Handleiding vragenlijst Ervaren Regie in de Zorg



Vergelijkbare documenten
Handleiding vragenlijst Ervaren Regie in de Zorg

Deel I. Het meten van ervaren regie in relatie tot zorg bij ouderen SES. Ministerie van VWS eigen verantwoordelijkheid voor gezondheid en zorg

Vragenlijst Ervaren regie in de zorg

Welke vragenlijst voor mijn onderzoek?

Vragenlijst. Ervaren regie in de zorg

Hoe vitaal is Nederland? Ontwikkeling van de Nederlandse Vitaliteitsmeter: de Vita-16

Vitaliteit en de Vita-16. Jorien Strijk (TNO) Wanda Wendel-Vos (RIVM) Susan Picavet (RIVM) Hedwig Hofstetter (TNO) Vincent Hildebrandt (TNO)

Kwaliteit van meetinstrumenten

Inleiding Deel I. Ontwikkelingsfase

Het voorkomen van geneesmiddel gerelateerde problemen bij oudere patiënten met polyfarmacie ontslagen uit het ziekenhuis

Het meetinstrument heeft betrekking op de volgende categorieën Lichaamsregio Overige

Item-responstheorie (IRT)

HANDLEIDING TILBURG FRAILTY INDICATOR (TFI) Een instrument om de mate van kwetsbaarheid bij oudere mensen vast te stellen

DOELGROEP De test richt zich tot zwangere vrouwen of vrouwen die recent bevallen zijn.

WORKSHOP: SAMENWERKING EN REGIE IN HET ZORGNETWERK VAN KWETSBARE OUDEREN

Het sociaal netwerk en het gebruik van zorg door ouderen (55+) in Limburg

KWETSBARE OUDEREN, EEN HOLISTISCHE BENADERING

Clock Drawing Test. Afkorting. Doelstelling/ beschrijving. Doelgroep. Soort meetinstrument. Afname CDT

BIJLAGE 8: QUALIDEM. Inleiding. Het instrument heeft een eerste toetsing bij 240 mensen met lichte tot zeer ernstige dementie ondergaan.

Pijn-Coping-Inventarisatielijst (PCI) Kraaimaat, Bakker & Evers (1997)

Hospital at Home. informatiefolder. Universitair Centrum Ouderengeneeskunde. Hospital at Home

SAMENVATTING. Samenvatting

Netwerk Ouderenzorg Regio Noord

Easycare-TOS: identificatie van kwetsbaarheid bij ouderen in de 1ste lijn

Classificeren en meten. Overzicht van de officiële definities van de meter sinds Raymond Ostelo, PhD. Klinimetrie

ROM met de OQ-45. Kim la Croix, sheets: Kim de Jong. Discover the world at Leiden University

FRAILTY : INTEGRAAL DEFINIËREN EN METEN

Development of the diabetes problem solving measure for adolescents. Diabetes Educ 27: , 2001

Samenvatting. Welk type zorg is PDL?

Diagnosestelling en de vernieuwde IADL-vragenlijst

Bijlage bij hoofdstuk 7 Ervaren gezondheid, leefstijl en zorggebruik

Werkinstructies voor de CQI Huisartsenposten

Uitgebreide toelichting van het meetinstrument. Dutch version of the Quebec User Evaluation of Satisfaction with assistive technology (D-QUEST)

hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5

Uitgebreide toelichting van het meetinstrument. Self-Management Ability Scale-30 (SMAS-30) 1 Algemene gegevens

AANSTUREN OP BETERE SAMENWERKING TUSSEN PROFESSIONALS EN MANTELZORGERS

Het meetinstrument heeft betrekking op de volgende categorieën Lichaamsregio Overige, ongespecificeerd

Rapportage cliëntervaringsonderzoek

Werkinstructies voor de CQI Astma en COPD

DE TILBURG FRAILTY INDICATOR (TFI)

Naar een nieuw concept van Gezondheid

Huizinga MM, Elasy TA, Wallston KA, Cavanaugh K, Davis D, Gregory RP, Fuchs L, Malone R, Cherrington A, DeWalt D, Buse J, Pignone M, Rothman RL (2008)

ZORGNETWERKEN VAN KWETSBARE OUDEREN MARIANNE JACOBS ILSE ZWART-OLDE MARJOLEIN BROESE VAN GROENOU

ICOAP in Dutch, knee. Een Beoordeling van Wisselende en Voortdurende Artrose Pijn, ICOAP: KNIE Versie

Trends in het gebruik van informele zorg en professionele zorg thuis: gebruik van informele zorg neemt toe

HOE U DE SAMENWERKING MET MANTELZORGERS VERBETERT

Werkinstructies voor de CQI Revalidatiecentra Volwassenen en Ouders van Kinderen

SELF-MANAGEMENT ABILITY SCALE: SMAS-30/versie 2. Achtergrond, handleiding en scoring.

