Hydraulische toetsing Klaas Engelbrechts polder t.b.v. nieuw gemaal.

Vergelijkbare documenten
VERVOLGONDERZOEK ABC-POLDERS 78156C. Klaas Engelbrechtspolder. Onderzoek naar het verbreden van watergangen bij een nieuw bemalingsregime

PROJECTNUMMER C ONZE REFERENTIE Imandra: :D

Hydrologische berekeningen EVZ Ter Wisch

MEMO. 1. Aanleiding. Datum: 22-oktober Aan: Joep de Koning (WSK) Van: Martijn Tilma en Mia Süss (B&O-WH)

Onderwerp : Herberekening hydraulische toetsing hoofdwatergang Cyclamenweg

het noordelijk deel (nabij de woningen) en het zuidelijk deel. Vanwege de invloed naar de omgeving is alleen het noordelijk deel beschouwd.

Bergingsberekeningen en controle afvoercapaciteit Plangebied Haatland

Lokaal knelpunt Zouteveenseweg (Holierhoekse en Zoutveensepolder)

MEMO. Toelichting op maatregelen Oranjebuurt in de Lier.

Effectenstudie toename verhard oppervlak op bermsloot A67

Bijlage I: Raamplan Kern Pijnacker

PROJECTNUMMER C ONZE REFERENTIE A

Ontwerp omleiding Eeuwselse Loop

Oplegnotitie waterhuishoudingsplan 2012 Bedrijvenpark A1 Bijlage 8b exploitatieplan

Bijdorp. 15 maart Watersysteem Bijdorp. Geachte mevrouw, heer,

Bouwfonds Ontwikkeling Sagrex. Afmetingen watergangen Deest-Zuid. Witteveen+Bos. Willemstraat 28. postbus DL Breda. telefoon

Waterhuishouding en riolering Groot Zonnehoeve

Afvoer peilgebied 27-A (Ridderkerk) Modellering watersysteem Oud- en Nieuw Reyerwaard IJS-WAB-0219 / IJS-WAB-0217

Gebied: De Drie Polders

Het bergingsmoeras bestaat uit watergangen met laag gelegen percelen tussen kades. De afmetingen van het bergingsmoeras staan in onderstaande tabel.

Bijlage B Ligging nieuw aan te leggen watergangen en kunst werken

Werking Buffersysteem Siberië fase 1 en 2 in 2015

Memo. Zaaknr. : Kenmerk : Barcode : : Ronald Loeve en Julian Maijers. Via :

Watergebiedsplan Ambachtspolder. Projectnummer: (Ontwerp)projectplan op basis van artikel 5.4 van de Waterwet

In deze notitie wordt de bepaling van de waterbergingsopgave toegelicht en wordt aangegeven hoe deze ingevuld kan worden.

Afbeelding 2.2. Berekende maximale WOS uitgangssituatie 80 % afkoppelen bui 09

Advies interim boezempeil

Toetsing waterhuishouding

Watersysteemanalyse Waterplan gemeente Woudrichem

Hydraulische analyse schuren van de stadsgrachten. Inleiding. Gegevens

Bijlage 10 Watertoets A2 s-hertogenbosch Eindhoven, februari 2011

Samenvatting peilvoorstellen en afwegingen

Memo * *

Richtlijn versus maatwerkberekening

Titel: IJD onderbouwing vergunningsaanvraag Waterwet Tijdelijke Slaper Project: Ruimte voor de Rivier IJsseldelta Zaaknummer:

Hydraulische modellering

Betreft Uitbreiding bedrijfsterrein Van Ooijen, Parallelweg-west Woerden Afwatering terreinverharding

Watergebiedsplan Verenigde Groote en Kleine Polders. Projectnummer: (Ontwerp)projectplan op basis van artikel 5.

Watergebiedsplan Dorssewaard Terugkoppel avond. 1 januari 2010

Zoals aangegeven zijn de gemeente Lelystad en het havenbedrijf Amsterdam de ontwikkelaars van het bedrijventerrein.

