jaarverslag 2011 Stichting Kuria Voorwoord Het blijft bijzonder om te werken in Amsterdam. Zoveel verschillende typen mensen met zo n verscheidenheid in achtergrond, maar ze zijn gelijk in hun ziek zijn. Het aardige is dat er een soortgelijke verscheidenheid geldt voor de medewerkers, ze komen vanuit allerlei windstreken, echt uit het hele land en soms zelfs daarbuiten, zoals bijvoorbeeld de vrijwilligers van het Mission House. Wat zij delen is inzet voor de naaste, er willen zijn voor Een jaarverslag vol van activiteiten met daar achter een wereld van bijzondere mensen. de ander vanuit een christelijke presentie! De combinatie van het bovengenoemde maakt het nog meer bijzonder om te werken in kuria, in Amsterdam. Je neemt bovendien nog eens veel mee door het werken in het hospice of in de buddyzorg; je mag leren van elkaar, elkaar ontmoeten en samen delen. Dank aan allen die dit werk doen, als beroepskracht of als vrijwilliger op welke manier ook, ze doen het toch maar! Zonder al deze mensen zou het werk van kuria geen voortgang hebben. Het werk van kuria is niet alleen palliatieve zorg en ondersteuning bieden, maar ook een getuigen van respect voor leven. Ook dat is bijzonder in een maatschappij waar veel gesproken wordt over eigen recht en besluitvorming in de laatste fase van het leven. Corry van Tol-Verhagen, april 2012 Kuria in een notendop: Kuria staat voor : Deskundige palliatieve (terminale) zorg Respect en christelijke waarden Kuria heeft/is : Een (landelijke) voorbeeld functie Jarenlange ervaring Een consistente en omvangrijke achterban Betrokken medewerkers Een academische werkplaats Bewoners Vader was blij met jullie goede zorg en voor ons als familie was het een enorme steun dat hij op zo n goede en waardige plek kon verblijven. Opname in het hospice is een grote stap, voor de meesten een laatste stap die steeds meer overwogen wordt gezet. Steeds vaker zoeken bewoner, familie/ kinderen of anderen naar een plek die ook echt past bij wat ze zelf voor ogen hebben. Er wordt door medewerkers van kuria veel geïnvesteerd in gesprekken en rondleidingen, toch kan het zo zijn dat voor een andere voorziening gekozen wordt. Het allerbelangrijkste is en blijft dat het een plek moet zijn waar men volledig achterstaat. Dit jaar waren er 96 bewoners in het hospice. Van hen kwamen 58 mensen rechtstreeks uit het ziekenhuis en 35 mensen van thuis. Vanwege ontoereikend zorgaanbod werden 3 mensen vanuit het verpleeghuis overgeplaatst naar het hospice. De gemiddelde verblijfsduur steeg naar 28 dagen (was 23) vanwege een klein aantal bewoners die langere tijd in het hospice verbleven. Een ander opvallend feit is dat de gemiddelde leeftijd in het hospice stijgt, geheel in overeenstemming met de landelijke statistische gegevens. Geen intake: informatie gegeven: geen vervolg: 26 overleden voor intakemogelijkheid: 20 onduidelijke levensverwachting: 4 blijft op andere plek: 13 hospice en wachtlijst vol: 2 anders: 2 aanmelding nieuwe bewoner Intake en positieve indicatie: overleden voor plaatsing: 25 andere plek, geen vrije plaats: 5 wil niet: 2 euthanasie: 3 Intake en negatieve indicatie: contra indicatie: 1 doorverwezen: 1 levensverwachting onduidelijk: 2
