Toets Anatomie Opleiding Sport en Bewegen. Behaalde punten Hulpmiddelen geen



Vergelijkbare documenten
Toets Ziekteleer Opleiding Sport en Bewegen. Behaalde punten Hulpmiddelen geen

A. de hersenen en het ruggenmerg B. het hersenvlies en de hersenstam C. het cerebrospinaal vocht en de gevoelszenuwen D. de klieren en de lymfevaten

3. Wat gebeurt er met het kernmembraan in de eerste fase van de celdeling?

Als het bloed uit de holle ader verder stroomt, in welk bloedvat komt het dan?

Naam: BLOEDSOMLOOP. Vraag 1. Waaruit bestaat bloed?

Thema: Transport HAVO. HENRY N. HASSENKHAN SCHOLENGEMEENSCHAP LELYDORP [HHS-SGL] Docent: A. Sewsahai

BASISSTOF 1 HET BLOED OM TE ONTHOUDEN

Ooit nagedacht over wat er gebeurt onder een halsband?

Hart en bloedsomloop hv12. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

halvemaanvormige kleppen) Doordat de hartkamers het bloed met kracht wegpompen.

Herhalingsles Het lichaam. Ademhaling. Benoem de aangeduide delen op onderstaande tekeningen aan.

Prezi les 1: Website:

Oefen Repetitie KGT thema Bloedsomloop

Werkstuk Biologie Het menselijk lichaam

1) Wat is het verschil tussen de grote en kleine bloedsomloop? 2) Tot welke bloedsomloop behoren je hersenen?

De beenderen in het hoofd vormen samen de schedel. De schedel word gedragen door de wervelkolom die in de romp naar beneden loopt.

Hart en bloedsomloop vmbo-b34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

4,3. Samenvatting door een scholier 1547 woorden 28 februari keer beoordeeld

Fig De Leefstijlacademie

6,9. Werkstuk door een scholier 1972 woorden 23 mei keer beoordeeld

Afdrukken pagina 2-19 dubbelzijdig formaat A4 naar behoefte kunnen lege A4-pagina s worden tussengevoegd

Naam: BOTTEN EN SPIEREN Het menselijk lichaam

slagaders haarvaten aders uitzonderingen Bevat kleppen - - X Aorta, longslagader Gespierde dikke wand

dimat Biologische modellen - menskunde Hersenen

5,2. Antwoorden door een scholier 1376 woorden 19 februari keer beoordeeld. Basisstof 1; samenstelling van bloed

Hart anatomie en fysiologie

2 Patiëntspecifieke informatie Partiële Cavo Pulmonale Connectie (PCPC)

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 9

Samenvatting Biologie, 8.1 t/m 8.5

hart longen Werkboekje van...

Hoe zit je skelet in elkaar? In je lichaam zitten 206 botten. Samen vormen ze je skelet.

Kijk, zo klopt het! EEN KIJKJE IN JE HART INHOUD. Je hart? Hard nodig!

Module Anatomie en fysiologie

Samenvatting Biologie Transport

Casuïstiek voor doktersassistenten Ik heb pijn op de borst ISBN Hoofdstuk 1: Medische achtergrondkennis

MIND & MOVEMENT COACH. Bewegen

1. Bloedvatenstelsel geeft zuurstof en glucose aan spierstelsel; water aan uitscheidingstelsel; CO² aan ademhalingsstelsel.

Samenvatting Biologie Thema 4:

1. We ademen om te leven

1. Waarvan is DNA een belangrijke bouwstof? A) Van de celmembraan. B) Van de chromosomen. C) Van de kernmembraan.

Toelatingsexamens en Ondersteunend Onderwijs

Samenvatting Biologie Biologie Hoofdstuk 9: vertering, ademhaling, verbranding, bloedsomloop

Hart = pomp --> spier --> trainen --> krans(slag)aders vertakken verder --> hart krijgt meer voedingsstoffen

Algemene anatomie en fysiologie

R.K.B.S. De Hoeksteen Werkstuk Groep 7. maandag 16 april HET MENSELIJK LICHAAM Door Fleur Jalving

Werkstuk Biologie Lichaamstelsels

Samenvatting. Functie: zuurstof en voedingsstoffen afgeven aan de cellen, en koolstofdioxide en andere afvalstoffen opnemen in het bloed.