Ruth Dalemans Kenniskring Autonomie en Participatie van chronisch zieken en kwetsbare ouderen HET LEVEN. Dr. Ruth Dalemans

College Week 3 Kwaliteit meetinstrumenten; Inleiding SPSS

opgesteld die in de volgende hoofdstukken worden beantwoord.

KWETSBAARHEID VAN OUDEREN

PROMIS. De nieuwe gouden standaard voor PROMs. Kenniscentrum Meetinstrumenten Afdeling Epidemiologie en Biostatistiek VU Medisch Centrum

Spitzer quality of life index

Op weg naar herstel Consensus over een zorgpad geriatrische revalidatiezorg: een Delphi studie Irma Everink & Jolanda van Haastregt

Verslag Cliënt Tevredenheidsonderzoek 2018

Door Cliënten Bekeken Huisartsenpraktijk. Huisartspraktijk Beenakker en Soerland

Wat is Positieve gezondheid en wat kan het voor ouderen betekenen?

VirtueleThuiszorg = preventieve inzet Voor Diabetes Mellitus Type 2 en Gewichtsgerelateerd gezondheidsrisico

Advies en informatie direct vanaf beginfase belangrijk voor mantelzorgers van mensen met dementie

Tabel 1 Overzicht van de aantallen mensen waar we gegevens van hadden

Summery. Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers

WAAR LIGT MIJN GRENS? DE ROL VAN CLIENTEN EN MANTELZORGERS IN DE INTEGRALE ZORG MARJOLEIN BROESE VAN GROENOU HOOGLERAAR INFORMELE ZORG

Stroke-Adapted Sickness Impact Profile (SA-SIP-30)

Nee Ja, hoeveel? Klik hier als u tekst wilt invoeren. Klik hier als u een datum wilt invoeren. Klik hier als u tekst wilt invoeren.

Werkinstructies voor de CQI CVA

Samenvatting. Nieuwe ontwikkelingen in de palliatieve zorg: kwaliteitsindicatoren en het palliatieve zorgcontinuüm.

NL ULTRA; Versie 1 Vragenlijsten. na het krijgen van de hersenbloeding. Dus, wanneer u op 1 januari een

Door Cliënten Bekeken Huisartsenpraktijk. Huisartspraktijk Weidevenne - Huisarts Konijn

Uitgebreide toelichting van het meetinstrument

RAPPORTAGE ZGAO CLIËNTENRAADPLEGING CQ-INDEX ZORG THUIS 2016

Patient-reported outcome measures (PROMs) in de cardiologie

Op weg naar optimale, transmurale samenwerking. Jenske Geerling Verpleegkundig specialist Palliatieve zorg UMCG

Wetenschappelijk onderzoek bij lage rugpijn: wat en hoe moeten we meten?

Autobiografisch geheugen in longitudinaal perspectief

3 Werkwijze Voordat een CQI meetinstrument mag worden ingezet voor reguliere metingen moet het meetinstrument in twee fases getest worden.

Het meetinstrument heeft betrekking op de volgende categorieën Lichaamsregio Overige, ongespecificeerd

Bron: Vilans website januari 2018 en Movisie - website januari 2018

ZORGTRANSITIES EN VERSCHILLEN IN KWALITEIT VAN LEVEN BIJ OUDEREN. Fleur Thomese, Jarno Sluik, Martijn Huisman

Kwaliteit van GGz specifieke zorgstandaarden en modules

SOCIALE KWETSBAARHEID, EENZAAMHEID EN ZORG IN DE PARTICIPATIESAMENLEVING

Onvrijwillige zorg in de thuissituatie

VSB-vorming. workshop namiddag: BelRAI Screener Ervaringen pilootproject BelRAI Screener regio Waasland en Dendermonde

Werkinstructies voor de CQI Jeugdgezondheidszorg

Samenvatting. The Disability Assessment Structured Interview, Its reliability and validity in work disability assessment, 2010

De ontwikkeling, implementatie en evaluatie van een zorgpad geriatrische revalidatiezorg

Door Cliënten Bekeken voor Huisartsenpraktijken. Medisch Centrum 't Sant - Huisarts van Sichem

Ervaren tevredenheid over de geboorte

Doelgroep VoZs. Vlaamse Ouderen Zorg Studie. Screening. 8 regio s. Cijfers niet veralgemenen naar alle ouderen!

