VOORNAAMSTE RECENTE ONTWIKKELINGEN. (trimestriële bijwerking van 2 mei 2012) Executive summary

Vergelijkbare documenten
kortlopende kredieten langlopende kredieten buitenlandse banken1

VOORNAAMSTE RECENTE ONTWIKKELINGEN. (bijwerking van 17 februari 2010)

VOORNAAMSTE RECENTE ONTWIKKELINGEN. (bijwerking van 18 november 2009)

VOORNAAMSTE RECENTE ONTWIKKELINGEN. (trimestriële bijwerking van 20 mei 2011) Executive summary

VOORNAAMSTE RECENTE ONTWIKKELINGEN (bijwerking van 26 mei 2009)

Executive summary. Observatorium voor krediet aan niet-financiële vennootschappen kredietobservatorium. Links:

Executive summary. Observatorium voor krediet aan niet-financiële vennootschappen. kredietobservatorium. Links:

Bijdrage van het departement Studiën aan het Observatorium voor krediet aan vennootschappen VOORNAAMSTE RECENTE ONTWIKKELINGEN

Executive summary. Observatorium voor krediet aan niet-financiële vennootschappen. kredietobservatorium. Links:

Executive summary. Observatorium voor krediet aan niet-financiële vennootschappen kredietobservatorium. Links:

Executive summary. Observatorium voor krediet aan niet-financiële vennootschappen kredietobservatorium. Links:

Bijdrage van het departement Studiën aan het Observatorium voor krediet aan vennootschappen VOORNAAMSTE RECENTE ONTWIKKELINGEN

Executive summary. Observatorium voor krediet aan niet-financiële vennootschappen kredietobservatorium. Links:

Executive summary. Observatorium voor krediet aan niet-financiële vennootschappen kredietobservatorium. Links:

Executive summary. Observatorium voor krediet aan niet-financiële vennootschappen. kredietobservatorium. Links:

Executive summary. Observatorium voor krediet aan niet-financiële vennootschappen kredietobservatorium. Links:

Executive summary. Observatorium voor krediet aan niet-financiële vennootschappen. kredietobservatorium. Links:

Executive summary. Observatorium voor krediet aan niet-financiële vennootschappen kredietobservatorium. Links:

Executive summary. Observatorium voor krediet aan niet-financiële vennootschappen kredietobservatorium. Links:

Executive summary. Observatorium voor krediet aan niet-financiële vennootschappen kredietobservatorium. Links:

Executive summary. Observatorium voor krediet aan niet-financiële vennootschappen kredietobservatorium. Links:

Executive summary. Observatorium voor krediet aan niet-financiële vennootschappen kredietobservatorium. Links:

Lichte verslechtering van het ondernemersvertrouwen in augustus

Executive summary. Observatorium voor krediet aan niet-financiële vennootschappen kredietobservatorium. Links:

Kredietverlening aan Vlaamse ondernemingen

Het ondernemersvertrouwen stabiliseert in november

Ondernemersvertrouwen neemt in november zeer licht toe

Ondernemersvertrouwen stabiliseert in februari

Het ondernemersvertrouwen neemt in november verder toe

Afbrokkeling van het ondernemersvertrouwen in augustus

Recente ontwikkelingen in de kredietvoorwaarden van banken

Kredietverlening aan Vlaamse ondernemingen

Het ondernemersvertrouwen herstelt zich in november

Banken verlenen recordaantal kredieten aan ondernemingen

Kredietverlening aan Nederlandse bedrijven loopt terug

Kredietverlening in tijden van financiële crisis Cijfermatig overzicht in het kader van de rondetafel: Banken en Bedrijven

De economische groei bedroeg 0,2 % in het eerste kwartaal van Over het hele jaar 2018 nam het bbp met 1,4 % toe

Conjunctuurbarometer van de Nationale Bank van België

De economische groei bedraagt 0,4 % in het eerste kwartaal van Over het hele jaar 2017 neemt het bbp met 1,7 % toe

De economische groei bedraagt 0,2 % in het eerste kwartaal van 2016

Resultaten van de najaarsenquête 2017 naar de investeringen in de verwerkende nijverheid

Het bankkrediet aan de particuliere

De economische groei bedraagt 0,3 % in het eerste kwartaal van De economische activiteit stijgt met 1,1 % over het hele jaar 2014

Recente ontwikkelingen in de Belgische bancaire kredietverlening aan niet-financiële ondernemingen

PERSBERICHT. Eerste publicatie van MFI-rentestatistieken voor het eurogebied 1

Kredietverlening aan Vlaamse ondernemingen

LICHT HERSTEL VAN DE CONJUNCTUURBAROMETER IN APRIL

Conjunctuurbarometer van de Nationale Bank van België

Conjunctuurbarometer van de Nationale Bank van België

De economische groei bedraagt 0,4 % in het eerste kwartaal van 2014

De Nederlandsche Bank. Statistisch Bulletin maart 2009

Conjunctuurbarometer van de Nationale Bank van België

De economische groei bedraagt 0,5 % in het eerste kwartaal van 2017

Kredietverlening aan Vlaamse ondernemingen

Record aan hypothecair krediet in 2017

Financiële rekeningen van de particulieren, de bedrijven en de overheid

WERKGROEP "KREDIETEN AAN DE ONDERNEMINGEN" Syntheseverslag

sector 5. Financiële situatie van de private 5.1 Particulieren

NATIONALE REKENINGEN Eerste kwartaal. Kwartaalaggregaten. Instituut voor de Nationale Rekeningen