Buddy zijn is welbevinden voor twee! Wat is mooier dan twee mensen met elkaar in contact te brengen, waarbij het voor beiden positieve ervaringen oplevert! Goede Voorbeelden Dit jaar werd de buddyzorg als project ingediend in het kader van Goede voorbeelden bij ZonMw en ook gehonoreerd! Een hele eer, zo wordt het ook ervaren!!! Het project is in augustus van start gegaan en loopt tot mei 2012. Er wordt een werkpakket gemaakt, zodat het ook in andere regio s op een een voudige manier opgezet kan worden. Het is erg leuk te zien dat het buddywerk zo breed gewaardeerd wordt. Aan de hand van een aantal getallen wordt hierbij inzicht gegeven over de buddy s en de klanten. De buddyzorg streeft ernaar het samenspel in de zorg voor elkaar zo goed mogelijk te benutten en staat open voor nieuwe werkvormen en methodieken. Zo is in 2011 door het gebruik van verschillende methodieken een verdiepingsslag ingezet met betrekking tot het samenbrengen van cliënt en buddy: de match! Dit gebeurt onder andere door het gebruik van de theorie van Becker. Volgens deze theorie dient gekeken te worden in welke leeftijdsfase de cliënt zich bevindt. Die leeftijdsfase impliceert ervaringen en gebeurtenissen uit een bepaalde tijd. Bijvoorbeeld iemand uit de zestiger jaren, leefde in een periode met een bepaald soort populaire muziek zoals de Beatles. En er zijn bepaalde boeken en maatschappelijke ontwikkelingen uit die tijd te noemen. Het is dan aardig om hem/haar met een buddy in contact te brengen die deze beelden herkent en heeft meebeleefd. De klik tussen mensen kan daarmee eerder gemaakt zijn. Of het nu echt beter werkt dan voorheen, is pas op langere termijn te zeggen. Bekendheid De continuïteit van buddyzorg hangt af van haar bekendheid. Dat betekent dat er altijd aandacht moet worden gegeven aan voorlichting onder verwijzende instanties. Het is een taak die tijd en werk vraagt van de coördinatoren. Daarnaast vraagt het netwerk van werkrelaties, evenals de diverse gemeentelijke diensten, inzet en aanwezigheid. Buddy s: 01-01-2011: 43 buddy s waarvan 26 vrouwen en 17 mannen 31-12-2011: 44 buddy s waarvan 29 vrouwen en 15 mannen gemiddelde leeftijd: 51 jaar. Cliënten: 01-01-2011: 60 cliënten waarvan 48 vrouwen en 12 mannen nieuwe aanvragen 2011: 53 waarvan 30 vrouwen en 23 mannen afgesloten contacten 2011: 50 31-12-2011: 63 cliënten waarvan 48 vrouwen en 15 mannen Deskundigheid Gebruik van nieuwe methodieken vraagt ook om scholing, zo werden de buddy s getraind aan de hand van de informatie uit het STEM (sterven op je eigen manier) project en op het gebied van verliesverwerking. De leerwenskaart werd ingevoerd. Hiermee wordt beoogt dat per buddy de leerbehoeften in kaart kunnen worden gebracht. Ook de coördinatoren volgden training. Vanuit de Gemeente Amsterdam wordt veel aandacht gegeven aan het gebruik van de social media. Naast het feit dat kuria nog enigszins terughoudend is in het gebruik hiervan, lijkt het goed in ieder hierover geïnformeerd te zijn en werden diverse bijeenkomsten bijgewoond. Tevens is scholing gevolgd over groepsdynamica en systeem gericht werken. TAKT Het mooiste van de bezoeken thuis is te ervaren dat mensen veel hebben aan de gesprekken, dat ze het fijn vinden dat je er bent en merken dat er aandacht voor hen is. Dat is een belangrijke conclusie van de verpleegkundige die ongeneeslijk zieken vanuit kuria thuis bezoekt. De bezoeken en gesprekken zijn de belangrijkste taken van het Takt team dat voorlichting en advies en ondersteuning geeft in de thuissituatie. Toch blijft het moeizaam de contacten in de thuissituatie tot stand te laten komen. Het gegeven marktwerking vertroebelt regelmatig de belangrijkste doelstelling om het beste aan zorg en deskundigheid voor een zieke thuis in te zetten. Daarom is het fijn dat het belang van deze bezoeken door deskundigen in de palliatieve zorg meer onderbouwd gaat worden door onderzoek in gezamenlijkheid met het UMCU, in het project Vroegst. Het mooiste is om zo vroeg mogelijk in het ziekteproces ingeschakeld te worden en zo met mensen in contact te komen. Momenteel zijn er twee ziekenhuizen in Amsterdam die meewerken en verwijzen, n.l. het VUmc en het O.L.V.G. Er is veel voorlichting gegeven over deze zorgmogelijkheid, naast de ziekenhuizen ook aan verschillende thuiszorgorganisaties. In 2011 waren er 14 cliënten, werden 21 bezoeken gebracht en was er 17 keer telefonisch contact.
