1. Kringgesprek lama De leerkracht heeft enkele prenten (infoblad 1) mee van een lama. Deze prenten liggen in de kring.



Vergelijkbare documenten
Lettermonster Titel. Nr. Thema Leeftijd Werkvorm Duur Materiaal Leergebied

Lesonderwerp: Hocus pocus circus: Een nieuw dier samenstellen a.d.h.v. verschillende materialen.

Les 1: Kennismaking met fysieke beperkingen

IEDEREEN. Probeer zo goed mogelijk je evenwicht te bewaren.

All italiana. Nr. Thema Leeftijd Werkvorm Duur Materiaal Leergebied

Activiteit 1. Waarnemen Ik kijk en ik knuffel. Doelen. Materiaal. Voortaak

RECHT OP ANDERS ZIJN DOELSTELLING

Noach. moest een ark gaan bouwen Ans Heij - de Boer /

Lesdoelen: Werkvormen: Benodigdheden: Prentenboeken: Les 10: Hoe zeg ik nee. Lesoverzicht. Basis

Sta in je recht. Lessen over (kinder)rechten voor PO

Je had nu heel even het gevoel dat je blind was. Los de vragen hieronder op: - Vertrouwde je hem/ haar helemaal? Waarom wel of waarom niet?

Kijk eens wat ik al kan!

Workshop: CircusKermisland

Werkblad. LES 9: Ouders. GROEP 1-2. Bijlage 1. Rood actief inspannen/ sporten. Oranje middelmatig inspannen.

De knapzak voor de kleuterschool/1 ste graad

Handige Harry s. Handleiding en leerdoelen - 2de graad

Wild Beest. Opdrachtenboekje. Basisonderwijs groep 5 t/m 8

Het onderzoek van de burgemeester 5/6

Het gedicht Kampioen

Mooie muts! gemeente Kampen

De bedoeling van deze opdracht is om aandacht te besteden op de luchtjes op de boerderij.

onderwerp: Ik ruik mensenvlees ( drama- beweging)

WIJ BESLISSEN MEE: KINDEREN EN INSPRAAK

Voorbeeld van een inhoudelijke brug 3ko-1lo : Taal Organisatie

Doel van het spel: Als eerste op het einde van het spelbord met 28 vakjes geraken. Daar vind je wie het licht uitgedaan heeft.

Noach bouwt een ark Genesis 6-8

Doelgroep: 3 de graad basisonderwijs

Zoveel heb ik jou lief

Preborden BASISONDERWIJS. Doelgroep. Ontwikkelingsdoelen. Lesfiche verkeers- en mobiliteitseducatie

2 Ik en autisme VOORBEELDPAGINA S

LESBRIEF BIJ DE VOORSTELLING KNUFFEL OP ZEE. Figurentheater Propop vzw

Museum De Buitenplaats Kijken is een kunst

Een moeilijk woord voor Natuurbrug is Ecoduct. Wat dat nu precies is, legt de schrijver Frank van Pamelen hieronder nog eens uit.

De spreekbeurt. In welke groepen wordt een spreekbeurt gehouden? De spreekbeurt wordt gehouden in de groepen 5 t/m 8.

Hiervoor zet ik me in! in klas

Dag van Respect & Twinning

Talenposters. Doel. Tijd. Hoe. Stap 1 MAAK JE SILHOUET

SAMEN DELEN. een lesbrief in het kader van de schoenendoosactie

Werkvormen bij Elk kind heeft recht op een gelijke behandeling (Uit: Recht in de roos) 1. De gelen en de groenen* Doel. Benodigdheden. Tijd.

DE BIBLIOTHEEK VAN JE DROMEN? groep A

Echte helden. ALICE PANTERMULLER, Christiane Hansen ISBN NUR 273 D/2014/6186/20. Uitgeverij Bakermat. Suggesties: Emy Geyskens

Themawandeling Herfst

De olifant die woord hield

jaar 1 Dieren en hun vacht voorbeeldles uit het thema wie ben ik?