Lage rentevoeten ondersteunen stijgende vraag naar hypothecaire kredietovereenkomsten in derde trimester

Voor ruim 7,2 miljard EUR verstrekte hypothecaire kredieten in het derde trimester van 2017

Groene kredieten stuwen hypotheekmarkt in 2011 naar ongekende hoogte

Om de sector zo goed mogelijk te vertegenwoordigen, hebben we alle ondernemingen geïdentificeerd die hun jaarrekening op de website van de NBB

Een regionale opsplitsing van de sociale balansen

53% 47% 51% 54% 54% 53% 49% 0% 25% 50% 75% 100% zeer moeilijk moeilijk komt net rond gemakkelijk zeer gemakkelijk

Driemaandelijkse beslissing van de Nationale Bank van België inzake het contracyclische Bufferpercentage voor 2019K2: 0%

Kenniscentrum voor Financiering van KMO Centre de Connaissances du Financement des PME VZW. KeFiK-rapport

Hypotheek Index Q2 2017

Uitdagingen voor het Europees monetair beleid en het Belgisch economisch beleid na de crisis

Hypothecair krediet : het recordjaar 2010

Driemaandelijkse beslissing van de Nationale Bank van België inzake het contracyclische bufferpercentage voor 2019K3: 0,5%

Januari Krediet en overmatige schuldenlast: wat leren wij uit de cijfers 2012 van de Centrale voor Kredieten aan Particulieren?

Economische vooruitzichten en uitdagingen voor de Belgische economie

NATIONALE REKENINGEN Derde kwartaal. Kwartaalaggregaten. Instituut voor de Nationale Rekeningen

Belangrijkste evoluties van de Centrale voor kredieten aan particulieren aan het einde van het derde kwartaal 2012

Hypothecair krediet: duurzame groei

Kredietomloop aan ondernemingen bereikt nieuw record

Recepten voor duurzame groei Beschouwingen naar aanleiding van het Jaarverslag 2014 van de Nationale Bank van België

Centrale voor kredieten aan ondernemingen

Resultaten Conjunctuurenquete 1e helft 2014

Belgische kredietmarkt is niet getekend door kredietschaarste

Driemaandelijkse beslissing van de Nationale Bank van België inzake het contracyclische bufferpercentage (1 januari 2016): 0 %

Hypothecaire kredietverlening blijft op peil, ondanks afwachtende houding van de Vlaamse koper

De inflatie zakte in juni nog tot 1,5 punten. De daaropvolgende maanden steeg de inflatie tot 2,0 in augustus (Bron: NBB).

Recepten voor duurzame groei Beschouwingen naar aanleiding van het Jaarverslag 2014 van de Nationale Bank van België

Regionale verdeling van de Belgische in- en uitvoer van goederen en diensten,

Hypothecaire kredietverlening neemt verder toe in tweede trimester

Financiële rekeningen en financiële markten

Resultaten conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2015

Een goed 2015, een aarzelend

Resultaten Conjuntuurenquete 2018

HALFJAARBERICHT 2015 BNG VERMOGENSBEHEER B.V.

Resultaten Conjunctuurenquete 2014

De evolutie en tendensen op regionaal en provinciaal niveau worden verderop in deze barometer besproken.

Winstgroei en buffers ondersteunen investerings herstel

Het economische belang van de Belgische havens - flashraming 2016

Beantwoording Kamervragen 2009Z

Hypothecair krediet 1ste trimester 2014 : verdere daling aanvragen en verstrekkingen

Het economische belang van de Belgische havens - flashraming 2015

De buitenlandse handel van België

Transcriptie:

Observatorium voor krediet aan niet-financiële vennootschappen de Berlaimontlaan 14 BE- Brussel Tel. +32 2 221 26 99 Fax +32 2 221 31 97 BTW BE 3.1.34 RPM Brussel 12--22 Links: kredietobservatorium VOORNAAMSTE RECENTE ONTWIKKELINGEN (trimestriële bijwerking van 2 mei 12) Executive summary In België werd het eerste kwartaal van 12 gekenmerkt door een stijging van de verstrekking van bedrijfskredieten door ingezeten banken; die toename was meer uitgesproken dan in het voorgaande kwartaal. De groei op jaarbasis van de bankkredieten beliep 3,9 %, tegen 2,6 % in het vierde kwartaal van 11. De groei van de langlopende kredieten was sterker dan die van de kortlopende. Volgens de gegevens van de Kredietcentrale zijn de aanwendingsgraden van de toegestane kredieten gematigd gedaald voor de middelgrote ondernemingen, terwijl ze licht stegen voor de kleine en grote ondernemingen. Als gevolg van de forse daling van de rentevoeten op de geldmarkt zijn de kortlopende rentevoeten op nieuwe bankkredieten afgenomen ten opzichte van het voorgaande kwartaal. De rentevoeten op middellange en lange termijn hebben deze tendens niet gevolgd: de rentevoeten op middellange termijn zijn gestegen, terwijl de langlopende rentevoeten stabiel zijn gebleven. Volgens de banken zijn de kredietvoorwaarden voor het twaalfde kwartaal op rij onveranderd gebleven, dit na de verstrakkingen teweeggebracht door de financiële crisis, in 8 en aan het begin van 9. De banken verwachten in de loop van het tweede kwartaal van 12 echter een verstrakking van hun kredietvoorwaarden, voornamelijk voor de grote bedrijven. De algemene beoordeling van de kredietvoorwaarden door de ondernemingen was opnieuw enigszins ongunstig, vooral voor de kleine ondernemingen evenals voor de bouwnijverheid en de diensten aan ondernemingen. Die verslechtering kwam ook tot uiting in de evaluatie van de verschillende toekenningscriteria (bijkomende kosten, kredietvolume en gevraagde waarborgen), met uitzondering evenwel van de rentevoeten die een gematigd gunstig verloop vertoonden. Wat het eurogebied betreft, zette het bancaire krediet de vorig jaar opgetekende stijging in een trager tempo voort, met in maart een licht positieve groei van, % op jaarbasis. Bovendien maakten de banken uit het eurogebied gewag van een zeer lichte verstrakking van hun voorwaarden voor bedrijfskredieten tijdens het eerste kwartaal van 12.