Herdenken De naaste, familie, dierbare vrienden of gewoon kennissen: zij bleven achter. Afscheid hadden ze al genomen. Nu een moment van herdenken: gelegenheid om de tijd die zij (samen) doorbrachten in het hospice af te sluiten. Voor de één heel belangrijk, de ander ziet er van af of wil niet opnieuw de confrontatie aangaan. Dit jaar kwamen in totaal 105 nabestaanden naar de (4) gehouden herdenkingsbijeenkomsten. Het waren bijzondere ontmoetingen. Thema s waarin het herdenken met de naasten stond, waren dit jaar : Hoop, Licht en Troosten. Aan de hand van het onderwerp werd in de bijeenkomst een meditatie door de geestelijk verzorger gehouden, muziek beluisterd en werd het geheel door de bijdrage van de maatschappelijk werker met elkaar verbonden. Ook van het verpleegkundig team was een vertegenwoordiger aanwezig. Het formele gedeelte werd afgesloten met een persoonlijk ontmoeten en nog tijd te nemen om te horen hoe het de naasten vergaan is in de afgelopen periode. Waardevolle ontmoetingen. Reacties van nabestaanden op de herdenkingsbijeenkomsten: Respectvol - Indrukwekkend - Stilstaan Verder zijn door medewerkers nazorggesprekken geweest met naasten, 31 daarvan vonden plaats in het hospice. Voor 43 nabestaanden was een telefonisch contact voldoende. Er ZIJN voor je naaste! Het zijn er veel: 178 is het aantal vrijwilligers die zich op verschillende manieren inzetten binnen het hospice. De één komt koken en de maaltijd voor bewoners en familie bereiden, de ander helpt mee in het verzorgen van de bewoners of doet boodschappen. Maar het kan ook door s nachts in het hospice als noodhulp te slapen en bij te springen als het nodig is. We kunnen en willen niet zonder deze mensen die zich met hart en ziel inzetten voor hun naasten. Helaas verlieten ons dit jaar 19 vrijwilligers maar daarvoor kwamen 40 nieuwe in de plaats! De leeftijd van de vrijwilligers ligt tussen de 20 en 80 jaar, het zijn meer vrouwen dan mannen: 139 vrouw en 39 man. Gedicht van Geert Boogaard Ze zeggen Zeggen vaak dat je niet meer kunt lopen, dat je heel niet meer bestaat, alleen kapot. Eer je het weet heb je haar opgelopen, De ziekte wanhoop, wanhoop zelfs aan God. Over het algemeen zijn de mannelijke vrijwilligers wat jonger dan de vrouwelijke. De grootste groep vrijwilligers (vrouwen in dit geval) is tussen de 45 en 75 jaar oud. Bij mannen ligt dat tussen de 55 en 65 jaar. Naast de 4 basistrainingen die werden gehouden, was er een speciale bijeenkomst voor de kokers met instructie en voorlichting. Er waren ook 2 thema-avonden: over palliatieve sedatie en over het STEM-project (STerven op je Eigen Manier). Voor het eerst werd dit jaar een terugkom - dag georganiseerd, dat is een soort evaluatie- en trainingsdag voor vrijwilligers die een jaar aan het werk zijn. Het was een succes! De deur is dicht. Die krijg je niet meer open. Toch hoor ik soms een sleutel in het slot. Geestelijke zorg Het hoogtepunt van het werk van de geestelijk verzorger is, zoals zij zelf zegt, telkens weer de contacten met al die verschillende bewoners die het goedvinden dat ik een stukje meeloop aan het einde van hun levensweg. In deze contacten zit bemoediging en het kennismaken met elkaar en soms ook met de goede Herder. Vanuit een ander soort contact is de inbreng van de geestelijk verzorger bij de bewonersbespreking van belang. Aan de hand van Bijbelse kernwaarden waaronder: liefhebben, barmhartigheid, trouw en loslaten, tevens kernwaarden uit het kuria visiedocument, hield de geestelijk verzorger meditaties bij de teamvergaderingen. Ook vrijwilligers werden door haar aan