Proefveldwerking Biologische landbouw



Vergelijkbare documenten
- 1 - Proefveldwerking Biologische landbouw

Proefveldwerking Biologische landbouw

Proefveldwerking Biologische landbouw

Proefveldwerking Biologische landbouw

Proefveldwerking Biologische landbouw

Proefveldwerking Biologische landbouw

Proefveldwerking Biologische landbouw

- 1 - Eindredactie: Jessica ollislagers, Gunther Leyssens, Koen Vrancken en Elly Vanspauwen,

AARDAPPELEN. nr variëteit maat zaadhuis. 1 Agria Bioselect Agrico/Binst. 2 Biogold Van Rijn. 3 Charlotte Bio Terra (Binst)

- 1 - Werkgroep biologische landbouw: Gunther Leyssens, Jos De Clercq

Rassenproef biologische triticale : Droogte staat goede opbrengst niet in de weg

Topopbrengsten in rassenproef zomertarwe biologische teelt

Nieuwe rassen komen in het zog van Grandval

Proefveldwerking Biologische landbouw

Rassenkeuze erwten en veldbonen in combinatie met triticale

BEMESTING WINTERTARWE (Tekst uit LCG-Brochure Granen Oogst 2009)

BEMESTING WINTERTARWE (Tekst uit LCG-Brochure Granen Oogst 2009)

Mengteelt wintergraan met voedererwt of veldbonen bevestigt goede resultaten

Diepte (cm) Stikstofanalyse totaal Kort voor aanleg 16/06/ Bij aanleg proef 03/07/

- 1 - Eindredactie: An Bellen, Jessica ollislagers, Gunther Leyssens, Gerard Stevens, Elly Vanspauwen,

Rassenproef biologische quinoa 2018

Rassenproef biologische zomertarwe 2017: zonder neerslag naar een goed (bak)resultaat

Maaimeststof: een volwaardig alternatief voor stalmest? Inleiding Doel en context Proefopzet Inagro ILVO (a) (b) Figuur 1 Tabel 1

Stikstofbemesting bij biologische aardappelen

Welk type erwt voor biologische zomermengteelt?

Groeicurve Première en Sinora (2016)

Groenbemesters. Virtueel proefveldbezoek: Nitraatresidu beheersen in de akkerbouw: een permanente uitdaging!

Raseigenschappen biologische aardappelen. Vermeerdering Biologisch Uitgangsmateriaal (VBU) KW0826 Door: Douwe Werkman

Rassenkeuze erwten en veldbonen in combinatie met triticale

Rassenproef wintergerst Nico Luyx Technisch onderzoeksmedewerker vzw-pibo Campus

TOLALG14SPZ_BM08 (Blad)bemestingsproef in najaarsspinazie voor industriële verwerking met voorteelt Tarwe.

De biologische biet. Ontwikkelingsmogelijkheden. Technische dagen KBIVB 2019 Antoons K., Vandergeten JP.

Verslag rassenproeven biologische wintergerst, triticale, wintertarwe

VELDSLA ONDER GLAS 2015

Fractioneren van de stikstofbemesting in aardappelen 6 jaar proeven

Rassenkeuze erwten en veldbonen in combinatie met triticale

DOPERWT vergelijking efficiëntie fungiciden tegen valse meeldauw

Maïs bemesten: oude principes, nieuwe technieken

Groeicurve Amora en Anosta (2015)

Rassenproef Butternutpompoen 2012 biologische teelt

Zaaibed of tray: ga uit van een kwalitatieve plant

Aanleiding project. 2. Opzet project 3. Resultaten eerste. 4. Vervolg. Bodemkwaliteit op zandgrond. Inhoud presentatie

Biologische bloemkool heeft voordeel bij kleine startbemesting: ook verse grasklaver volstaat

Groenbemester als vervanging vals zaaibed

Rassenproef biologische zomertarwe 2014: ondanks gele roest bakwaardig

Groenbemesters. Virtueel proefveldbezoek: Nitraatresidu beheersen in de akkerbouw: een permanente uitdaging!

RASSENPROEF TOMAAT VOOR VERWERKING IN TUNNEL

Jolien Bode, Technisch onderzoeksmedewerker

DOPERWT vergelijking efficiëntie fungiciden tegen valse meeldauw

Rijenbemesting met mengmest bij maïs

QUINOA (CHENOPODIUM QUINOA): DEMONSTRATIEVE RASSENPROEF

TOLALG14SPZ_BM07: (Blad)bemestingsproef in najaarsspinazie voor industriële verwerking met voorteelt erwt.

Onderzoek biologische onkruidbestrijding in. suikerbieten R02

Is spuiwater een volwaardig alternatief voor minerale meststoffen in de aardappelteelt?

Mogelijkheid tot ploegloos zaaien van groenten 2014

C. Meijer BV Lady Anna. Willem in t Anker

BODEMBEWERKING BIJ SUIKERBIETEN WELKE KIEZEN?

22a Grondbewerkingssystemen voor de teelt van wintertarwe EH 0623 Door: ing.h.w.g. Floot

DEMOTUIN DELICATESSEGROENTEN: RASSENPROEF PEULTJES

Oogsttijdstip en kwaliteit bij plaagresistente biologische aardappel 2015

Invloed plantversterkers op opbrengst en gezondheid gewas in de teelt van pootaardappelen

Verslag. Voorkiemproef aardappelen biologische teelt 2004 (1)

PROEF CHEMISCH-MECHANISCHE ONKRUIDBESTRIJDING IN DE BIETENTEELT

- 1 - Werkgroep biologische landbouw: Gunther Leyssens, Jos De Clercq

Landbouwcentrum Granen Vlaanderen (LCG) vzw Graanbericht Nr G.04, 5 maart 2013

Bestrijding van blad- en aarziekten in wintertarwe. EH 859 Door: ing.h.w.g.floot

BODEMBREED INTERREG Resultaten veldonderzoek 2009 nateelt groenbemesters

ir. L. Delanote, ir. A. Beeckman PCBT vzw Kruishoutem, 16 maart 2011

STRIPTILL IN DE MAISTEELT, MEER ERVARINGEN

N-index: wat zeggen de cijfers?

- 1 - Werkgroep biologische landbouw: Gunther Leyssens, Jos De Clercq

Bert Purnot Luc Engelborghs. Probleemstelling

Satellietbedrijf Tiems

Mengteelt van triticale met voedererwt of veldbonen biedt perspectief 1

BODEMBREED INTERREG Resultaten veldonderzoek 2009 nateelt groenbemesters

CRITERIA VOOR HET ONDERZOEK VAN DE RASSEN MET HET OOG OP HUN TOELATING TOT DE CATALOGUS AARDAPPELEN (Solanum tuberosum L.

Dinsdag 3 juli 2012 Toelichting veldproeven. Biobedrijfsnetwerk Veehouders - akkerbouwers

Boerenexperiment No 4 aanvulling

Eiwitgewassen. Voordelen luzerne. Nadelen luzerne 1/14/2016. Luzerne Rode klaver Lupine Veldbonen Soja. Eiwitrijke gewassen

Meer en beter gras van Eigen land met onze nieuwe graslandverzorgingsmachine

WORTEL wortelvliegbestrijding 2015

ONDERZOEK BODEMBEWERKINGEN TEELTCOMBINATIE GRAS MAÏS 2010

Observatieproef op proefboerderij Vrede-peel met buffergewassen naast snijmaïs

Programma voor vandaag:

Teeltsystemen voor concurrerende teelt van wintertarwe EH 0412 Door: Henk Floot (SPNA) en Ruud Timmer (PPO)

Erosie in de akkerbouw Knelpunten en oplossingen (vanaf p. 68) Martine Peumans, Coördinator PIBO-Campus

NIET-KERENDE BODEMBEWERKING BIJ SUIKERBIETEN

Rassenproef prei late herfst biologische teelt 2017

1 Courgette voor industriële verwerking cultivaronderzoek

4.17. ORGANISCHE BODEMVERBETERING - LANGE TERMIJNPROEF SEIZOEN 2002 (TWEEDE TEELTJAAR): HERFSTPREI

VOORJAARSBEMESTING IN PREI: EFFECT VAN MAGNESIUM

inagro Code van goede praktijk bodembescherming advies organische koolstofgehalte en zuurtegraad ONDERZOEK & ADVIES IN LAND- & TUINBOUW

