31 januari Stichting-Telegraafpensioenfonds 1959 T.a.v. de directie Postbus EB AMSTERDAM

Vergelijkbare documenten
2 februari Stichting-Telegraafpensioenfonds 1959 T.a.v. de huidige directie Postbus EB AMSTERDAM

Per 1 januari 2015 zijn de aanspraken op ouderdomspensioen geconverteerd naar ingangsleeftijd 67. 2

Ruil- en afkoopfactoren

In reglement IV zijn de volgende flexibiliseringsmogelijkheden opgenomen:

Bijlage I: Actuariële grondslagen flexibiliseringsfactoren per 1 januari 2018

bijlagen 2013 behorende bij het pensioenreglement

AFKOOP- EN FLEXIBILISERINGSFACTOREN 2018 STICHTING PENSIOENFONDS VAN DE GROLSCHE BIERBROUWERIJ VERSIE 2018

AFKOOP- EN FLEXIBILISERINGSFACTOREN 2019 STICHTING PENSIOENFONDS VAN DE GROLSCHE BIERBROUWERIJ VERSIE 2019

Actuariële grondslagen flexibiliseringsfactoren per 1 januari 2017

Stichting Pensioenfonds PepsiCo Nederland. Bijlage Flexibiliserings- en afkoopfactoren en kerncijfers Stichting Pensioenfonds PepsiCo Nederland

Stichting ING CDC Pensioenfonds. Tabellenboek 2017 (concept)

Stichting NN CDC Pensioenfonds. Tabellenboek 2017 (concept)

Tabellenboek. geldig van 1 januari 2015 tot en met 31 december Duidelijk over dadelijk

Stichting ING CDC Pensioenfonds. Tabellenboek 2018

Stichting ING CDC Pensioenfonds. Tabellenboek 2019

Stichting NN CDC Pensioenfonds. Tabellenboek 2018

Stichting NN CDC Pensioenfonds. Tabellenboek 2019

Stichting Pensioenfonds ANWB. Tabellenboek 2018

bijlagen 2014 behorende bij het pensioenreglement

Stichting Pensioenfonds ANWB. Tabellenboek 2017

Tabellenboek. geldig van 1 januari 2015 tot en met 31 december 2015 TRANSPARANT OVER ELKE FASE

Stichting ING CDC Pensioenfonds. Tabellenboek 2016 (concept)

De in deze bijlage opgenomen factoren gelden vanaf 1 januari 2017 tot en met 31 december 2017.

55 0,738 0, ,783 0, ,831 0, ,882 0, ,939 0, ,000 1,000

Tabellenboek. geldig van 1 januari 2016 tot en met 31 december Duidelijk over dadelijk

Actuariële factoren vanaf 1 januari 2017

Stichting Pensioenfonds Hunter Douglas. Tabellenboek 2015 Versie 1

55 0,755 0, ,797 0, ,842 0, ,891 0, ,943 0, ,000 1,000

Deze bijlage geeft tabellen met factoren behorend bij de keuzemogelijkheden uit het (pre)pensioenreglement. De factoren zijn geldig in 2014.

BIJLAGENREGLEMENT BIJ PENSIOENREGLEMENT 2016 VAN PENSIOENSTICHTING TRANSPORT


Addendum bij de pensioenreglementen geldig vóór 1 januari 2018 van Stichting Pensioenfonds Lloyd s Register Nederland

REKENREGELS BEHOREND BIJ DE UITVOERINGSREGELING PENSIOENREGLEMENT 2006 FLEXIBILISERINGSFACTOREN 2015

PENSIOENREGLEMENT UNISYS PENSIOENKAPITAALPLAN PENSIOENREGLEMENT UNISYS COMBI PENSIOEN UNISYS PENSIOENREGLEMENT, 12E NOTA VAN WIJZIGING

Bijlagen. Stichting Pensioenfonds Unisys Nederland. Versie 1 januari 2013 PENSIOENREGLEMENT UNISYS PENSIOENKAPITAALPLAN

Bijlage 1 t/m 4. Pensioenreglement voor deelnemers geboren voor 1 januari Stichting Pensioenfonds SCA. 1 januari 2014 t/m 31 december 2016