het denken gezet bij trainingen door stil te staan bij en te spreken over motivatie en eigen spiritualiteit. Met het team behandelde zij de landelijke richtlijn spirituele zorg.zelf volgde zij een aantal symposia waaronder het seminar zorg rondom het levenseinde verzorgd door Relief.. Psycho-sociale zorg Dat is samen een rol hebben in het begeleiden van een bewoner, het ondersteunen in het naderend afscheid, maar ook helpen in het ordenen van aanwezige problemen. Aan de ene kant een natuurlijk onderdeel van de gewone zorg die door de verpleegkundigen wordt geboden. Echter, de meer complexe situatie vraagt specifieke deskundigheid. Dat betekent inzet van de maatschappelijk werker en ook die van de geestelijk verzorger. De inzet van de verschillende disciplines wordt geregistreerd op een checklist. De bijgehouden registratie dient om meer helderheid te krijgen in de noodzaak en inhoud van de interventie en daarmee ieders taken te verduidelijken. Ook wij hebben veel steun van jullie ontvangen en dat heeft ons goed gedaan. Maatschappelijk werk Vaak heeft de maatschappelijk werker het eerste contact in de kennismaking met het hospice n.l. bij de intake en het laatste in het contact met de naaste bij de herdenkingsbijeenkomst. Daartussen ligt de inzet vanuit haar deskundigheid als het nodig is en gewenst wordt. Maar naast patiënten- en naastenzorg betekent maatschappelijk werker zijn in het hospice nog meer. Haar inzet is ook sturing bij de intervisie en coaching van het verpleegkundig team. Dit jaar is een nieuwe methodiek (model van Bateson en Dilts) gebruikt, die in 2012 geëvalueerd gaat worden. Een team dat intensief met elkaar samenwerkt en met veel emotionele problematiek te maken krijgt, behoeft ondersteuning en aandacht. De maatschappelijk werker heeft een belangrijk aandeel bij diverse scholingen. Haar aandeel richt zich naast de psychosociale kant van het zorg bieden op het multidisciplinaire karakter van de palliatieve zorg. De inbreng vanuit ieders deskundigheid maakt het aanbod compleet.
Ontwikkeling Onderzoek en Onderwijs Ontwikkeling In dit jaarverslag zijn vele ontwikkelingen te lezen: van interne ontwikkelingen door het gebruik van nieuwe methodieken als ook de nieuwe activiteiten buiten het hospice in het consultatieteam in het VUmc en de deelname aan de grote en kleinere onderzoeken. Stilstand is achteruitgang, op zijn minst moeten de ontwikkelingen in het land gevolgd worden. Dat kan zijn op inhoudelijke gebied zoals bijvoorbeeld nieuwe richtlijnen of nieuwe bevindingen in pijn- en symptoombehandeling. Maar ook door zelf bevindingen op te doen uit nieuwe technieken of door een andere werkwijze in de zorg voor bewoners. Het steeds op zoek blijven naar wat goed is en wat beter kan. Het houdt allen in de organisatie scherp en prikkelt om het beste te willen geven. Het kan een mooie cyclus zijn: de ontwikkeling van een idee, gestaafd door onderzoek en vervolgens dit uit te dragen in kennisoverdracht. Kuria wil hieraan bijdragen en een rol in hebben. Een lerende organisatie zowel naar binnen als naar buiten. Het stelt daarom hoge eisen aan de medewerkers: jaarlijks wordt gekeken naar de deskundigheid van de medewerkers en wordtkennis aangevuld door trainingen te volgen. Onderzoek Vanuit de academische rol en werkplaatsfunctie wordt meegewerkt aan onderzoek in het hospice. Het afgelopen jaar mochten daar dan ook weer een aantal mooie (waaronder zelfs in het grote internationale vakblad Archives) publicaties uit voortkomen, o.a. over het landelijke onderzoek AMROSE over palliatieve sedatie. Daarnaast werden voorbereidingen getroffen om te gaan meewerken aan een onderzoek naar delier in samenwerking met de afdeling oncologie van het VUmc evenals een