar (T1, T2, T3, T4)] Tabel 2 Formatieoverzicht in planperiode Gewoon Bijzonder Totaal fte in T1 fte in T4 # in T1 # in T4 m-v in % T1 m-v in %T4 15

Onderstaande indelingscriteria zijn afkomstig van het functie- ordeningsysteem (UFO) zoals gehanteerd door de VSNU. Indelingsregels Hoogleraar Hoogleraar 2 is van toepassing indien tenminste aan alle criteria wordt voldaan zoals omschreven bij Hoogleraar 2. Hoogleraar 1 is van toepassing indien tenminste wordt voldaan aan het criterium Onderzoek of indien tenminste wordt voldaan aan de criteria Onderwijs én Organisatie zoals omschreven bij Hoogleraar 1 Onderwijs Onder zoek Organisatie Hoogleraar 1 Hoogleraar 2 Uitdragen van een duidelijke en aansprekende visie Verantwoordelijk voor de kwaliteit van het onderwijs op onderwijs en onderwijsontwikkeling, gericht op binnen de eigen leeropdracht. vernieuwing van het facultair onderwijsprogramma Doet strategische voorstellen en implementeert en optimalisatie van het onderwijsrendement. facultair onderwijsbeleid binnen de eigen leeropdracht. Vertalen van ontwikkelingen in het onderzoeksgebied Vertalen van ontwikkelingen in het onderzoeksgebied naar internationale onderzoeksprogramma s. naar landelijke onderzoeksprogramma s. (Inter)nationale autoriteit op het eigen onderzoeksgebied Autoriteit op het eigen onderzoeksgebied waarmee waarmee de instelling wordt gepositioneerd, de faculteit wordt gepositioneerd, blijkend uit: blijkend uit: wetenschappelijke publicaties in toonaangevende wetenschappelijke publicaties in toonaangevende wetenschappelijke tijdschriften; wetenschappelijke tijdschriften, die regelmatig geciteerd redactielidmaatschap van wetenschappelijke worden door vooraanstaande wetenschappers; tijdschriften; redactielidmaatschap van een van de tien meest onderzoeksresultaten in vooraanstaande toonaangevende wetenschappelijke tijdschriften; onderzoeksverbanden; baanbrekende onderzoeksresultaten in vooraanstaande optreden als spreker op seminars. onderzoeksverbanden; optreden als key note speaker op seminars waar de state of the art op het onderzoeksgebied wordt vastgesteld. Geven van leiding aan een leeropdracht, capaciteitsgroep, Geven van leiding aan een leeropdracht, capaciteitsgroep, of instituut met >_ 10 fte wetenschappelijk personeel. of instituut met < 10 fte wetenschappelijk personeel. Geven van leiding aan landelijke of internationale Geven van leiding of deelnemen aan commissies of werkgroepen, commissies of werkgroepen, waarmee tevens de instelling gericht op bestuur van de faculteit of instelling. wordt gepositioneerd. 16

