6 Alles te koop Nu te koop: onze superslechte rolschaatsen! Kom snel naar onze piepkleine winkel waar je heel weinig keuze hebt. Onze lelijke rolschaatsen zijn echt de slechtste van de wereld. Bovendien zijn ze bij ons heel, heel duur! De kleuren zijn afschuwelijk, en je kunt zelf kiezen welke vieze veters je erbij wilt. Kom dus maar traag naar onze rommelige winkel, waar de onvriendelijke verkopers al voor je klaarstaan! 1 Vul de juiste woorden in Nu te koop: onze rolschaatsen! Kom snel naar onze winkel waar je heel keuze hebt. Onze rolschaatsen zijn echt de van de wereld. Bovendien zijn ze bij ons heel, heel! De kleuren zijn veters je erbij wilt., en je kunt zelf kiezen welke Kom dus maar naar onze rommelige winkel, waar de verkopers al voor je klaarstaan! Plantyn Taalsignaal Anders 41
6 Alles te koop 2 Maak een slogan! 1 Kom nu onze koekjes proeven! 2 BoekenCo: de boekenwinkel van de stad! 3 Een fiets: je vindt hem bij Tom Wortels! 4 eten voor je poes? Haal het bij de Dierenvriend. 5 De knuffels liggen voor het grijpen in het Knuffelpaleis! 3 Maak het verhaal af. Op een dag ging Rik, die een jongen was, naar het park vlakbij zijn konijn uit een had het konijn een wel grappig, en liep achter het huis. Toen hij aankwam, zag hij plots een vuilnisbak springen. In zijn bek wortel. Rik vond het konijn aan. Het diertje haastte zich naar een struik. Rik piepte in de struik en zag zeven konijntjes zitten. Een hele belevenis! 42 Plantyn Taalsignaal Anders
1 Vervang in de zin het woord dat zegt hoe het naamwoord is door een meer passend woord. Die miljonair heeft een kleine spaarpot. Die miljonair heeft een spaarpot. De ijzersterke brug viel in duigen. De brug viel in duigen. Het grote meisje speelde met de blokjes. Het meisje speelde met de blokjes. Voor het feest trekt Assepoester haar vuile kleren aan. Voor het feest trekt Assepoester haar kleren aan. 2 Onderstreep het woord dat zegt hoe iets of iemand is. De boze wolf ging op bezoek bij de oude grootmoeder. Wat heb je grote ogen, merkte Roodkapje op. Ach lief kind, zei de lachende wolf, dat is om goed te kunnen zien. Gelukkig heeft de jager Roodkapje van de wrede wolf gered. 3 Vul de zinnen aan met een voorwerp. Gebruik ook een woord dat iets zegt over hoe het voorwerp is. Klein Duimpje zag plots een. Sneeuwwitje nam een. De prins kocht voor zijn prinses. Het was de van de heks. Plantyn Taalsignaal Anders 69
4 Vul nu zelf aan met bijvoeglijke naamwoorden. een paleis een tapijt een schoen een mand een wolkenkrabber een vliegtuig 70 Plantyn Taalsignaal Anders
1 Echt huis van Lego gratis op te halen Wonen in een huis van Lego! Dat lijkt je misschien wel wat. Je kunt het gratis gaan ophalen. De huis is bedacht door James May en staat in Engeland. Het bouwer gebruikte 3,3 miljoen plastic blokjes. Er staat een bed, maar dat ligt niet zo lekker. Ongeveer duizend vrijwilligers hebben geholpen de gebouw in elkaar te klikken. De huis staat op de land van een wijnboer. Die wil graag zijn grond weer terug en daarom moet de huis zo snel mogelijk weg. Als niemand het woning op komt halen wordt het met het kettingzaag aan stukken gezaagd. Eigenlijk wou Legoland het woonst kopen, maar zij besloten dat het teveel kostte om alles te vervoeren. Naar: Jeugdjournaal.nl 2 Vul nu zelf de juiste lidwoorden in! huis is bedacht door James May en staat in Engeland. bouwer gebruikte 3,3 miljoen plastic blokjes. Er staat een bed, maar dat ligt niet zo lekker. Ongeveer duizend vrijwilligers hebben geholpen gebouw in elkaar te klikken. huis staat op grond weer terug en daarom moet land van een wijnboer. Die wil graag zijn huis zo snel mogelijk weg. Als niemand woning op komt halen wordt het met kettingzaag aan stukken gezaagd. Eigenlijk wou Legoland woonst kopen, maar zij besloten dat het teveel kostte om alles te vervoeren. Naar: Jeugdjournaal.nl 74 Plantyn Taalsignaal Anders
3 Vul aan met de of het. dak deur hek 4 Maak kleiner! Schrijf dan het meervoud er achteraan. Kijk naar het voorbeeld. Een klein huis is een huisje. De huisjes. Een kleine boom is een. De. Een kleine vis is een. De. Een kleine kerel is een. De. Een klein schaap is een. De. Een kleine bakker is een. De. Een klein paard is een. De. Een kleine jurk is een. De. Een kleine pot is een. De. Plantyn Taalsignaal Anders 75
5 Welk woord zoeken we? Maak er daarna een verkleinwoord van. l = k b = v pl = d 76 Plantyn Taalsignaal Anders