1. Hoogte van het levenslang ouderdomspensioen bij vervroeging

Tabellenboek Stichting Pensioenfonds Smurfit Kappa Nederland. Geldig vanaf: Geldig tot:

55 0,718 0, ,765 0, ,816 0, ,872 0, ,933 0, ,000 1,000

Stichting Pensioenfonds AT&T Nederland. AT&T Pensioenreglement. Bijlage met tabellen

De premiegrondslag bestaat uit twee delen:

Pensioenreglement I Abbott Stichting Pensioenfonds Abbott Nederland

Flexibele elementen/ factoren (versie 2013) behorende bij het. Pensioenreglement. van. Stichting Pensioenfonds Capgemini Nederland

Het in dit memo vermelde is van toepassing op de volgende omzettingsmogelijkheden:

Bijlage 1a: Flexibiliseringsfactoren

Tabellenboek Stichting Pensioenfonds ING. Geldig vanaf

GE European Pension Fund. Artesia Sectie

Gehanteerde maximum grondslag basispensioen en (geoorloofde) franchise betreft cijfers van het voorgaande jaar. Deze worden jaarlijks aangepast.

Factorenreglement. Pensioenreglement. behorende bij het. van. Stichting Pensioenfonds Capgemini Nederland. gevestigd te Utrecht

Het in dit memo vermelde is van toepassing op de volgende omzettingsmogelijkheden:

Tabellenboek Stichting Pensioenfonds ING. Geldig vanaf

Factorenreglement. Pensioenreglement. behorende bij het. van. Stichting Pensioenfonds Capgemini Nederland. gevestigd te Utrecht

Tabellenboek Stichting Pensioenfonds Smurfit Kappa Nederland. Geldig vanaf: Geldig tot:

Flexibele elementen/ factoren (versie 2012) behorende bij het. Pensioenreglement. van. Stichting Pensioenfonds Capgemini Nederland

De ruilvoet voor vervroeging en uitstel van het ouderdomspensioen (OP), als bedoeld in artikel 5, is gelijk aan de factor uit de onderstaande tabel.

Factorenreglement. Pensioenreglement. behorende bij het. van. Stichting Pensioenfonds Capgemini Nederland. gevestigd te Utrecht

De premiegrondslag bestaat uit twee delen:

Factorenreglement. Pensioenreglement. behorende bij het. van. Stichting Pensioenfonds Capgemini Nederland. gevestigd te Utrecht

De premiegrondslag bestaat uit twee delen:

De premiegrondslag bestaat uit twee delen:

Gehanteerde maximum grondslag basispensioen en (geoorloofde) franchise betreft cijfers van het voorgaande jaar; deze worden jaarlijks aangepast.

1. Hoogte van het levenslang ouderdomspensioen bij vervroeging

Flexfactoren 2019 Voorbeelden van flexibele mutaties. Pensioenfonds Avebe

Bijlage 2: Actuariële factoren

Bijlage 2: Actuariële factoren

Bijlage 2: Actuariële factoren

Flexibilisering en afkoop van pensioen

Bijlage 2: Actuariële factoren

Bijlage 2: Actuariële factoren

Tabellenboek Stichting Pensioenfonds ING. Geldig vanaf

Flexibele elementen/ factoren (versie 2015) behorende bij het. Pensioenreglement. van. Stichting Pensioenfonds Capgemini Nederland

1. Uitruil ouderdomspensioen in ouderdomspensioen met levenslang partnerpensioen na beëindiging van de arbeidsovereenkomst

1. Uitruil ouderdomspensioen in ouderdomspensioen met levenslang partnerpensioen na beëindiging van de arbeidsovereenkomst

1. Uitruil ouderdomspensioen in ouderdomspensioen met levenslang partnerpensioen na beëindiging van de arbeidsovereenkomst

1. Hoogte van het levenslang ouderdomspensioen bij vervroeging

Flexibele elementen/ factoren (versie 2013) behorende bij het. Pensioenreglement. van. Stichting Pensioenfonds Capgemini Nederland

Tabellenboek Stichting Pensioenfonds ING. Geldig vanaf

Uitvoeringsregeling 1 bij artikel 10 van het reglement voor pensioenregeling IV van Stichting CRH Pensioenfonds

Bijlage percentages en bedragen

Gehanteerde maximum grondslag basispensioen en (geoorloofde) franchise betreft cijfers van het voorgaande jaar; deze worden jaarlijks aangepast.

