Jaarrapport integratie 2007 Jaco Dagevos en Mérove Gijsberts Sociaal en Cultureel Planbureau, november 2007 Bijlage bij hoofdstuk 7 Sociaal-culturele integratie en religie Jaco Dagevos, Roelof Schellingerhout en Miranda Vervoort B7.1 Zelfidentificatie met de eigen groep (voelt zich vooral lid van de eigen herkomstgroep), multilevel-analyse a... 2 B7.2 Allochtonen die in de vrije tijd meer contact onderhouden met leden van de eigen groep, multilevel analyse a... 3 B7.3 Aandeel allochtonen dat in de vrije tijd meer contact heeft autochtonen, 13 SPVAgemeenten, 1994, 1998, 2002, 2006 (in procenten)... 4 B7.4 Aandeel dat aangeeft dat er nooit autochtone vrienden of buren op bezoek komen, 2006 (voor de autochtonen: allochtone vrienden/buren)... 5 B7.5 Allochtonen die nooit autochtonen op bezoek krijgen, multilevel analys a... 6 B7.6 Multilevel analyse van de opvattingen over man/vrouwrollen, allochtone groepen, 2006 (op een schaal van 1-5: hoe hoger, des te moderner) a... 7 B7.7 Opvattingen over man-vrouwrollen naar etnische groep, geslacht en generatie, 13 SPVA-gemeenten, 1998, 2002, 2006 (gemiddelde scores: 1-5, hoe hoger des te moderner)... 8 B7.8 Opvattingen over de betekenis van familiebanden, 2006 (gemiddelde scores: 1-5, hoe hoger des te moderner)... 9 B7.9 Multilevel analyse van opvattingen over de betekenis van familiebanden, allochtonen, 2006 (op een schaal van 1-5, hoe hoger, des te moderner) a... 10 B7.10 Gemiddelde score op item bij belangrijke beslissingen moeten oudere famileleden meer invloed hebben dan jongere, 1998, 2002, 2006 (in gemiddelde schaalscores, 1-5), 13 SPVA-gemeenten... 11 B7.11 Eigen cultuur in gezinsleven en op school of in werk helemaal/enigszins behouden, 2006 (in procenten)... 11 B7.12 Multilevel analyse van beleving van het geloof van personen die zich tot een religie rekenen, 2006 op een schaal van 1-5: hoe hoger de waarde des te hoger het belang dat aan het geloof wordt gehecht) a... 12 B7.13 Opvattingen over regelnavolging, schoolkeuze en religieuze mobilisatie van Turkse en Marokkaanse moslims, 2006 (gemiddelde scores: 1-5, hoe hoger des te orthodoxer)... 13 B7.14 Multilevel analyse van de opvattingen over regelnavolging, schoolkeuze en religieuze mobilisatie van Turkse en Marokkaanse moslims, 2006 (op een schaal van 1-5: hoe hoger, des te orthodoxer) a... 14