VWO HENRY N. HASSENKHAN SCHOLENGEMEENSCHAP LELYDORP [HHS-SGL] ARTHUR A. HOOGENDOORN ATHENEUM - VRIJE ATHENEUM - AAHA

Klas 2. Herhaling biologie klas 1

Werkstuk Biologie Het menselijk lichaam

6.9. Werkstuk door E woorden 25 juni keer beoordeeld. Biologie voor jou. Inhoudsopgave

aerobe dissimilatie gaswisseling ademhaling

Werking van het hart. Algemene informatie over het hart, de bloedvaten en de meest voorkomende hart- en vaataandoeningen

dimat Biologische modellen - menskunde Hersenen

Module Anatomie en fysiologie

basisstof 1 gaswisseling bij dieren om te onthouden

Samenvattingen. Samenvatting Thema 8: Stevigheid en beweging. Basisstof 1. Stevigheid bij dieren door:

BLOEDSOMLOOP. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Bloedsomloop. Hans heijkoop; Petra Buist. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Gaswisseling. Samenvatting voor de toets

Capabel Examens 2011 Pagina 1

2. Voor het verlenen van eerste hulp is het gebruik van het beademingsmasker en handschoenen niet verplicht. O juist O onjuist

Werkstuk Biologie Bloed

ORANJE KRUIS JEUGDBOEKJE

Samenvatting NaSk Verbranding en ademhaling

Examen VMBO-BB 2005 BIOLOGIE CSE BB. tijdvak 12. Naam kandidaat Kandidaatnummer. Beantwoord alle vragen in dit opgavenboekje.

WA A NZINNIGE BOEK OVER JE LICHA AM

1. Waar in de cel bevindt zich het centraallichaampje? A) In de celkern. B) In het cellichaam. C) In het celmembraan.

6.5. Opdracht 1. Opdracht 2. Opdracht 4. Boekverslag door K woorden 10 mei keer beoordeeld. Basisstof 1

HARTKATHETERISATIE CORONAROGRAFIE

Paragraaf 6.1 en Osmotische waarde, ph weefselvloeistof, glucosegehalte

Examen VMBO-KB. biologie CSE KB. tijdvak 1 dinsdag 2 juni uur. Bij dit examen horen een bijlage en een uitwerkbijlage.

Spreekbeurt menselijk lichaam. Door Lara Sieperda.

komt terug naar het hart in de linkerboezem, dan naar de linkerkamer en het hele proces begint opnieuw (afb. 1).

Thema 4.2.1: Anatomie en fysiologie van de thorax, longen en het respiratoirsysteem

Het bewegingsstelsel. 1 Inleiding

anatomie en fysiologie van het hart

SO Biologie T3: De bloedsomloop

Hartfalen. Decompensatio cordis

Eindtermen theorie EHBO.

7,9. Samenvatting door een scholier 2305 woorden 16 juni keer beoordeeld. Biologie thema 3. Basistof 2

Spreekbeurtpakket - het skelet

Bij eencellige dieren transport via diffusie (over kleine afstand). Het transporteren van zuurstof en afvalstoffen (traag proces).

AANTEKENINGEN BIJ DE LESSEN E.H.B.O.

Toelatingsexamens en Ondersteunend Onderwijs

cursus: Zorgvrager begeleiden een leven lang

Inhoud. Woord vooraf 1 1. Over de auteurs 1 2. Redactionele verantwoording 1 3 Curriculummodel 1 3 Didactisch concept Basiswerken 1 4

UNIFORM HEREXAMEN MULO 2008

Lesvoorbereiding. Biol voor jou 2,leerboek, en werkboek Cd-rom Bio voor jou 2. Bordschema. Student leraar secundair onderwijs groep 1

Scholingstraject voorbehouden en risicovolle handelingen. Module. Bloeddruk meten.

BOTTUMOREN. 1. Normaal botweefsel

Examen VMBO-KB. biologie CSE KB. tijdvak 2 dinsdag 19 juni uur. Bij dit examen horen een bijlage en een uitwerkbijlage.

Hartkatetherisatie. Ballondilatatie

Praktische opdracht. klas 2 atheneum

VSD (Ventrikel Septum Defect)

Samenvatting door een scholier 1661 woorden 10 december keer beoordeeld

GEZONDHEIDSKUNDE-AFP LES 3. Zintuigen

Van cel tot organisme hv12. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Ademhalingsstelsel vmbo-b34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Transcriptie:

Cijfer In te vullen voor docent In te vullen door leerling Beroepsprestatie B.P.1.3 S.B Naam leerling Toets Anatomie Opleiding Sport en Bewegen Klas SB3O1A+B Versie 1 Datum Tijdsduur 60 minuten Naam docent Score Max. Cesuur 60% Crebonummer opleiding 04674 Behaalde punten Hulpmiddelen geen Instructie voor de deelnemer Algemene regels: Je mag geen vragen stellen aan medekandidaten Wanneer je een vraag hebt, steek dan je vinger omhoog, dan komt de surveillant langs Na afloop van de toets lever je alle materialen in bij de surveillant; toets, antwoordbladen en uitwerkbladen en eventuele kladpapier Als er in een vraag om redenen, argumenten of voorbeelden gevraagd wordt, moet je die ook geven. Geef niet meer dan het gevraagde aantal. Als je twee redenen moet geven en je noemt er drie, worden toch alleen de eerste twee beoordeeld. Bij meerkeuzevragen is er altijd maar één antwoord goed. Kies daarom maar één antwoord. Als je meerdere antwoorden geeft, dan wordt de vraag fout gerekend. Deze toets bestaat uit : 15 meerkeuze vragen (zet een rondje om het juiste antwoord) 5 open vragen Veel succes!