Het in dit memo vermelde is van toepassing op de volgende omzettingsmogelijkheden:

Factorenboek Comfort Pensioen

Uitvoeringsrichtlijn betreffende de Flexibiliseringmogelijkheden

De uitwerking hiervan is opgenomen in onze notitie van 30 april 2015 (Ref: HDr\654444\P150314).

Factorenboek Comfort Pensioen

Bijlage 1 behorende bij het pensioenreglement d.d. 1 januari 2017 van de Stichting Pensioenfonds ERIKS

Gehanteerde maximum grondslag basispensioen en (geoorloofde) franchise betreft cijfers van het voorgaande jaar; deze worden jaarlijks aangepast.

1. Hoogte van het levenslang ouderdomspensioen bij vervroeging

12 maart Stichting Pensioenfonds Forbo T.a.v. het bestuur Postbus AA KROMMENIE. Betreft: herstelplan per 1 januari 2018

Bijlage 1 behorende bij het pensioenreglement d.d. 1 januari 2018 van Stichting Pensioenfonds ERIKS

Stichting Pensioenfonds voor de Woningcorporaties. Flexfactoren reglement

Flexfactoren reglement

Stichting Pensioenfonds voor de Woningcorporaties. Flexfactoren reglement

Factorenboek Comfort Pensioen

Verhoging pensioen tot 72 jaar (Hoog-laagregeling), op leeftijd 65. Ouderdomspensioen van 65 tot 72 jaar

Gehanteerde maximum grondslag basispensioen en (geoorloofde) franchise betreft cijfers van het voorgaande jaar; deze worden jaarlijks aangepast.

Aanvulling 1 op Pensioenreglement 2011

Bijlagen bij Pensioenreglement 2006

Aanpassing van de reglementaire flexibiliserings-, uitruil- en afkoopfactoren.

Bijlage 2: Actuariële factoren

Transcriptie:

Correspondentieadres: Postbus 780, 1440 AT Purmerend, Nederland T.a.v. de directie Postbus 376 1000 EB AMSTERDAM Ref: HDr\653112\P180146 Betreft: Update flexibilisering en afkoop boekjaar 2018 Geachte directie, Naar aanleiding van het telefonische verzoek van mevrouw Den Heijer Philippo d.d. 16 januari 2018, doen wij in deze brief een voorstel voor de vanaf 1 januari 2018 te hanteren flexibiliseringsfactoren en afkooptarieven voor de (hierna: het fonds). Dit advies is uitsluitend geschreven voor uw gebruik en op basis van hetgeen met u is overeengekomen. Het is niet geschreven voor gebruik door enige andere partij en zal in die zin niet aan hun vragen, belangen of doelstellingen beantwoorden. Uitgangspunten Bij de actualisatie van de flexibiliseringsfactoren en afkooptarieven is rekening gehouden met de marktrente per 31 december 2017. In bijlage 6 treft u een overzicht van alle gehanteerde grondslagen aan. J.J. Roet, MSc Stationsweg 13-14 1441 EJ Purmerend Nederland T +31 88 543 3000 D +31 88 543 3714 E jelger.roet@willistowerswatson.com W willistowerswatson.com Towers Watson Netherlands BV; Handelsregister Amsterdam nr: 34308104 Op alle door ons geleverde diensten zijn algemene voorwaarden van toepassing. De algemene voorwaarden liggen op onze kantoren ter inzage en worden u desgewenst toegezonden. Ook zijn ze beschikbaar via www.towerswatson.com/nl-nl/voorwaarden-en-vergunningen. Pagina 1 van 12