2 Verloop van het krediet aan de vennootschappen gedurende het eerste kwartaal van 12 Kredietvolume De verstrekking van kredieten door de ingezeten banken aan de ondernemingen in België nam in het eerste kwartaal van 12 verder toe tegen een enigszins krachtiger tempo dan in het voorgaande kwartaal. Na correctie voor het effect van de wisselkoersschommelingen, beliep de groei van de kredietverlening op jaarbasis 3,9%, tegen 2,6 % in het vierde kwartaal van 11. BANCAIRE KREDIETEN 1 AAN ONDERNEMINGEN IN BELGIË Bancaire kredieten en conjuncturele evolutie Netto trimestriële stromen (miljarden euro's) 6 1 4 2 - - -2 - -3-4 - -4-6 1996 1998 2 4 6 8 12 3 4 6 7 8 9 11 12 Totaal van de kredieten (jaarlijkse veranderingspercentages) (linkerschaal) Synthetische conjunctuurcurve (afgevlakte indicator) (rechterschaal) Bron: NBB (Schema A). ¹ Toegekend door de ingezeten banken. De nettokredietstromen waren tijdens het eerste kwartaal van 12 positief: na seizoenzuivering kwam de toekenning van nieuwe kredieten met 1,4 miljard boven de terugbetalingen uit. Een uitsplitsing naar looptijd toont aan dat zowel de kortlopende als de langlopende kredieten zijn blijven groeien. Terwijl de groei van de langlopende kredieten versnelde, was die bij de kortlopende kredieten echter minder krachtig. In het eerste kwartaal van 12 bedroeg de twaalfmaands groeivoet van kredieten met een looptijd van minder dan 1 jaar 2,1 % (tegen 2,6 % tijdens het voorgaande kwartaal), terwijl de groeivoet van de langlopende kredieten uitkwam op 4,7 % (tegen 2,7 % in het vierde kwartaal van 11).

3 BANCAIRE KREDIETEN¹ AAN ONDERNEMINGEN IN BELGIË (jaarlijkse veranderingspercentages) Opsplitsing naar looptijd van het krediet 1 - - -1-3 4 6 7 8 9 11 12 Kortetermijnkredieten 2 Langetermijnkredieten 3 Bron: NBB (Schema A). 1 Toegestaan door de ingezeten banken. 2 Voor ten hoogste een jaar. 3 Voor meer dan een jaar. In het eurogebied is de kredietverlening in het eerste kwartaal van 12 eveneens licht positief gebleven. De groei op jaarbasis lag er echter lager dan die welke in België werd opgetekend. In maart bedroeg de groei op jaarbasis, %, terwijl hij aan het einde van het voorgaande kwartaal 1,3 % liet optekenen. Terwijl de groei zowel in België als in het eurogebied positief bleef, werden in de loop van het eerste kwartaal van het jaar echter afwijkende trajecten opgetekend: het groeitempo van het bankkrediet in België verliep in stijgende lijn, terwijl de tendens in het eurogebied in tegengestelde richting ging. Het gemiddelde voor het eurogebied verhult echter een grote heterogeniteit, aangezien in sommige landen, zoals in Ierland en Spanje, een belangrijke correctie werd waargenomen na een over het algemeen krachtige groei van het krediet gedurende het laatste decennium. Daarentegen vertoont Frankrijk een soortgelijke groei aan die van België, terwijl hij in Duitsland en Nederland lager ligt.

4 BANCAIR KREDIET AAN NIET-FINANCIELE ONDERNEMINGEN 1 (veranderingspercentages op jaarbasis) 1 1 - - - - 1 2 3 4 6 7 8 9 11 12 België Eurogebied Bronnen: ECB, NBB. ¹ Inclusief geëffectiseerde kredieten (enkel vanaf februari 9 voor het eurogebied). De Belgische ondernemingen kunnen tevens een beroep doen op buitenlandse banken 1 om zich te financieren. Aan de hand van de financiële rekeningen die door de Bank worden opgesteld, onder meer op basis van de betalingsbalansstatistieken 2, kunnen de kredietstromen afkomstig van niet-ingezeten banken in kaart worden gebracht. Gedurende het vierde kwartaal van 11 is het uitstaande bedrag van de door de banken van het eurogebied verstrekte kredieten opnieuw toegenomen met,8 miljard, terwijl dat van de door de overige buitenlandse banken verstrekte kredieten verder afnam met,6 miljard. Uitgedrukt in jaar-op-jaar veranderingen kromp het uitstaande bedrag van de door buitenlandse banken verstrekte kredieten tegenover dat van twaalf maanden eerder door een dalend kredietaanbod afkomstig van de banken van buiten het eurogebied, terwijl dat van de kredietverlening door ingezeten banken toenam. 1 Het begrip buitenlandse (of niet-ingezeten) bank berust op het territorialiteitsbeginsel. De dochterondernemingen en bijbanken van buitenlandse banken die in België een stabiele vestiging bezitten, zijn in het begrip ingezeten bank vervat. De kredietverlening door buitenlandse banken bestaat dus enkel uit de kredietverstrekking door in het buitenland gevestigde instellingen. 2 Deze gegevens zijn later beschikbaar dan die betreffende het door de ingezeten banken verleende krediet: ze zijn momenteel beschikbaar tot het vierde kwartaal van 11.