Groeicurve Bintje en Fontane 2014

De bietenteelt heeft veel herbiciden nodig

Meerjarig proefopzet bodembeheer

Na de teelt 18/11/

Herkauwers & Akkerbouw

CCBT-project: Optimalisatie bemesting in de biologische kleinfruitteelt

Proefresultaten zoete aardappel 2017

9.1 Kiemremming van in het veld

Transcriptie:

- 1 - Proefveldwerking Biologische landbouw proefresultaten 2012-2013

- 2 - Deze brochure is een uitgave van: vzw PIBO-Campus Provinciaal Instituut voor Biotechnisch Onderwijs Provincie Limburg, Agrivisie, kenniscentrum voor landbouw De proefveldwerking gebeurt in samenwerking met: Bodemkundige Dienst, Heverlee (Ir. J. Bries) Suikerindustrie-suikerfabriek Oreye (J. Piffet) Inagro, afdeling biologische Productie Beitem (Ir. L. Delanote) Werkgroep biologische landbouw: Gunther Leyssens, Jos De Clercq Losse medewerkers: Miet Broux, Jos Fagard, Guido Haesen, Marc Van Eyck, Jos Claes, Wouter Dieu, Raf Wouters Dieter Cauffman, Morgan Carlens, Koen Vrancken, Nico luyx, Gunther Odeurs, J. Fagard (Junior) Eindredactie: Jessica ollislagers, Gunther Leyssens, Koen Vrancken, Dieter Cauffman en Elly Vanspauwen, Verantwoordelijke uitgever: Gunther Leyssens Sint-Truidersteenweg 323 3700 Tongeren E-mail: biolandbouw@pibo.be Dit demonstratieproject wordt medegefinancierd door 2014 uitgegeven door vzw Pibo-campus Niets uit deze uitgave mag verveelvoudigt worden door middel van druk, fotokopieën, geautomatiseerde gegevensbestanden of op welke andere wijze ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever

- 3 - Inhoudsopgave TEELTROTATIE...5 1 ALGEMEENHEDEN BIJ DE TEELTROTATIE...5 2 BIJKOMENDE VOORDELEN DIE BEREIKT WORDEN DOOR TEELTROTATIE...5 2.1 Bodemvruchtbaarheid...5 2.2 Rustteelten...5 2.3 Meststofgebruik...5 2.4 Onkruidonderdrukking...5 2.5 Teeltrotatie biologische teelten...6 2.6 Organische bemesting op de bio-percelen...7 KORRELMAÏS...8 1 PROEFOPZET...8 2 PERCEELSGEGEVENS...8 3 WAARNEMINGEN...9 4 OPKOMST...10 4.1 Opkomsttabel...10 4.2 Opkomstgrafiek...10 4.3 onkruidtelling...11 5 OOGST...11 5.1 Aantal kolven en planten per ha bij de oogst...12 5.2 hoogtemetingen...12 5.3 opbrengsten...13 5.4 Jaaroverzichten...13 6 BESLUIT...14 7 PROEFPLAN...15 TRITICALE...16 1 PROEFOPZET...16 2 PERCEELSGEGEVENS...16 3 RASSEN...17 4 WAARNEMINGEN...18 4.1 Opkomst...18 4.2 Onkruidtelling...19 4.3 Stand van de rassen...20 4.4 Ziektetellingen...20 4.5 Hoogtemeting...21 4.6 Bloei...21 5 OOGST...22 5.1 Korrelopbrengst bij 15% vocht...22 5.2 Vochtgehalte en hectolitergewicht...23 5.3 Overzicht triticale 2013...23 6 BESLUIT...24 6.1 Proefplan...24

- 4 - AARDAPPELEN...25 1 PROEFOPZET...25 2 PERCEELSGEGEVENS...25 3 RASSENPROEF...26 3.1 Rassen aardappelen...26 3.2 Opkomst...27 3.3 Gewasstand...28 3.4 Phytophthora...29 4 OOGST...30 4.1 Opbrengst...30 4.2 Relatieve opbrengst...31 4.3 Procentuele verdeling van de sortering per varïeteit...31 4.4 Bakproeven 2012...32 4.5 Evaluatie van de opbrengst van de laatste jaren...32 4.6 Bakproeven laatste drie jaren...33 4.7 Bespreking van de rassen...33 4.8 Besluit...34 5 PROEFPLAN...35 CICHOREI...36 1 PROEFOPZET...36 2 PERCEELSGEGEVENS...36 3 ONKRUIDBESTRIJDING...37 4 PROEF MET PHYSIOMAX...37 4.1 Opkomstverschillen...38 5 OOGST...38 5.1 Oogst in proef...39 6 PROEFPLAN...39 GRASKLAVER...40 1 PROEFOPZET...40 2 PERCEELSGEGEVENS...40 3 OOGST...41 4 BESLUIT...41 VELDBONEN...42 1 PROEFOPZET...42 2 PERCEELSGEGEVENS...42 3 WAARNEMINGEN...43 3.1 Opkomsttellingen...43 3.2 Onkruidtellingen...43 3.3 plagen...44 3.4 Hoogtemeting...44 4 OOGST...45 4.1 Opbrengst...45 5 BESLUIT...46 6 PROEFPLAN...46

- 5 - TEELTROTATIE 1 Algemeenheden bij de teeltrotatie Teeltrotatie is voor alle landbouwsystemen belangrijk. In de meest algemene vorm wordt teeltrotatie toegepast om bodemmoeheid te voorkomen. Dit leidde zelfs tot een uitzondering op de pachtwet in de vorm van cultuurcontracten. Deze contracten worden in Zuid-Limburg veel voor aardbeien, aardappelen, vlas en boomkwekerijgewassen gebruikt. In de biologische landbouw is het heel gewoon, zelfs noodzakelijk, om een ruime teeltrotatie aan te houden. 5 jaar is heel gewoon, zelfs 7 tot 8 jaar komen voor. Uiteraard is ook hier de bodemmoeheid een te voorkomen probleem. In biologische teelten tracht men met teeltrotatie echter meer te bereiken. 2 Bijkomende voordelen die bereikt worden door teeltrotatie 2.1 Bodemvruchtbaarheid Iedere teelt heeft een andere invloed op de bodem. Hakvruchten bijvoorbeeld, hebben meestal een negatieve invloed. De regelmatige grondbewerkingen, het traag dichtgroeien van de bodem en het - meestal - late oogsttijdstip zijn de voornaamste redenen voor dit probleem. Uiteraard is het gebruik van zware oogstmachines een bijkomend probleem dat niet te onderschatten is. Granen daarentegen vragen weinig grondbewerking, groeien de bodem snel dicht, de doorworteling van de bodem is zeer goed en ze worden in de zomer geoogst, meestal in droge bodemomstandigheden. 2.2 Rustteelten Het is voor iedereen duidelijk dat een braakjaar een rustjaar betekent voor de bodem. Hetzelfde effect kan ook met een aantal teelten bereikt worden. Granen en grassen zijn hiervan een gekend voorbeeld. Ze vragen relatief weinig meststoffen, de bodem heeft lang geen bewerking nodig. De structuur van de bodem verbetert. De bodem is na deze teelten in staat topprestaties te leveren. 2.3 Meststofgebruik Iedere teelt gebruikt meststoffen in andere verhoudingen. Dat ervaren we duidelijk door de verschillende hoeveelheden meststoffen die we moeten toedienen. Na de teelten blijven ook verschillende verhoudingen aan meststoffen over in de bodem. Met een uitgebalanceerde teeltrotatie kunnen we ook volgens meststofgebruik de teelten perfect op elkaar laten aansluiten. Met de beschikbare stikstof mag het duidelijk zijn: we komen er niet. Vlinderbloemigen zijn onontbeerlijk om een stikstoftekort te voorkomen. De juiste positie van de vlinderbloemige teelt in de rotatie is van groot belang om de stikstof optimaal te benutten. 2.4 Onkruidonderdrukking In cichorei kan gedurende een vrij lange periode onkruid kiemen, omdat er vrij lang licht tot op de bodem kan doordringen. Granen dekken de bodem veel sneller af. Hierdoor wordt het onkruid onderdrukt. De onkruiden die in graslanden voorkomen zijn van een gans andere aard dan de onkruiden in akkerbouwgewassen. De totaal andere beheersmaatregelen, zijnde enerzijds geen grondbewerkingen en