Lesbrief bij de voorstelling Aardblij

ISBN Eerste druk, derde oplage

Tuin van Heden kleuters (4- en 5-jarigen) Werken met kunst in de paasperiode

Zing Een beestenboel op school - beweeg als een beest (lesformat) Een les in aansluiting op het dag project Een beestenboel op school.

Introductie: Brom en Bram

Doelgroep: 1 ste graad basisonderwijs

Dino en het ei. Duur activiteit: 30 minuten Lesdoelen: De kleuters: kunnen een prent linken aan een tekst; kunnen het verhaal navertellen.

Wat doen de kleuters deze week?

Vind jij de schat van Vlieg? Voeltocht in de bib BERINGEN.BE BIBLIOTHEEK

TITEL ACTIVITEIT + beschrijving: filosofisch gesprek over geloven.

Les 17 Zo zeg je dat (niet)

Balance Me. Bijlage 1. Arschoot Elien. Herhaling boekhouden. 3 de jaar ASO. D hauwers Fien. Lerarenhandleiding

Klaskrantje van groep 1.

Projectintroductie e. Projectintroductie les 1

VOEL! KLEUTERS. Vlinderen. --> in zijvak hand

Doelgroep: 1 ste graad basis

Voor het eerst naar school

Kijk naar de prenten van de bekende kunstenaar Andy Warhol. Kan je bij elke afbeelding het juiste product en de keersom geven?

Jouw werkstuk lever je uiterlijk in op donderdag 20 maart 2014!!

SOCIALE VAARDIGHEDEN MET AFLATOUN

Onder ieder opdracht staan de benodigdheden. Deze zijn meestal op school te vinden. Alleen de muziek moet nog gedownload worden.

1. Van je juf of meester krijg je een plaatje. Bekijk je plaatje goed. 3. Zoek samen nog vier klasgenoten met een ander plaatje.

PREVIEW. Probeer nu 1 dag DAVID DE JONGE JAREN VAN VIJF DAGEN: GOD, SPORT & JEZELF MET PRAKTISCHE, SPORT- EN PERSOONLIJKE VOORBEELDEN

Algemene instructies voor de strategie: Vragen stellen. Introductiefase bij de eerste les:

Ontwerp je eigen superbijzondere dier

B. Lessuggesties bij het lied Zeg, Roodkapje, waar ga je heen? 1. Wilde dieren versus huisdieren

Kinderrechtenlied Jij bent uniek

KLEUTERACTIVITEITEN. Met dank aan Lynn, Jessie en Mieke. 1. Filosofisch gesprek 2. Amhaarse les: Letters vormen met klei 3. Creatie met kroonkurken

Thema 4: Mijn sport is top!

Spelregels IK BOX spel (3 of 4 personen)

Pasen met peuters en kleuters. Jojo is weg

V O O R G R O E P S V O R M I N G D O E N W E A L L E R L E I E N E R G I Z E R S E N C O Ö P E R A T I E V E O P D R A C H T E N.

Activiteit 7: Verstopt

De tussenstand VOLG DE WEDSTRIJD VIA

De kunst van het opzetten

Naar: Raad van Europa, Compasito: Manual on Human Rights Education for Children

dieren in de dierentuin

Stap 1 Voorafgaand aan het bestuderen van een nieuw onderwerp vatten leerlingen in kleine groepjes samen wat ze al van het onderwerp weten.

Soms ben ik eens boos, en soms wel eens verdrietig, af en toe eens bang, en heel vaak ook wel blij.

Algemene lessen. Les 4: Maak een portret van jezelf!

De kinderen zitten in een hoefijzeropstelling, omdat er iets gaan gebeuren vooraan in de klas. Iedereen moet dat goed kunnen zien.