Ecologische verbindingszone Omval - Kolhorn

Projectnummer: C Opgesteld door: ing. R.C. Kloosterman. Ons kenmerk: :0.1. Kopieën aan:

DOORSTROMING LAAKKANAAL

Controleberekening riolering (DEFINITIEF)

Debietmeting maken. Aan de hand van metingen aan de sloten en werken met natuurkundige formules een debietmeting leren maken.

Toelichting partiële herziening peilbesluit Oude Polder van Pijnacker - peilgebied OPP XIII

Notitie / Memo. HaskoningDHV Nederland B.V. Water. Nora Koppert en Henk Kolkman Jasper Jansen Datum: 23 december 2016

Ligging plangebied. Vlietzone. Ligging plangebied

Inrichtingsmaatregelen Wassenaarsche polder noordoost - Projectplan

Wateroverlast Wouw. ICM case study. Marcel Zandee 8 maart 2017

4 Duikers 4.1 Inleiding

^ Grontmij Bijlage 8 bij toelichting

Bijlage: Detailopmerkingen op waterhuishoudingsplan Pagina Opmerking Voorstel

Hydraulische beoordeling nieuwe waterkering Alexander, Roermond. WAQUA-simulaties ten behoeve van Waterwetaanvraag

Note / Memo. Wateropgave windmolenpark Hattemerbroek

XIV BIJLAGE: ANALYSE HUIDIGE SITUATIE LINGEPAND 14. Witteveen+Bos TL268-1/ Bijlage XIV Concept 01

Nota van Wijzigingen. Wijzigingen ten opzichte van het ontwerp- Watergebiedsplan Holland, Sticht en Voorburg-, Het Honderd- en Breukelerwaard west

Partiële herziening Peilbesluit Duivenvoordse- en Veenzijdsepolder. Peilvak Noortheylaan

Oppervlaktewater in Toolenburg Zuid Ymere Project Toolenburg Zuid

BESLUIT LEGGERWIJZIGING

Projectplan Vervangen stuw , polder Schieveen. Gemeente Rotterdam

t.a.v. de heer B. Majolée Kragten

Waterhuishouding ontsluiting bedrijventerrein de Liesbosch DO de Liesbosch Laagraven Investment BV

Effect overstorten op de wateroverlast

hydraulische, morfologische en scheepvaarteffecten dijkversterking BR636-1 BR636-1/smei/147 ir. A. Zoon

Berekening hwa-riool Oranjebuurt te Riel

Rioleringsplan. Plan Mölnbekke te Ootmarsum. Projectnummer: Opdrachtgever: Lintmolenbeek B.V. In opdracht van: Lintmolenbeek B.V.

Legger Wateren. tekstuele deel

Om in aanmerking te komen voor een beoordeling op basis van Artikel 6d moet de verlaging van waterstanden ten minste 1 cm bedragen.

Toelichting GGOR polder Berkel

Opdrachtgever: Vervanging gemalen Weesp Noord

2 Bruggen en andere volledige overkluizingen

Peilbesluit Campen. 12 december 2016

Hoogheemraadschap van Delfland

14. Geohydrologie Zuidbuurt eemnes Tauw Kenmerk N BTM-V

: BügelHajema (Linda Smoors, Hermien Kerperien) : Evert de Lange : Waterschap Veluwe (Wietske Terpstra), 03-Projectontwikkeling (René Kroes)

Rioleringsplan Zuiderhoeven

Diepte-/profielschouw Kromme Rijngebied 2014

Rioleringsplan Tivolikerk te Eindhoven

5 Graven van oppervlaktewater 5.1 Inleiding

Bijlage II: Resultaten watersysteemanalyse Schiedam

WIJZIGINGEN OP VASTGESTELD PROJECTPLAN WATERWET. Waterafvoer Schiebroek en bouw gemaal

Watergebiedsplan Greenport regio Boskoop Wateroverlast en zoetwatervoorziening Informatiebijeenkomst 30 september 2013

Bijlage 2-1: Stedelijke wateropgave Nieuw-Weerdinge

2. Stuw Kortrijk blz Stuw Kerkweg-noord blz Stuw Portengen blz Stuw Schutterskade-west blz Stuw Schutterskade-oost blz 7

Hydraulische randvoorwaarden voor categorie c-keringen

VERKENNEND ONDERZOEK WATERHUISHOUDING ZUIDWENDING ANALYSE EN MAATREGELEN CONSORTIUM AARDGASBUFFER ZUIDWENDING WATERSCHAP HUNZE EN AA'S

De woningen die in deze rapportage worden onderzocht, bevinden zich in de blokken L, M en N, zoals weergegeven in afbeelding 1.1.

