jouwerse ~T1 1 > vanaer yei~e P tb 16200 Mr. J.P.M. Denissen 3500 CE UTRECHT ~v~~v~eijering Mr. M.M. Dezfouli Mevr. Mr. A.T.G.



Vergelijkbare documenten
I~uwer~der\felde GMEIGME detentie van de heer Mopidi verzoek om hulp

mmh I Geboortedatum is volledig

ECLI:NL:RVS:2009:BH4676

lllllllllllllllllllill

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

ECLI:NL:RBDHA:2013:14334

Rapport. Datum: 16 juli Rapportnummer: 2010/207

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Koppelingswet; vreemdelingen en de controle op het verblijfsrecht bij voorzieningen

Rapport. Datum: 30 september 2005 Rapportnummer: 2005/302

Rapport. Datum: 24 april 2001 Rapportnummer: 2001/110

vanstate /1. Datum uitspraak: 7 april 2008 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

I Procesverloop 1 Eiser stelt te zijn geboren op [ ] en de Sierraleoonse nationaliteit te bezitten.

Samenvatting. 1. Procedure

Rapport. Datum: 3 december 1998 Rapportnummer: 1998/535

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr d.d. 6 mei 2013 (mr. A.W.H. Vink, voorzitter en mr. S.N.W. Karreman, secretaris)

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Rapport. Rapport naar aanleiding van een klacht over de politie Noord-Nederland. Datum: 3 juni Rapportnummer: 2014/055

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

RAAD VAN TOEZICHT VOOR DE OCTROOIGEMACHTIGDEN Postbus 3219, 2280 GE Rijswijk telefoon fax

Eerste inschrijving in de Nederlandse bevolkingsadministratie. De Gemeentelijke Basisadministratie Persoonsgegevens

Rapport. Datum: 15 november 2007 Rapportnummer: 2007/259

Waardebepaling tegen de zin van een van de twee opdrachtgevers gemeld.

Samenvatting. 1. Procedure

Stappenplan bij een vermoeden van documentfraude

«waakzaam en clienstbaar»

ECLI:NL:RVS:2010:BL1497

Uitspraak /1/A2 en /1/A2

=> BEZWAARSCHRIFT <= ~Tegen steiger & objecten tussen Vinkenstr. 155 t/m 172 van t/m 14-12'~

Protocol schorsing en verwijdering van leerlingen

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN

Rapport. Datum: 29 maart 2005 Rapportnummer: 2005/091

Rapport. Datum: 15 augustus 2006 Rapportnummer: 2006/282

vanstate /1/V3. Datum uitspraak: 29 augustus 2011 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Rapport. Datum: 22 januari 2002 Rapportnummer: 2002/005

Raad voor Rechtsbijstand

Rapport. Datum: 10 maart 2006 Rapportnummer: 2006/085

besluit op bezwaarschrift tegen besluit toepassing bestuursdwang

Rapport. Datum: 3 augustus 2000 Rapportnummer: 2000/261

Agentschap BPR is een onderdeel van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Rapport. Datum: 27 september 2002 Rapportnummer: 2002/299

Vragen ex art. 61 RvO van de fractie Heusden Eén inzake organisatorische en financiële problemen stichting de Voorste Venne

Rapport. Datum: 16 november 2006 Rapportnummer: 2006/368

ECLI:NL:RBSGR:2000:AA6365

Rapport. Rapport over het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen te Amsterdam. Datum: 10 april Rapportnummer: 2013/0031

Rapport. Datum: 23 februari 1999 Rapportnummer: 1999/065

Rapport. Datum: 16 juli 1998 Rapportnummer: 1998/285

Rapport. Rapport over een klacht over het UWV te Amsterdam. Datum: 27 september Rapportnummer: 2013/142

Vangnetregeling huursubsidie

Rapport. Datum: 17 december 2003 Rapportnummer: 2003/481

Kamer voor Gerechtsdeurwaarders te Amsterdam

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken:

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. C.E. du Perron, voorzitter en mr. S.P.J. Holslag, secretaris)