B7.1 Zelfidentificatie met de eigen groep (voelt zich vooral lid van de eigen herkomstgroep), multilevelanalyse model 1 model 2 model 3 constante -0,46 (0,04) 1,87 (0,18) 1,24 (0,25) individuele factoren Turken Marokkanen -0,44 (0,10) *** -0,45 (0,10) *** Surinamers -1,32 (0,12) *** -1,35 (0,12) *** Antillianen -0,74 (0,11) *** -0,70 (0,11) *** man vrouw 0,07 (0,07) 0,06 (0,07) 15-24 jaar 25-44 jaar -0,38 (0,11) ** -0,35 (0,11) ** 45-64 jaar -0,40 (0,13) ** -0,37 (0,13) ** 65 jaar -0,29 (0,20) -0,23 (0,20) max bao vbo/mavo -0,09 (0,11) -0,09 (0,11) mavo/havo/mbo -0,15 (0,11) -0,14 (0,11) hbo/wo -0,14 (0,13) -0,09 (0,13) eerste generatie tweede generatie -0,96 (0,12) *** -0,95 (0,12) *** Nederlandse taalvaardigheid heeft moeite/spreekt geen Nederlands heeft soms moeite -0,82 (0,14) *** -0,80 (0,14) *** heeft nooit moeite -1,50 (0,14) *** -1,47 (0,14) *** wijkfactoren < 5% niet-westerse allochtonen 5%-10% 0,29 (0,19) 10%-20% 0,48 (0,18) * 20%-40% 0,71 (0,18) *** > 40% 0,99 (0,19) *** variantie op wijkniveau 0,32 (0,06) 0,23 (0,06) 0,14 (0,05) verklaarde variantie op wijkniveau (%) (28,1) (56,3) a N = 3937. * p < 0,05; ** p < 0,01; *** p < 0,001. Bron: SCP (SIM 06)
B7.2 Allochtonen die in de vrije tijd meer contact onderhouden met leden van de eigen groep, multilevel analyse a model 1 model 2 model 3 constante -0,31 (0.04) 2,01 (0.18) 0,85 (0.25) individuele factoren Turken Marokkanen -0,47 (0.10) *** -0,49 (0.10) *** Surinamers -1,02 (0.11) *** -1,08 (0.11) *** Antillianen -1,08 (0.11) *** -1,03 (0.11) *** man vrouw 0,21 (0.07) ** 0,21 (0.07) ** 15-24 jaar 25-44 jaar -0,16 (0.10) -0,10 (0.10) 45-64 jaar -0,25 (0.13) -0,18 (0.13) 65 jaar 0,06 (0.20) -0,21 (0.20) max bao (= ref groep) vbo/mavo -0,35 (0.10) *** -0,37 (0.10) *** mavo/havo/mbo -0,44 (0.10) *** -0,45 (0.10) *** hbo/wo -0,93 (0.13) *** -0,88 (0.13) *** eerste generatie (= ref.groep) tweede generatie -0,38 (0.11) *** -0,43 (0.11) *** Nederlandse taalvaardigheid heeft moeite/spreekt geen Nederlands heeft soms moeite -0,90 (0.15) *** -0,88 (0.16) *** heeft nooit moeite -1,44 (0.15) *** -1,43 (0.15) *** wijkfactoren < 5% niet-westerse allochtonen 5%-10% 0,54 (0.20) * 10%-20% 0,97 (0.19) *** 20%-40% 1,42 (0.19) *** > 40% 1,79 (0.19) *** variantie op wijkniveau 0,41 (0.06) 0,31 (0.06) 0,10 (0.05) Verklaarde variantie op wijkniveau (%) (24.4) (75.6) a N = 4130. * p < 0,05; ** p < 0,01; *** p < 0,001. Bron: SCP (SIM 06)
B7.3 Aandeel allochtonen dat in de vrije tijd meer contact heeft autochtonen, 13 SPVA-gemeenten, 1994, 1998, 2002, 2006 (in procenten) 45 40 35 30 25 20 15 10 5 0 1994 1998 2002 2006 Turken Marokkanen Surinamers Antillianen Deze cijfers hebben betrekking op gegevens van de 13 SPVA-gemeenten. Bron: ISEO (SPVA 94) ISEO/SCP (SPVA'98); ISEO/SCP (SPVA 02); SCP (SIM 06) gewogen