2 Bruggen en andere volledige overkluizingen

Toetsing peilafwijkingen IJsselmonde-Oost en Zwijndrechtse Waard. (behorend bij ontwerp peilbesluit IJsselmonde-Oost en Zwijndrechtse Waard)

REACTIENOTA zienswijzen Peilbesluit De Onlanden

Watergebiedsplan Hem. Toelichting bij het peilbesluit, projectplan en leggerwijziging. Partiële herziening van het peilbesluit Drechterland (2005)

Naam:... Studentnr:...

Peilbesluit Horstermeerpolder en Meeruiterdijkse polder

Actueel Waterbericht Week 3 Jaar 2015

Memo Amsterdam, 20 juni 2016

Watergebiedsplan Westelijke Venen

Toelichting GGOR Schieveen

MEMO DHV B.V. Logo. : Albert Lubbinge : Joost Toxopeus : archief, Theo Daalmeijer. : Uitbreiding Oranje : Advies uitbreiding Oranje

Bijlage 17-1: Stedelijke wateropgave Nieuw-Amsterdam Veenoord

Transcriptie:

MEMO Aan: Van: Kwaliteitsborging: Onderwerp: Koos van der Zanden (PMB) Jeroen Leyzer (WH) Anne Joepen Datum: 27-11-2014 Status: Adviesnummer WH: Hydraulische toetsing Klaas Engelbrechts polder t.b.v. nieuw gemaal. Definitief AA2014 552 1. Aanleiding De Klaas Engelbrechtspolder heeft een tekort aan reguliere bemalingscapaciteit, daarnaast is er vanwege de gebruiksfunctie grasland tevens een aanvullende capaciteit gewenst (overcapaciteit). In 2007 is onderzoek (ABC polders, 78156C juni 2007) gedaan naar de opties om de bemalingscapaciteit uit te breiden in combinatie met het vergroten van watergangen in de polder. Daarbij zijn twee alternatieven beschouwd. Afdeling PMB is momenteel bezig met het uitwerken van gemaal tot schetsontwerp. Gevraagd advies van WH is een hydraulische toets van de Klaas Engelbrechtspolder waarbij de varianten nogmaals tegen het licht worden gehouden. De voorliggende notitie beantwoordt de onderstaande vragen. Vragen: [1] Voldoen de huidige primaire waterlopen op de route naar het gemaal/ naar de gemalen? [2] Indien de waterlopen hydraulisch gezien niet voldoen, welke trajecten voldoen hierbij niet? [3] Welke dimensies moet de duiker krijgen tussen de maalkom van het nieuw beoogde gemaal en het watersysteem. 2. Beschikbare informatie Voor deze studie is gebruik gemaakt van de volgende informatie: [1] Praktijkinformatie van Koos van der Zanden; [2] Rapportage vervolgonderzoek ABC-POLDERS 78156C, juni 2007. 3. Aanpak De bovenstaande vragen zijn uitgewerkt aan de hand van verschillende beleidsstukken en gebiedsinformatie van kenners. Daarnaast zijn de volgende stappen doorlopen: Vaststellen van huidige situatie; Controle en wijzigen bestaand hydraulisch rekenmodel; Beschrijven van de beoogde ingrepen in het watersysteem; Bepalen van dimensies nieuwe duiker en maalkom; Benoemen van toetscriteria en de aangenomen uitgangspunten; Beschrijven en presenteren van berekeningsresultaten; Berekenen van benodigde afmetingen waterlopen op knelpuntlocaties (maatgevende scenario); Beschrijven van conclusie en aanbevelingen. CONTACT J.A. Leyzer T 015-2608071 E jleyzer@hhdelfland.nl ADRES Phoenixstraat 32, Delft www.hhdelfland.nl