Vragen bij het prentenboek 'De tovenaar die vergat te toveren'

15 min NL Spelregels _ikleer_naar groep2_guide.indd :10

Bijlage 1. Beste ouders/verzorgers van de leerlingen van groep 3/4,

REKENEN MET AFLATOUN HOEVEEL MUNTJES? (15 MINUTEN) MUNTJES!! (15 MINUTEN) MEL & JOL OP DE MARKT (30 MINUTEN) VAN GROOT NAAR KLEIN (15 MINUTEN)

Onlangs heeft u met uw klas een bezoek gebracht aan het Kinderboekenmuseum. Wij hopen dat u dit heeft ervaren als een leuk en leerzaam bezoek.

We gaan op berenjacht met de loopfiets

wwww.wijzeroverdebasisschool.nl

SPEELWIJZE LEIDERSCHAPSSPEL

Welke voorkeur heb jij?

Lesfiche: dode hoek BASISONDERWIJS. Doelgroep. Eindtermen (ET) Lesfiche verkeers- en mobiliteitseducatie

Soorten gezinnen. 2. Vakgebied en vakonderdeel: Wereldoriëntatie / Godsdienst. Eerste graad Tweede graad Derde graad

Witte wasjes, bonte wasjes

LESVOORBEREIDINGSFORMULIER DERDEGRAADSSTAGE Datum nazicht: Naam student: Stefanie Van Calenberg Stageschool: De Zonnebergen

Weerwolven van Wakkerdam

Transcriptie:

1 Lesfiche ICO PRONTO Thema: dieren Doelgroep: kleuters Deze lessen kunnen gebruikt worden vanaf de onthaalklas tot de derde kleuterklas. Wanneer er in deze lesfiches gedifferentieerd wordt, wordt telkens aangeven welke werkvorm voor jonge (onthaal, 1 ste en 2 de kleuterklas) of voor de oudere kleuters (3 de kleuterklas) is. Les 1: De veelkleurige lama Doelstellingen - De kleuters kunnen het beluisterde verhaal de veelkleurige lama begrijpen. - De kleuters kunnen het verhaal de veelkleurige lama herformuleren aan de hand van praatprenten. - De kleuters kunnen spreken over ervaringen of waarnemingen uit de eigen omgeving. - De kleuters kunnen vertellen waarvoor wol van een dier gebruikt wordt. - De kleuters tonen een toenemende bedrevenheid in het functioneel aanwenden van fijn motorische vaardigheden. - De kleuters experimenteren met wol en lijm om tot beeldend werk te komen. Materiaal: In bijlage - infoblad 1: foto s lama s. - infoblad 2: verhaal de veelkleurige lama - infoblad 3: praatprenten - infoblad 4: prenten kledingstukken van lamawol - werkblad 1: lama - werkblad 2: sterrenbeeld lama 3 de kleuter Te voorzien door de leerkracht - voelboekje - extra foto s of voorwerpen: poncho, chullo, - gekleurde wol: zwart, bruin, wit, - lijm - scharen 1. Kringgesprek lama De leerkracht heeft enkele prenten (infoblad 1) mee van een lama. Deze prenten liggen in de kring. - Hebben jullie dit dier al eens in het echt gezien? Waar? - Ken je de naam van het dier? - Welke kleur heeft een lama? (wit, bruin, zwart, gevlekt, ) - Lijkt de lama op een ander dier dat je kent? (schaap, kameel, ) 2. Verhaal de veelkleurige lama