Sekseneutraliteit flexibiliseringsfactoren De man-vrouw verhouding ten behoeve van de vaststelling van de flexibiliseringsfactoren is bepaald als de verhouding van de pensioenaanspraken ouderdomspensioen, voor alle actieve mannen en vrouwen van het fonds die de komende 10 jaar de pensioengerechtigde leeftijd zullen bereiken. De verhouding is gelijk aan 80% mannen en 20% vrouwen (ongewijzigd ten opzichte van vorig jaar). Voor de bepaling van deze verhouding is uitgegaan van het jaarwerkbestand per einde 2016. In de factoren voor uitruil van het nabestaandenpensioen voor extra ouderdomspensioen in bijlage 3 is rekening gehouden met een verwachting van het percentage van de mannen en vrouwen dat daadwerkelijk zal uitruilen. Deze verwachting is getoetst op basis van de deelnemers die in 2017 zijn gepensioneerd en uit dien hoofde gelijk verondersteld aan de verwachting die vorig jaar ook is toegepast (voor mannen is dit afgerond 20% en voor vrouwen 50%). Per saldo wijzigt voor bijlage 3 de oorspronkelijke man-vrouw verhouding van 80%-20% hierdoor in 61,5%-38,5%. Sekseneutraliteit afkoopfactoren De man-vrouw verhouding ten behoeve van de vaststelling van de afkooptarieven is afzonderlijk bepaald. De sekseneutrale afkooptarieven zijn vastgesteld op basis van de verhouding van de pensioenaanspraken ouderdomspensioen voor (premievrije) deelnemers die een ouderdomspensioen hebben dat onder de wettelijke afkoopgrens (2018: 474,11) ligt. De door ons gehanteerde man-vrouw verhouding voor de bepaling van de afkooptarieven voor het ouderdomspensioen (en het bijbehorende latente nabestaandenpensioen) is 50% mannen en 50% vrouwen. Tevens is de man-vrouw verhouding voor de bepaling van de afkoopfactoren van het ingegaan nabestaandenpensioen ook gesteld op 50% mannen en 50% vrouwen. Deze verhoudingen zijn ten opzichte van vorig jaar ongewijzigd gebleven. Afsluitend Wij raden het bestuur aan om alle in de bijlage opgenomen tabellen vast te stellen voor een periode van één jaar. Wij geven het bestuur in overweging om alle in de bijlagen opgenomen tabellen vanaf 1 januari 2018 toe te voegen aan het pensioenreglement en jaarlijks te toetsen op basis van de actuele marktrente, sterftegrondslagen en de samenstelling van het deelnemersbestand. De tabellen kunnen dan jaarlijks door het bestuur eventueel worden aangepast. Indien er naar aanleiding van deze brief nog vragen of opmerkingen zijn, dan zijn wij graag bereid tot het geven van nadere toelichting. Wij vertrouwen erop u hiermee voldoende te hebben ingelicht. Met vriendelijke groet, Towers Watson Netherlands B.V. drs. T.J.R. Veerman AAG Bijlagen 1. Vervroegings- en uitstelfactoren voor ouderdomspensioen 2. Uitruilfactoren van ouderdomspensioen voor nabestaandenpensioen 3. Uitruilfactoren van nabestaandenpensioen voor ouderdomspensioen 4. Hoog/ laag-uitruilfactoren en laag/hoog-uitruilfactoren van ouderdomspensioen 5. Afkoopfactoren 6. Actuariële grondslagen Pagina 2 van 12