- 6 - maaien of grazen en anderzijds veelvuldige grondbewerkingen zorgen voor totaal verschillende biotoopsituaties met de daaraan gekoppelde plantengemeenschappen. Door op een perceel akkerland en grasland (grasklaver) met elkaar af te wisselen, worden de onkruiden van de beide biotoopsoorten verstoord en verzwakt. In de praktijk leidt dit tot een zeer goede onkruidonderdrukking. 2.5 Teeltrotatie biologische teelten achter PIBO achter PIBO tegen weg Romeinse kassei centrale tegen weg centrale midden centrale achterkant 2011 Cichorei Aardappel Korrelmaïs Grasklaver Triticale Veldbonen 2012 Veldbonen Grasklaver Gras Korrelmaïs Aardappel Triticale 2013 Triticale Grasklaver Aardappel Cichorei Bonen Maïs 2014 Aardappel Korrelmaïs Gras Veldbonen Cichorei Triticale 2015 Gras Cichorei Maïs Triticale Bonen Aardappelen 2016 Maïs Veldbonen Cichorei Aardappel Triticale Gras klaver

- 7-2.6 Organische bemesting op de bio-percelen Perceelsnaam Teelt N advies RDM ton/ha E N / ha PIBO weg Gras klaver 70+45 35 105 PIBO achter Triticale 178 35 105 Centrale weg Cichorei 59 / / Centrale midden Veldbonen / / / Centrale achter Maïs 129 35 105 Romeinse kassei Aardappelen 150 35 105 Dit jaar is er voor het tweedemaal gangbaar runderdrijfmest gebruikt in plaats van zeugendrijfmest. Op basis van de grondontledingen en de teelt zijn we de bemesting gaan afstemmen per perceel. We zijn gaan rekenen met de totale stikstof. We zijn de runderdrijfmest gaan ontleden. Volgens de normen zit er in runderdrijfmest 4,8 E N per ton. Volgens de ontleding komen we uit op 3 E N per ton. De triticale heeft een 105 E N / ha gekregen. Dit was nodig om van start te gaan na de lange winter. Er was weinig of geen insporing. Door de koudere periode duurde het lang vooraleer men het verschil zag van de bemesting. Het gras heeft een 105 N eenheden gekregen. We zien aan het gras dat de runderdrijfmest minder snel werkt dan varkensdrijfmest. Na de eerste snede is er een kaliumbemesting (100 E K) gegeven en een 50 eenheden stikstof. De korrelmaïs heeft ook een 35 ton runderdrijfmest gekregen. De maïsteelt kan deze stikstof zeker gebruiken. De aardappelen hebben ook een 105 E N per ha gekregen. Naargelang de inhoud (N P K) zijn de kalimesting ook gaan aanvullen tot 240 E K. Dit kwam overeen met nog 100 E K of 333 kg patentkali per ha. Inhoud van patentkali: 30% kalium, 10% magnesium en 17% zwavel.

- 8 - KORRELMAÏS 1 Proefopzet Aangezien de biologische landbouwers verplicht zijn biologisch vermeerderd zaadgoed te gebruiken, dient er een marktonderzoek uitgevoerd te worden. Dit marktonderzoek zal gericht zijn naar de beschikbaarheid van bio-zaadgoed bij verschillende zaadproducenten. De biologische kippenhouders zijn vragende partij om biologische korrelmaïs aan te kopen. Dit is dan ook een rendabele teelt naar akkerbouwers toe. Zij hebben een verzekerde afzet van hun geoogst product en de kippenhouders hebben biologisch voeder voor hun kippen. Wij zijn op zoek gegaan naar biologische korrelmaïsrassen. Er zijn niet zoveel korrelmaïsrassen beschikbaar. Wel dubbeldoelrassen. Maar we zijn uitsluitend op zoek gegaan naar korrelmaïsrassen. Deze rassen zijn we gaan uitzaaien en gaan we vergelijken t.o.v. elkaar. 2 Perceelsgegevens a Voorvrucht: Triticale b Bemesting: Runderdrijfmest 105 E N per ha 04.04.13 c Zaaien: 29.04.13 d Zaaidichtheid: 112 000 korrels per ha e Variëteit: rassenproef in vier herhalingen. nr Ras Verdeler BIO FAO 1. Ronaldinio KWS ja 240 2. PR39F58 PIONEER ja 250 3. Lapriora KWS ja 170 4. LG 32.02 Limagrain ja 220 f Werkzaamheden: Klepelen gele mosterd 13.01.13 Ploegen 13.01.13 Afslepen 02.04.13 Onderwerken drijfmest 04.04.13 Aanleg vals zaaibed (rotoreg + rol) 04.04.13 Klaarleggen perceel 29.04.13 Zaaien 29.04.13

- 9 - g Onkruidbestrijding: Wiedeg 28.05.13 Wiedeg 03.06.13 Schoffelen 05.06.13 Wiedeg 16.06.13 Schoffelen 16.06.13 Schoffelen + aanaarden 01.07.13 Er werd eerst met de wiedeg door de vroeg gezaaide maïs gereden. Vlak erna werd er geschoffeld. Dit gaf een goed resultaat. Door de slechte weersomstandigheden was de groei van de maïs traag. Daardoor kon het onkruid groeien en konden we niet op tijd wieden. h Ontledingsuitslag van de bouwlaag ph: 6,5 (hoog) %C: 2,1 (hoog) P: 18 (normaal) K: 16 (normaal) Mg: 15,8 (normaal) Ca: 220 (normaal) Na 4,2 (normaal) i Dieptestaal van de bouwvoor: Diepte in cm Grondsoort Nitrische stikstof in kg N/ha Ammoniakale stikstof in kg N/ha PH-KCL % C 0 30 cm leem 10,6 15,3 6,4 1,4 30 60 cm leem 10,9 13,8 60 90 cm leem 6,0 8,7 3 Waarnemingen Het perceel is gelegen aan de centrale. De opkomst was goed. Toch zagen we dat één ras het minder goed deed. Door de slechte weersomstandigheden groeide de maïs een maand niet. Daardoor bleef hij klein en kiemde er veel onkruid. Het was niet gemakkelijk om het onkruid te wieden. Dit is het derde jaar dat er biologische maïs wordt geteeld maar ook het moeilijkste jaar. De maïs kiemde goed maar viel stil op 4 tot 6 bladeren qua groei betreft. Begin juni is de groei hernomen. Toch had de maïs een groeiachterstand.

- 10-4 Opkomst 4.1 Opkomsttabel nr Ras Opkomst 16 mei (pl/ha) Opkomst % 2013 Opkomst % 2012 1. Ronaldinio 107 878 96 / 2. PR39F58 102 521 92 96% 3. La priora 38 422 34 82% 4 LG 32.02 106 400 95 94% Alle rassen staan goed. Het ras La priora hadden een mindere start groei. Dit zagen we voorgaande 3 jaar ook. Dit kan de onkruidbestrijding vermoeilijken. Alle rassen zijn uitgezaaid aan 112 000 korrels per ha. 4.2 Opkomstgrafiek

- 11-4.3 onkruidtelling In bovenstaande grafiek zien we de evolutie van de onkruiden. Door het slechte weer konden we een maand na zaai niks doen. Een halve maand na zaai waren er al verschillende onkruiden. 14 dagen later telden we meer onkruiden. Door het moeilijke weer konden we pas laat wieden. In herhaling 3 en 4 was er niet geploegd. We zagen daar een minder onkruiddruk. 5 Oogst Eerst werden de stalen geoogst op 24 oktober in goede omstandigheden. Het perceel werd geoogst 31 oktober. We zien dat het vochtgehalte rond de 35 % ligt. Wat een 5 % te hoog is. In onderstaande tabel zien we het aantal planten, het aantal kolven per 100 planten en het aantal afhangende kolven.