Benoemen van een gewoon hoogleraar Stap 1: Verzoek tot instelling en start procedure actor: decaan & college van bestuur (CvB) De decaan meldt het CvB schriftelijk een gewone leeropdracht te willen instellen. De decaan meldt de start van de wervingsprocedure op een zodanig tijdstip dat rekening kan worden gehouden met eventuele aanwijzingen van de rector, respectievelijk het CvB. De decaan beschrijft: het profiel van de leeropdracht Het profiel van de leeropdracht wordt opgesteld vanuit het (eventueel tussentijds) goedgekeurde facultaire hooglerarenplan. In een profielschets wordt de titel van de leeropdracht genoemd, de omvang van de functie en de eisen die aan de kandidaat worden gesteld. de beoogde samenstelling van de sadviescommissie (het secretariaat van de sadviescommissie wordt verzorgd vanuit het faculteitsbureau/de faculteit) Van de sadviescommissie maken in ieder geval deel uit: * een hoogleraar van een andere faculteit, zo mogelijk van een andere universiteit; * een studentvertegenwoordiger; * twee wetenschappelijk medewerkers, van wie minimaal één hoogleraar is en één beschikt over voldoende inhoudelijke expertise op het terrein van de vacature. * Minimaal twee van de leden van de sadviescommissie zijn vrouw en minimaal twee van de leden zijn man, van wie bij zowel de vrouwen als mannen één op het niveau van de functie. * Eén adviseur ziet toe op de procedure en voortgang. Dit kan bijvoorbeeld zijn: de decaan of hoofd P&O. * De sadviescommissie staat onder voorzitterschap van een hoogleraar die goed bekend is met (ontwikkelingen op) het terrein van de vacature maar ook met het oog op een objectieve benadering op voldoende afstand staat. overige elementen van werving en selectie De vacature wordt naar minimaal vijf vrouwelijke hoogleraren in het (gerelateerde) vakgebied verstuurd om de positie bij potentiële vrouwelijke kandidaten extra onder de aandacht te brengen. Na akkoordbevinding bericht het CvB de decaan dat de proce dure kan worden voortgezet. Stap 2: Selectie door sadviescommissie actor: BAC De sadviescommissie (BAC) doet een voordracht aan de decaan via een vertrouwelijke rapportage van de werkzaamheden. De sadviescommissie is gehouden aan de algemene regels voor werving en selectie en regelt passend binnen universitaire en facultaire kaders en richtlijnen een eigen werkwijze. Het rapport van de commissie bevat naast het verslag van bevindingen en de gevolgde procedure een curriculum vitae van de kandidaat en een volledige publicatielijst. De sadviescommissie rapporteert ook over een aantal specifieke vragen: * De samenstelling (m/v) van de sadviescommissie; 17

* Het aantal vrouwelijke reflectanten; * Het aantal vrouwelijke kandidaten dat is uitgenodigd voor een selectiegesprek; * De m/v-verhouding in opgeroepen kandidaten weerspiegelt de m/v-verhouding van de reflectanten. Maar tegelijkertijd heeft de BAC de vrijheid relatief meer of minder vrouwelijke kandidaten op te roepen op basis van de kwaliteit van de kandidaten. Stap 3: Benoemingsvoorstel & arbeidsovereenkomst actor: decaan & facultair P&O De decaan stelt op basis van het rapport van de commissie een svoorstel op. De decaan voert met de kandidaat een gesprek over arbeidsvoorwaarden en faciliteiten en verwerkt de uitkomsten daarvan in het svoorstel. Facultair P&O stemt arbeidsovereenkomst af met Dienst Personeel & Organisatie (DPO) centraal. Stap 4: Voorleggen svoorstel actor: decaan & CvB De decaan legt het svoorstel voor aan het CvB. Benoemingsvoorstel bevat: Een beargumenteerd voorstel tot van een kandidaat, curriculum vitae en publicatielijst van de kandidaat en een beschrijving van de leeropdracht. Het rapport van de sadviescommissie. Een voorstel voor een arbeidsovereenkomst aan te gaan door het college van bestuur met de voorgestelde kandidaat. In dit voorstel wordt in ieder geval opgenomen: * de termijn waarvoor de leeropdracht wordt verleend * de omvang * het salaris * de ingangsdatum Stap 5: Gesprek beoogd kandidaat & college van bestuur actor: CvB Na goedkeuring van het svoorstel nodigt het CvB de door de decaan voorgestelde kandidaat-hoogleraar uit voor een gesprek. In het gesprek wordt onder meer ingegaan op het te ontwikkelen onderwijs en onderzoek, de ontwikkeling van de leeropdracht en het vakgebied. Het CvB informeert de decaan schriftelijk n.a.v. het gesprek over de bevindingen. Stap 6: Raadplegen zusterfaculteiten & FGV actor: decaan Bij positieve reactie van het CvB naar aanleiding van het gesprek met de beoogde kandidaat raadpleegt de decaan zusterfaculteiten en voert in besloten bijeenkomst overleg over de voordracht met de facultaire gezamenlijke vergadering (FGV). Op basis van deze raadpleging stelt de decaan het definitieve svoorstel op. In geval van een negatief deeladvies van zusterfaculteiten of substantiële kanttekening geeft de decaan in het voorstel zijn of haar commentaar. In geval de kandidaat (elders) reeds hoogleraar is, kan de advisering door zusterfaculteiten vervallen. Stap 7: Definitief svoorstel actor: decaan & CvB De decaan legt het svoorstel voor aan het CvB. Het betreft in beginsel een aanvulling op het eerder ingediende svoorstel waarin in ieder geval opgenomen: de uitkomsten van het beraad in de FGV; de adviezen van zusterfaculteiten. 18