Bijlage 1: Vervroegings- en uitstelfactoren voor ouderdomspensioen Behorend bij artikel 14 lid 1 t/m 4 van het reglement. De in deze bijlage opgenomen factoren gelden vanaf 1 januari 2018 voor een periode van één jaar. Na afloop van deze periode kunnen de factoren bij bestuursbesluit worden aangepast. Verlaging dan wel verhoging van het ouderdomspensioen na vervroeging of uitstel van 1,- ouderdomspensioen (ingaand op leeftijd 65 of 67). Ouderdomspensioen na vervroeging/uitstel Leeftijd Pensioenleeftijd 65 Pensioenleeftijd 67 55 62,0% 55,2% 56 64,7% 57,6% 57 67,6% 60,2% 58 70,7% 63,0% 59 74,1% 65,9% 60 77,6% 69,1% 61 81,5% 72,6% 62 85,6% 76,3% 63 90,1% 80,3% 64 94,8% 84,7% 65 100,0% 89,4% 66 105,6% 94,5% 67 111,9% 100,0% 68 118,9% 106,1% 69 126,7% 112,9% 70 135,4% 120,6% 71 145,1% 129,2% 72 156,1% 139,0% 73 168,4% 150,0% Voor tussenliggende leeftijden kan lineair worden geïnterpoleerd. Het reeds opgebouwde nabestaandenpensioen wordt niet aangepast met bovenstaande factoren. Voorbeeld vervroeging: Een 60-jarige deelnemer met een opgebouwd ouderdomspensioen met ingangsleeftijd 67 jaar van 5.000 besluit om het ouderdomspensioen te vervroegen naar leeftijd 60 jaar. De resulterende aanspraken op ouderdomspensioen met ingangsleeftijd 60 jaar bedragen dan 3.455 (= 5.000 x 69,1%). Voorbeeld uitstel: Een 67-jarige deelnemer met een opgebouwd ouderdomspensioen met ingangsleeftijd 67 jaar van 5.000 besluit om het ouderdomspensioen uit te stellen naar leeftijd 70 jaar. De resulterende aanspraken op ouderdomspensioen met ingangsleeftijd 70 jaar bedragen dan 6.030 (= 5.000 x 120,6%). Pagina 3 van 12

Bijlage 2: Uitruilfactoren van ouderdomspensioen voor nabestaandenpensioen Behorend bij artikel 16 lid 1 t/m 7 van het reglement. De in deze bijlage opgenomen factoren gelden vanaf 1 januari 2018 voor een periode van één jaar. Na afloop van deze periode kunnen de factoren bij bestuursbesluit worden aangepast. Uitruilfactoren van ouderdomspensioen voor nabestaandenpensioen bij pensionering. Leeftijd Extra nabestaandenpensioen na uitruil ouderdomspensioen 55 512,5% 56 491,9% 57 472,0% 58 452,9% 59 434,6% 60 416,9% 61 399,9% 62 383,5% 63 367,6% 64 352,4% 65 337,7% 66 323,6% 67 310,2% 68 297,3% 69 284,9% 70 273,2% 71 261,9% 72 251,1% 73 240,9% Voor tussenliggende leeftijden kan lineair worden geïnterpoleerd. Voorbeeld: Een 63-jarige deelnemer besluit om 1.000 direct ingaand ouderdomspensioen (na vervroeging) uit te ruilen voor extra nabestaandenpensioen. De resulterende extra aanspraken op nabestaandenpensioen bedragen dan 3.676 (= 1.000 x 367,6%). Pagina 4 van 12

Uitruilfactoren van ouderdomspensioen voor nabestaandenpensioen bij uitdiensttreding. Extra nabestaandenpensioen na uitruil ouderdomspensioen Leeftijd Pensioenleeftijd 65 Pensioenleeftijd 67 18 406,5% 364,7% 19 402,8% 361,3% 20 399,4% 358,1% 21 396,0% 355,0% 22 392,6% 351,9% 23 389,2% 348,7% 24 385,9% 345,7% 25 382,6% 342,7% 26 379,4% 339,7% 27 376,2% 336,8% 28 372,9% 333,8% 29 369,7% 330,8% 30 366,6% 328,0% 31 363,5% 325,2% 32 360,6% 322,4% 33 357,6% 319,7% 34 354,7% 317,1% 35 351,9% 314,5% 36 349,2% 312,0% 37 346,5% 309,5% 38 343,8% 307,1% 39 341,2% 304,8% 40 338,7% 302,5% 41 336,3% 300,3% 42 333,9% 298,2% 43 331,7% 296,2% 44 329,5% 294,3% 45 327,5% 292,5% 46 325,5% 290,7% 47 323,7% 289,1% 48 322,2% 287,7% 49 320,8% 286,4% 50 319,6% 285,3% Pagina 5 van 12