onderzoek naar waardigheid. Lopende onderzoek als pupillometrie, HADS en dossierstudie naar PPS/PPI werden vervolgd. Nieuw onderzoek werd gestart in het kader van vroegsignalering, het VROEGST-project dat wordt uitgevoerd in samenwerking met het UMCU. Dit project gaat over hoe de zorg thuis door eventuele extra ondersteuning verbetert kan worden. Onderwijs Naast het volgen van onderwijs is ook veel onderwijs gegeven. De mooie ruimte op de vierde verdieping, die ons ter beschikking staat, heeft het afgelopen jaar zijn nut bewezen! Velen mochten we er ontvangen. Van de basiscursus voor verpleegkundigen en verzorgenden tot geestelijk verzorgers en medisch specialisten in opleiding. Langzamerhand zijn zo een behoorlijk aantal medewerkers bedreven in lesgeven. Scholingen voor alle medewerkers: herhalingscursus Bedrijfs- HulpVerlening en Stichting STEM. Individuele scholing: Wondzorg bij WCS, COPD en hartfalen in de palliatieve zorg bij het Radboud UMC, B+scholing voor ervaren verpleegkundigen in de palliatieve zorg bij de HAN, Prikkel je zorg en Complementaire Zorg bij angst, depressie, moeheid en slapeloosheid bij de Levensboom, Omgaan met zingevingsvragen via Netwerk palliatieve zorg Amsterdam/Diemen, multidisciplinair werken in de palliatieve zorg voor geestelijk verzorgers en Palliatieve zorg in de GGZ. Congressen/Symposia, bezocht zijn: de Nursing dagen, het seminar: zorgverlening rondom sterven bij Reliëf, het EAPC congres in Lissabon, het symposium PATZ en het jubileum van hospice Veerhuis en de Dag van de Palliatieve Zorg: The other dimensions of palliative care, georganiseerd door het EPZ/ VUmc. Deskundigheidsbevordering voor het verpleegkundig team: over ziekte ALS en COPD, over jeuk, wondzorg en het gebruik van dexamethason, de richtlijn spirituele zorg, diverse vormen van complementaire zorg, verpleegkundig rekenen, het oefenen met de rescuesheet en introductie van de bladderscan. Consultatie Pand Consultatie: onbewust onbekwaam!? Kuria doet al jaren mee in het consultatieteam dat ingezet en ondersteund wordt door het Integrale Kanker Centrum in Amsterdam en bedoeld is voor advies en informatie aan de huisartsen en (wijk)verpleegkundigen. Dit jaar is de consultatie uitgebreid en verbreed. Vanuit de samenwerking tussen VUmc en kuria participeren drie Kuriaverpleegkundigen in een team van specialisten van en binnen het VUmc. Het team geeft advies aan artsen en verpleegkundigen van (alle) verschillende specialismen binnen het VUziekenhuis. Het is een grote stap niet alleen op het gebied van samenwerking maar ook in verbreding van de patiëntenzorg in het ziekenhuis. Door de fysieke aanwezigheid van de verpleegkundigen in de kliniek komen makkelijker onderlinge contacten tot stand. Hierdoor is ook scholing en training op de afdelingen meer vanzelfsprekend. Naast deze activiteiten worden wekelijks casuïstiekbesprekingen gehouden. De activiteiten van kuria, waaronder het hospice en de buddyzorg, zijn ondergebracht in een oud pand aan het bekende Valeriusplein in Amsterdam. Een fraai pand dat is gebouwd in 1900 en al vele renovaties en aanpassingen heeft doorgemaakt. De plek is voor Amsterdamse begrippen uniek. Maar het mooie heeft een schaduwzijde, het pand is inmiddels enigszins gedateerd en heeft beperkingen. Reden genoeg om de verkenning aan te gaan hoe en welke aanpassingen op zijn minst noodzakelijk maar ook haalbaar zijn. Een programma van eisen is opgesteld en voorgelegd aan deskundigen. Gesprekken, voorbereidingen en planning zijn begonnen. Duidelijk wordt dat de échte start van deze renovatie pas gerealiseerd kan worden in 2012. Hoewel het altijd overlast met zich meebrengt, wordt uitgekeken naar de nieuwe look van het huis!