Op basis van het definitieve svoorstel beslist het CvB over de en deelt dit besluit met de decaan. Stap 8: Tekenen arbeidsovereenkomst Het CvB stelt de s- of aanstellingsbrief op. De beoogde hoogleraar ondertekent de arbeidsovereenkomst. Stap 9: Communicatie & registratie actor: hoogleraar, DMC, decaan Communicatie: wetenschapsredactie stemt een persbericht af met hoogleraar en/of decaan. Verlenging van gewone leeropdracht Een gewone leeropdracht kan voor onbepaalde of bepaalde tijd verleend worden. De gewone leeropdrachten die voor bepaalde tijd zijn verleend kunnen na een positieve evaluatie verlengd worden voor een vooraf vastgestelde termijn. De signalering van de aflopende leeropdrachten vindt plaats binnen de faculteit. Stap 1: Evaluatie actor: decaan & facultair P&O De facultaire P&O-afdeling signaleert een aflopende leeropdracht en meldt dit bij de decaan. De decaan zorgt dat, ruim voor het verstrijken van de termijn van de leeropdracht, de werkzaamheden van de gewoon hoogleraar in het kader van de gewone leeropdracht worden geëvalueerd. Van deze evaluatie maakt ten minste uit: een zelfevaluatie van de betrokken hoogleraar en een evaluatie van de decaan waarin wordt ingegaan op de behaalde doelstellingen. Stap 2: Voorstel naar CvB actor: decaan & CvB De uitkomst van de evaluatie legt de decaan voor aan het CvB. De decaan maakt het voorstel ook kenbaar aan de persoon in kwestie. Stap 3: Besluit actor: CvB Het CvB neemt op basis van het voorstel van de decaan een besluit en stelt de hoogleraar en de decaan van besluit op de hoogte. 19

Benoemen van een bijzonder hoogleraar Stap 1: Verzoek tot instelling en start procedure actor: decaan & CvB De decaan verzoekt het CvB schriftelijk een bijzondere leeropdracht in te stellen. De decaan meldt de start van de procedure op een zodanig tijdstip dat rekening kan worden gehouden met eventuele aanwijzingen van de rector, respectievelijk het CvB. De decaan beschrijft: Met welke externe organisatie een relatie wordt aangegaan met het oog op verlening van een bijzondere leeropdracht. De titel en omschrijving van de leeropdracht. De plaats van de leeropdracht in het hooglerarenplan; bij welke leeropdracht ondergebracht. De bijdrage aan onderwijs en onderzoek. Eventueel: de naam van de kandidaat die men op het oog heeft. Financiële en andere afspraken die met de externe instantie zijn gemaakt. De beoogde samenstelling van de sadviescommissie (het secretariaat van de sadviescommissie wordt verzorgd vanuit het faculteitsbureau/de faculteit) Van de sadviescommissie maken in ieder geval deel uit: * een hoogleraar van een andere faculteit, zo mogelijk van een andere universiteit; * een studentvertegenwoordiger; * twee wetenschappelijk medewerkers, van wie minimaal één hoogleraar is en één beschikt over voldoende inhoudelijke expertise op het terrein van de vacature. * Minimaal twee van de leden van de sadviescommissie zijn vrouw en minimaal twee van de leden zijn man, van wie bij zowel de vrouwen als mannen één op het niveau van de functie. * Eén adviseur ziet toe op de procedure en voortgang. Dit kan bijvoorbeeld zijn: de decaan of hoofd P&O. De sadviescommissie staat onder voorzitterschap van een hoogleraar die goed bekend is met (ontwikkelingen op) het terrein van de vacature maar ook met het oog op een objectieve benadering op voldoende afstand staat. Het college van bestuur toetst het voorstel. Het betreft een globale toets op de volgende aspecten: wordt informatie verschaft over de bijdrage van deze bijzondere leeropdracht aan onderwijs en onderzoek? de reputatie van de instantie (maatschappelijk en wetenschappelijk onomstreden) en de doelstelling gerelateerd aan wetenschappelijk onderwijs en onderzoek. Na akkoordbevinding bericht het CvB de decaan dat de procedure kan worden voortgezet. Stap 2: Selectie door sadviescommissie actor: BAC De sadviescommissie (BAC) doet een voordracht aan de decaan via een vertrouwelijke rapportage van haar werkzaamheden. De sadviescommissie is gehouden aan de algemene regels voor werving en selectie en regelt passend binnen universitaire en facultaire kaders en richtlijnen haar eigen werkwijze. 20