Extra nabestaandenpensioen na uitruil ouderdomspensioen Leeftijd Pensioenleeftijd 65 Pensioenleeftijd 67 51 318,7% 284,3% 52 318,0% 283,6% 53 317,7% 283,2% 54 317,6% 283,0% 55 317,7% 283,1% 56 318,3% 283,4% 57 319,1% 284,1% 58 320,4% 285,1% 59 321,9% 286,5% 60 323,7% 288,1% 61 325,9% 290,2% 62 328,3% 292,5% 63 331,1% 295,2% 64 334,2% 298,3% 65 337,7% 301,7% 66 305,7% 67 310,2% Voor tussenliggende leeftijden kan lineair worden geïnterpoleerd. Voorbeeld: Een 40-jarige deelnemer besluit om bij uitdiensttreding 1.000 ouderdomspensioen met ingangsleeftijd 67 jaar uit te ruilen voor extra nabestaandenpensioen. De resulterende extra aanspraken op nabestaandenpensioen bedragen dan 3.025 (= 1.000 x 302,5%). Pagina 6 van 12

Bijlage 3: Uitruilfactoren van nabestaandenpensioen voor ouderdomspensioen Behorend bij artikel 16 lid 8 t/m 13 van het reglement. De in deze bijlage opgenomen factoren gelden vanaf 1 januari 2018 voor een periode van één jaar. Na afloop van deze periode kunnen de factoren bij bestuursbesluit worden aangepast. Leeftijd Extra ouderdomspensioen na uitruil nabestaandenpensioen 55 16,5% 56 17,2% 57 17,9% 58 18,7% 59 19,4% 60 20,2% 61 21,1% 62 21,9% 63 22,8% 64 23,8% 65 24,8% 66 25,8% 67 26,9% 68 28,0% 69 29,1% 70 30,3% 71 31,5% 72 32,8% 73 34,1% Voor tussenliggende leeftijden kan lineair worden geïnterpoleerd. Voorbeeld: Een 61-jarige deelnemer besluit om 2.000 nabestaandenpensioen uit te ruilen voor extra direct ingaand ouderdomspensioen. De resulterende extra aanspraken op ouderdomspensioen bedragen dan 422 (= 2.000 x 21,1%). Pagina 7 van 12

Bijlage 4: Hoog/ laag-uitruilfactoren en laag/ hoog-uitruilfactoren van ouderdomspensioen Behorend bij artikel 15 lid 3 van het reglement. De in deze bijlage opgenomen factoren gelden vanaf 1 januari 2018 voor een periode van één jaar. Na afloop van deze periode kunnen de factoren bij bestuursbesluit worden aangepast. Hoog/ laag-uitruilfactoren Leeftijd H/L 100:75 H/L 110:90 H/L 100:90 5 jaar 10 jaar 5 jaar 10 jaar 5 jaar 10 jaar 55 125,1% 118,3% 117,1% 112,7% 108,7% 106,6% 56 125,0% 118,0% 117,0% 112,5% 108,7% 106,5% 57 124,8% 117,7% 116,9% 112,3% 108,6% 106,4% 58 124,5% 117,4% 116,7% 112,1% 108,6% 106,3% 59 124,3% 117,0% 116,6% 111,8% 108,5% 106,2% 60 124,1% 116,6% 116,4% 111,6% 108,4% 106,1% 61 123,8% 116,2% 116,3% 111,3% 108,3% 105,9% 62 123,6% 115,8% 116,1% 111,0% 108,3% 105,8% 63 123,3% 115,4% 115,9% 110,7% 108,2% 105,6% 64 123,0% 114,9% 115,7% 110,4% 108,1% 105,5% 65 122,7% 114,4% 115,5% 110,1% 108,0% 105,3% 66 122,3% 113,9% 115,3% 109,7% 107,9% 105,1% 67 121,9% 113,4% 115,1% 109,4% 107,8% 105,0% 68 121,5% 112,8% 114,8% 109,0% 107,6% 104,8% 69 121,1% 112,2% 114,5% 108,6% 107,5% 104,6% 70 120,7% 111,6% 114,2% 108,2% 107,4% 104,3% 71 120,2% 111,0% 113,9% 107,8% 107,2% 104,1% 72 119,7% 110,3% 113,6% 107,3% 107,0% 103,9% 73 119,1% 109,7% 113,2% 106,9% 106,9% 103,7% Voor tussenliggende leeftijden kan lineair worden geïnterpoleerd. Voorbeeld: Een 63-jarige deelnemer besluit om 1.000 direct ingaand ouderdomspensioen (na vervroeging) uit te ruilen naar een hoog-laag pensioen met verhouding 100:75 met een hogere uitkering in de eerste 5 jaar. Tot de 68-jarige leeftijd ontvangt deze deelnemer een ouderdomspensioen van 1.233 (= 1.000 x 123,3%). Vanaf de 68-jarige leeftijd ontvangt deze deelnemer levenslang een ouderdomspensioen van 925 (= 1.233 x 75%). Pagina 8 van 12