RESULTATEN. Rapportage OBS De Tuimelaar, Hoogvliet 2017

Het meetinstrument heeft betrekking op de volgende categorieën Lichaamsregio Hoofd / hals Overige, ongespecificeerd

Palliatieve zorgafdeling. Kwaliteit van leven, ook in de laatste levensfase

Ervaringen thuiszorgcliënten V&V Raffy Breda

Samenvatting Deel I Onderzoeksmethodologie in onderzoek naar palliatieve zorg in instellingen voor langdurige zorg

Feedback rapport Kwaliteitsindicatoren palliatieve zorg. Fictief voorbeeld feedbackrapport TEAM X

Product Informatie Blad - Rekentoets

Met het oog op participatie

Mantelzorgbeleid WZU Veluwe 2015

Classificatie COPD ZIEKTEBELEVING EN PERCEPTIEVRAGENLIJST. 4 domeinen LAN Zorgprotocol. LAN Zorgprotocol COPD 2010.

HOE U DE SAMENWERKING MET THUISZORGMEDEWERKERS VERBETERT

Transcriptie:

Handleiding vragenlijst Ervaren Regie in de Zorg Introductie De ervaren regie vragenlijst is een contextspecifieke en zelfgerapporteerde maat die de beleving weergeeft van kwetsbare ouderen over de mate waarin zij controle hebben over het geheel aan zorggerelateerde gebeurtenissen binnen het (formele én informele) zorgproces. Onder formele zorg wordt verstaan: zorg van de huisarts, de medisch specialist, de thuiszorg, en overige paramedische zorgprofessionals (zoals verpleegkundige, fysiotherapeut, diëtist, tandarts). Met informele zorg wordt verwezen naar de zorg of hulp die men ontvangt van mantelzorgers, zoals van familie, buren, of vrienden. Construct De lijst meet de controle die ouderen ervaren over het geheel aan zorggerelateerde gebeurtenissen. Concreet wordt hier gedoeld op de eigen mogelijkheden ( eigen kunnen ) met betrekking tot het organiseren van zorg, het in contact treden met zorgverleners, zelfzorg in de thuissituatie, en het vooruitzien naar intensieve(re) zorg in de toekomst. Omdat de doelgroep doorgaans gekenmerkt wordt door toenemende kwetsbaarheid en gezondheidsproblematiek is hulp bij regie in de zorg vanuit de naaste omgeving in veel gevallen onmisbaar en verweven met dit eigen kunnen. In deze vragenlijst wordt eigen kunnen daarom ruim opgevat, inclusief hulp vanuit de naaste omgeving. Daarnaast is een gedeelte van de lijst specifiek gericht op de mate waarin men ervaart een vangnet ( steun van naasten ) tot beschikking te hebben. Doelgroep De ervaren regie lijst is ontwikkeld voor ouderen in de leeftijd vanaf 65 jaar, die (semi ) zelfstandig wonen hiertoe worden ook aanleunwoning en serviceflat gerekend en die gebruik maken van formele (en informele) zorg. Met name bij ouderen die een beroep doen op een veelheid aan verschillende typen zorg en/of met frequente contactmomenten met zorgverleners kan de regie in het geding komen, en voor deze groep is de hier ontwikkelde vragenlijst dan ook in het bijzonder geschikt. Contra indicatie: Ouderen die niet in staat zijn de inhoud van de vragenlijst te begrijpen, bijv. door mentale gezondheidsachteruitgang (zoals dementie) of door het niet voldoende beheersen van de Nederlandse taal Ouderen met een zeer gering zorggebruik (bijv. geen andere zorg buiten sporadisch huisartsbezoek) Voor ouderen die in een laatste levensfase verkeren en waarin de zorgsituatie grotendeels geregeld is en stabiel blijft (m.n. ouderen die blijvend intramuraal wonen), is de lijst nog niet gevalideerd. De geschiktheid van de lijst voor andere Handleiding Ervaren Regie in de Zorg Vragenlijst VUmc december 2013 1