Het rapport van de commissie bevat naast het verslag van bevindingen en de gevolgde procedure een curriculum vitae van de kandidaat en een volledige publicatielijst. De sadviescommissie rapporteert ook specifiek over een aantal specifieke vragen: De samenstelling (m/v) van de sadviescommissie; Het aantal vrouwelijke reflectanten; Het aantal vrouwelijke kandidaten dat is uitgenodigd voor een selectiegesprek; De m/v-verhouding in opgeroepen kandidaten weerspiegelt de m/v-verhouding van de reflectanten. Maar tegelijkertijd heeft de BAC de vrijheid relatief meer of minder vrouwelijke kandidaten op te roepen op basis van de kwaliteit van de kandidaten. Stap 3: Voorleggen svoorstel actor: decaan & CvB De decaan legt het svoorstel voor aan het CvB. Benoemingsvoorstel bevat: Een beargumenteerd voorstel tot van een kandidaat, curriculum vitae en publicatielijst van de kandidaat en een beschrijving van de leeropdracht. Het rapport van de sadviescommissie. Voorstel voor Overeenkomst van Opdracht. De decaan spreekt met de kandidaat over de inhoud van de bij de bijzondere leeropdracht behorende Overeenkomst van Opdracht. Stap 4: Gesprekken actor: decaan & CvB Na goedkeuring van het svoorstel nodigt het CvB de door de decaan voorgestelde kandidaat-hoogleraar uit voor een gesprek. In het gesprek wordt onder meer ingegaan op het te ontwikkelen onderwijs en onderzoek, de ontwikkeling van de leeropdracht en het vakgebied. Het CvB informeert de decaan over de bevindingen. Stap 5: Zusterfaculteiten & FGV actor: decaan & CvB Bij positieve reactie CvB raadpleegt de decaan zusterfaculteiten en voert in besloten bijeenkomst overleg over de voordracht met de facultaire gezamenlijke vergadering (FGV). Op basis van deze raadpleging stelt de decaan het definitieve svoorstel op. In geval van een negatief deeladvies van zusterfaculteiten of substantiële kanttekening geeft de decaan in het voorstel zijn of haar commentaar. In geval de kandidaat (elders) reeds hoogleraar is kan de advisering door zusterfaculteiten vervallen. Stap 6: Definitief svoorstel actor: decaan & CvB De decaan legt het definitieve svoorstel voor aan het CvB. Het betreft in beginsel een aanvulling op het eerder ingediende svoorstel waarin in ieder geval opgenomen: uitkomsten van het beraad in de FGV; de adviezen van zusterfaculteiten. 21