Samenvatting. 1. Procedure

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Verklaring op grond van art. 44, eerste lid, onder k Boek I BW en art. 2.9 Wet BRP

Postadres Bezoekadres Doorkiesnummer Datum Ons nummer Uw brief Uw kenmerk Waar gaat het om? Bijlagen Behandelend medewerker Onderwerp

Heronderzoek Wet werk en inkomen kunstenaars (WWIK)

Rapport. Datum: 11 maart 1999 Rapportnummer: 1999/100

Secretariaat De Eendracht (BETA) Voorafgaand onderzoek Verklaring omtrent rechtmatigheid Definitief besluit. Geachte A,

(zie A 9 onder 2.3.2).

R e g i s t r a t i e k a m e r. Sociale Verzekeringsbank. 31 augustus

Slachtoffers van eergerelateerd geweld

Rapport. Datum: 11 april 2000 Rapportnummer: 2000/148

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Paragraaf A2/2.2 Vreemdelingencirculaire 2000 komt te luiden:

Rapport. Rapport over een klacht over de Sociale Verzekeringsbank te Zaanstad. Datum: 5 februari 2015 Rapportnummer: 2015/021

Rapport. Datum: 16 november 2004 Rapportnummer: 2004/449

SAMENVATTING. de heer A te B, ouder van C, een leerling op de regionale scholengemeenschap D, klager

Rapport. Datum: 26 juni 2001 Rapportnummer: 2001/178

De Basisregistratie Personen:

Beoordeling Bevindingen

Verzoeker klaagt erover dat het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) in strijd met:

Rapport. Datum: 2 juni 1998 Rapportnummer: 1998/203

a) U bent niet van Surinaamse origine en wil niet langer dan 90 dagen in Suriname stage lopen.

Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling ONS KENMERK z

Optie en bod. Onderhandelen met meerdere gegadigden.

Schadeformulier voor Reis- en Annuleringsverzekering

1.1. Beklaagde heeft een Europese openbare aanbestedingsprocedure gehouden voor het leveren van refurbished PC's.

Aan het college van Gedeputeerde Staten i.a.a. de leden van Provinciale Staten Postbus LA Middelburg. onderwerp: resultaat overleg BJZ

Oordeel over de kwaliteit van de verantwoording 2002 van CWI en BKWI

Rapport. Datum: 13 januari 2006 Rapportnummer: 2006/005

het college van beroep voor de examens van Fontys Hogescholen (hierna: CBE), verweerder.

14-83 ECLI:NL:TADRARL:2014:271 RAAD VAN DISCIPLINE. Beslissing in de zaak onder nummer van: 14-83

Bij van 21 juni 2014 heeft beklaagde een verweerschrift ingediend bij de Raad.

Rapport. Rapport naar aanleiding van een klacht over het Openbaar Ministerie te Den Haag. Datum: 7 juli 2015 Rapportnummer: 2015/109

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid De Nederlandse Voorschotbank B.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen de Bank.

Rapport. Rapport betreffende een klacht over het regionale politiekorps Amsterdam-Amstelland. Datum: 12 mei Rapportnummer: 2011/143

Rapport. Datum: 6 juli 2001 Rapportnummer: 2001/192

Rapport. Datum: 3 juni 1998 Rapportnummer: 1998/207

Rapport. Datum: 12 februari 2004 Rapportnummer: 2004/048

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN

Rapport. Datum: 13 juli 2006 Rapportnummer: 2006/242

mevrouw A, makelaar in onroerende zaken te W., klaagster, gemachtigde: mr. S., advocaat,