2 De kleuters luisteren naar het verhaal de veelkleurige lama 1 (infoblad 2). Vervolgens leggen de kleuters de prenten van het verhaal in de juiste volgorde en vertellen bij elke prent wat er in het verhaal gebeurt. 3. Gesprek De leerkracht kiest enkele van onderstaande vragen (afhankelijk van het niveau van de groep). - Pacha (uitspraak patsja ) had een lama. Waar gebruikte hij die lama voor? Wat was er speciaal aan deze lama? - Dit verhaal speelt zich af in Peru, een land hier ver vandaan. Het is een land waar heel veel lama s wonen. Welk dier zou hier de hoofdrol kunnen spelen in een verhaal? - Hoe voelt een lama volgens jou aan? De leerkracht heeft een voelboekje of voelmuur... In dit boekje kunnen de kleuters verschillende zaken voelen: iets zachts, ruws, iets harigs, De kleuters geven aan hoe de lama volgens hen aanvoelt. - Ken je nog dieren die zo aan voelen? - Een lama heeft dezelfde vacht als een schaap. Wat gebeurt er met de wol van een schaap? - Met de wol van de lama maken ze kleren. De leerkracht toont de echte kledingsstukken of prenten: poncho, chullo (puntmuts met oorflappen) (uitspraak tsjoejo ), sokken, trui. Wie heeft thuis zulke kleren? Hoe heten deze kledingstukken? 4. Beeld: Lama - Jonge kleuters krijgen een tekening van een lama (werkblad 1). - Oude kleuters krijgen het sterrenbeeld van de lama (werkblad 2). De kleuters verbinden de punten van het sterrenbeeld zodat er een lama verschijnt. - De kleuters mogen hun lama inkleuren door stukjes wol op de lama te kleven. De kleuters kiezen zelf de kleurencombinaties. - Bespreking: o Welke lama vind je het mooist? Waarom? o Welke lama vind je het zachtst? Waarom? In de klas wordt een hoek ingericht waar de vertelprenten van de veelkleurige lama, de knutselwerkjes, de wol, de foto s van de kledingstukken, kunnen blijven hangen. Ontwikkelingsdoelen - NED 1.2, 1.5, 2.1, 2.2 - MV 1.4 - LO 1. 1 De veelkleurige lama is het verhaal dat verteld wordt in de Indianencultuur uit Peru. Het verhaal toont opvallend veel overeenkomsten met het bijbelse verhaal De Ark van Noach.

3 Les 2: Dieren van naderbij Doelstellingen: - De kleuters kunnen aan de hand van praatprenten het verhaal van de veelkleurige lama herscheppen. - De kleuters kunnen tekeningen van dieren visueel discrimineren van andere tekeningen van dieren. - De kleuters kunnen een dier beschrijven volgens kleur, vorm of grootte. - De kleuters kunnen dieren ordenen aan de hand van eenvoudige criteria. - De kleuters kunnen en durven zich inleven in een dier en dit uitbeelden. Materiaal In bijlage - infoblad 2: verhaal de veelkleurige lama - infoblad 3: praatprenten - infoblad 5: dierenprenten (in duo s) - infoblad 6: vergrote afbeeldingen van kikker, olifant, muis, pinguïn Te voorzien door de leerkracht - enveloppe - 4 voeldozen met volgende inhoud: zachte wol, leder, pluimen en iets nats 1. Vooraf De dierenprenten (infoblad 5) bestaan telkens uit 2 dezelfde dieren. Van elk dier wordt één dier in een enveloppe gestoken die bij op de praatprent van de boot (infoblad 3) wordt gekleefd. De andere dieren worden verspreid verstopt in de klas. 2. Dierenkoppels: visuele discriminatie De kleuters kijken terug naar de praatprenten (infoblad 3) van het verhaal de veelkleurige lama (infoblad 2) en vertellen kort waarover het verhaal ging. De leerkracht vertelt dat Pacha een boot bouwde waar hij dieren in verzamelde. In de boot verzamelde Pacha van elke diersoort 2 exemplaren. De leerkracht heeft een enveloppe op de boot gekleefd. De leerkracht geeft aan elke kleuter een dier (infoblad 5). In de klas is hetzelfde dier verstopt. De kleuters gaan op zoek naar hetzelfde dier en komen daarna terug op hun plaats zitten. Om beurt geven ze hun dieren aan de leerkracht. Elk dier wordt kort besproken. De leerkracht kiest uit onderstaande vragen (afhankelijk van het dier). - Hoe heet het dier? - Heb je dit dier al eens gezien? Waar? - Welk geluid maakt het dier? - Hoe beweegt het dier? Na de bespreking van het dier, legt de leerkracht het dier in de kring (zichtbaar voor elke kleuter). Als alle dieren besproken zijn, mogen de kleuters een selectie maken: - Welke dieren zou jij zeker meenemen op de boot? Waarom? - Welke dieren zou je niet meenemen op de boot? Waarom? Alle dieren worden daarna terug in de enveloppe gestoken.