Financieel verslag 2011 Samenvatting 2011 2010 exploitatierekening x 1.000 x 1.000 Het jaar 2011 is in financieel opzicht afgesloten met alleszins tot dankbaarheid stemmende resultaten. Voor het inmiddels derde jaar op rij is gebleken dat het mogelijk is om met de grote inzet en betrokkenheid van medewerkers en vrijwilligers een goed zorgaanbod te realiseren binnen de daarvoor beschikbare middelen. Het activiteitenniveau en daarmee de omzet is in 2011 met ruim 10% gestegen. Daarbij komt dat de overige opbrengsten (voornamelijk bijdragen en giften) in tegenstelling tot het jaar 2010 zijn gestegen, dat is vooral te danken aan een mooie bijdrage door een nalatenschap. Met het oog op de verwachte verschraling van de overheidsbudgetten is in 2011 al sterk ingezet op kostenbeheersing. Dit heeft er toe geleidt dat de kosten ondanks de omzetstijging per saldo licht zijn gedaald. Door de financiële resultaten in de achterliggende jaren en ook over het jaar 2011 is een sterke financiële basis gecreëerd. Dit was nodig om enerzijds risico s op te vangen door wijzigend overheidsbeleid en anderzijds om de noodzakelijke verbetering van het pand aan het Valeriusplein mogelijk te maken. Baten Verpleeggelden, eigen bijdragen cliënten 1.138 1.030 Subsidiebaten 262 209 Bijdragen en giften 466 316 Financiële baten 31 27 Overige baten 45 56 Totaal 1.942 1.638 Lasten Personeelskosten 967 914 Afschrijvingen 23 21 Overige lasten 404 393 Totaal 1.394 1.328 Resultaat 548 310 De verbetering van het pand is reeds opgestart en zal in 2012 grootschalig worden aangepakt. Hiervoor is veel geld nodig. Kuria beschikt over voldoende middelen om de verbouwing- en onderhoudskosten te betalen, zodat geen externe financiering nodig is. Staf Stafoverleg (6 x per jaar) is bedoeld om over hoofdlijnen van beleid van gedachten te wisselen en elkaar bij te praten over de ontwikkelingen bij de verschillende disciplines. Deelnemers zijn Jaap Gootjes, zorgmanager; Marieke ter Horst-van Oord, kwaliteitsmedewerker; José van Nus-Stad, maatschappelijk werker; Atie Peet-Vreman, geestelijk verzorger; Ineke de Soet-Aschman, coördinator vrijwilligers; Margriet Wieles-Griffioen, namens het verpleegkundig team en TAKT, Bertine Schoute-van der Zijden, buddyzorg en Corry van Tol-Verhagen, algemeen directeur. Kwaliteit Bij het behalen van het keurmerk Palliatieve Zorg (december 2010) hoort een rapport waar naast lovende woorden ook aanbevelingen worden gedaan. Naar kuria is de aanbeveling gedaan om de klachtenprocedure meer laagdrempelig te maken. Via een verbeterproces is daaraan gewerkt en zo is het voor familie en naasten meer beschikbaar geworden. Binnen de organisatie zelf was behoefte om uit het gebruik van Palliatief redeneren, een werkmethodiek bij de bewonersbespreking, meer kwaliteit te halen. Vanuit deze doelstelling is het verpleeg plan aangepast om bespreking - afspraken - behandeling - evaluatie binnen de methodiek Palliatief redeneren meer één geheel te laten zijn. Tevredenheidonderzoek Er is een stijging van ruim 10% in de response van nabestaanden op de vragenlijst over het verblijf van hun geliefde in het hospice, het is hiermee gekomen op 44. Het gemiddelde rapportcijfer dat gegeven wordt voor de ervaren zorg, behandeling en een aantal zaken die daar betrekking op hebben is een 8,6. Terugkerende opmerkingen zijn die over de hoogte van de parkeertarieven rondom het hospice. Helaas kan daar door de organisatie weinig aan worden veranderd, wel wordt dit punt herhaaldelijk onder de aandacht van de gemeentelijke overheid gebracht. Een ander belangrijk aandachtspunt is en blijft de communicatie. Zorgvuldige en voldoende communicatie en ook weten wie aan te spreken is. Het lijkt zo vanzelfsprekend, maar wat voor de één genoeg is, kan voor de ander onvoldoende en ontoereikend zijn. Een blijvend aandachtspunt. MIB Er zijn in 2011 34 meldingen van incidenten met bewoners ingediend (MIB). Het merendeel betrof valincidenten, een probleem waar op verschillende manieren aandacht aan geschonken wordt. Helaas is en blijft een valincident een probleem en nooit helemaal te voorkomen. Het heeft vooral te maken met acceptatie en verwerking van het voortschrijdende ziekteproces door de bewoner en tegelijkertijd het hechten aan de eigen regie van de bewoners