B7.4 Aandeel dat aangeeft dat er nooit autochtone vrienden of buren op bezoek komen, 2006 (voor de autochtonen: allochtone vrienden/buren) Turken Marokkanen Surinamers Antillianen autochtonen totaal 40 38 25 27 70 mannen 40 41 25 27 73 vrouwen 41 34 25 27 67 15-24 jaar 35 28 19 20 63 25-44 jaar 38 35 24 27 66 45-64 jaar 46 54 29 29 72 65 jaar 77 64 33 46 79 eerste generatie 44 41 28 31 tweede generatie 29 29 17 11 maximaal bao 51 56 34 44 79 vbo/mavo 41 29 27 34 76 mbo/havo/vwo 31 24 25 23 68 hbo/wo 18 23 15 12 63 < 5% niet-westerse allochtonen in buurt 3 25 8 9 77 5%-10% 25 21 13 19 66 10%-20% 32 28 21 22 63 20%-40% 43 33 23 32 61 > 40% 58 60 37 41 56 Bron: SCP (SIM 06) gewogen
B7.5 Allochtonen die nooit autochtonen op bezoek krijgen, multilevel analys a model 1 model 2 model 3 constante -0,92 (0,05) 0,53 (0,17) -0,60 (0,27) individuele factoren Turken Marokkanen -0,03 (0,11) -0,03 (0,10) Surinamers -0,22 (0,12) -0,24 (0,12) * Antillianen -0,17 (0,12) -0,06 (0,12) man vrouw -0,14 (0,08) -0,15 (0,07) * 15-24 jaar 25-44 jaar -0,05 (0,11) -0,01 (0,11) 45-64 jaar -0,02 (0,13) 0,06 (0,13) 65 jaar 0,35 (0,19) 0,50 (0,20) * max bao vbo/mavo -0,23 (0,10) * -0,27 (0,10) * mavo/havo/mbo -0,51 (0,11) *** -0,53 (0,11) *** hbo/wo -1,06 (0,15) * -1,03 (0,14) * eerste generatie tweede generatie -0,30 (0,12) * -0,24 (0,12) * Nederlandse taalvaardigheid heeft moeite/spreekt geen Nederlands heeft soms moeite -0,68 (0,13) *** -0,70 (0,13) *** heeft nooit moeite -1,04 (0,13) *** -1,06 (0,13) *** wijkfactoren < 5% niet-westerse allochtonen 5%-10% 0,60 (0,23) * 10%-20% 0,89 (0,22) *** 20%-40% 1,26 (0,22) *** > 40% 1,92 (0,22) *** variantie op wijkniveau 0,54 (0,08) 0,50 (0,08) 0,24 (0,06) verklaarde variantie op wijkniveau (%) (8,0) (55,6) a N = 4153. * p < 0,05; *** p < 0,001. Bron: SCP (SIM 06)
B7.6 Multilevel analyse van de opvattingen over man/vrouwrollen, allochtone groepen, 2006 (op een schaal van 1-5: hoe hoger, des te moderner) a model 1 model 2 model 3 constante 3,47 (0,02) 2,33 (0,07) 2,35 (0,09) individuele factoren Turken Marokkanen 0,12 (0,04) ** 0,12 (0,04) ** Surinamers 0,37 (0,04) *** 0,37 (0,04) *** Antillianen 0,32 (0,04) *** 0,31 (0,04) *** man vrouw 0,27 (0,03) *** 0,27 (0,03) *** 15-24 jaar 25-44 jaar 0,21 (0,04) *** 0,21 (0,04) *** 45-64 jaar 0,10 (0,04) * 0,09 (0,04) * 65 jaar -0,19 (0,07) * -0,20 (0,07) *** max bao vbo/mavo 0,17 (0,04) *** 0,17 (0,04) *** mavo/havo/mbo 0,38 (0,04) *** 0,38 (0,04) *** hbo/wo 0,68 (0,04) *** 0,68 (0,04) *** eerste generatie tweede generatie 0,17 (0,04) *** 0,16 (0,04) *** Nederlandse taalbeheersing 0,14 (0,03) *** 0,14 (0,03) *** wijkfactoren < 5% niet-westerse allochtonen 5%-10% 0,10 (0,06) 10%-20% 0,01 (0,06) 20%-40% -0,01 (0,06) > 40% -0,09 (0,06) variantie op wijkniveau 0,06 (0,01) b 0,03 (0,01) 0,03 (0,01) verklaarde variantie op wijkniveau (%) (50,0) (50,0) individuele variantie 0,76 (0,02) b 0,6 (0,01) 0,6 (0,01) verklaarde variantie (%) (92,1) (92,1) a N = 4149. b Zowel de variantie op wijkniveau als op individueel niveau zijn significant. 7.3% van de totale variantie van de opvattingen over man/vrouwrollen kan verklaard worden door verschillen tussen wijken. * p < 0,05; ** p < 0,01; *** p < 0,001. Bron: SCP (SIM 06)