2 1 - - BANCAIRE KREDIETEN AAN ONDERNEMINGEN IN BELGIË: GEOGRAFISCHE OPSPLITSING VAN DE VERSTREKKERS (bijdrage aan de jaarlijkse groei, procentpunten) 3 4 6 7 8 9 11 Belgische banken Banken van het eurogebied Banken buiten het eurogebied Bron: NBB (Financiële rekeningen). Aan de hand van de statistieken van de Kredietcentrale, die zowel de toegestane als de opgenomen kredieten bij ingezeten banken omvatten, kan men het verloop van het krediet analyseren volgens de grootte van de kredietnemende ondernemingen. In het eerste kwartaal van 12 namen de toegestane kredieten toe voor de kleine en middelgrote ondernemingen, terwijl ze voor de grote ondernemingen licht afnamen. Van hun kant namen de opgenomen kredieten voor de kleine ondernemingen toe, terwijl ze voor de middelgrote ondernemingen stabiel bleven en voor de grote ondernemingen afnamen.

6 7 KREDIETEN VAN DE INGEZETEN BANKEN AAN ONDERNEMINGEN IN BELGIË: OPSPLITSING NAAR GROOTTE VAN DE ONDERNEMINGEN ¹ (uitstaande bedragen, miljarden euro) Toegestane kredieten Opgenomen kredieten 7 6 6 4 4 3 3 3 4 6 7 8 9 11 12 3 4 6 7 8 9 11 12 Kleine Middelgrote Grote Bron: NBB (Centrale voor kredieten aan ondernemingen). 1 Bedrijven die een verkort schema van de jaarrekeningen hebben neergelegd worden als kleine ondernemingen beschouwd. Bedrijven die een volledig schema hebben neergelegd, worden als groot of middelgroot beschouwd, al naar gelang de omzet van twee opeenvolgende jaren meer dan wel minder dan 37,2 miljoen euro bedroeg. De aanwendingsgraad van de kredieten, die de intensiteit weergeeft waarmee de ondernemingen van hun kredietlijnen gebruik maken, liep tijdens de financiële crisis op en dit voor elke ondernemingsklasse. Hieruit blijkt dat de ondernemingen maximaal gebruik wilden maken van hun bestaande kredietmogelijkheden, terwijl nieuwe leningen vaak moeilijker te verkrijgen waren. In het eerste kwartaal van 12 is de aanwendingsgraad voor de kleine en grote ondernemingen gematigd gestegen (met respectievelijk,3 en,6 procentpunt). De middelgrote ondernemingen lieten een lichte daling optekenen ten opzichte van het voorgaande kwartaal (-,6 procentpunt). Aan het einde van het eerste kwartaal van 12 beliep de aanwendingsgraad 87 % voor de kleine ondernemingen, 68,6 % voor de middelgrote 3 en 6,9% voor de grote ondernemingen. De aanwendingsgraad is dus zoals gewoonlijk omgekeerd evenredig met de bedrijfsgrootte. Een mogelijke verklaring voor die bevinding is dat er geen of nagenoeg geen alternatieve financieringswijzen bestaan voor kleine ondernemingen, maar ze kan ook wijzen op een negatieve 3 De in het derde kwartaal van 11 opgetekende sterke daling van de aanwendingsgraad voor de middelgrote ondernemingen is het gevolg van het feit dat in de classificatie een in opgerichte onderneming in deze categorie is opgenomen die actief is in de financiering van renovaties en de bouw van scholen. Het feit dat ze is opgenomen in de categorie van de middelgrote ondernemingen vloeit voort uit de voorlegging van haar eerste balans in juni 11. Deze firma kreeg een aanzienlijke kredietlijn ( 1,8 miljard) die ze in het eerste kwartaal van 12 nog niet had aangesproken. Daardoor zijn de toegestane kredieten voor deze ondernemingscategorie in het totaal fors toegenomen terwijl de opgenomen kredieten slechts gematigd stegen, met als gevolg de aanzienlijke daling van de ratio. Dezelfde daling wordt waargenomen voor de ondernemingen uit de bouwnijverheid waarin deze onderneming is geclassificeerd. Wanneer deze onderneming effectief zal beginnen lenen, zou haar balans op termijn echter sterk moeten stijgen, waardoor de onderneming bij de grote ondernemingen zal kunnen worden geclassificeerd.