Stap 7: Verlenen van opdracht actor: CvB Het CvB besluit tot het verlenen van een bijzondere leeropdracht voor een termijn van drie jaar. Daarbij hoort een door beide partijen te ondertekenen Overeenkomst van Opdracht. De Overeenkomst van Opdracht wordt opgesteld volgens het universitaire format daarvoor. Het CvB informeert de kandidaat en legt de overeenkomst ter tekening voor. Het CvB informeert ook de decaan van de faculteit en evt. de betrokken instantie over het genomen besluit. Stap 8: Tekenen Overeenkomst van Opdracht (OvO) Stap 9: Communicatie & registratie actor: hoogleraar, DMC, Bestuurlijke & Juridische Zaken (BJZ), faculteit Communicatie: hoogleraar en/of decaan stemmen een persbericht af met de wetenschapsredactie. Verlenging van bijzondere leeropdracht Een bijzondere leeropdracht wordt voor drie jaar verleend. Na een positieve evaluatie kan de leeropdracht worden verlengd met een termijn van vijf jaar. Stap 1: Evaluatie actor: decaan & BJZ De decaan zorgt dat, ruim voor het verstrijken van de termijn van de bijzondere leeropdracht, de werkzaamheden van de bijzonder hoogleraar in het kader van de bijzondere leeropdracht worden geëvalueerd. De signalering van de aflopende bijzondere leeropdracht vindt plaats bij de faculteit. Van deze evaluatie maakt ten minste uit: een zelfevaluatie van de betrokken hoogleraar en een evaluatie van de decaan waarin wordt ingegaan op de behaalde doelstellingen. Stap 2: Voorstel voor verlenging actor: decaan & CvB De uitkomst van de evaluatie legt de decaan voor aan het CvB. De decaan maakt het voorstel ook kenbaar aan de persoon in kwestie. Stap 3: Besluit actor: CvB Het CvB neemt op basis van het voorstel van de decaan een besluit en stelt de bijzonder hoogleraar en de decaan van zijn besluit op de hoogte. De Overeenkomst van Opdracht wordt verlengd. 22

Benoemingsvoorstellen aangeboden aan college van bestuur Benoeming gewoon hoogleraar Aanbiedingsbrief van decaan met definitief svoorstel Profielschets van de leeropdracht Instemming met de samenstelling van de sadviescommissie (Eventueel) motivatie en instemming met gesloten procedure Rapport sadviescommissie, met daarin: Samenstelling van de sadviescommissie Beschrijving van de werving en selectieprocedure Beargumenteerd voorstel voor CV en volledige publicatielijst van voorgestelde kandidaat Advies van FGV Reactie van zusterfaculteiten Benoeming bijzonder hoogleraar Aanbiedingsbrief van decaan met definitief svoorstel Profielschets van de leeropdracht Instemming met de samenstelling van de sadviescommissie (Eventueel) motivatie en instemming met gesloten procedure Beschrijving van de externe instantie (Eventueel) Beschrijving van de financiële afspraken tussen externe instantie en universiteit Rapport sadviescommissie, met daarin: Samenstelling van de sadviescommissie Beschrijving van de werving en selectieprocedure Beargumenteerd voorstel voor CV en volledige publicatielijst van voorgestelde kandidaat Advies van FGV Reactie van zusterfaculteiten Verlenging van gewone en bijzondere leeropdrachten Verzoek van decaan tot verlenging van de gewone of bijzondere leeropdracht (Bij bijzondere leeropdracht) instemming van externe instantie tot het verlengen van de bijzondere leeropdracht Evaluatie van de gewone of bijzondere leeropdracht Bevordering gewoon hoogleraar 2 naar 1 Brief met verzoek tot bevordering van decaan Rapport van facultaire toetsingscommissie CV en volledige publicatielijst van kandidaat 23

CONCEPT OVEREENKOMST VAN OPDRACHT Ondergetekenden, opdrachtgever naam: Stichting Katholieke Universiteit vestigingsplaats: Nijmegen vertegenwoordigd door: College van bestuur van de Radboud Universiteit Nijmegen en opdrachtnemer naam: geboortedatum: adres: overwegende dat: de universiteit tijdelijk en om niet behoefte heeft aan de uitvoering van de hierna beschreven werkzaamheden; beide partijen nadrukkelijk niet de bedoeling hebben om tussen hen een arbeidsovereenkomst te laten ontstaan; verklaren als volgt te zijn overeengekomen: Artikel 1 Aan <NAAM> wordt opdracht verleend tot 1het verzorgen van onderwijs en het verrichten van onderzoek op het terrein van de bijzondere leeropdracht.. bij de Faculteit <NAAM>. Hij/Zij is gedurende deze periode gerechtigd de titel van hoogleraar te dragen. Artikel 2 De overeenkomst wordt aangegaan voor bepaalde tijd, te weten voor de periode.. tot. Na 2,5 jaar zal er een evaluatie plaatsvinden of de periode verlengd kan worden met 5 jaar. De overeenkomst eindigt van rechtswege zodra de tijd waarvoor de overeenkomst is aangegaan is verstreken, tenzij partijen uiterlijk 6 maanden voor de beëindigingsdatum overeenkomen de overeenkomst te verlengen, in welk geval de overeenkomst van rechtswege eindigt op de datum dat de overeengekomen verlengingstermijn is verstreken. Tussentijdse opzegging van de overeenkomst is door ieder van partijen mogelijk met inachtneming van een termijn van 3 maanden. Artikel 3 De omvang van de opdracht is 8 uur per week (0,2 fte). Artikel 4 De opdrachtgever is voor de door de opdrachtnemer te verrichten werkzaamheden geen loon of andere vorm van honorarium verschuldigd, zulks in afwijking van art. 7:405 BW. 24