B7.7 Opvattingen over man-vrouwrollen naar etnische groep, geslacht en generatie, 13 SPVAgemeenten, 1998, 2002, 2006 (gemiddelde scores: 1-5, hoe hoger des te moderner) 1998 2002 2006 Turken 2,9 3,0 3,1 eerste generatie 2,9 3,0 3,0 tweede generatie 3,3 3,3 3,2 mannen 2,8 2,9 3,0 vrouwen 3,1 3,1 3,2 Marokkanen 2,9 3,1 3,2 eerste generatie 2,8 3,0 3,1 tweede generatie 3,4 3,4 3,5 mannen 2,8 3,0 3,1 vrouwen 3,1 3,3 3,4 Surinamers 3,5 3,5 3,8 eerste generatie 3,5 3,4 3,7 tweede generatie 3,8 3,7 3,9 mannen 3,4 3,4 3,6 vrouwen 3,6 3,6 3,9 Antillianen 3,6 3,5 3,6 eerste generatie 3,5 3,5 3,5 tweede generatie 3,8 3,8 4,2 mannen 3,4 3,4 3,6 vrouwen 3,6 3,6 3,8 autochtonen 3,7 n.b. 3,9 mannen 3,6 n.b. 3,8 vrouwen 3,7 n.b. 4,0 Bron: ISEO/SCP (SPVA'98); ISEO/SCP (SPVA'02); SCP (SIM 06) gewogen
B7.8 Opvattingen over de betekenis van familiebanden, 2006 (gemiddelde scores: 1-5, hoe hoger des te moderner) Turken Marokkanen Surinamers Antillianen autochtonen totaal 2,3 2,4 3,1 3,1 3,6 mannen 2,3 2,3 3 3 3,5 vrouwen 2,4 2,5 3,1 3,1 3,7 15-24 jaar 2,4 2,6 3 3 3,4 24-44 jaar 2,4 2,5 3,1 3,1 3,7 45-64 jaar 2,1 2,1 3 3 3,7 65 jaar 1,9 1,8 2,8 2,9 3,4 eerste generatie 2,3 2,3 3 2,9 tweede generatie 2,5 2,7 3,2 3,4 maximaal bao 2,1 2,1 2,7 2,7 3,2 vbo/mavo 2,3 2,5 2,9 2,8 3,4 mbo/havo/vwo 2,5 2,6 3,1 3,1 3,6 hbo/wo 2,8 2,7 3,4 3,5 3,9 < 5% niet-westerse allochtonen 2,6 2,6 3,2 3,2 3,5 5%-10% 2,4 2,6 3,3 3,3 3,6 10%-20% 2,3 2,5 3,1 3,1 3,7 20%-40% 2,3 2,4 3,1 3 3,5 > 40% 2,2 2,1 2,9 2,8 3,8 Bron: SCP (SIM 06) gewogen
B7.9 Multilevel analyse van opvattingen over de betekenis van familiebanden, allochtonen, 2006 (op een schaal van 1-5, hoe hoger, des te moderner) a model 1 model 2 model 3 constante 2,76 (0,02) 1,45 (0,07) 1,59 (0,08) individuele factoren Turken Marokkanen 0,00 (0,04) 0,00 (0,04) Surinamers 0,46 (0,04) *** 0,47 (0,04) *** Antillianen 0,48 (0,04) *** 0,46 (0,04) *** man vrouw 0,14 (0,02) *** 0,14 (0,02) *** 15-24 jaar 25-44 jaar 0,23 (0,04) *** 0,22 (0,03) *** 45-64 jaar 0,18 (0,04) *** 0,17 (0,04) *** 65 jaar 0,07 (0,06) 0,05 (0,06) max bao vbo/mavo 0,08 (0,04) * 0,08 (0,04) * mavo/havo/mbo 0,27 (0,04) *** 0,27 (0,04) *** hbo/wo 0,51 (0,04) *** 0,49 (0,04) *** eerste generatie tweede generatie 0,17 (0,04) *** 0,16 (0,03) *** Nederlandse taalbeheersing 0,23 (0,02) *** 0,22 (0,02) *** wijkfactoren < 5% niet-westerse allochtonen 5%-10% 0,01 (0,06) 10%-20% -0,06 (0,05) 20%-40% -0,15 (0,06) * > 40% -0,27 (0,06) *** variantie op wijkniveau 0,11 (0,01) b 0,04 (0,01) 0,03 (0,01) verklaarde variantie op wijkniveau (%) (63,6) (72,7) individuele variantie 0,69 (0,02) b 0,55 (0,01) 0,55 (0,01) verklaarde variantie (%) (20,3) (20,3) a N = 4217. b Zowel de variantie op wijkniveau als op individueel niveau zijn significant. 