7 correlatie tussen de omvang van het kredietnemende bedrijf en de beoordeling van het risico door de kredietinstellingen. 9 AANWENDINGSGRAAD VAN DE TOEGESTANE KREDIETEN DOOR DE INGEZETEN BANKEN (percentages) Opsplitsing naar grootte van de ondernemingen 1 Opsplitsing naar bedrijfstak 2 8 7 6 4 3 9 8 7 6 4 3 4 6 7 8 9 11 12 6 7 8 9 11 12 Klein Middelgroot Groot Bron: NBB (Centrale voor kredieten aan ondernemingen). Verwerkende industrie Bouwnijverheid Handel Horeca Diensten i.v.m. vastgoed Bedrijven die een verkort schema van de jaarrekeningen hebben neergelegd worden als kleine ondernemingen beschouwd. Bedrijven die een volledig schema hebben neergelegd worden als groot of middelgroot beschouwd, al naar gelang de omzet van twee opeenvolgende jaren meer dan wel minder dan 37,2 miljoen euro bedroeg. De selectie van sectoren is niet-exhaustief. 1 2 De aanwendingsgraad varieert aanzienlijk volgens de bedrijfstak waartoe de ondernemingen behoren. Zo beschikken de ondernemingen in de verwerkende nijverheid over de grootste marge inzake ongebruikt krediet, zoals blijkt uit een structureel lagere aanwendingsgraad. Daarentegen benutten ondernemingen die actief zijn in de horeca of de vastgoedsector zeer vaak kmo s doorgaans een groter deel van de hun ter beschikking staande kredietlijnen. Een restrictief kredietbeleid kan bijgevolg erg schadelijk zijn voor bedrijven in die sectoren. Vergeleken met het vierde kwartaal van 11, steeg de aanwendingsgraad in de handel (+1,8 procentpunt) en de verwerkende nijverheid (+1 procentpunt), terwijl hij terugliep in de vastgoedsector (-1,2 procentpunt) en de horeca (-1 procentpunt), alsook op meer gematigde wijze voor de bouwnijverheid (-,3 procentpunt). Uit de regionale gegevens van de Centrale voor kredieten aan ondernemingen komt naar voren dat de aanwendingsgraden bij de kleine ondernemingen vrij gelijkwaardig zijn in de drie gewesten van het land. Bij de grote ondernemingen zijn de verschillen daarentegen meer uitgesproken: deze bedrijven trekken meer op hun kredietlijnen in Wallonië (aanwendingsgraad van kredieten van 71 %) en in mindere mate in Vlaanderen (63,8 %) in vergelijking met de huidige situatie in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (,8 %). Dezelfde conclusie kan worden getrokken bij de middelgrote ondernemingen. Deze cijfers zouden kunnen wijzen op een delicatere situatie ten aanzien van het bankkrediet in Wallonië en Vlaanderen (minder makkelijk verkrijgen van kredietlijnen, grotere behoedzaamheid van de banken) in vergelijking met Brussel.

8 Rentevoeten en andere kredietvoorwaarden De rentevoeten die de Belgische banken en de banken van het eurogebied op de nieuwe bedrijfskredieten toepassen, behoren tot de voornaamste indicatoren van de kredietkosten die de ondernemingen worden aangerekend. Ze worden verzameld via de MIR-enquête (zie http://www.mfiir.be). Op de geldmarkt daalde de driemaands Euribor van 1,36 % aan het einde van het vierde kwartaal van 11 tot,78 % aan het einde van het eerste kwartaal van 12. De leidinggevende rente van de ECB bleef gedurende die periode ongewijzigd op 1 %. Op de kapitaalmarkten zijn de rentetarieven gedaald: het rendement van de Belgische overheidsobligaties op vijf jaar kromp van 3,22 % eind december 11 tot 2,47 % eind maart 12. RENTEVOETEN OP DE GELD- EN KAPITAALMARKTEN EN TARIEVEN OP BANCAIRE KREDIETEN (procenten) 7 Rentevoeten op de geld- en kapitaalmarkten 7 Rentevoeten op nieuwe kredieten België Eurogebied 7 6 6 6 4 4 4 3 3 3 2 2 2 1 1 1 L L L L L L L L L 3 4 6 7 8 9 11 12 3 4 6 7 8 9 11 12 3 4 6 7 8 9 11 12 OLO jaar Leidinggevende basisrentevoet van de ECB Euribor 3 maanden Kredieten variabel < 1 jaar, < 1 mln. euro Kredieten variabel < 1 jaar, > 1 mln. euro Kredieten vast 1- jaar, < 1 mln. euro Kredieten vast > jaar, < 1 mln. euro Bronnen: ECB, NBB (MIR enquête). In België namen de rentetarieven toegepast op de nieuwe bankkredieten op korte termijn gedurende het eerste kwartaal van 12 af met respectievelijk 37 en 41 basispunten, afhankelijk van het feit of ze een waarde van minder of meer dan 1 miljoen hadden. In maart beliepen ze bijgevolg 2,% voor de kleinere bedragen en 1,83 % voor de grootste bedragen. Daarentegen stegen de kosten voor kredieten op middellange termijn (kredieten met een rentevaste periode van één tot vijf jaar en een waarde van minder dan 1 miljoen) met 29 basispunten tot 3,43 % en bleven die voor kredieten op lange termijn (met een rentevaste periode van meer dan vijf jaar en een waarde van minder dan 1 miljoen) stabiel (+,1 basispunt tot 4,2 %). In het eurogebied was een soortgelijk verloop merkbaar: de banktarieven voor kortlopende leningen met een waarde van minder dan 1 miljoen daalden ten opzichte van het voorgaande kwartaal met 26 basispunten tot 4,21 %, terwijl de tarieven op kredieten met een variabele korte rente en een waarde van meer dan 1 miljoen met 6 basispunten terugliepen (tot 2, %). De kredieten met een