1. Waaruit bestaat het zenuwstelsel? a. hersenen - bloedvaten - ruggenmerg b. hersenen - organen - hart c. hersenen - ruggenmerg - zenuwen d. hersenen hart - zenuwen 2. Waaruit bestaat het hart voornamelijk? a. bloedvaten b. spierenweefsel c. vet d. kamers 3. Waar is het hart verantwoordelijk voor? a. bloedcirculatie b. communicatie tussen organen en hersenen c. het reguleren van de lichaamstemperatuur d. het bewegen van het lichaamsdelen 4. Waar kan de hartslag worden gevoeld? a. bij de pols b. bij de slaap c. bij het enkel d. zowel a + b + c is juist 5. Via welke bloedvaten wordt het hart zelf voorzien van bloed? a. slagader b. ader c. kransslagader d. haarvaten 6. Uit welke delen bestaat het hart? a. linkerboezem b. linker kamer c. rechterboezem rechterkamer d. zowel a + b + c is juist

7. Waaruit bestaan de ademhalingsorganen? a. de luchtweg b. de longen c. de ademhalingsspieren d. zowel a + b + c is juist 8. waarvoor dient het strotklepje? a. dat het voedsel te snel naar de slokdarm gaat b. voorkoming dat het voedsel in de luchtpijp terecht komt c. voorkoming van zuurbranden d. voorkoming van braken 9. welk deel bestaat uit de luchtweg? a. middenrif b. strottenhoofd c. mondholte d. zowel a + b + c is juist 10. hoe heet het bovenste deel van de luchtpijp? a. strottenhoofd b. keelholte c. neusholte d. middenrif 11. uit welke lagen bestaat de huid? a. zweetklieren opperhuid lederhuid b. onderhuids bindweefsel opperhuid - talgklieren c. Bloedcellen lederhuid talgklieren d. Opperhuid lederhuid onderhuids bindweefsel 12. wat bevindt zich in de meeste botten en worden bloedcellen in aangemaakt? a. botweefsel b. kraakbeen c. beenmerg d. Bindweefsel

13. wat ligt tussen de wervels en dient als schokbreker? a. tussenwervelschijven b. kraakbeen c. gewrichtskapsel d. Spieren 14. uit hoeveel beenderen bestaat het lichaam? a. ongeveer 150 beenderen b. ongeveer 175 beenderen c. ongeveer 200 beenderen d. ongeveer 225 beenderen 15. Waardoor kan het oogbol bewegen? a. door de oogspieren b. door de oogleden c. door de lens d. zowel a + b + c is juist

open vragen 1. De hersenen bestaat uit 3 delen benoem deze 1. 2. 3. 2. Benoem 2 functies die de huid heeft 3. Uit welke onderdelen bestaat een gewricht? 4. Noem enkele vormen van gewrichten en geef aan hoe de botten ten opzichte van elkaar kunnen bewegen. 5. Beschrijf de grote bloedsomloop

Antwoordmodel. Cijfer In te vullen voor docent In te vullen door leerling Beroepsprestatie B.P.1.3 VP Naam leerling Toets Anatomie Opleiding Sport en Bewegen Klas SB3O1A+B Versie 1 Datum Tijdsduur 60 minuten Naam docent Score Max. Cesuur 60% Crebonummer opleiding 04674 Behaalde punten Hulpmiddelen geen Instructie voor de deelnemer Algemene regels: Je mag geen vragen stellen aan medekandidaten Wanneer je een vraag hebt, steek dan je vinger omhoog, dan komt de surveillant langs Na afloop van de toets lever je alle materialen in bij de surveillant; toets, antwoordbladen en uitwerkbladen en eventuele kladpapier Als er in een vraag om redenen, argumenten of voorbeelden gevraagd wordt, moet je die ook geven. Geef niet meer dan het gevraagde aantal. Als je twee redenen moet geven en je noemt er drie, worden toch alleen de eerste twee beoordeeld. Bij meerkeuzevragen is er altijd maar één antwoord goed. Kies daarom maar één antwoord. Als je meerdere antwoorden geeft, dan wordt de vraag fout gerekend. Deze toets bestaat uit : 15 meerkeuze vragen (zet een rondje om het juiste antwoord) 5 open vragen Veel succes!