Artikel 5 Aan de opdrachtnemer kan door de decaan voor de aan werkzaamheden verbonden onkosten een vergoeding worden verleend, indien en voor zover deze vergoeding binnen de fiscale normen valt. Deze vergoeding wordt op declaratiebasis verstrekt. Artikel 6 De opdrachtnemer is bij het uitvoeren van de afgesproken werkzaamheden gehouden gevolg te geven aan de door de Faculteit <NAAM> tijdig en verantwoord gegeven aanwijzingen met betrekking tot de uitvoering van de leeropdracht. Artikel 7 De opdrachtnemer houdt de decaan van de Faculteit <NAAM>, op de hoogte van zijn/ haar werkzaamheden ter uitvoering van de leeropdracht. Voorts doet de bijzonder hoogleraar aan de universiteit verantwoording van de wijze waarop aan de leeropdracht uitvoering is gegeven. Artikel 8 De opdrachtnemer verbindt zich zowel tijdens de duur van deze overeenkomst als na beëindiging daarvan tot geheimhouding van hetgeen haar uit hoofde van haar werkzaamheden ter kennis komt, voor zover die verplichting uit de aard der zaak volgt of haar nadrukkelijk is opgelegd. Artikel 9 De opdrachtnemer is door de universiteit verzekerd tegen de gevolgen van wettelijke aansprakelijkheid voortvloeiend uit schade toegebracht aan derden bij de uitvoering van de bijzondere leeropdracht. Artikel 10 De binnen de universiteit geldende regels met betrekking tot het octrooirecht en het auteursrecht zijn van overeenkomstige toepassing op de werkzaamheden van opdrachtnemer bij de opdrachtgever. Artikel 11 In publicaties neemt opdrachtnemer in ieder geval Radboud University op als universiteit waar opdrachtnemer (mede) werkzaam is. Artikel 12 Auteursversies van publicaties plaatst opdrachtnemer in open access in de Radboud Repository. Artikel 13 Opdrachtnemer vermeldt naast zijn/haar functie als hoogleraar zijn/haar hoofdfunctie op het intranet van de Radboud Universiteit Nijmegen. Opdrachtnemer voert verder zijn cv-gegevens, nevenfuncties en profiel/trefwoorden in via een eigen account in een beheermodule kennisbank/organisatiegids (u dient hiervoor contact op te nemen met eenheid communicatie +24-3611586). Artikel 14 Opdrachtnemer zal op eerste verzoek van opdrachtgever onmiddellijk alle zaken, zoals sleutels, correspondentie, aantekeningen, software en dergelijke, die de opdrachtnemer ter zake van de opdracht onder zich heeft gekregen, afgeven. 25

Artikel 15 Indien beide partijen deze overeenkomst wensen te verlengen, zal tijdig voor het einde van de overeenkomst, d.w.z. voor het tijdstip waarop partijen conform het hiervoor in artikel 2 bepaalde over verlenging van de overeenkomst moeten hebben beslist, een evaluatie plaatsvinden van de bijzondere leeropdracht en de daaraan verbonden werkzaamheden door de decaan van de Faculteit <NAAM>. Op grond van het advies van de decaan besluit het college van bestuur al dan niet tot continuering van de bijzondere leeropdracht. Indien het college van bestuur besluit tot continuering van de bijzondere leeropdracht, zal opdrachtgever met opdrachtnemer overleggen over verlenging van de overeenkomst conform het hiervoor in artikel 2 bepaalde. Aldus in tweevoud opgemaakt en ondertekend te Nijmegen op <DATUM>. Opdrachtgever, Opdrachtnemer, Prof. dr. D.H.J. Wigboldus voorzitter college van bestuur <NAAM> Drs. G. van Assem directeur 26