9 rentevaste periode van meer dan vijf jaar en een waarde van minder dan 1 miljoen zijn relatief stabiel gebleven, aangezien de tarieven met 4 basispunten stegen (tot 4,21 %). Door deze ontwikkelingen bleven de kredieten in België over het algemeen minder duur: die met een looptijd van ten hoogste 1 jaar zijn in België respectievelijk 171 en 67 basispunten goedkoper voor kredieten van minder of meer dan 1 miljoen, terwijl de leningen met een vaste rente en een looptijd van meer dan jaar voor het tweede opeenvolgende kwartaal 19 basispunten goedkoper zijn in vergelijking met het gemiddelde van het eurogebied. De enquête van het Eurosysteem naar de bancaire kredietverlening (zie http://www.nbb.be/doc/dq/bls/nl/bls_home.htm), verschaft kwalitatieve informatie over het verloop van de toekenningsvoorwaarden, de vraag naar bankkredieten en de verklarende factoren die aan deze ontwikkelingen ten grondslag liggen. In het eerste kwartaal van 12 rapporteerden de vier Belgische grootbanken dat ze hun kredietvoorwaarden voor ondernemingen voor het twaalfde kwartaal op rij grosso modo onveranderd hadden gelaten, na de in 8 en begin 9 opgetekende verkrappingen. Er dient evenwel te worden genoteerd dat de banken, in de naar bedrijfsgrootte opgesplitste antwoorden, erop hebben gewezen dat ze hun kredietvoorwaarden voor de grote firma's hebben verstrakt, terwijl ze die voor de kmo's ongewijzigd hebben gelaten. Voor dezelfde periode maakten de banken van het eurogebied gewag van een lichte verstrakking van de toekenningscriteria voor nieuwe kredieten, die evenwel duidelijk minder uitgesproken was dan in het voorgaande kwartaal en die eveneens voornamelijk betrekking had op de grote ondernemingen. Voor het tweede kwartaal van 12 verwachten de banken een stabilisering van de toekenningsvoorwaarden in het eurogebied, maar een algemene verstrakking van de toekenningsvoorwaarden in België, die in hoofdzaak zou optreden voor de aan grote ondernemingen toegekende kredieten. Mochten de waarnemingen deze verwachtingen bevestigen, dan zou het om de eerste kredietverstrakking gaan die in de afgelopen drie jaar zou worden genoteerd in België.

KREDIETVOORWAARDEN VAN EN VRAAG NAAR BEDRIJFSKREDIETEN: GLOBALE BEOORDELING DOOR DE BANKEN (netto gewogen percentages 1 ) België Eurogebied 2 2-2 HJ -2 HJ - - -7-7 3 4 6 7 8 9 11 12 3 4 6 7 8 9 11 12 Toekenningscriteria door de banken Door de respondenten opgetekende evolutie Door de respondenten verwachte evolutie Kredietaanvragen uitgaande van de ondernemingen Door de respondenten opgetekende evolutie Door de respondenten verwachte evolutie Bron: NBB (Bank Lending Survey). 1 Een positief (negatief) percentage komt overeen met een versoepeling (verstrakking) van de kredietvoorwaarden of met een toename (afname) van de kredietvraag. De banken beschikken over verschillende instrumenten om het aanbod van kredieten aan ondernemingen aan te passen. Zo kunnen zij hun aanbod verstrengen door de marges te verhogen, maar eveneens door de niet-monetaire criteria te verstrakken, meer in het bijzonder de diverse kosten eigen aan de kredietopname, de waarborgvereisten of nog de andere contractuele clausules. Hoewel de kredietvoorwaarden al met al ongewijzigd bleven, maakten de Belgische banken in het eerste kwartaal van 12 gewag van een verstrakking van bepaalde voorwaarden zoals de duur en de clausules van de kredietovereenkomsten. De overige niet-monetaire voorwaarden bleven status-quo. Bovendien verklaarden ze hun marges te hebben verhoogd, zowel op de standaardkredieten als op de meest risicovolle kredieten. Wat de determinanten van deze ontwikkelingen betreft, stelt men vast dat hun inschatting van de conjuctuurgerelateerde risico's en vereiste waarborgen de banken ertoe zou moeten aanzetten de kredietvoorwaarden te verscherpen, zonder dat die verkrapping effectief bewaarheid wordt. In het algemeen beschouwd zouden het verloop van de financieringskosten en de balansbeperkingen van de banken, alsook de concurrentiedruk, geen enkele invloed hebben uitgeoefend op het kredietaanbod.

11 6 4 - -4-6 -8 - -1-14 -16 KREDIETVOORWAARDEN VAN BEDRIJFSKREDIETEN IN BELGIË: VOORNAAMSTE VERKLARENDE FACTOREN EN AANGEWENDE TOEKENNINGSCRITERIA (netto gewogen percentages 1 ) Voornaamste verklarende factoren 3 4 6 Financieringskosten en balansbeperkingen Concurrentiedruk Risicoperceptie 7 8 9 11 12 Voornaamste toekenningscriteria Bron: NBB (Bank Lending Survey). 1 Een positief (negatief) percentage komt overeen met een factor die heeft bijgedragen tot een versoepeling (verstrakking) van de kredietvoorwaarden of met een criterium waarin die versoepeling (verstrakking) tot uiting is gekomen. 8 6 4 - -4-6 -8 3 4 6 7 8 9 11 Marges op de standaardkredieten Marges op de meest risicovolle kredieten Andere toekenningscriteria 12 De Belgische banken meldden dat de vraag naar kredieten door de ondernemingen in het eerste kwartaal van 12 is gedaald. De vermindering van de financieringsbehoeften zou, grotendeels, toe te schrijven zijn aan dalende investeringen en, in mindere mate, aan het voorraadbeheer en het beheer van bedrijfskapitaal. Voor het tweede kwartaal van 12 verwachten de Belgische banken een nieuwe daling van de vraag naar leningen door de ondernemingen. De banken van het eurogebied meldden eveneens een verzwakking van de kredietvraag in het eerste kwartaal van 12. Deze instellingen verwachten daarentegen een stabilisering van de vraag in het volgende kwartaal.