Basisregistratie personen: voor de overheid en voor de burger

ALGEMENE LEVERINGS- EN BETALINGSVOORWAARDEN VERSIE 1.0 MEI 2015

Transcriptie:

jouwerse ~T1 1 > vanaer yei~e Advocaten: Mr. L. Louwerse Eveneens per fax verzonden: Mr. H.J. Veen Aan de hoogedelachtbare heer mr. A. Woifsen Mevr. Mr. P.C. Smit P tb 16200 Mr. J.P.M. Denissen 3500 CE UTRECHT ~v~~v~eijering Mr. M.M. Dezfouli Mevr. Mr. A.T.G. van Wandelen Utrecht, 31januari 2011 Mevr. Mr. F. Hensbroek SPOED! Onze ref. : 21101057 GMEIGM Uw ref. Inzake : Mopidi Betreft : verzoek verklaring omtrent de werkelijke gang van zaken Geachte heer Wolfsen, Op 20 januari werd mijn cliënt, de heer Mopidi (die zich op het gemeentehuis had gemeld om burgerzaken te regelen) in vreemdelingenbewaring gesteld omdat hij geen geldige verblijfspapieren heeft. De gemeenteraadsleden hebben u naar aanleiding van dit feit vragen gesteld omdat u de raadsleden had gegarandeerd dat mensen die illegaal zijn, zich wel veilig kunnen melden bij het loket van de gemeente voor het regelen van burgerzaken. Omtrent de staandehouding heeft u de gemeenteraadsleden verzekerd dat mijn cliënt niet is opgepakt omdat hij illegaal zou zijn in Nederland, maar heeft u aan de raadsleden verteld dat mijn cliënt zou zijn opgepakt omdat er een vermoeden was van identiteitsfraude, met welke mededeling u mijn cliënt een stempel heeft opgedrukt van potentieel crimineel. De ambtenaren dienden volgens u - conform het protocol - deze verdenking van fraude te melden bij de politie. Er zou door de vreemdelingenpolitie vervolgens onderzoek zijn verricht naar het paspoort van mijn cliënt en, toen bleek dat sprake was van een geldig paspoort, zou mijn cliënt pas op het politiebureau en na onderzoek door de vreemdelingenpolitie zijn staandegehouden in verband met onrechtmatig verblijf. Hoewel namens u, uw persoonlijk adviseur mij mondeling deze gang van zaken heeft bevestigd, verneem ik graag van u indien het voorgaande geen correcte weergave zou zijn van de door u gedane uitlatingen ten opzichte van de gemeenteraadsleden. Door ons wordt geen aansprakelijkheid aanvaard, behoudens voor zover de door ons verplicht afgesloten beroepsaansprakelijkheidsverzekering, in voorkomend geval, aanspraak op een uitkering geeft.

jouwerse ~T1 1 ~ van der vei~e 0 De vreemdelingenpolitie heeft over de (reden van) staandehouding van meneer Mopidi een uitvoerig ambtsedig proces-verbaal opgesteld (bijgevoegd). Dit proces-verbaal is inmiddels enkele dagen in uw en in mijn bezit. Uit het proces-verbaal blijkt een heel ander verhaal dan u aan de gemeenteraadsleden heeft verteld. Aankomende vrijdag gaat de rechter, conform vaste jurisprudentie, uit van de juistheid en de volledigheid van het proces-verbaal dat is opgesteld door de agenten van de vreemdelingenpolitie. Het laatste betekent dat indien iets niet in het proces-verbaal staat vermeld de rechter het er (normaliter) voor zal houden dat dat niet is gebeurd. Het proces-verbaal en de interpretatiemethode zoals hierboven vermeld in achtnemende, blijkt dat er - anders dan u heeft medegedeeld aan de raadsleden - in werkelijkheid het volgende is gebeurd: - mijn cliënt is op de dag dat hij is opgepakt nooit verdachte geweest van identiteitsfraude dan wel enig ander strafbaar feit; - de naam van Mopidi op het paspoort kwam exact overeen met de naam van Mopidi in het computersysteem Basis Voorziening Vreemdelingen (BVV) <A>; - de gemeente heeft de vreemdelingenpolitie ingeseind waarbij in ieder geval is gemeld dat sprake was van een persoon die illegaal was in Nederland <B>; - de baliemedewerker heeft meegewerkt aan het ophouden van de heer Mopidi ten behoeve van de vreemdelingenpolitie door de heer Mopidi te laten plaatsnemen in een spreekkamer voor een gesprek met de vreemdelingenpolitie <C>; - de ambtenaar van de gemeente is degene geweest (en niet de vreemdelingenpolitie!) die het verblijfsrecht van Mopidi heeft gecontroleerd in het BVV en de gemeenteambtenaar is degene geweest die vervolgens een uitdraai uit dit computersysteem aan de vreemdelingenpolitie heeft getoond <D>; - vervolgens is mijn cliënt in het gemeentehuis staandegehouden voor de vreemdelingenwet (lees: omdat hij geen rechtmatig verblijf had) <E>; - cliënt is nimmer staadegehouden voor een strafbaar feit (zoals identiteitsfraude). Gelet op dit ambtsedig proces-verbaal is er in strijd gehandeld met het binnen uw gemeente geldende beleid dat mensen zonder rechtmatig verblijf zich veilig kunnen melden aan het loket voor het regelen van burgerzaken. Door deze handelwijze is het vertrouwen van mijn cliënt in de gemeente ernstig geschaad. Hij mocht er op grond van het geldende beleid vanuit gaan dat de vreemdelingenpolitie niet zou worden ingeseind hetgeen wel is gebeurd. Saillant detail daarbij is dat mijn cliënt niet voornemens was om zich in te laten schrijven in het GBA, maar dit enkel op uitdrukkelijk advies van een van uw ambtenaren toch maar wilde doen. Als voormalig rechter zult u weten dat de aanmerkelijke kans bestaat dat de rechter die aanstaande vrijdag over de bewaring zal oordelen tot de conclusie zal komen dat sprake is van een rechtmatige staandehouding. Door ons wordt geen aansprakelijkheid aans aard, behoudens voor zover de door ons verplicht afgesloten beroepsaansprakelijkheidsverzekering. in voorkomend geval, aanspraak op een uitkering geeft.