- 12-5.1 Aantal kolven en planten per ha bij de oogst nr Ras Verdeler Planten/ha Aantal kolven/ 100 planten Afhangende kolven 1. Ronaldinio KWS 94 286 97 0 2. PR39F58 PIONEER 95 714 105 0 3. La priora KWS 40 952 130 0 4. LG 32.02 Limagrain 90 000 99 0 Er was wel legering zichtbaar enkel bij het ras La priora. 5.2 hoogtemetingen nr Ras Planthoogte cm Hoogte kolf cm 1. Ronaldinio 226 110 2. PR39F58 248 128 3. La priora 182 72 4. LG 32.02 225 115 gemiddelde 220 106 In bovenstaande tabel zien we dat er toch verschillen zijn tussen de rassen. Er zijn ook rassen die vrij lang waren. Ondanks dat La Priora de kleinste is zien we toch legering enkel bij la priora. Legering van La Priora is 4 %. Ook is er builenbrand waarneembaar bij dit ras.

- 13-5.3 opbrengsten nr Ras Kg/ha % vocht 1. Ronaldinio 11 857 34,76 2. PR39F58 11 735 33,37 3. La priora 7 533 32,79 4. LG 32.02 10 731 34,61 gemiddelde 10 464 33,88 In bovenstaande tabel zien we de opbrengsten van de rassen. De opbrengsten worden weergegeven bij 15% vocht. We zien dat het ras Ronaldinio de beste opbrengst heeft (11 857 kg/ha). Lapriora heeft de minst goede opbrengst (7 533 kg/ha). Toch zien we dat dit ras over de jaren heen geen goede opbrengst heeft. In het algemeen zien we dat de maïs geoogst is aan een vochtgehalte van 34%. 5.4 Jaaroverzichten nr Ras verdeler 2011 2012 8 mei 2012 22 mei 2013 1. LG 32.02 Limagrain 12135 11 237 9539 10731 2. PR39F58 PIONEER / 11 163 9728 11735 3. Lapriora KWS 11358 10 662 11342 7533 4. Farmduo FARMSAAT 13235 11 607 10641 / 5. Farmoso FARMSAAT 12614 11 922 10428 / 6. Ronaldinio KWS 14115 / / 11857 gemiddelde / 12691 11 318 10336 10464 In bovenstaande tabel zien we de opbrengsten over 3 jaren proef. Deze opbrengsten worden uitgedrukt bij 15% vocht.

- 14-6 Besluit Uit deze proeven kunnen we al besluiten trekken. We zien dat het ras La priora vorig jaar vrij klein bleef en er veel onkruid tussen stond. Ook dit jaar zagen we dit terug komen. Ook had het ras een slechte opkomst. De opbrengst viel ook tegen. We zien dat Ronaldinio de beste opbrengst heeft. We zien dat het ras la priora wel het droogst is. Dit kunnen we ook zien aan de opbrengsten en vochtgehalten. In de bovenstaande tabel zien we een overzicht over de jaren heen. Het is een teelt die in moeilijke omstandigheden ook goed zuiver te houden is. Dit hebben we al drie jaar gezien. Ook de opbrengsten vallen goed mee. Wel op tijd zaaien om te oogsten voor korrelmaïs. La priora valt sterk op tussen de rassen. Doordat het ras kleiner blijft en het vroeger rijp is. La priora is niet geschikt voor de biolandbouw. Er komt teveel onkruid in voor. Dit jaar was de korrelmaïs de vuilste teelt op de campus. Enkel in de rij is er een probleem. De maïs in 2013 heeft een maand stilgestaan qua groei door de koude maand mei.

- 15-7 Proefplan 1 Ronaldinio 3 La Priora 2 PR39f58 4 LG32.02 3 1 2 4 12 m duurzame landbouw 2 4 3 1 totaal 160 m lang BP BP 4 3 1 2 BP BP BP 1 2 3 4 centrale weg totaal 30 m breed

- 16 - TRITICALE 1 Proefopzet Het opzet van deze proef is het opvolgen van de biologische teelt van triticale. Er is een rassenproef uitgezaaid met 6 verschillende rassen. De bedoeling is de rassen onderling gaan te vergelijken met elkaar. Per ras zijn er vier herhalingen aangelegd. Het doel van deze proef is om de rassen te vergelijken op twee locaties. De andere proef ligt in West-Vlaanderen. De bedoeling is om de technische en de economische haalbaarheid van de teelt verder te bestuderen. Ook is het belangrijk om te kijken welke verschillen we kunnen waarnemen. Het gaat dan over de groei, grondbedekking, de ziekten en de opbrengsten van de verschillende rassen. Triticale kan geoogst worden voor zowel de korrel als de gehele plant silage (GPS) Voor de aanleg van de proef werken wij volgens het protocol van LCG en WPA (D. Wittouck). Bij ons wordt ze enkel geoogst voor de korrelopbrengst. Dit is een demonstratieproef in samenwerking met Inagro afdeling biologische productie. 2 Perceelsgegevens a Voorvrucht: veldbonen b Zaaidatum: 12.11.12 c Zaaidichtheid: 400 korrels per m 2 d Onkruidbestrijding: wiedeggen 16.04.13 24.04.13 04.05.13 De eerste wiedegbeurt was op 16 april. Dit was laat. Toch konden we niet vroeger door de zwakke stand van bepaalde rassen. e Bemesting: 1 e fractie Runderdrijfmest 105 E N 04.04.13 De bemesting gebeurde later. De triticale stond er klein bij. De bemesting werd uitgevoerd in ideale omstandigheden. f Ontledingsuitslag van de bouwlaag: ph: 6,5 (hoog) %C: 1,6 (hoog) P: 20 (hoog) K: 23 (normaal) Mg: 13,8 (normaal) Ca: 200 (normaal) Na: 5,8 (normaal)

- 17 - g Dieptestaal van de bouwvoor: Diepte in cm Grondsoort Nitrische stikstof in kg N/ha Ammoniakale stikstof in kg N/ha PH-KCL % C 0 30 cm Lichte leem 8,5 19,4 6,7 1,3 30 60 cm leem 12,6 13,8 60 90 cm leem 7,0 6,4 3 Rassen nr Ras Verdeler BIO DKG Kg/ha 1. GRANDVAL Lemaires deffontaines NCB 44 176 2. SEQUENZ Agrifirm BIO 44 176 3. TREMPLIN Locebi BIO 45 180 4. AMARILLO Locebi BIO 41 164 5. BORODINNE Philip seeds NCB 52 208 6 VUKA Limagrain NCB 52 208 (zaai aan 400 korrels/m²) De rassenkeuze gebeurt in samenwerking met Inagro. De rassen werden uitgezaaid in 4 herhalingen. In totaal zijn er 6 variëteiten uitgezaaid. De buitenste zaaipijpen van het graanzaaimachine werden dicht gezet. Zo creëren we een opening van 25 cm tussen de rassen onderling. We voorkomen zo dat de rassen door elkaar gaan groeien en krijgen we een correcter beeld per ras tijdens de tellingen en de oogst.

- 18-4 Waarnemingen 4.1 Opkomst De opkomsttelling is laat uitgevoerd: begin april en 18 april. Door de zware winteromstandigheden stond de triticale er zwak bij. Daarom zijn we zo laat gaan tellen. We zijn met leerlingen gaan tellen en apart. Door de lage cijfers twijfelden we aan het cijfermateriaal. Maar de tweede telling gaf ons nog lagere cijfers, maar er zat wel een verband in. Grandval had de beste opkomst, samen met Tremplin, Amarillo en Vuka. Sequenz en Borodine hadden een mindere opkomst.

- 19-4.2 Onkruidtelling De onkruidtelling werd uitgevoerd vlak na de winter. De onkruiden worden uitgedrukt per vierkante meter. In onderstaande grafiek de onkruidtelling van 2012. In onderstaande grafiek de onkruidtelling van 2013. We zien dat het aantal onkruiden tussen de 15 en 35 planten per m² liggen.

- 20-4.3 Stand van de rassen 4.4 Ziektetellingen In onderstaande tabel zijn de ziektetellingen weergegeven. Ras Bladseptoria Bruine roest Gele roest witziekte Grandval 7,5 9,0 8,0 9,0 Sequenz 7,4 9,0 6,8 9,0 Tremplin 7,6 9,0 9,0 9,0 Amarillo 6,7 9,0 9,0 9,0 Borodinne 7,7 9,0 7,0 9,0 Vuka 7,6 9,0 7,0 9,0 Score: 1 ziek Score: 9 Gezond

- 21-4.5 Hoogtemeting De hoogtemeting is uitgevoerd op 18 juni. De triticale is later dan andere jaren. We zien dat alle rassen ongeveer even hoog zijn. Behalve Sequenz. Dit is al het tweede jaar in proef dat dit ras het kleinst blijft. Ook zien we dat de opkomst vrij traag opgang komt en dat er een minder bodembedekking is. Dit zien we aan het onkruid dat er tussen staat. 4.6 Bloei Zoals jaarlijkse traditie staat de triticale begin juni in bloei. Dit jaar is dit anders. Half juni was er pas bloei van de rassen. De hoogtemeting gaan we bepalen om de stro opbrengst te kennen. We doen dit voor elk ras apart. Ook kan dit een maat zijn om de legering te voorspellen. Een ras van 1,2 m zal minder lang recht blijven staan dan een ras dat maar 1 meter hoog is. We zagen ook weinig schade van ziekten. Er was weinig schade van het graanhaantje. Toch minder dan het jaar ervoor.