1. Waaruit bestaat het zenuwstelsel? e. hersenen - bloedvaten - ruggenmerg f. hersenen - organen - hart g. hersenen - ruggenmerg - zenuwen h. hersenen hart - zenuwen 2. Waaruit bestaat het hart voornamelijk? e. bloedvaten f. spierenweefsel g. vet h. kamers 3. Waar is het hart verantwoordelijk voor? e. bloedcirculatie f. communicatie tussen organen en hersenen g. het reguleren van de lichaamstemperatuur h. het bewegen van het lichaamsdelen 4. Waar kan de hartslag worden gevoeld? e. bij de pols f. bij de slaap g. bij het enkel h. zowel a + b + c is juist 5. Via welke bloedvaten wordt het hart zelf voorzien van bloed? e. slagader f. ader g. kransslagader h. haarvaten 6. Uit welke delen bestaat het hart? e. linkerboezem f. linker kamer g. rechterboezem rechterkamer h. zowel a + b + c is juist 7. Waaruit bestaan de ademhalingsorganen? e. de luchtweg f. de longen g. de ademhalingsspieren h. zowel a + b + c is juist

8. waarvoor dient het strotklepje? e. dat het voedsel te snel naar de slokdarm gaat f. voorkoming dat het voedsel in de luchtpijp terecht komt g. voorkoming van zuurbranden h. voorkoming van braken 9. welk deel bestaat uit de luchtweg? e. middenrif f. strottenhoofd g. mondholte h. zowel a + b + c is juist 10. hoe heet het bovenste deel van de luchtpijp? e. strottenhoofd f. keelholte g. neusholte h. middenrif 11. uit welke lagen bestaat de huid? e. zweetklieren opperhuid lederhuid f. onderhuids bindweefsel opperhuid - talgklieren g. Bloedcellen lederhuid talgklieren h. Opperhuid lederhuid onderhuids bindweefsel 12. wat bevindt zich in de meeste botten en worden bloedcellen in aangemaakt? e. botweefsel f. kraakbeen g. beenmerg h. bindweefsel 13. wat ligt tussen de wervels en dient als schokbreker? e. tussenwervelschijven f. kraakbeen g. gewrichtskapsel h. spieren

14. uit hoeveel beenderen bestaat het lichaam? e. ongeveer 150 beenderen f. ongeveer 175 beenderen g. ongeveer 200 beenderen h. ongeveer 225 beenderen 15. Waardoor kan het oogbol bewegen? e. door de oogspieren f. door de oogleden g. door de lens h. zowel a + b + c is juist

open vragen 16. De hersenen bestaat uit 3 delen benoem deze Voorhersenen Middenhersenen Achterhersenen 17. Benoem 2 functies die de huid heeft Beschermt het lichaam tegen schadelijke invloeden en tegen uitdroging Regelt door middel van zweetafscheiding en bloeddoorstroming de lichaamstemperatuur Onderhoudt door middel van tastlichaampjes en pijn- en temperatuurzenuwen het contact van het lichaam met de omgeving 18. Uit welke onderdelen bestaat een gewricht Gewrichtskop gewrichtskom gewrichtsholte gewrichtsslijm gewrichtskapsel - gewrichtsbanden 19. Noem enkele vormen van gewrichten en geef aan hoe de botten ten opzichte van elkaar kunnen bewegen. kogelgewricht. De kogelronde kop kan naar alle richtingen bewegen in de ronde kom scharniergewricht Kop en kom zijn langwerpig, waardoor beweging slechts in rol gewricht Het ene been rolt om het andere (spaakbeen en ellepijp) 20. Beschrijf de grote bloedsomloop De grote bloedsomloop begint in de linkerkamer. De linkerkamer pompt zuurstofrijkbloed in de grote lichaamsslagader, de aorta. Deze geeft zijtakken af naar alle organen, waar de steeds kleiner wordende slagadertjes zich vertakken tot slagaderlijke haarvaten. Door de wand van de haarvaten heen worden zuurstof en voedingsstoffen aan de weefsels gegeven en afvalstoffen opgenomen. De haarvaten verenigen zich tot aders. De aders komen uiteindelijk bijeen in de holle adres. De bovenste holle ader brengt het bloed van het hoofd, de hals en de armen naar het hart. De onderste holle ader voert het bloed uit de benen en de romp terug. De holle aders monden uit in rechterboezem van het hart. Van de rechterboezem stroomt het bloed naar de rechterkamer.