Laag/ hoog-uitruilfactoren Leeftijd L/H 75:100 L/H 90:110 L/H 90:100 5 jaar 10 jaar 5 jaar 10 jaar 5 jaar 10 jaar 55 78,9% 82,9% 84,8% 87,9% 91,8% 93,6% 56 79,0% 83,1% 84,9% 88,0% 91,8% 93,6% 57 79,1% 83,3% 85,0% 88,2% 91,9% 93,7% 58 79,2% 83,5% 85,1% 88,4% 91,9% 93,8% 59 79,3% 83,8% 85,2% 88,6% 92,0% 93,9% 60 79,4% 84,0% 85,3% 88,7% 92,1% 94,0% 61 79,6% 84,3% 85,4% 89,0% 92,1% 94,2% 62 79,7% 84,6% 85,5% 89,2% 92,2% 94,3% 63 79,9% 84,9% 85,6% 89,4% 92,3% 94,4% 64 80,1% 85,2% 85,8% 89,7% 92,3% 94,5% 65 80,2% 85,6% 85,9% 89,9% 92,4% 94,7% 66 80,4% 86,0% 86,1% 90,2% 92,5% 94,9% 67 80,7% 86,4% 86,2% 90,5% 92,6% 95,0% 68 80,9% 86,8% 86,4% 90,8% 92,7% 95,2% 69 81,1% 87,3% 86,6% 91,2% 92,8% 95,4% 70 81,4% 87,8% 86,8% 91,5% 92,9% 95,6% 71 81,7% 88,3% 87,0% 91,9% 93,1% 95,8% 72 82,0% 88,9% 87,2% 92,3% 93,2% 96,0% 73 82,4% 89,5% 87,5% 92,7% 93,3% 96,2% Voor tussenliggende leeftijden kan lineair worden geïnterpoleerd. Voorbeeld: Een 63-jarige deelnemer besluit om 1.000 direct ingaand ouderdomspensioen (na vervroeging) uit te ruilen naar een laag-hoog pensioen met verhouding 90:100 met een lagere uitkering in de eerste 10 jaar. Tot de 73-jarige leeftijd ontvangt deze deelnemer een ouderdomspensioen van 944 (= 1.000 x 94,4%). Vanaf de 73-jarige leeftijd ontvangt deze deelnemer levenslang een ouderdomspensioen van 1.049 (= 944 / 90%). Overschrijding bandbreedte Bij de toepassing van de verhouding 100:75 kan voor wat betreft het uitkeringsniveau voorafgaand aan de AOW-gerechtigde leeftijd een bedrag ter grootte van de dubbele AOW-uitkering voor een gehuwde als omschreven in de Algemene ouderdomswet buiten beschouwing blijven. Pagina 9 van 12