AA2014-552/ Hydraulische toetsing Klaas Engelbrechts polder / 2 4. Gebiedsbeschrijving 4.1. Huidige situatie De Klaas Engelbrechtspolder bestaat in hoofdzaak uit een viertal peilgebieden, waarbinnen een aantal op- en onderbemalingen aanwezig zijn (zie figuur 1, situatie 2007). Deze laatste zijn voor dit onderzoek niet relevant, meest van belang zijn het centrale peilvak B1 (SP: -3,05 m NAP) en de hoger gelegen peilvakken B2 (SP:-2,76 m NAP) en B3 (SP: -2,80 m NAP). B2 B3 B1 B1 Automatische stuw (2011) B4 Figuur 1: Overzicht van de Klaas Engelbrechtspolder, peilvakindeling en schematische afvoer De polder bestaat in hoofdzaak uit grasland. Aan de zuidzijde bevindt zich een deel van het stedelijk gebied van Schipluiden (B4). Aan de oostzijde ligt een knooppunt van de Rijksweg A4 (B2). De afwatering van de polder geschiedt via het centraal gelegen peilgebied B1. Aan de oostzijde hiervan staat het poldergemaal. Peilvak B3 heeft een hoger streefpeil dan B1 en watert voornamelijk aan de zuidzijde via een klepstuw af. Daarnaast kan B3 (indien nodig) ook aan de noordzijde afwateren. Veranderingen tussen situatie 2007 en 2014 Ten opzichten van de situatie in 2007 hebben er enkele veranderingen plaatsgevonden in de polder. Voornamelijk binnen peilvak B1 en B2 zijn enkele kunstwerken en waterlopen verandert. Deze veranderingen zijn hierop toegevoegd aan het hydraulische rekenmodel. Door de veranderingen zijn tevens een deel van de afwateringseenheden herverdeeld over het watersysteem. Het belangrijkste verschil is de waterloop in peilvak B2 (bijlage 1) en de automatische stuw tussen peilvak B3 en B1. Deze stuw is rond 2011 in gebruik genomen en stuurt op het zomer-/ winterpeil. Door dit automatische kunstwerk is de afvoer richting het zuiden toegenomen en zal er minder water via het noorden afstromen (zie figuur 1 of bijlage 1). 4.2. Beoogde situatie B B B B Figuur 2 Schematisch overzicht van de nieuwe situatie

AA2014-552/ Hydraulische toetsing Klaas Engelbrechts polder / 3 In de nieuwe situatie zal een nieuw gemaal worden gerealiseerd in het zuidwesten van de polder. Dit gemaal zal ten minsten het tekort aan reguliere capaciteit (5,6 m 3 /min) krijgen met mogelijk ook een aanvullende (over)capaciteit van 18 m 3 /min. Een alternatief hierop ( het voorkeursalternatief) is om de totale nieuwe pompcapaciteit van 23,6 m 3 /min in zijn geheel als regulier te bestempelen. Daardoor wordt de aanvoerende watergang welke tijdens de toetsing van 2007 als een knelpunt was aangemerkt maximaal ontlast (rode traject, figuur 2). In het zuidwesten wordt aan de voorzijde van het beoogde gemaal tevens een nieuwe maalkom aangelegd met een open duikerverbinding welke de maalkom zal verbinden met het watersysteem van de polder. 4.3. Modelscenario s Tabel 1 geeft een overzicht van de verschillende scenario s welke zijn onderzocht op het hydraulisch functioneren. Bij scenario 1 en 1a is gekeken naar de voornaamste verschillen tussen het gebruik van de reguliere- en reguliere + overcapaciteit van het nieuwe gemaal. In scenario 1 is de 18 m 3 /min overcapaciteit dus niet meegenomen. Daarnaast is in deze scenario s gerekend met een duikerverbinding van 1 x 1 m (B x H) zoals deze tijdens het vooroverleg was geschat. In scenario 2a is tevens uitgegaan van de totaal beoogde gemaalcapaciteit en met een hydraulisch goed functionerende duiker tussen het watersysteem en de nieuwe maalkom. De minimale duikerafmetingen zijn hierbij 3 x 1 m (B x H). Opgemerkt moet worden dat in de praktijk geen verschil bestaat tussen reguliere of overcapaciteit en is in de verschillende scenario s de volledige pompcapaciteit vermeld. In het model is echter gerekend met niet twee maar met slechts één gemaal (pomp 1) en één stuw als benedenstroomse rand ter vervanging van het bestaande gemaal (pomp 2). Het gemaal (pomp 1) verpompt hiermee het maximale opgelegde debiet en de stuw voert het overige water af. Het debiet wat door de stuw wordt afgevoerd is dus automatisch het overige van de reguliere capaciteit. M.a.w. de overcapaciteit wordt in het model niet volledig benut. Tabel 1: Overzicht van de modelscenario s en de kentallen Pomp 1 in model Over cap. Pomp 2 in model Over cap. Pompcapaciteit Duiker dimensie Scenario (West) [m3/min] [m3/min] (Oost) [m3/min] [m3/min] totaal [m3/min] [m x m] 1 5,6 18 *35 40,6 1x1 1a 23,6 *35 58,6 1x1 2a 23,6 *35 58,6 3x1 *Slechts een deel van de overcapaciteit wordt benut in het model.