13.84% van de totale variantie van de opvattingen over de betekenis van familiebanden kan verklaard worden door verschillen tussen wijken. * p < 0,05; *** p < 0,001. Bron: SCP (SIM 06)
B7.10 Gemiddelde score op item bij belangrijke beslissingen moeten oudere famileleden meer invloed hebben dan jongere, 1998, 2002, 2006 (in gemiddelde schaalscores, 1-5), 13 SPVA-gemeenten 1998 2002 2006 Turken 2,6 2,9 2,7 eerste generatie 2,6 2,8 2,7 tweede generatie 2,8 3,1 2,7 Marokkanen 2,5 2,7 2,7 eerste generatie 2,5 2,6 2,6 tweede generatie 3,0 3,0 3,0 Surinamers 3,0 3,1 3,3 eerste generatie 3,0 3,1 3,3 tweede generatie 3,1 3,2 3,3 Antillianen 3,1 3,1 3,2 eerste generatie 3,0 3,1 3,1 tweede generatie 3,2 3,2 3,6 Bron: ISEO/SCP (SPVA 98), ISEO/SCP (SPVA 02); SCP (SIM 06) gewogen B7.11 Eigen cultuur in gezinsleven en op school of in werk helemaal/enigszins behouden, 2006 (in procenten) Turken Marokkanen Surinamers Antillianen autochtonen school/ school/ school/ school/ school/ gezin werk gezin werk gezin werk gezin werk gezin werk totaal 57 18 58 15 48 11 42 12 46 9 mannen 57 17 61 18 52 13 40 11 41 12 vrouwen 57 18 56 12 46 10 45 13 51 7 15-24 jaar 54 15 59 13 51 13 46 10 38 9 24-44 jaar 58 17 56 15 48 12 43 14 52 12 45-64 jaar 54 23 62 18 46 10 36 10 47 8 65 jaar 68 23 61 14 53 11 39 12 42 7 eerste generatie 58 20 58 15 49 11 40 12 tweede generatie 53 12 59 14 47 11 49 12 maximaal bao 61 20 59 16 44 11 40 9 33 3 vbo/mavo 57 15 59 12 52 12 37 10 46 6 mbo/havo/vwo 51 15 61 14 49 9 41 11 45 10 hbo/wo 58 21 54 17 47 13 50 18 54 14 < 5% niet-westerse allochtonen 33 5 50 14 50 7 41 9 44 9 5%-10% 50 18 54 8 47 12 40 15 48 9 10%-20% 53 17 63 13 49 8 45 13 54 11 20%-40% 62 18 58 18 46 15 42 13 37 10 > 40% 62 20 58 17 50 11 41 8 47 13 Bron: SCP (SIM 06) gewogen
B7.12 Multilevel analyse van beleving van het geloof van personen die zich tot een religie rekenen, 2006 op een schaal van 1-5: hoe hoger de waarde des te hoger het belang dat aan het geloof wordt gehecht) a model 1 model 2 model 3 constante 3,65 (0,02) 3,23 (0,07) 3,19 (0,07) individuele factoren autochtonen Turken 0,96 (0,05) *** 0,92 (0,06) *** Marokkanen 0,96 (0,05) *** 0,92 (0,06) *** Surinamers 0,28 (0,05) *** 0,23 (0,06) *** Antillianen 0,28 (0,05) *** 0,24 (0,06) *** man vrouw 0,11 (0,03) *** 0,11 (0,03) *** 15-24 jaar 25-44 jaar -0,07 (0,04) -0,07 (0,04) 45-64 jaar -0,04 (0,04) -0,04 (0,04) 65jaar 0,21 (0,06) *** 0,22 (0,06) *** max bao vbo/mavo -0,14 (0,04) *** -0,14 (0,04) *** mavo/havo/mbo -0,22 (0,04) *** -0,22 (0,04) *** hbo/wo -0,36 (0,05) *** -0,35 (0,05) *** wijkfactoren < 5% niet-westerse allochtonen 5%-10% 0,10 (0,06) 10%-20% 0,03 (0,06) 20%-40% 0,11 (0,06) > 40% 0,12 (0,07) variantie op wijkniveau 0,16 (0,02) b 0,07 (0,01) 0,06 (0,01) verklaarde variantie op wijkniveau (%) (56,3) (62,5) individuele variantie 0,78 (0,02) b 0,67 (0,02) 0,67 (0,02) verklaarde variantie (%) (14,1) (14,1) a N = 3941. b Zowel de variantie op wijkniveau als op individueel niveau zijn significant (p <.001). Verschillen tussen wijken verklaren 17% van de totale variantie op de beleving van het geloof. *** p < 0,001. Bron: SCP (SIM 06)
B7.13 Opvattingen over regelnavolging, schoolkeuze en religieuze mobilisatie van Turkse en Marokkaanse moslims, 2006 (gemiddelde scores: 1-5, hoe hoger des te orthodoxer) Turken Marokkanen totaal 2,6 2,9 mannen 2,5 2,9 vrouwen 2,7 2,8 15-24 jaar 2,6 2,7 24-44 jaar 2,5 2,8 45-64 jaar 2,8 3,1 65 jaar 3,2 3,5 eerste generatie 2,6 2,9 tweede generatie 2,5 2,6 maximaal bao 2,8 3,2 vbo/mavo 2,6 2,7 mbo/havo/vwo 2,5 2,6 hbo/wo 2,1 2,4 < 5% niet-westerse allochtonen 2,4 2,9 5%-10% 2,5 2,7 10%-20% 2,5 2,8 20%-40% 2,6 2,8 > 40% 2,7 3,0 Bron: SCP (SIM 06) gewogen
B7.14 Multilevel analyse van de opvattingen over regelnavolging, schoolkeuze en religieuze mobilisatie van Turkse en Marokkaanse moslims, 2006 (op een schaal van 1-5: hoe hoger, des te orthodoxer) a model 1 model 2 model 3 constante 2,68 (0,03) 3,34 (0,11) 3,25 (0,15) individuele factoren Turken Marokkanen 0,26 (0,04) *** 0,26 (0,04) *** man vrouw -0,02 (0,04) -0,02 (0,04) 15-24 jaar 25-44 jaar -0,19 (0,06) ** -0,18 (0,06) ** 45-64 jaar -0,17 (0,08) * -0,16 (0,08) * 65 jaar 0,15 (0,11) 0,16 (0,11) max bao vbo/mavo -0,18 (0,04) *** -0,18 (0,06) ** mavo/havo/mbo -0,26 (0,06) *** -0,25 (0,06) *** hbo/wo -0,51 (0,08) *** -0,50 (0,08) *** eerste generatie tweede generatie -0,02 (0,06) -0,02 (0,06) Nederlandse taalbeheersing -0,21 (0,03) *** 0,20 (0,03) *** wijkfactoren < 5% niet-westerse allochtonen 5%-10% -0,07 (0,12) 10%-20% 0,06 (0,11) 20%-40% 0,06 (0,11) > 40% 0,20 (0,11) variantie op wijkniveau 0,11 (0,02) b 0,08 (0,02) 0,08 (0,02) verklaarde variantie op wijkniveau (%) (27,2) (27,2) individuele variantie 0,73 (0,03) b 0,66 (0,02) 0,66 (0,02) Verklaarde variantie (%) (9,6) (9,6) a N = 1968. b Zowel de variantie op wijkniveau als op individueel niveau zijn significant. 13.1% van de totale variantie van de opvattingen over regelnavolging, schoolkeuze en religieuze mobilisatie kan verklaard worden door verschillen tussen wijken. * p < 0,05; ** p < 0,01; *** p < 0,001. Bron: SCP (SIM 06)