Medewerkers in dienst per 31 december 2011 Algemeen directeur: Corry van Tol-Verhagen; Coördinator Vrijwilligers: Ineke de Soet-Aschman; Geestelijk verzorger: Atie Peet-Vreman; Kwaliteitsmedewerker: Marieke ter Horst-van Oord; Maatschappelijk werker: José van Nus-Stad; Medisch directeur: Wouter Zuurmond; Secretariaat: Jeanette Louwerse-Niewold en Carolien Oosterhof-Ockeloen; Stafverpleegkundige: Astrid Piké-Millenaar; TAKT: Joca v/d Berg-Poutsma en Margriet Wieles-Griffioen Verpleegkundigen: Anja van den Berg-Vonck, Joca van den Berg-Poutsma, Piety Haaksema-Meerveld, Coby Mol, Toos Molemaker-v/d Langemeen, Dorine Mons-Boeve, Hester Laagland Winder, Elske Nitrauw, Joop Plas, Arja Putters-Breedveld, Gea van Reemst, Annelies Vuijst-v/d Kooij, Margriet Wieles-Griffioen en Rennie Wijtsma. Invalverpleegkundigen: Joke Korf-Hordijk, Froukje van Sleen en Tineke van Voornveld-Blees Zorgmanager: Jaap Gootjes Buddyzorg: Henny Luchies en Bertine Schoute-v/d Zijden; Uit dienst: Marian Hoogendoorn-v/d Wetering, Annette v/d Laan-de Vries In dienst: Hester Laagland Winder, Froukje van Sleen Ziekteverzuim 2011: 2,1% Huisarts: Guus Verhoeff; Fysiotherapeut: Jacob van den Broek Raad van Bestuur De Raad van Bestuur wordt gevormd door mw. C. van Tol- Verhagen in de functie van algemeen directeur en Prof. dr. W.W.A. Zuurmond in de functie van medisch directeur. In het directiereglement zijn het werkgebied en de verantwoordelijkheden van beiden vastgelegd en hierop wordt toegezien door de Raad van Toezicht. Waar de medisch directeur met name verantwoordelijkheid voor draagt is de patienten zorg en het onderzoek. De algemeen directeur is vooral belast met externe taken(onderhoud relaties), naast het uit zetten van beleid en zorgdragen voor de financiele kant van de totale organisatie. Er is wekelijks afstemmingsoverleg met het management. Comité van Aanbeveling De leden van dit comité zetten zich, onbezoldigd, gevraagd en/of ongevraagd in voor ondersteuning, advies en bekendmaking van het werk van stichting kuria en palliatieve zorg in brede zin: Dhr. A.P. de Boer Dhr. prof. dr. J. Douma Dhr. dr. ir. J. van der Graaf Dhr. drs. A. Kamsteeg Dhr. drs. A.G. Knevel Dhr. ir. H. van Rossum Dhr. mr. A. Rouvoet Dhr. prof. dr. ir. E. Schuurman Dhr. ds. J.J. Tanis Dhr. prof. dr. W.H. Velema Raad van Toezicht De Raad van Toezicht vergaderde 3 maal tezamen met de Raad van Bestuur. Naast het vaststellen van begrotingen en het goedkeuren van jaarrekeningen kwamen de juridische structuur van de organisatie en de samenwerking met het VUmc als ook de beleidsplannen en de renovatieplannen van het pand aan het Valeriusplein aan de orde. Leden: dhr. N.H. Hendrikse, dhr. prof. dr. J.C. Kennedy, dhr. S.Y.T. Meijer, dhr. prof. dr. T.J.F. Savelkoul en dhr. G.S. Sijpestein (voorzitter). Ethische Commissie Colofon De leden van de ethische commissie zijn: Dhr. dr. D.J. Bakker, dhr. ds. K. van den Geest, dhr. drs. J.R.G. Gootjes MSc en dhr. dr. Th. Tromp. De Ethische commissie heeft in 2011 niet vergaderd. Correspondentieadres Tel: 020-6790797 rekeningnummers: Stichting kuria Fax: 020-6737220 ING: 8377 Valeriusplein 6 e-mail: info@kuria.nl ABN AMRO: 44.59.65.795 1075 BG Amsterdam internet: www.kuria.nl