AA2014-552/ Hydraulische toetsing Klaas Engelbrechts polder / 4 5. Toetscriteria en uitgangspunten 5.1. Toetscriteria - Stroomsnelheid in waterlopen: 0,2 m/s; - Stroomsnelheid duikers: (uitstroomopening) 0,6 m/s; - Opstuwing over duikers t/m 20 m: 2 mm; - Verhang in polderwaterlopen: 4 cm/km. 5.2. Uitgangspunten Bij het opstellen van de notitie is uitgegaan van de volgende uitgangspunten: - De oppervlakken van de afwateringseenheden zijn niet veranderd t.o.v. de berekeningen uit 2007; - De dimensionering van de nieuwe maalkom is in deze notitie niet uitgewerkt; - Het watersysteem wordt alleen stationair getoetst; - Het gemaal en de stuw voeren met zowel de reguliere als een deel van de overcapaciteit af, dit scenario is maatgevend gesteld voor de hydraulische toetsing; - Waterdiepte maalkom en aanvoerroute bij waterpeil in rust is 0,75 cm; - Oppervlak maalkom is circa 4000 m 2 ; - De nieuwe duikerverbinding heeft een lengte tot 20 m.

AA2014-552/ Hydraulische toetsing Klaas Engelbrechts polder / 5 6. Berekeningsresultaten 6.1. Scenario 1 Figuur 3 geeft de maximale stroomsnelheden weer in waterlopen en bij kunstwerken. Hieruit blijkt dat overal wordt voldaan aan de norm voor stroomsnelheid. Rode trajecten (met hoger berekende stroomsnelheden) ontstaan in het model hoofdzakelijk bij kunstwerken. De stroomsnelheden bereiken hier een maximum van circa 0,6 m/s en voldoen hiermee. Figuur 3: Stroomsnelheden in het watersysteem, scenario 1. Figuur 4 geeft het berekende verhang in het watersysteem weer. Hieruit is op te maken dat het verhang [in cm/km] op een aantal locaties te hoog zal zijn. De belangrijkste locaties welke ook als knelpunt kunnen worden gezien bevinden zich in het hart van de polder waar de waterlopen iets te klein blijken (tot circa 1,5 cm/km overschrijding van de verhangnorm). Naast deze waterlopen bevinden zich op locatie 1 enkele duikers welke individueel voldoen aan de opstuwingsnorm maar samen en in combinatie met de waterloop slechts een beperkte overschrijding veroorzaken van de verhangnorm. Locatie 1 hoeft door de beperkte overschrijding echter niet te worden gezien als een knelpunt.