- 22-5 Oogst Op 5 augustus werd de triticale geoogst. Door de goede omstandigheden was het vochtgehalte ideaal en kon er vlot geoogst worden. Die periode was lang droog weer. We konden wachten tot het graan droog genoeg was. Er werden 4 herhalingen geoogst van de 6 rassen. 5.1 Korrelopbrengst bij 15% vocht In de onderstaande tabel vinden we de oogstgegevens terug van de rassen uitgedrukt in kg/ha. Nr Ras Kg/ha (15% vocht) Rel. tov gem 1 Grandval 6262 103,8 2 Sequenz 5621 93,2 3 Tremplin 5747 95,2 4 Amarillo 6438 106,7 5 Borodinne 6079 100,7 6 Vuka 6058 100,4 gemiddelde 6034 100 In de tabel zien we dat de opbrengsten lager liggen dan het voorgaande jaar. Dit heeft te maken met de zware koude winter en voorjaar. Het perceel leverde een gemiddeld gewicht van 6 034 kg/ha. Het ras Amarillo had de hoogste opbrengst (6 438 kg/ha). Sequenz had de laagste opbrengst (5 621 kg/ha).

- 23-5.2 Vochtgehalte en hectolitergewicht In deze tabel zien we de opbrengsten met daarnaast het vochtgehalte en het hectolitergewicht. Zo kunnen we de rassen onderling gaan vergelijken. Het graan was sneller droog door de goede weersomstandigheden en de stand van het gewas (geen legering). Nr Ras Opbrengst kg/ha Vochtgehalte hectolitergewicht 1 Grandval 6262 12,1 69,4 2 Sequenz 5621 13,4 71,6 3 Tremplin 5747 13,3 74,4 4 Amarillo 6438 12,1 70,0 5 Borodinne 6079 12,7 69,4 6 Vuka 6058 12,8 69,9 5.3 Overzicht triticale 2013

- 24-6 Besluit De zaai gebeurde in goede omstandigheden en niet te laat (12/11/12). De opkomst was minder goed en duurde lang. Het gewas ging klein de winter in. De winter duurde lang en de triticale had maar een opkomst van 50%. Één bemestingsgift met runderdrijfmest (105 E N) was meer als voldoende. Er is drie keer gewied. De onkruidbestrijding is goed gelukt. Er was weinig ziekte of aantasting van het graanhaantje. De opbrengst was dit jaar heel goed. Amarillo heeft de beste opbrengst (6 438kg/ha). Elk jaar is Grandval een beter ras. Sequenz heeft de minst goede opbrengst. Het is een teelt die zekerheid geeft naar haalbaarheid toe. 6.1 Proefplan Proefplan Triticale 2012-2013 2 5 1 3 6 4 5 3 6 4 2 1 6 4 2 1 3 5 1 2 3 4 5 6 Verkavelingsweg

- 25 - AARDAPPELEN 1 Proefopzet Variëteitenproef in samenwerking met Inagro te Beitem. Doel is om samen met Inagro op zoek te gaan naar variëteiten die geschikt zijn voor de biologische teeltwijze. Hiertoe worden 5 verschillende variëteiten vergeleken op gebied van grondbedekking, groei, ziekteaantasting, productie en economische waarde per ha. Dit jaar ligt de proef specifiek richting chipsafzet. We gaan rassen vergelijken qua bakkleur. De proeven gebeuren telkens in drie herhalingen waarbij een buffer van Sarpo Mira wordt voorzien om de phytopthoradruk in het perceel homogeen te houden. Binnen de proef wordt er ook onderzoek gedaan naar mechanische onkruidbestrijding. Dit is een demonstratieproef in samenwerking met Inagro afdeling biologische productie 2 Perceelsgegevens a Voorvrucht: gras b Plantdatum: 22.04.13 c Variëteiten 23.04.13 d Plantafstand per variëteit: 32 cm x 75 cm e werkzaamheden: - ploegen 13.01.13 - bemesten drijfmest 04.04.13 - onderwerken drijfmest Canadienne 04.04.13 - aanleg vals zaaibed (rotoreg + rol) 04.04.13 - opentrekken val zaaibed 19.04.13 - klaarleggen aardappelperceel rotoreg (diep) 22.04.13 f onkruidbestrijding: - wiedeggen 13.05.13 - aanaarden 28.05.13 - wiedeg proeven 28.05.13 - aanaarden proeven 03.06.13 - aanaarden 14.06.13 - aanaarden 26.06.13 g Ontledingsuitslag bodemstaal: ph: 6,8 (gunstig) %C: 1,4 (normaal) P: 24 (tamelijk hoog) K: 27 (tamelijk hoog) Mg: 20 (hoog) Ca: 317 (normaal) Na: 2,5 (tamelijk laag)

- 26 - h Bemesting: runderdrijfmest 105 E N 04.04.13 patentkali 100 E K 28.03.13 3 Rassenproef 3.1 Rassen aardappelen Ras Pootgoedbedrijf Kookeig. Biologisch pootgoed 1 Agria Agrico Vast kokend/chips NCB 2 CM2005-622-005 Meijer chips NCB 3 Antina Europlant Chips NCB 4 Carolus Agrico Chips NCB 5 Osira Europlant Chips NCB

- 27-3.2 Opkomst De aardappelen zijn eind april gepland. Door de koude weersomstandigheden was er pas een maand later een opkomst. Daarna hebben de rassen enorm snel gegroeid. Begin juni kwamen de rassen pas op. Daarna ging het snel. De rassen CM2005-622-005 en Osira hadden een goede start. Deze hadden een gelijkmatige en mooie opkomst. De rassen Agria, Carolus en lady Claire hadden een mindere startgroei. De startgroei kan belangrijk zijn voor de onkruidbestrijding. Daarna herpakten de rassen zich wel. Toch heeft Agria zich goed herpakt. Dit is elk jaar het geval: Agria heeft altijd een zeer snelle ontwikkeling eens de aardappelen boven komen. We zien wel dat de rassen Agria en Carolus een goede eind opkomst hadden. Het is belangrijk in de bioteelt een ras te hebben dat snel de rijen dicht heeft. Het ras moet wel geschikt zijn voor de afzet per bedrijf.

- 28-3.3 Gewasstand De aardappelen hadden een trage opkomst. Door het betere weer groeien de aardappelen snel. De rijen waren voor de helft gesloten op 15 juni. Het perceel is ook beter gelegen dan vorig jaar. Vorig jaar was er al een zeer zware aantasting op het perceel. We zijn de rassen gaan beoordelen. We zien dat alle rassen ongeveer een 6 krijgen qua score. We zien dat Carolus iets beter scoort dan de rest. Maar alle rassen stonden er goed bij.