Bijlage 5: Afkoopfactoren Behorend bij artikel 19 lid 1 van het reglement. De in deze bijlage opgenomen factoren gelden vanaf 1 januari 2018 voor een periode van één jaar. Na afloop van deze periode kunnen de factoren bij bestuursbesluit worden aangepast. Ouderdomspensioen Latent Ingegaan Leeftijd vanaf leeftijd 65 vanaf leeftijd 67 nabestaandenpensioen nabestaandenpensioen 18 7,624 6,857 1,408 40,918 19 7,799 7,012 1,453 40,675 20 7,976 7,170 1,500 40,427 21 8,157 7,331 1,547 40,171 22 8,341 7,495 1,597 39,909 23 8,530 7,662 1,647 39,638 24 8,721 7,833 1,699 39,360 25 8,916 8,006 1,753 39,074 26 9,115 8,183 1,808 38,779 27 9,317 8,363 1,865 38,476 28 9,523 8,546 1,923 38,164 29 9,733 8,732 1,983 37,843 30 9,945 8,921 2,044 37,512 31 10,162 9,114 2,106 37,173 32 10,381 9,309 2,170 36,823 33 10,604 9,508 2,235 36,464 34 10,831 9,709 2,301 36,095 35 11,061 9,913 2,369 35,717 36 11,293 10,120 2,438 35,328 37 11,529 10,330 2,508 34,929 38 11,767 10,543 2,579 34,520 39 12,008 10,758 2,651 34,100 40 12,251 10,975 2,724 33,670 41 12,496 11,194 2,798 33,229 42 12,743 11,415 2,873 32,777 43 12,992 11,638 2,947 32,315 44 13,242 11,863 3,023 31,842 45 13,492 12,089 3,098 31,359 46 13,744 12,315 3,173 30,864 47 13,999 12,542 3,247 30,360 48 14,256 12,770 3,320 29,846 49 14,517 13,001 3,393 29,321 50 14,780 13,234 3,465 28,785 51 15,047 13,469 3,536 28,239 52 15,319 13,708 3,604 27,684 53 15,596 13,951 3,671 27,118 54 15,879 14,199 3,735 26,543 55 16,166 14,451 3,798 25,957 56 16,460 14,710 3,857 25,363 57 16,760 14,973 3,913 24,759 Pagina 10 van 12

Ouderdomspensioen Latent Ingegaan Leeftijd vanaf leeftijd 65 vanaf leeftijd 67 nabestaandenpensioen nabestaandenpensioen 58 17,066 15,244 3,966 24,146 59 17,376 15,522 4,015 23,526 60 17,689 15,804 4,060 22,897 61 18,006 16,093 4,100 22,261 62 18,325 16,387 4,136 21,619 63 18,644 16,685 4,167 20,968 64 18,962 16,986 4,194 20,311 65 19,280 17,291 4,214 19,648 66 17,599 4,227 18,980 67 17,909 4,233 18,307 68 17,629 69 16,950 70 16,268 71 15,584 72 14,901 73 14,219 74 13,539 75 12,862 76 12,192 77 11,530 78 10,878 79 10,239 80 9,611 81 9,001 82 8,411 83 7,838 84 7,287 85 6,755 86 6,247 87 5,768 88 5,316 89 4,891 90 4,495 91 4,134 92 3,795 93 3,485 94 3,202 95 2,945 96 2,713 97 2,504 98 2,319 99 2,155 100 2,014 Voor tussenliggende leeftijden kan lineair worden geïnterpoleerd. In de bovengenoemde tabel worden geen afkoopfactoren voor het wezenpensioen in beschouwing genomen. Pagina 11 van 12

Bijlage 6: Actuariële grondslagen Bij de berekening van de flexibiliseringsfactoren en afkoopfactoren voor het boekjaar 2018 is uitgegaan van de volgende actuariële grondslagen: - Sterfte Volgens de Prognosetafel AG2016 (zoals gepubliceerd door het AG). Voorts is rekening gehouden met het verschil in de overlevingskansen tussen de werkende en de totale bevolking door toepassing van fondsspecifieke ervaringssterfte (Willis Towers Watson Ervaringssterftemodel 2016). - Rekenrente De door DNB gepubliceerde UFR-rentetermijnstructuur per 31 december 2017. - Partnerschap Voor latent nabestaandenpensioen wordt het systeem van bepaalde partner gehanteerd. - Leeftijdsverschil Uitgangspunt is dat de vrouw drie jaar jonger is dan de man. - Uitkeringen Er is uitgegaan van de veronderstelling dat de pensioenuitkeringen continu geschieden. - Kostenopslagen Geen. Pagina 12 van 12