AA2014-552/ Hydraulische toetsing Klaas Engelbrechts polder / 6 1 # Figuur 4: Verhang in het watersysteem, scenario 1. Wanneer wordt gekeken naar de opstuwing over de duiker tussen het watersysteem van de polder en de nieuwe maalkom (locatie #), heeft een vierkante duiker van 1 x 1 m voldoende afvoercapaciteit en voldoet aan de opstuwingsnorm van 2 mm (zie tabel 2). Tabel 2: Berekeningsresultaten nieuwe duiker en maalkom Max. waterstand Verval (stationair) Onderwerp [m] [m NAP] Nieuwe duiker 0,001 -- Maalkom -- -2,92 6.2. Scenario 1a Figuur 5 geeft de maximale stroomsnelheden weer in waterlopen en bij kunstwerken. Hieruit blijkt dat overal wordt voldaan aan de norm voor stroomsnelheid. Rood gekleurde trajecten (met hoger berekende stroomsnelheden) ontstaan in het model hoofdzakelijk bij kunstwerken. De stroomsnelheden bereiken hier een maximum van circa 0,6 m/s en voldoen hiermee.

AA2014-552/ Hydraulische toetsing Klaas Engelbrechts polder / 7 Figuur 5: Stroomsnelheden in het watersysteem, scenario 1a. Figuur 6 geeft het verhang in het watersysteem weer. Hieruit is op te maken dat het verhang [in cm/km] op een aantal locaties te hoog zal zijn. De belangrijkste knelpuntlocaties bevinden zich ook in dit scenario in het hart van de polder maar het gaat hierbij om een wat langer traject waarbij een overschrijding van de norm is berekend tot circa 3,2 cm/km. De duikers op locatie 1 welke individueel voldoen aan de opstuwingsnorm geven ook in dit scenario samen slechts een beperkte overschrijding van de verhangnorm. De duiker op locatie 2 heeft een opstuwing van 7 mm en is hierop de aanleiding voor het oranje kleuren, van het omliggende traject. 1 2 # Figuur 6: Verhang in het watersysteem, scenario 1a. Wanneer wordt gekeken naar de opstuwing over de duiker tussen het watersysteem van de polder en de nieuwe maalkom met een groot gemaal (locatie #), heeft een vierkante duiker van 1 x 1 m niet meer voldoende afvoercapaciteit en voldoet hiermee niet aan de opstuwingsnorm van 2 mm (zie tabel 3).

AA2014-552/ Hydraulische toetsing Klaas Engelbrechts polder / 8 Tabel 3: Berekeningsresultaten nieuwe duiker en maalkom Max. waterstand Verval (stationair) Onderwerp [m] [m NAP] Nieuwe duiker 0,027 -- Maalkom -- -3,02 6.3. Scenario 2a Figuur 7 geeft de maximale stroomsnelheden weer in de waterlopen en bij kunstwerken. Hieruit blijkt dat overal wordt voldaan aan de norm voor stroomsnelheid. Rood gekleurde trajecten (met hoger berekende stroomsnelheden) ontstaan in het model hoofdzakelijk bij kunstwerken. De stroomsnelheden bereiken hier een maximum van circa 0,6 m/s en voldoen hiermee ook. Figuur 7: Stroomsnelheden in het watersysteem, scenario 2a. Figuur 8 geeft het verhang in het watersysteem weer. Hieruit is op te maken dat het verhang [in cm/km] op een aantal locaties te hoog zal zijn. De belangrijkste locaties bevinden zich in dit scenario in het hart van de polder en geeft nagenoeg geen verschil met het scenario 1a (tot circa 3,2 cm/km overschrijding van de verhangnorm). Op locatie 1 bevinden zich enkele duikers op een rij welke individueel voldoen aan de opstuwingsnorm maar samen slechts een beperkte overschrijding veroorzaken van de verhangnorm. De duiker op locatie 3 heeft een opstuwing van 7 mm en is hierop de aanleiding voor het oranje kleuren/ niet voldoen, van het omliggende traject.