12 6 4 - -4-6 VRAAG NAAR BEDRIJFSKREDIETEN IN BELGIË: VOORNAAMSTE VERKLARENDE FACTOREN (netto gewogen percentages 1 ) -8 3 4 6 7 8 9 11 12 Bruto-investeringen in vaste activa Voorraden en bedrijfskapitaal Fusies/overnames en herstructurering van de onderneming Herstructurering van schulden Alternatieve financieringsbronnen Bron: NBB (Bank Lending Survey). 1 Een positief (negatief) percentage komt overeen met een factor die heeft bijgedragen tot een toename (afname) van de vraag naar kredieten.

13 De invloed van de LTRO's op drie jaar op de kredietverlening aan de ondernemingen In december 11 en februari 12 heeft de Europese Centrale Bank (ECB) ten behoeve van de banken van het eurogebied twee langer lopende herfinancieringstransacties (longer-term refinancing operations, LTRO's) met een looptijd van drie jaar uitgevoerd. Dankzij deze operaties kon ongeveer 1 miljard aan leningen worden toegekend aan de kredietinstellingen. De in het eerste kwartaal van 12 bij de banken verzamelde enquêtegegevens geven aanwijzingen over de invloed van deze transacties op de kredietverlening aan niet-financiële ondernemingen. Uit deze enquête blijkt dat factoren zoals de toegang tot financiering en de liquiditeitspositie van de banken van het eurogebied de kredietverlening duidelijk minder sterk drukten dan in het vierde kwartaal van 11. De ronduit negatieve tendens die tijdens de voorgaande kwartalen werd opgetekend, zou dus mogelijk ten einde lopen. In België lijken diezelfde factoren, die de balansrestricties weerspiegelen, momenteel al met al een versoepeling van de kredietvoorwaarden te begunstigen. INVLOED VAN DE EIGEN VERMOGENSKOSTEN EN BALANSRESTRICTIES OP DE ONTWIKKELING VAN DE CRITERIA DIE KREDIETINSTELLINGEN HANTEREN BIJ HET GOEDKEUREN VAN LENINGEN (OF KREDIETLIJNEN) AAN NIET-FINANCIËLE ONDERNEMINGEN (bijdrage in termen van netto-percentages*) Kosten verband houdend met de eigen vermogenspositie van uw bank (1) 4 3 - - -3 De mate waarin uw bank in staat is vermogen aan te trekken op de financiële markten (bijv. de geld- of obligatiemarkten, incl. true sale -securitisatie (2)) De liquiditeitspositie van uw bank -4 11-I 11-II 11-III 11-IV 12-I 11-I 11-II 11-III 11-IV 12-I 11-I 11-II 11-III 11-IV 12-I België: Eurogebied * netto percentage = % van instellingen dat een aanzienlijke bijdrage tot versoepeling opgeeft * 1, + % van instellingen dat een lichte bijdrage tot versoepeling opgeeft *, - % van instellingen dat een lichte bijdrage tot verstrakking opgeeft *, - % van instellingen dat een aanzienlijke bijdrage tot verstrakking opgeeft * 1, (1) Kan het gebruik van kredietderivaten inhouden, waarbij de leningen op de balans van de bank blijven staan. (2) De verkoop van leningen aan derden, d.w.z. financiering buiten de balans om. Bron: NBB (Bank Lending Survey) Deze interpretatie wordt verder gestaafd door de antwoorden op specifieke vragen rond de toegang van de banken tot de financiële markten. De banken van het eurogebied rapporteerden een algemene verbetering van de toegang tot financiering. Deze verbetering was vooral merkbaar in de obligatiemarkten en de interbancaire markten: in het eerste kwartaal van 12 stegen de nettopercentages van instellingen die verklaarden gemakkelijker toegang tot deze financieringsbronnen te krijgen tot respectievelijk 24 % en 13 %. Gelijklopend met deze

14 ontwikkelingen vermeldden 6% (netto) van de ondervraagde banken een verbetering in de depositobasis en 4% netto voor de effectisering. De Belgische banken rapporteerden ook een vlottere toegang tot alle financieringsbronnen, met uitzondering van de effectisering waarvoor de toegang stabiel bleef. EVALUATIE DOOR DE BANKEN VAN DE FINANCIERINGSCONDITIES IN HET EERSTE TRIMESTER VAN 12 (evolutie in termen van netto-percentages*) 3 3 2 1 Deposito's Geldmarkt Obligatiemarkt Effectisering België: Eurogebied: * netto percentage = % van instellingen dat een sterk verbeterde toegang opgeeft * 1, + % van instellingen dat een enigszins verbeterde toegang opgeeft *, - % van instellingen dat een enigszins verminderde toegang opgeeft *, - % van instellingen dat een sterk verminderde toegang opgeeft * 1, Bron: NBB (Bank Lending Survey) Al met al blijkt de tweevoudige interventie van de ECB de druk op de banken van het eurogebied enigszins te hebben verlicht, zonder evenwel ertoe te hebben geleid dat deze laatste hun kredietvoorwaarden versoepelden. Uit de in april 12 door de Bank uitgevoerde enquête blijkt dat de bedrijfsleiders een veeleer negatief beelden hebben van de algemene toegangsvoorwaarden voor bankkrediet. Het percentage vennootschappen uit de verwerkende nijverheid, de bouw en de diensten aan ondernemingen die de toegangsvoorwaarden voor nieuwe financieringen ongunstig achtten, bedroeg 22 %. Het aandeel van de ondernemingen die de voorwaarden als gunstig beschouwt, beliep dan weer 17 %. Al met al kwam het nettosaldo van de antwoorden van de ondernemingen op - % uit (tegen -1 % in het voorgaande kwartaal).