- 29-3.4 Phytophthora De waarnemingen werden telkens in 3 herhalingen uitgevoerd. De schadebeoordeling gebeurde volgens de PD- schaal. PD-schaal % aangetast Score Ziektebeeld 0 10 niet aangetast 0-1 9,5 1 ziek blaadje per plant 1-15 9 1-5 zieke blaadjes per plant 15-25 8 5-10 zieke blaadjes per plant 25-35 7 Meer dan 10 zieke blaadjes 35-45 6 10% vlekjes (ziek) 45-55 5 100% vlekjes (ziek) 55-65 4 50 % blad is vernietigd 65-75 3 75% blad is vernietigd 75-85 2 95% blad is vernietigd 85-100 1 nagenoeg 100% van het blad is afgestorven, de stengels zijn afgestorven maar staan nog overeind 100 0 alle planten zijn afgestorven, blad en stengel verdroogd PD-scores per variëteit Nr Ras 26/07/13 13/8/13 3/9/13 1 Agria 8,7 8,8 5,3 2 CM2005-622-005 8,0 8,5 6,2 3 Antina 7,7 7,3 5,7 4 Carolus 8,3 7,0 1,3 5 Osira 5,0 2,2 0,0 6 Lady Claire 7,0 4,0 0,0 Koperbehandeling: 15/06/13 0.6 kg koper per ha 22/06/13 0,6 kg koper per ha 01/07/13 0,6 kg koper per ha 08/07/13 0,6 kg koper per ha 19/07/13 0,6 kg koper per ha 27/07/13 0,6 kg koper per ha 03/08/13 0,6 kg koper per ha 11/08/13 0,6 kg koper per ha 17/08/13 0,6 kg koper per ha

- 30-4 Oogst Door de koude natte voorjaar was de onkruidbestrijding niet zo gemakkelijk. Ook kiemden de aardappelen traag. Toch was de onkruidbestrijding goed gelukt. In de zomer was het te droog. Zo was er onvoldoende loof aanwezig. De ziekte bleef weg door de droogte. We zijn ook gaan behandelen met koper. Er is niet geklepeld geweest enkel de kopakkers. Op het einde van de teelt was het onkruid goed onder controle gehouden. We zijn gaan oogsten op 20 september. De oogst verliep onder goede omstandigheden. Drie dagen later hebben we de proeven uit het perceel gehaald. Door de droogte waren er geen of weinig rotte aardappelen aanwezig. 4.1 Opbrengst nr ras Opbrengst (kg/ha) Middenmaat (kg/ha) Groot (kg/ha) Martkbare Opbrengst (kg/ha) 1 Agria 22 147 14 376 3 518 17 894 2 CM2005-622- 005 26 273 18 674 5 330 24 004 3 Antina 16 553 8 770 4 019 12 789 4 Carolus 22 163 16 958 2 224 19 182 5 Osira 10 223 6 994 4 207 11 201 Gemiddeld 19 472 13 154 3 860 17 014 In de tabel zien we de opbrengsten van de verschillende rassen. Door de droogte zijn de opbrengsten lager. Toch hebben een redelijke goede marktbare opbrengsten. Het gemiddelde ligt ook een stuk lager dan voorgaande jaren. Het ras Agria had dit jaar niet de hoogste opbrengsten. Enkel het ras onder nummer had een goede diktemaat. We zien dit jaar weinig grote verschillen tussen de rassen. Zo heeft het ras Antina en Osira een zeer lage opbrengst. Dit is als het tweede jaar op rij. Het ras agria heeft dan over de jaren heen een goede opbrengst. Ook in de marktbare opbrengst zien we verschillen. Er is weinig diktemaat bij de rassen. Dit komt doordat het rassen zijn specifiek voor de chipsindustrie. Deze rassen mogen ook weer niet te dik zijn. Voor de Lady Claire in buitenproef hebben we een opbrengst van 22 880 kg/ha. We hebben nog nooit zo mooie dikke aardappelen gehad in de bio op de PIBO-campus. Er waren niet veel knollen per struik, maar de diktemaat dit jaar was bijzonder.

- 31-4.2 Relatieve opbrengst nr ras Opbrengst in % Middenmaat % Groot % % Marktbare opbrengst 1 Agria 114 100 65 91 2 CM2005-622- 005 135 106 69 97 3 Antina 85 82 120 91 4 Carolus 114 114 69 103 5 Osira 53 98 115 118 Gemiddeld 100 100 100 100 4.3 Procentuele verdeling van de sortering per varïeteit nr ras Opbrengst Kg/ha Middenmaat % Groot % % Marktbare opbrengst 1 Agria 22 147 65% 14% 79% 2 CM2005-622- 005 26 273 69% 15% 84% 3 Antina 16 553 53% 26% 79% 4 Carolus 22 163 74% 15% 89% 5 Osira 10 223 64% 21% 85% Gemiddeld 19 472 65% 22% 87% De marktbare opbrengst ligt gemiddeld rond de 83 %. Dit is een goed resultaat wat te maken heeft met de droge zomer.

- 32-4.4 Bakproeven 2012 nr ras OWG PIBO OWG lani Suikers Bakkleur 1 Agria / 386 0 7 2 Sarpo mira 449 / 0 7 3 Lady Jo 444 331 0 7 4 Lady Lenora 406 392 0 7 5 Osira 375 396 0 7 6 Lady Claire 368 335 0 7 7 Saturna 391 366 0 7 Zo te lager het suikergehalte, zo te beter de bakkwaliteit Bakkleur: 0= slecht 10 = super 7 = goed en aanvaarbaar 4.5 Evaluatie van de opbrengst van de laatste jaren nr variëteit 2008-2009 2009-2010 2010-2011 2011-2012 2012-2013 1 Agria 45 710 35 810 41 884 13 787 22 147 2 Osira / / / 6 648 10 223 3 Lady claire / 32 369 32 643 6 000 15 000 4 Sarpo Mira 48 750 / / 25 811 / 5 Antina / / / 3 128 16 553 6 Saturna / / / 11 499 / 7 Toluca 25 233 19 080 / / /

- 33-4.6 Bakproeven laatste drie jaren variëteit Agria Lady claire Antina Carolus CM2005-622-005 OWG 2011 437 445 / / / OWG 2011 426 421 / / / Bakkleur 2011 7 7 / / / OWG 2012 386 368 / / / OWG 2012 / 335 / / / Bakkleur 2012 7 7 / / / OWG 2013 521 516 561 500 546 4.7 Bespreking van de rassen Eerst werd buitenproef gerooid. Daarna werden de rassen geoost. Op 24 september zijn de proeven gerooid. Tussen de rassen stond er Sarpo Mira en niet Desiré zoals voorgaande jaren. Dit is een rode aardappel om te rassen ten op zicht van elkaar te onderscheiden. In de rassen stond er redelijk onkruid, zodat we deze manueel moesten verwijderen tijdens het rooien. Door de droogte kwamen er vele kluiten mee naar boven. Door het oogsmachientje van de school worden de aardappelen van het midden naar de zijkant gelegd zodat we enkel aardappelen hebben in de zak. Er zijn vele verschillen tussen de rassen. Sommige rassen hadden een snelle opkomst en een snelle bodembedekking. Andere rassen groeiden minder snel door de droogte. Osira had eerst last van de ziekte. Dit is het tweede jaar op rij dat Osira als eerste de ziekte heeft. Sarpo mira had de beste opbrengst, maar de kwaliteit is minder. De rest van de rassen hadden een redelijke opbrengst. 4.7.1 Agria Agria heeft dit jaar niet de hoogste opbrengst. Het ras zit rond het gemiddelde van de opbrengsten. Het blijft een goed standaard ras. We zien dat het ras goed tegen de droogte en nattigheid kan. Dit zien we over meerdere jaren heen. Vrijwel het beste ras in onze rassenproef over verschillende jaren. Het ras had een opbrengst van 22 147 kg/ha. Ook had het ras een mooie diktemaat. Dit ras blijft zich bewijzen in de biolandouw. Buiten Sarpo Mira heeft Agria dikke knollen. Misschien is dit een ras dat geschikt is voor de chipsindustrie voor onze gronden. Agria heeft een goede opbrengst, een goede korte bewaring maar een minder goede lange bewaring. Dit is het beste ras in onze streken qua plaaggevoeligheid en opbrengst.