AA2014-552/ Hydraulische toetsing Klaas Engelbrechts polder / 9 1 2 Figuur 8: Verhang in het watersysteem, scenario 2a. Wanneer wordt gekeken naar de opstuwing over de duiker tussen het watersysteem van de polder en de nieuwe maalkom met een groot gemaal, heeft een rechthoekige duiker van 3 x 1 m voldoende afvoercapaciteit en voldoet hij aan de opstuwingsnorm van 2 mm (zie tabel 4). Tabel 4: Berekeningsresultaten nieuwe duiker en maalkom Max. waterstand Verval (stationair) Onderwerp [m] [m NAP] Nieuwe duiker 0,0024 -- Maalkom -- -3,017 Samenvatting Wanneer het nieuw beoogde gemaal in het westen van de polder, pompt met zowel de reguliere als de overcapaciteit resulteert dit in hogere stroomsnelheden op de hoofd afvoerroute maar levert geen knelpunten op (vergelijking scenario 1 en 1a). Echter wanneer wordt gekeken naar het verhang in het watersysteem ontstaan op verschillende locaties knelpunten met een te groot verhang. Deze locaties bevinden zich midden in de polder en hebben betrekking op het dwarsprofiel van de waterloop en één duiker op locatie 2 (figuur 8). Bij scenario 1a en 2a welke sterk op elkaar lijken, wordt de verhangnorm hier met circa 1 á 9 cm/km overschreden (factor 1,25 á 3 te groot). Lokale aanpassingen in het dwarsprofiel zijn hier noodzakelijk. Het vergroten van de benedenstroomse duiker (net voor de maalkom van het nieuwe gemaal) heeft nagenoeg geen effect op de stroomsnelheid en verhang in het watersysteem. Een duiker van 1 x 1 m stremt de doorstroming naar de maalkom enigszins. Een berekende opstuwing van 2,7 cm is hierbij teveel. De maximaal toelaatbare opstuwing over de duiker van 2 mm kan worden bereikt met een duiker van 1 x 3 m.

AA2014-552/ Hydraulische toetsing Klaas Engelbrechts polder / 10 7. Maatregelen Dwarsprofielen Het uitgangspunt bij de maatregelen is dat de huidige diepte van de watergangen (conform reconstructie) wordt gehandhaafd, dus dat alleen de breedte wordt aangepast. De watergangen moeten voldoen aan de verhangnorm, zijnde maximaal 4,0 cm/km. Figuur 9 geeft een overzicht van de verschillende trajecten waar een aangepast profiel is vereist. Tabel 5 geeft dezelfde trajecten weer met de benodigde breedtes (op de waterlijn) en de benodigde verbreding waarmee aan de verhangnorm kan worden voldaan (kolom B+). Het betreft hier dus de minimaal benodigde afmeting. De rode nummers zijn volledigheidshalve opgenomen ter controle van het traject, mogelijk bevindt het resultaat zich op het omslagpunt. 1 2 3 Figuur 9: Overzicht van de trajecten met een kenlpunt voor het verhang, scenario 2a (voorkeursscenario). Tabel 5: minimale dimensies van profielen per traject. Traject Afvoer [m 3 /s] L [m] B [m] B+ [m] nummer 1 0,062 240 2,50 0,25 2 0,201 405 4,00 0,6 3 0,374 180 7,00 0,0 Duiker De duiker op traject 3 (rond 1250 mm, lengte 4,5 m) heeft een opstuwing van circa 7 mm en voldoet hiermee niet aan de norm. Bij een afvoer van 0,374 m 3 /s zou de duiker minimaal een rechthoekig 1,8 x 1 (B x H) moeten zijn. 8. Conclusie en Advies Vragen: [1] Voldoen de huidige primaire waterlopen op de route naar het gemaal/ naar de gemalen? Antwoord: nee niet alle waterlopen voldoen aan de verhangnorm. [2] Indien de waterlopen hydraulisch gezien niet voldoen, welke trajecten voldoen hierbij niet? Antwoord: trajecten 1, 2 en 3. Daarnaast voldoet de duiker op traject 3 niet. [3] Welke dimensies moet de duiker krijgen tussen de maalkom van het nieuw beoogde gemaal en het watersysteem. Antwoord: 3 x 1 m (B x L) om te voldoen aan

AA2014-552/ Hydraulische toetsing Klaas Engelbrechts polder / 11 de 2 mm opstuwingsnorm. Aanbevolen wordt om specifiek te kijken naar verbreding van het dwarsprofiel van trajecten 1, 2 en 3 en het verruimen van de duiker in traject 3.

AA2014-552/ Hydraulische toetsing Klaas Engelbrechts polder / 12 Bijlage 1: De verschillen tussen hydraulisch model 2007 en watersysteem 2014 Automatische stuw (2011) Waterlopen model 2007 Waterlopen legger 2014