4 3. Dieren beschouwen De leerkracht heeft 4 dieren (kikker, pinguïn, muis, olifant) gekozen die ze met de kleuters van dichterbij zal bestuderen. Onthaalklas tot 2 de kleuter: In de klas staan vier voeldozen met op elke doos één van de vergrote prenten gekleefd (infoblad 6). - Kikkerdoos: in de doos zit iets nats. - Pinguïndoos: in de doos zitten veren. - Muisdoos: in de doos zit iets harigs en zachts. - Olifantdoos: in de doos zit leder. De kleuters mogen eerst vrij voelen. Daarna kunnen ze beschrijven wat ze voelen. Elk dier wordt dan uitgebreider besproken. - Welk geluid maakt het dier? - Hoe beweegt het dier? Beweeg allemaal zoals een Misschien kennen ze nog wel dieren die zo aanvoelen. Derde kleuterklas De leerkracht neemt de 4 vergrote dieren (kikker, pinguïn, muis, olifant) (infoblad 6) en de vier voeldozen. De dieren kleven niet op de dozen! - kikkerdoos: in de doos zit iets nats. - pinguïndoos: in de doos zitten veren. - muisdoos: in de doos zit wol. - olifantdoos: in de doos zit leder. De kleuters mogen eerst vrij voelen en zoeken daarna welke dieren (kikker, pinguïn, muis, olifant) (infoblad 6) bij welke doos horen. De leerkracht kiest uit onderstaande vragen (afhankelijk van het dier). - Welk dier hoort bij welke doos? - Heb je dit dier al eens in het echt gezien? - Waar? - Is het een groot/ klein dier? - Houdt dit dier van de warmte of de koude? - Welk geluid maakt het dier? - Hoe beweegt het dier? Beweeg allemaal zoals een - Kennen ze nog dieren die zo aanvoelen? 4. Dierenbeweging De klas wordt in 4 stukken gedeeld. In elke hoek van de klas wordt een grote afbeelding van één van de vier dieren opgehangen. De leerkracht gaat samen met de kleuters in één van de vakken staan en doet samen met de kleuters de beweging die bij het dier hoort. Ze gaat met de kleuters telkens in een ander vak staan zodat ze goed begrijpen welke beweging bij welk dier past: - kikker: springen op handen en voeten - olifant: olifantendans: alle leerlingen maken samen een rij: één hand stoppen ze door hun benen en met de andere hand nemen ze de hand vast van iemand anders (een hand die door de benen van iemand anders doorkomt).

5 - muis: trippelen zoals een muis - pinguïn: lopen als een pinguïn: benen tegen elkaar (enkel de voeten bewegen) en armen tegen het lichaam Nu gaan de kleuters bewegen zonder de leerkracht. De leerkracht roept de naam van één van de vier dieren waarop de kleuters in het juiste vak gaan staan en de bijhorende beweging maken. Na een tijdje brengt een leerkracht een extra commando in: mix, waarop elke kleuter afzonderlijk een vak mag kiezen en de beweging maakt die bij dat vak hoort. Eindtermen - NED 2.5, 2.6, 3.1, 3.3 - WO 1.14 - MV 3.2, 4.2, 6.3