- 34-4.7.2 CM 2005-622-005 Dit is een ras onder nummer, op vraag van het pootgoedbedrijf. Dit zou een beloftevol ras zijn. Het is voor het eerste jaar allesinds veel belovend. Door mindere ziektedruk blijft het gewas langer groen wat resulteert in een hogere opbrengst. Ook is de vermarktbare opbrengste het hoogst van dit ras ten opzichte van de rassen. Dit ras is wel apart gehouden om te testen in de fabriek naar chipseigenschappen toe. Het ras heeft ook een hoog droge stofgehalte. Dit is belangrijk naar bakkwaliteit toe. 4.7.3 Antina Dit ras is ook een chips ras. Dit ras ligt in proef op vraag van de afnemer. Deze heeft de tweede laagste opbrengst. Vorig jaar was de opbrengst ook laag. Het ras scoord goed qua ziekte. Het ras is goed ziekte tolerant. Het ras houdt het lang vol. Toch is de opbrengst niet goed. Wel heeft het ras veel dikke knollen. Toch gaan we in de toekomst niet verder met dit ras. 4.7.4 Carolus Kemerken voor caroulus zijn de lichtrode ogen op de aardappelen. Het is een kruising tussen agria en Saturna. Het is dus geschikt voor friet- of chipsindustrie. De opbrengsten liggen goed (22 000kg/ha) De ziekte resistenite in het begin is goed. Toch laat het ras op het laatste wel afweten naar ziekte en droogte toe. Het ras heeft een goede knoldikte. 4.7.5 Osira Dit ras is gevraagd om in proef te leggen van het chipsbedrijf. Osira had de laatste twee jaren een lage opbrengst. Het is een droog jaar geweest. Dus is het ras niet zo geschikt in onze gronden. Ook was het loof van dit ras het snelst aangetast van de ziekte en half augustus was het ras bijna volledig afgestorven. 4.7.6 Antina Dit ras was ook gevraagd om in proef te leggen van de afnemer. Dit ras heeft een goede ziekteresistentie. Toch heeft het ras al het twee jaar op rij een te lage opbrengst. Toch is de opbrengst hoger dan vorig jaar (12 789 kg/ha). Dit is de helft minder dan de lady claire buiten proef. Deze opbrengst lag nog de helft lager dan onze lady claire. Antina lag niet aan de bakproeven, omdat de opbrengst zo laag was en de aardappelen zo klein waren. 4.8 Besluit Het was een goed aardappeljaar. In het begin verliep de onkruidbestrijding moeilijk door het koude, natte weer. Daarna hebben we een goede droge zomer gekend en bleef de ziekte weg. Er zijn weinig verschillen tussen de rassen. Doordat we een andere afnemer moesten gaan zoeken zijn we dit jaar geen bakproeven gaan uitvoeren. We hebben het onderwatergewicht gaan bepalen op de rassen. De bakkwaliteit van de chipsrassen was allemaal goed. We willen nog enkele jaren Agria testen om te gebruiken voor verse consumptie. Dit is een ras dat geschikt is op onze grond om bio te kweken. Om weinig ziekteaantasting te hebben, minder onkruid en een goede opbrengst. Dit jaar was een bijzonder jaar voor de bioaardappel teelt op de pibo-campus. De aardappelen in buitenpoef zijn nog nooit zo dik geweest. Ten eerste door de droogte in de zomer en ten tweede door het ras van saturna naar Lady Claire te veranderen.

- 35-5 Proefplan Proefplan aardappelen 2013 4 machines kop 1.1 1 Agria 2.1 2 CM2005-622-005 3 Antina 3.1 4 Carolus 5 Osira 4.1 5.1 2.2 4.2 1.2 3.2 5.2 1.3 4.3 2.3 5.3 3.3 Lady Claire 4 machines kop 36 m breed

- 36 - CICHOREI 1 Proefopzet In deze proef ligt de onkruidbestrijdingsproef. Er wordt onderzoek uitgevoerd naar de verschillende onkruidbestrijdingstechnieken. Met de nieuwe machines kunnen we de onkruidbestrijding gaan optimaliseren. De biologische cichorei is een teelt die zeer arbeidsintensief is. Er is enorm vraag om deze teelt te telen. Door het arbeidsintensieve werk is de interesse voor deze teelt klein. Toch blijft de prijs en de vraag stijgen naar dit product en wordt er onderzoek gedaan naar de ideale teeltomstandigheden en verschillen tussen rassen. Ook ligt er een proef aan in samenwerking met de firma TIMAC. Er ligt een proef aan met Physiomax. Dit zou de groei van de cichorei bevorderen. 2 Perceelsgegevens a Voorvrucht: Korrelmaïs b Zaaidatum: 08.04.13 c Zaaiafstand: 6,8 x 45cm d Zaaimachine: Monosem 6 rijen e Variëteiten: naaktzaad Orchies f Bodembewerkingen: - ploegen 13.01.13 - afslepen 02.04.13 - strooien Physiomax 08.04.13 - klaarleggen met compactor (2) 08.04.13 g Ontledingsuitslag van de bouwlaag: ph: 7,1 (hoog) %C: 1,4 (normaal) P: 15,6 (normaal) K: 21,7 (normaal) Mg: 24,8 (hoog) Ca: 308,8 (hoog) Na: 3,6 (normaal) h Dieptestaal van de bouwvoor: Diepte in cm Grondsoort Nitrische stikstof in kg N/ha Ammoniakale stikstof in kg N/ha PH-KCL % C 0 30 cm leem 6,4 14,7 6,9 1,4 30 60 cm leem 10,3 12 60 90 cm leem 7,7 8,1

- 37-3 Onkruidbestrijding De zaai van de cichorei was later. Door de koude en natte weersomstandigheden was de opkomst goed. door het veld niet te veel te gaan bewerken was er een goede opkomst. Preventief zijn we linten gaan spannen. De duiven wisten alsnog de cichorei te vinden. Door de vraatschade bleef deze nog in hetzelfde stadium. Hier onder de werkzaamheden in de cichorei. Schoffelen cichorei (kantmessen) 13.05.13 Wiedeg 28.05.13 Wiedeg 03.06.13 Schoffelen cichorei (kantmessen) 05.06.13 Wiedeg 10.06.13 Wiedeg 16.06.13 Schoffel 18.07.13 Handmatig Vanaf begin mei zijn we manueel ook gaan onkruid verwijderen met de hak. Het punt tussen opkomst en 6 de bladstadium blijft moeilijk qua onkruidbestrijding. Vanaf dan kunnen we wieden en schoffelen. 4 Proef met Physiomax Op onderstaand proefplan wordt de proef verduidelijkt. We zien duidelijke verschillen. Niet zozeer in opkomst, maar wel in gewasstand op half juni. We zien waar physiomax is gebruikt dat het gewas een donkere kleur heeft. Dosis: 600 kg/ha Inhoud: 42 neutraliserende waarde 40 % CaO 3 % MgO Bevat physio +

- 38-4.1 Opkomstverschillen We gaan deze proef blijven opvolgen en ook opbrengstbepalingen doen. 5 Oogst De oogst verliep tijdens een natte periode. Door de natte omstandigheden was er veel tarra en is men tijdens de oogst gaan reinigen en tijdens het laden. De opbrengsten zijn hoog de laatste jaren. Dit heeft te maken met de goede start van de cichorei. Op 16 november zijn we gaan rooien. De wortels direct gaan reinigen en direct op een wagen geladen. De hoop is gemaakt op grasland. Daar werden de wortels nog gereinigd en dan pas op de vrachtwagen geladen. Op 2 december is de biologische cichorei geleverd aan So No dé in Frankrijk. Het is belangrijk dat er zo weinig mogelijk aarde wordt getransporteerd. Datum Kg/ha 2009 40 000 2010 60 000 2011 58 000 2012 0 2013 34 100 In 2013 hadden we een zeer droog perceel met minder goede structuur en tijdens de oogst was het zeer nat.

- 39-5.1 Oogst in proef Kg/ha Zonder Physiomax Met Physiomax Verschil 4/10/13 55 091 59 358 4 267 14/11/13 65 516 83 931 18 415 Gemiddelde 60 303 71 644 11 341 Er werd telkens twee meter met de hand gerooid in vier herhalingen. Deze opbrengst werd gewogen en omgerekend per ha. Zoals we in de tabel kunnen zien, zien we dat physiomax een effect heeft op de opbrengst. We moeten er wel bij vertellen dat er nergens stikstof is gegeven aan de plant. Nu is de vraag als we de cichorei een 54 eenheden stikstof gaan geven of physiomax. Welke de meeste opbrengst geeft? 6 Proefplan Proefplan cichorei geen behandeling Physiomax Verkavelingsweg