groepen dan de primaire doelgroep, zoals ouderen die intramuraal verblijven of chronisch zieken, wordt momenteel getest. Inhoud De ervaren regie lijst bevat 29 items. Deel A bestaat uit vier overkoepelende items, waarvan drie items een 11 punts antwoordschaal hebben (0 = helemaal niet 10 = volledig ). Deze drie dienen een samenvattende score te geven van de eigen regie, de ervaren steun van de omgeving, en de mate waarin men het belangrijk vindt de regie in eigen hand te houden. Het vierde item vraagt naar de persoon bij wie de regie in de zorg grotendeels berust: voor dit item worden vier nominale antwoordcategorieën gegeven ( mijzelf, mijn naaste(n), mijzelf én mijn naaste(n), beiden evenveel, anders, nl. ). Deel B bestaat uit 25 onderwerpspecifieke items, allen met een 5 punts antwoordschaal (1 = niet of met grote moeite 5 = met groot gemak ). Deel B wordt verdeeld in vijf hoofdonderwerpen, namelijk: I. het organiseren van professionele zorg; II. in contact met de professionele zorgverlener(s); III. voor jezelf zorgen in de thuissituatie; IV. het in de toekomst nodig hebben van intensieve(re) zorg; en V. hulp van naaste(n). Door het algemene karakter van de items zijn een aantal items voorzien van voorbeelden opgenomen in het item zelf of tussen haakjes onder het item om respondenten enige houvast te bieden. Terugvraagperiode Om het algehele gevoel van regie te kunnen bepalen, wordt gevraagd naar ervaringen over een héél jaar (het afgelopen jaar). Bij dezelfde type ervaringen met verschillende zorggevers wordt gevraagd een gemiddelde oordeel te geven. De afzonderlijke items zijn daarom niet zorggever specifiek; zij hebben hooguit betrekking op een globale groep van zorggevers (bijvoorbeeld de professionele zorggevers of de naasten / mantelzorgers alleen). Handleiding Ervaren Regie in de Zorg Vragenlijst VUmc december 2013 2

Scoring De volgende dimensies en dimensieberekening werden ontwikkeld na validatie: Specifieke dimensies Berekening eigen regie Gem. items 5 15, 17, 18 eigen regie m.b.t. de toekomst Gem. items 21, 22, 23 vangnet (ervaren steun naaste(n)) Gem. items 25, 26, 28 Globale dimensies Berekening eigen regie globaal score item 1 (range 0 10) ervaren regie globaal Gem. items 5 15, 17, 18, 21 23, 25, 26, 28 Items 16, 19, 20, 24, 27 en 29 zijn niet meegenomen in de gevormde dimensies (o.b.v. factoranalyse), maar worden omwille van inhoudelijke relevantie gehandhaafd in de lijst. Eventuele missende waarden en niet van toepassing antwoorden worden bij de berekening van de gemiddelde scores buiten beschouwing gelaten. Bij slechts vier items is nvt een geldende antwoordcategorie, namelijk items 17 en 18 (omtrent medicatie en gezondheidsadviezen), en items 28 en 29 (omtrent het krijgen van hulp van naasten). Ondanks dat elk van de individuele items een uniek deelaspect binnen de dimensie vertegenwoordigt, en elk afzonderlijk item idealiter meegenomen wordt in de berekening van gemiddelden, is een gering aantal missende waarden acceptabel. Een leidraad voor het totaal aantal missende waarden (de nvt antwoorden hier niet meegerekend) dat per dimensie gehanteerd kan worden, is: 3 (van 13) bij eigen regie 0 (van 3) bij eigen regie m.b.t. de toekomst 0 (van 3) bij vangnet 3 (van 19) bij ervaren regie globaal Inhoudsvaliditeit De items zijn gebaseerd op een conceptueel model dat tot stand kwam door middel van kwalitatief onderzoek (o.b.v. Grounded Theory benadering), onder 32 ouderen over het begrip ervaren regie in de zorg. Een evaluatie van de gevonden thema s (member check) door enkele van deze deelnemers leidde tot bijschaving van het model. Daarnaast zijn de relevantie en volledigheid van de items getoetst aan de hand van een aantal stappen die geleid hebben tot het toevoegen of schrappen van items: een kleine pilot test met ouderen uit de doelgroep; een veldtest studie waarin deelnemers werd gevraagd feedback te geven op de vragen; een evaluatieronde met ouderen die deelnamen aan de studie gerelateerde klankbordgroep; en input van experts in het veld (onderzoekers) op de vragenlijst. De wetenschappelijke literatuur werd ter ondersteuning geraadpleegd, en was niet leidend, omdat het een relatief nieuw domein specifiek construct betreft. Handleiding Ervaren Regie in de Zorg Vragenlijst VUmc december 2013 3