jouwerse ~T1 1 -~ > van~der velle L 0 T Toetsingskader voor de staandehouding is immers of er voor de vreemdelingenpolitie een redelijk vermoeden bestond dat mijn cliënt illegaal verbleef in Nederland. En dankzij de informatie gegegeven door uw ambtenaren bestond dat vermoeden bij de vreemdelingenpolitie! Ik ben voornemens om bij de rechter te betogen dat sprake is van schending van het vertrouwensbeginsel en dat derhalve de belangenafweging aangaande de vraag of de vreemdelingenbewaring nog langer voort dient te duren in het voordeel van mijn cliënt dient uit te vallen. Hiervoor is het nodig dat ik mijn stelling dat sprake is van schending van het vertrouwensbeginsel nader onderbouw met bewijsstukken. In dit kader verzoek ik u mij te verstrekken een door u opgestelde en ondertekende schriftelijke verklaring dat in strijd met het binnen de gemeente Utrecht geldende beleid door de gemeenteambtenaar is doorgegeven aan de vreemdelingenpolitie dat mijn cliënt geen rechtmatig verblijf in Nederland heeft. Voorts ontvang ik graag schriftelijke bewijsstukken van dit beleid (denk aan notulen en/of (interne) beleidsregels). Ik verzoek u ervoor zorg te dragen dat ik deze stukken zo spoedig mogelijk, maar sowieso voor de zitting van aankomende vrijdag in mijn bezit heb. Ik dank u hartelijk voor u medewerking in deze. Hoogachtend, Een afschrift van dit schrijven is verstrekt aan de raadsleden. Correspondentie uitsluitend naar Postbus 13273, 3507 LG Utrecht Biltstraat 110-112 * 3572 BJ Utrecht * Telefoon: 030-2733122 * Telefax: 030-2735311 St. Derdengelden 41.36.72.794 Door ons wordt geen aansprakelijkheid aanvaard, behoudens voor zover de door ons verplicht afgesloten beroepsaansprakelijkheidsverzekering, tn voorkomend geval, aanspraak op een uitkering geeft.