- 40 - GRASKLAVER 1 Proefopzet We hebben dit jaar geopteerd om één variëteit te zaaien. Wel zijn we op zoek gegaan naar biologisch zaad. Ook zijn we direct de rode klaver gaan mengen. Voor een akkerbouwbedrijf is het ook niet gemakkelijk om biologische afnemers te vinden. De biologische veehouders hebben zelf voldoende gras. Het gras is afkomstig van het zaaizaadbedrijf Neutkens. Door het gras een tweede jaar te laten staan kunnen we onze klaver meer gaan benutten. En kan er ook hogere opbrengsten gehaald worden. 2 Perceelsgegevens a Voorvrucht: aardappelen b Zaaidatum: 24.10.11 c Zaaidichtheid 45 kg/ha d variëteit: Italiaans raaigras: Star BIO (Neutkens) e Bodembewerkingen: Vaste tand cultivator 24.10.11 Rotoreg en zaaimachine 24.10.11 f Bemesting: runderdrijfmest 105 E N 04.04.13 patentkali 80 E K 04.06.13 monterra 13 90 E N 04.06.13 g Ontledingsuitslag van de bouwlaag ph: 7,2 (hoog) %C: 1,8 (hoog) P: 24 (hoog) K: 23 (hoog) Mg: 18 (hoog) Ca: 316 (hoog) Na: 3,5 (normaal) h Dieptestaal van de bouwvoor: Diepte in cm Grondsoort Nitrische stikstof in kg N/ha Ammoniakale stikstof in kg N/ha PH- KCL % C 0 30 cm leem 29,3 14,8 7,2 1,5 30 60 cm leem 13,2 13,2 60 90 cm lichte leem 4,1 7,7

- 41-3 Oogst We zijn gaan zaaien aan 45 kg/ha. Door het goede voorjaar is er één keer bemest. Hierdoor is het gras sterk gaan groeien. De eerste snede was vrij zwak. Er werden 6 ronde balen geoogst van een 65 are opp (9 balen/ha). Deze balen zijn ingewikkeld en verkocht. Na de eerste snede zijn we het gras gaan bemesten met patentkali en een N meststof(monterra 13). Monterra is een korrelmeststof samengesteld uit verenmeel en is dus een snelwerkende meststof. Deze bemesting zagen duidelijk aan de tweede snede. Deze had dezelfde opbrengst als de eerste snede. Er werden ook 9 balen geoogst per ha. Na de tweede snede is het droog geworden zodat er nog weinig gras groei was en dat het gras snel in aar kwam te staan. De derde snede leverde maar 6 balen per ha op. Deze snede stond in aar. Er is geen vierde snede geoogst door het droog najaar. 4 Besluit Ondanks het tweede jaar grasklaver was er onvoldoende klaver aanwezig. Door het koude voorjaar bleef de groei achter. De bodem was nochtans inorde. Het eerste jaar was er weinig klaver zichtbaar. Het italiaans raaigras had het tweede jaar fel last van de droge zomer.

- 42 - VELDBONEN 1 Proefopzet De afzetmarkt voor veldbonen is moeilijk. Wel is er vraag naar geoogst product. Toch is de teelt niet zo gemakkelijk. Dit jaar hebben we géén variëteitenproef aanliggen. We zijn de veldbonen gaan mengen met een andere teelt (zomertarwe) om het onkruid te onderdrukken. Ook is het belangrijk voor de veehouder dat hij weet welk ras te zaaien dat past op zijn bedrijf (100% bio). De akkerbouwer heeft hierdoor een verzekerde afzet en de veeteler heeft voor een redelijke prijs krachtvoeder voor zijn vee. 2 Perceelsgegevens a Voorvrucht: aardappelen b Zaaidatum: 03.04.13 c Variëteit: Nile (Limagrain) d Zaaidichtheid: 50 korrels per m² zaaidiepte 5 cm e Bodembewerkingen: - ploegen 13.01.13 - afslepen 02.03.13 - opentrekken akker, Canadese eg 20.03.13 - rotoreg + graanzaaimachine (breedzaaikouter af) 03.04.13 f Onkruidbestrijding: Wiedeg 25.04.13 04.05.13 Wiedeg enkel bonen 28.05.13 De uitval door wiedeggen was nihil, er werden geen verschillen geteld voor en na het wieden. Tijdens de eerste wiedegbeurt waren de veldbonen nog klein. Toch is het wieden in ideale omstandigheden uitgevoerd. De bonen groeiden ondanks het koude weer wel. En is er 2 keer gewied. De derde keer is er alleen gewied waar enkel bonen staan. Toen waren de bonen al te groot geworden en te hol. Het wieden gebeurde tot op het 10-12 bladstadium, de steeltjes van de bonen zijn dan nog flexibel genoeg om terug recht te komen na het wieden. Vanaf het moment dat de bonen meer dan 14 bladeren gevormd hebben is het wieden niet meer mogelijk doordat de stengels te hol zijn geworden. Het gewas groeit de bodem zeer snel dicht, daardoor wordt het onkruid dat nog laat opkomt verstikt door de bonen. Er werd gewied met een tractor met smalle banden om schade te voorkomen. Zo stonden de veldbonen er onkruidvrij bij. Het onkruid bleef klein en verstikte door de veldbonen. g Ontledingsuitslag bodemstaal ph: 6,4 (tamelijk laag) %C: 1,51 (normaal) P: 20 (tamelijk hoog) K: 34 (tamelijk hoog) Mg: 17 (tamelijk hoog) Ca: 205 (normaal) Na: 2.0 (laag)

- 43-3 Waarnemingen 3.1 Opkomsttellingen De opkomst was goed tot zeer goed. Toch zijn er verschillen. Merkwaardig is dat de bonen mindersnel groeien als ze alleen staan. Dus bij de mengteelt zoals tarwe staan of groeien de bonen sneller. We komen gemiddeld op een 40 planten de vierkante meter. We zijn dieper gaan zaaien en hebben weinig last gehad van plagen. We zijn linten gaan spannen op het perceel juist op het moment dat de bonen boven komen. 3.2 Onkruidtellingen In bovenstaande grafiek zien we de onkruiden per object. We zien dat het aantal onkruiden hoger is wanneer er geen tarwe is mee gezaaid of maar een kleine hoeveelheid. Het object bonen met tarwe aan 75 kg/ha en het object bonen + tarwe aan 100 kg per ha geven de minste onkruiden. Wat logisch is. Er is minder licht en daardoor kiemen de onkruiden moeilijker. Door de moeilijke weersomstandigheden was het niet gemakkelijk om het perceel onkruidvrij te houden.

- 44-3.3 plagen Wanneer de veldbonen net boven staan kan er schade zijn door duiven. Vorig jaar hadden we veel last van duiven. We zijn dieper gaan zaaien. Dit had effect. Ook zijn we uit voorzorgen linten gaan spannen. 3.4 Hoogtemeting

- 45-4 Oogst We zijn de bonen gaan oogsten op 23 augustus. De bonen waren voldoende droog. Dit is niet gemakkelijk om de bonen rond de 14% vocht te krijgen en is niet elk jaar haalbaar. We zien dit jaar goede opbrengsten. Ook de bonen stonden hoog en waren niet gelegerd. Na de oogst was er zichtbaar welke mengteelt het beste onkruidwerend werkt. De stoppels van de granen waren direct zichtbaar tijdens de oogst. 4.1 Opbrengst Teelt Opbrengst kg/ha Vochtgehalte Hectoliter gewicht Bonen 4360 14 73,5 Bonen + Tarwe 50 4279 14 79 Bonen + Tarwe 75 4528 13,7 82,7 Bonen + Tarwe 100 4570 13,9 82,3

- 46 - Bij de oogst zien we dat de bonen de mengteelten sterk onderdrukken. Enkel de tarwe kan zich ontwikkelen. Vorig jaar zagen we dit ook dat een mengteelt als tarwe het beste effect heeft. In de studies blijkt ook dat een mengteelt tussen bonen en tarwe het beste resultaat heeft. In de studies spreekt men dan ook van 75 kg/ha tarwe bij mengen. 5 Besluit De opkomst was goed en er was weinig of geen plaag aanwezig op het perceel. Door de minder goede weersomstandigheden was de groei goed van de bonen. De onkruidbestrijding was niet zo gemakkelijk. Door drie wiedegbeurten was het perceel zuiver. De opbrengsten waren goed. We zien dat de andere mengteelten weinig of geen kans krijgen. We zagen wel dat de tarwe al een tweede jaar op rij een goede onkruidonderdrukking heeft. Zowel bij een snelle start van de bonen als een trage start van de bonen. 6 Proefplan 1 enkel bonen 2 Bonen + tarwe 50 3 Bonen + tarwe 75 4 Bonen + tarwe 100 1 3 4 2 3 2 4 3 4 2 1 1 Verkavelingsweg