Deze veelgestelde vragen (november 2018) zijn landelijk afgestemd in het Rectoren College. 1 Welke typen hoogleraren worden onderscheiden? In de universiteiten worden voor intern gebruik verschillende benamingen gehanteerd, maar formeel worden slechts twee soorten hoogleraren onderscheiden: gewoon hoogleraar, in dienst van de universiteit; bijzonder hoogleraar, niet in dienst van de universiteit, toegelaten tot de universiteit op voordracht van een rechtspersoon die de bijzondere leeropdracht heeft ingesteld. 2 Wie mogen hoogleraren benoemen? Het college van bestuur benoemt de hoogleraar. Benoeming op een bijzondere leeropdracht door de instantie die de leeropdracht heeft ingesteld is slechts mogelijk met toestemming van het college van bestuur. 3 Zijn er verschillende kwaliteitscriteria voor de verschillende typen leeropdrachten? Nee, voor alle leeropdrachten gelden dezelfde criteria voor het niveau en de onafhankelijkheid van de wetenschapsbeoefening. In uitzonderlijke gevallen zijn personen met een grote niet-wetenschappelijke expertise ook benoembaar. 4 Zijn er voorschriften voor de wervings- en sprocedure voor hoogleraren? Er zijn geen landelijk vastgestelde voorschriften. Elke universiteit heeft eigen werving- en selectieprocedures voor leeropdrachten vastgesteld. 5 Welke functie heeft het raadplegen van de zusterinstellingen bij de van hoogleraren? Het raadplegen van de zusterinstellingen in het betreffende vakgebied bij de van een hoogleraar is een goede gewoonte die tot doel heeft de kwaliteit en deugdelijkheid van de te waarborgen. In voorkomende gevallen kan op principiële of praktische gronden worden afgeweken van deze goede gewoonte. 6 Tot welk moment mag een emeritus hoogleraar als promotor optreden? Het ius promovendi berust bij de instelling, wat tot uitdrukking komt in de aanwijzing van de promotor door het College voor Promoties en de toekenning van de graad door dit college. Een hoogleraar mag volgens de wet tot vijf jaar na zijn eervol ontslag optreden als promotor (art. 9.19 WHW). Peildatum is de aanvaarding van het proefschrift door de promotiecommissie. In art. 9.19 WHW staat niets over de termijn waarop andere personeelsleden die als promotor zijn aangewezen nog op mogen treden als promotor. Het College voor Promoties wijst de promotor, c.q. de promotores, aan. Het bezitten van het ius promovendi is aldus een noodzakelijke, maar niet voldoende voorwaarde voor het optreden als promotor (zie art. 7.18 en 7.19 WHW). 27

7 Tot welk moment mag een hoogleraar die elders een leeropdracht heeft aanvaard nog als promotor optreden? En geldt dat ook voor een hoogleraar die een andere functie heeft aanvaard? Evenals de emeritus hoogleraar mag een verhuisde voormalig hoogleraar tot vijf jaar na zijn eervol ontslag optreden als promotor. Peildatum is de aanvaarding van het proefschrift door de promotiecommissie. Hetzelfde geldt voor een hoogleraar die een andere functie dan die van hoogleraar is gaan bekleden. 9 Hoe is het ius promovendi van een hoogleraar met een onbezoldigde geregeld? Het ius promovendi van de hoogleraar met onbezoldigde is een gewoon ius promovendi dat eindigt na vijf jaar na beëindiging van de honoraire aanstelling. Ten aanzien van honorair hoogleraren die zijn benoemd nadat ze met emeritaat zijn gegaan, geldt dus niet de beperking dat het ius promovendi alleen geldt ten aanzien van vóór het emeritaat in behandeling genomen proefschriften. 8 Mag een hoogleraar of UHD van een andere Nederlandse instelling optreden als promotor? Dat mag, indien tevens een promotor (hoogleraar of ander gepromoveerd personeelslid) van de eigen instelling is aangewezen als promotor door het college voor promoties. 28