1 In het belang ve~n het ~oozichl op vreemdelingen 4n wei foto~a gemaakt en wel vingerafdiukken 9enomen van de vreemdeling, -: Het Onderzoek van de vingerafdrukken heeft høt volgende resultaat opgeleverd;,~\ Rasu~taa~ uit restgroep Havank van de basis Voorziening Vreemdelingen onder de volgende per~onaija; MONDI SIMAQ, Andre Betreft opname Zevenaar 15-0S~2001 8. VERLENG VNG VAN DE OPHOLIDVNG ~EËiNDIGiNG/OpHEFFfNG VAN D~ MAATREGEL AANVULLENDE INFORMATIE 4 - Waarvan door ~!,op ambtsb&~fte, p ambtsbeiofte~ is opgemaakt gesfolen en getekend dit proces~verbaal te Utrecht op 2010112011. De verbailsanten, -~ ~ ~. Pegina3van3

1 P~LIT~E Ulrecht Wij, ondergetekenden, PROCES~VERBAAL hoofda9ent van het regionaal politiekorps Utrecht en - hoofdagent van het regionaal politiekorps Utrecht, belast met het toezicht op vreemdelingen, Verklaren het ~~ofgande: Op donderdag 20 januari 2011, omstreeks 09:50 uur werden wij door de chef van dienst van de vreemd&fngeripolltle gestuurd naar de afdeling Burgerzaken van cie gemeente Utrecht, gelegen aan de Arthur van Schendeistraat 600 te Utrecht. Aldaar zo~i een persoon zich gemeld hebben dle zich wilde (eten inschrijven In de baslsadministratie van de gemeente Utrecht maar dle niet 20U beschikken over vorblijlsrecht in Nederland. Vervolgens zijn wij, ter plaatse gegaan op het bovenstaande adres alwaar wij omstreeks 09:60 uur aankwamen Aldaar heb ik, de ballemedewerker ~ gevraagd om de aanvrager en zijn partner te laten plaatanemen in de spreekkamer Voor een gesprek. In de spreekkamer zijn wij vervolgens in gesprek gegaan met de betrokkene die opgaf te zijn genaamd: MOPIDL en zijn partner, die opgaf te zijn genaamd: Nederlandse nationaliteit Mopidi legitimeerde zich met een op zijn neem gesteld Angolees paspoort, waarbij als ~, naamvolgorde echter was gesteld: achternaam ANDRE, voornamen MopIdi Simao. BIj ij bevraging door de gemeente in de Basis Voorziening Vreemdelingen (~VV) bleek dat de Pagina 1 van 2

S betrokkene geen rechtmatig verblijf meer In Nederland had~ De medewerker ven de gemeente toonde ons een ultdraai uit de BWwaaruft bleek dat Mopidi was uitgeprocedeerd~ ~Jervolgen~ heb ik, ~ telefonisch een bevraging leten uitvoeren in de Politie Suite Handhaving Vreemdolinger~Ï~\f). Uit dez~ bevraglng bleek ons dat Mopidi bekend was in de PSH~V en dat uit de meest recente verwijderbaarheldslnformatie bleek dat Mopidl onrechtmatig In Nederland verbleet Mopidi staat in PSH-V vermeld als: achternaam MQPiDl~ voornamer~ Sim~o André. Ter controle Is een foto van do betrokkef~e gemaakt dle le vergeleken met de foto van Mopidi uit PgH V~ L, ~ ~ - ~phebben w~ de betrokkene medegedeeld dat hij werd sterindegehouden voor de vreemdelingenwet en dat hij zou worden overgebracht naar het bureau van politie om onderzoek te verrichten naar zijn verbijjfsstatus. Aan de betrokkene Is medegedeeld dat hij zich kon laten bijstaan door een advocaat. Aan do partner van de betrokkene is uitleg gegeven over de staandehouding en is een ~ôntact telefoonnummer verstrekt. Tijdens het overbrengen naar het bureau van politie is de betrokkene in de gelegenheid gesteld telefonisch contact te hebben met zijn advocaat en zijn partner. Waarvan door ons~ op ambtabelofte, - op arnbtsbeiofte, is opgemaakt, gesloten en getekend De verbalisanten, proces~verbaal te Utrecht op 2O~1!2O1 t Pagina 2 van 2