Psychometrische eigenschappen De klinimetrische eigenschappen van de definitieve versie werden bepaald in een tweede veldtest studie met 248 ouderen uit het LASA cohort, in de periode januari maart 2013. De deelnemers waren ten minste 65 jaar oud; hadden ten minste één vorm van formele zorg over het voorgaande jaar (huisarts / medisch specialist / ziekenhuisopname); 96% woonde (semi )zelfstandig; en een meerderheid kampte met twee of meer chronische ziekten en met grote moeilijkheden bij tenminste één van de ADL taken. De vragenlijst werd mondeling afgenomen door een interviewer. De afzonderlijke dimensies hebben een zeer acceptabele interne consistentie. Voor de construct validiteit geldt dat deze lager ligt dan het doorgaans aanvaardbare niveau, hetgeen toegeschreven kan worden aan de domein specifieke aard van de huidige lijst, en het ontbreken van wezenlijk vergelijkbare maten. In tegenstelling tot de regie lijst, welke ingaat op concrete situaties in de zorg, die bovendien sterk gekleurd worden door omgevingsfactoren, zijn de items uit de instrumenten t.a.v. mastery (Pearlin & Schooler, 1978) en self efficacy (Bosscher et al., 1992) van generieke aard en toegespitst op het leven in het algemeen. [publicatie verwacht in 2014] a.) Interne consistentie (Cronbach s α) eigen regie (13 items).90 eigen regie m.b.t. de toekomst (3 items).71 vangnet (3 items).77 b.) Construct validiteit (correlaties met aanverwante schalen) eigen regie en eigen regie m.b.t. de toekomst, geassocieerd met: o Mastery (Pearlin & Schooler, 1978) o Self efficacy (Bosscher et al., 1992) r.30 o Self esteem (Rosenberg, 1965) vangnet, geassocieerd met: o Sociale eenzaamheid (De Jong Gierveld & Kamphuis, 1985) r =.35 Gebruik van de vragenlijst De ervaren regie lijst dient met pen en papier te worden afgenomen, en is geschikt voor zowel zelfrapportage als voor mondelinge afname door een interviewer. Er zijn twee versies beschikbaar. Voor de versie van interviewafname is een bijlage beschikbaar met aanvullende uitleg over de specifieke items. De benodigde tijd voor het invullen dan wel afnemen van de lijst is ca. 15 a 20 minuten. Handleiding Ervaren Regie in de Zorg Vragenlijst VUmc december 2013 4

Literatuur Pearlin, L. I., & Schooler, C. (1978). The Structure of Coping. Journal of Health and Social Behavior, 19: 2 21. Bosscher, R.J., Laurijssen, L., and Boer, E., de. Competence at later age: An explorative study. (Competentie op latere leeftijd: Een exploratieve studie.) Bewegen & Hulpverlening, 1992, 9: 225 265. Dutch. Rosenberg M. Society and the adolescent self image. Princeton, NJ: Princeton University Press, 1965. de Jong Gierveld, J., & Kamphuis, F.H. (1985). The development of a Rasch type lonelinessscale. Applied Psychological Measurement, 9, 289 299. Projectgroep Lily Claassens 1, 2, Caroline Terwee 1, 2, Suzanne van Rhijn 1, 2, Marjolein Broese van Groenou 3, Guy Widdershoven 4, 2, Dorly Deeg 1, 2, 5, & Martijn Huisman 1, 2, 3. 1 Afdeling Epidemiologie & Biostatistiek, VU Medisch Centrum, Amsterdam 2 EMGO Instituut voor onderzoek naar Gezondheid en Zorg (EMGO+), VU Medisch Centrum, Amsterdam 3 Afdeling Sociologie, VU, Amsterdam 4 Afdeling Metamedica, VU Medisch Centrum, Amsterdam 5 Afdeling Psychiatrie, VU Medisch Centrum, Amsterdam Contact Lily Claassens (c.claassens@vumc.nl) Martijn Huisman (ma.huisman@vumc.nl) Handleiding Ervaren Regie in de Zorg Vragenlijst VUmc december 2013 5