1 pct. 9 8 7 6 4 3 3 BEOORDELING VAN DE KREDIETVOORWAARDEN DOOR DE ONDERNEMINGEN: ALGEMENE RESULTATEN -III -IV 11-I 11-II 11-III 11-IV 12-I Algemene voorwaarden pct. 7 -III -IV 11-I 11-II 11-III 11-IV 12-I -III -IV 11-I 11-II 11-III 11-IV 12-I -III -IV 11-I 11-II 11-III 11-IV 12-I -III -IV 11-I 11-II 11-III 11-IV 12-I Rentevoet Kosten Kredietvolume Gevraagde waarborgen Verslechterd Onveranderd gebleven Verbeterd -3 Saldo -7 -III -IV 11-I 11-II 11-III 11-IV Algemene voorwaarden 12-I -III -IV 11-I 11-II 11-III 11-IV 12-I -III -IV 11-I 11-II 11-III 11-IV 12-I -III -IV 11-I 11-II 11-III 11-IV 12-I Rentevoet Kosten Kredietvolume Gevraagde waarborgen Bron: NBB (Trimestriële enquête over kredietvoorwaarden). -III -IV 11-I 11-II 11-III 11-IV 12-I Deze situatie vloeit voort uit gemengde gevoelens omtrent de toegangsvoorwaarden voor bankkrediet zoals die naar voren komen uit het door de bedrijfsleiders meegedeelde verloop van de toekenningscriteria tijdens de drie maanden die aan de enquête voorafgaan. De bedrijfsleiders maakten gewag van een verbetering van de voorwaarden in verband met de rentetarieven in het eerste kwartaal van 12. De meesten onder hen waren evenwel van mening dat de overige kredietverleningsvoorwaarden (bijkomende kosten, kredietvolume en gevraagde waarborgen) opnieuw zijn verslechterd. Het negatieve beeld was meer uitgesproken voor de gevraagde waarborgen en de bijkomende kosten.

16 4 BEOORDELING VAN DE KREDIETVOORWAARDEN DOOR DE ONDERNEMINGEN: OPSPLITSING NAAR GROOTTE VAN DE ONDERNEMING¹ (netto percentages²) - -4-6 -8 -II -III -IV 11-I 11-II 11-III 11-IV 12-I -II -III -IV 11-I 11-II 11-III 11-IV 12-I -II -III -IV 11-I 11-II 11-III 11-IV 12-I -II -III -IV 11-I 11-II 11-III 11-IV 12-I -II -III -IV 11-I 11-II 11-III 11-IV 12-I Algemene voorwaarden Rentevoet Kosten Kredietvolume Gevraagde waarborgen Klein Middelgroot Groot Zeer groot Bron: NBB (Trimestriële enquête over kredietvoorwaarden). ¹ Klein = 1-49 werknemers; middelgroot = -249; groot = 2-499 werknemers; zeer groot = werknemers of meer. ² Saldi van de antwoordpercentages gunstig/verbeterd (+) en ongunstig/verslechterd (-). Wat de verschillen naar categorie van bedrijfsgrootte betreft, gaven enkel de kleine ondernemingen een al met al ongunstige beoordeling van de algemene financieringsvoorwaarden in april 12: het nettosaldo van hun antwoorden vertoonde een waarde van -8 %. Het nettosaldo van de antwoorden van de middelgrote, grote en zeer grote ondernemingen was daarentegen in evenwicht of lag dicht in de buurt ervan (respectievelijk, -2 en - %).

17 4 BEOORDELING VAN DE KREDIETVOORWAARDEN DOOR DE ONDERNEMINGEN: OPSPLITSING NAAR BEDRIJFSTAK (netto percentages¹) - -4-6 -8 -II -III -IV 11-I 11-II 11-III 11-IV 12-I -II -III -IV 11-I 11-II 11-III 11-IV 12-I -II -III -IV 11-I 11-II 11-III 11-IV 12-I -II -III -IV 11-I 11-II 11-III 11-IV 12-I -II -III -IV 11-I 11-II 11-III 11-IV 12-I Algemene voorwaarden Rentevoet Kosten Kredietvolume Gevraagde waarborgen Industrie Bouwnijverheid Diensten aan ondernemingen Bron: NBB (Trimestriële enquête over kredietvoorwaarden). ¹ Saldi van de antwoordpercentages gunstig/verbeterd (+) en ongunstig/verslechterd (-). Wat de resultaten naar bedrijfstak betreft, meldden de bouwnijverheid en de diensten aan ondernemingen veeleer ongunstige algemene kredietverleningsvoorwaarden in april 12 (- % voor de bouw en -9 % voor de diensten), terwijl de beoordeling relatief neutraal was voor de verwerkende nijverheid (-1 %).