6 Les 3: Zebrahuid Doelstellingen - De kleuters kunnen antwoorden op gerichte vragen in verband met de inhoud van het verhaal over de zebrahuid. - De kleuters kunnen een eenvoudig patroon afwerken. - De kleuters kunnen verschillende vormen van lijnen toepassen in tekenwerk. (3 de kleuter) - De kleuters vertrouwen op hun expressiemogelijkheden en durven hun eigen expressiestijl tonen. (3 de kleuter) - De kleuters behouden het evenwicht in verplaatsingen en bij houdingen op diverse steunvlakken. - De kleuters kunnen respect betonen voor uitingen van leeftijdgenoten, behorend tot de eigen en de andere culturen. Materiaal In bijlage - infoblad 2: verhaal de veelkleurige lama - infoblad 3: praatprenten - infoblad 5: dierenprenten (in duo s) - infoblad 7: verhaal Hoe Zebra aan zijn strepen komt. Te voorzien door de leerkracht - krijt - steentjes 1. Inleidend gesprek (a.d.h.v. De veelkleurige lama (infoblad 2)) - Welke dieren zitten in de boot van Pacha? - Waarom zitten ze in de boot? Op de praatprent van de boot (infoblad 3) kleeft een enveloppe met daarin de dierenprenten (infoblad 5). - Welke dierenhuid vind je het mooist? Waarom? - Waarom ziet de huid van de... er zo uit? 2. Dierenhuid - Hoe ziet de huid van de zebra eruit? - Hoe komt het dat de huid er zo uitziet? - Vind jij dat een mooie huid? - Heeft een zebra een witte vacht met zwarte strepen of een zwarte huid met witte strepen 2? De leerkracht vertelt het Afrikaans verhaal over de zebrahuid (infoblad 7). De leerkracht gaat met de kleuters naar de speelplaats. Op de speelplaats zijn verschillende hinkelspelen 3 te zien. 2 In België beschrijven wij de zebra eerder als wit met zwarte strepen maar dat is niet overal zo. In andere landen wordt het vaak beschreven als een zwarte huid met witte strepen. 3 Hinkelen is een internationaal spel, overal gekend: in het Spaans heet het pata coja, in Engels hopscotch, in Duits Himmel und Hölle, in het Frans Marelle, Het spel heeft meestal een kruisvorm maar je ziet ook hinkelspelen in de vorm van een slak. De spelregels kunnen verschillen van land tot land.

7 Onthaalklas tot 2 de kleuterklas Een viertal vakken zijn reeds ingekleurd met krijt met strepen zoals een zebra, schubben zoals een vis, vlekken als een koe en een eigen creatie van de leerkracht. In alle andere vakken staat het begin van een tekening. De kleuters vullen de vakken op en volgen daarbij het reeds aanwezige patroon. Derde kleuterklas Een viertal vakken zijn reeds ingekleurd met krijt met strepen zoals een zebra, schubben zoals een vis, vlekken als een koe en een eigen creatie van de leerkracht. - Stel dat jij een dier was, hoe zou je willen dat jouw huid eruit zag? De kleuters tekenen en kleuren met krijt hun droomhuid. Als iedereen klaar is, worden de huiden bekeken: Welk huid vind je mooi? Welk dier stel je je voor bij die huid? 3. Hinkelen De kleuters mogen daarna het hinkelspel spelen. Elke kleuter krijgt een steentje. Ze gooien een steentje op het eerste vak. Ze hinkelen nu op één been in alle vakken behalve in het vak waar het steentje ligt. Waar twee vakken naast elkaar staan, mogen ze in beide vakken een voet zetten, zodat ze met beide voeten op de grond staan. Op het eind draaien ze zich om en hinkelen ze terug naar het begin. Daar rapen ze het steentje terug op. Bij een volgende beurt, gooit de kleuter, het steentje een vakje verder. Indien tijdens het spel de tweede voet de grond raakt of er buiten de vakken gehinkeld wordt, valt de kleuter uit. Eindtermen: - NED 1.2, 1.5, 2.6 - MV 1.3, 1.4, 6.3, 6.4 Voor meer info over hinkelspelen en andere spelen is onze uitleenkoffer Yan Ken Po: interculturele spelen een aanrader (zie ).

8 - LO 1.3, 1.8, 1.14, 3.12