In het nieuwe belastingstelsel gaat de belastingplichtige per soort inkomen belasting betalen. Daartoe

Vergelijkbare documenten
Werkstuk Economie Belastingstelsel 2001

7.7. Samenvatting door een scholier 2041 woorden 26 juni keer beoordeeld

Als u gaat trouwen. Sommige inkomsten en aftrekposten kunt u verdelen. Let op! PA 940-1Z71FD

Overzicht Fiscale Cijfers 2013 en 2014 (per januari 2014)

Aanvullende toelichting Belasting berekenen bij emigratie of immigratie in 2016

Als u gaat samenwonen

Als u 65 jaar of ouder bent

Aanvullende toelichting Belasting berekenen bij emigratie of immigratie in 2015

Belastingspecial 2014

Als u gaat scheiden. Let op! PA 960-1Z81FD (2126)

Als u gaat scheiden. Let op! PA 960-1Z71FD (1019)

Economie Pincode klas 4 VMBO-GT 5 e editie Samenvatting Hoofdstuk 7 De overheid en ons inkomen Exameneenheid: Overheid en bestuur

Bijlage WFTNIVO examens Bijlage WFTNIVO examens Inhoud. Belastingtarief box 2 en 3

Als u gaat samenwonen

Aanvullende toelichting Belasting berekenen bij emigratie of immigratie in 2016

Belastingspecial 2011

VvAA belastingworkshop. Februari/maart 2014

Als u premies betaalde voor inkomensvoorzieningen die in 2007 voor aftrek in aanmerking komen

Als u premies betaalde voor inkomensvoorzieningen die in 2003 voor aftrek in aanmerking komen

Kinderen: Voorletters Geb.datum Sofi-nummer (zie kinderbijslag formulier)

Belastbaar inkomen Maar niet Tarief premie Heffing over totaal meer dan meer dan Belastingtarief volksverzekering Totaal tarief van de schijven

Als u premies betaalde voor inkomensvoorzieningen die in 2006 voor aftrek in aanmerking komen

Als u premies betaalt voor een lijfrenteverzekering of een andere inkomensvoorziening

Heffingskortingen 2016

Inkomstenbelasting. Module 7 hoofdstuk 2

Aangeven van vermogensbestanddelen. Aanmerkelijk belang. Aanvullende alleenstaande-ouderkorting. Aanvullende combinatiekorting


Programma. Inleiding wettenbundel fiscaal. FFP opleiding Fiscaal. Inleiding Wettenbundel IB 2001, IWIB, UBIB, URIB. Box 1.

Tarieven en tabellen (bedragen vanaf 2002 in, daarvoor in ƒ)

Bijlage-(juli) 2002 bij het rapport Alimentatienormen 2001 van de Werkgroep Alimentatienormen

INLEIDING WET OP DE INKOMSTENBELASTING

1. Wet Inkomstenbelasting 2001

1. Wet Inkomstenbelasting 2001

Als u premies betaalde voor inkomensvoorzieningen die in 2004 voor aftrek in aanmerking komen

Uitgaven voor inkomensvoorzieningen

Uitgaven voor inkomensvoorzieningen

Nog niet verstuurd: Aangifte Inkomstenbelasting 2018

Cijfer- en percentageoverzicht LIJFRENTEVERZEKERING

Kerncijfers Levensverzekering - kapitaalverzekering. 2. Levensverzekering - lijfrente. Kapitaalverzekering Brede Herwaardering

Als u premies betaalde voor inkomensvoorzieningen die in 2005 voor aftrek in aanmerking komen

Uitgaven voor inkomensvoorzieningen

Het kabinet was verder voornemens om de tariefopstap van te verhogen naar Dit voornemen is echter niet doorgevoerd.

Belastingcijfers 2015

Info voor gastouders over

Nog niet verstuurd. Eigen kopie, niet opsturen. Aangifte Inkomstenbelasting Formulierenversie IB 650E 2Z71 OLAV. Afgedrukt op

WHITE PAPER AANGIFTE INKOMSTENBELASTING

Info voor gastouders over inkomen en belastingen in 2009

Belastingcijfers 2017

FISCALE CIJFERS 2014 SCFB adviseert het Fintool.nl abonnement

Wonen in Nederland en werken in Duitsland

Uitgaven voor inkomensvoorzieningen

CHECKLIST AANGIFTE INKOMSTENBELASTING

UIT inkomstenbelasting

Uitgaven voor inkomensvoorzieningen

Belastingcijfers 2016

Syllabus. IB en het cafetariasysteem - uitwerkingen

Info voor gastouders over inkomen en belastingen in 2014

Uitgaven voor inkomensvoorzieningen

Info voor gastouders over inkomen en belastingen in 2015

Info voor gastouders over inkomen en belastingen in 2017

Info voor gastouders over inkomen en belastingen in 2011

Persoonlijk Financieel Advies

belastingtarief tarief premie volksverzekeringen

Fiscaal rapport aangifte inkomstenbelasting 2016

Info voor gastouders over inkomen en belastingen in 2016

Fiscaal rapport aangifte inkomstenbelasting 2017

1. Belastingen Schijf: Loon op jaarbasis: Niet meer dan: Totaal tarief: Heffing over totaal van de schijven:

geen max. 12% van de winst max. dotatie oudedagsreserve

Nog niet verstuurd: Aangifte Inkomstenbelasting 2018

Fiscale en sociale cijfers 2012 per 1 januari 2012

Wijzigingen minimumloon en sociale uitkeringen 2016

Inkomstenbelasting - Inleiding -- Deel 2

Leuker kunnen we het niet maken

CHECKLIST AANGIFTE INKOMSTENBELASTING 2011

WELKOM CNV Senioren. Agenda ODP voorlichtingsmiddag

1) Wat krijgt een werknemer, een ambtenaar, huisarts, boekenschrijvers, makelaars en soldaten?

Opdrachten belastingstelsel

Info voor gastouders over inkomen en belastingen in 2012

ALS JE BURGERS HELPT MET HET DOEN VAN AANGIFTE INKOMSTENBELASTING OF AANVRAAG TOESLAGEN. Tips en trucs en de belangrijkste veranderingen in 2018

Checklist t.b.v. invullen belastingaangifte over Neem aub de volgende zaken mee naar uw afspraak voor zover van toepassing

Uitgaven voor inkomensvoorzieningen

Bijlage WFt Opleidingen

Wijzigingen op privégebied

belastingtarief tarief premie volksverzekeringen

Info voor gastouders over inkomen en belastingen in 2013

JAN PELLEGROM ORGANISATIEADVIES Info voor gastouders over inkomen en belastingen in 2008

4.1 Klaar met de opleiding

Hoofdstuk 52 Wijzigingen 2018 en later

Samenvatting. Dossier naam: Voor-Beeld Datum: Partijen Voor Beeld. Kinderen D Voor T Voor

Checklist Wij verzorgen uw aangifte inkomstenbelasting Onze werkwijze is als volgt:

Uitgaven voor inkomensvoorzieningen

Hoofdstuk 52 Wijzigingen 2019 en later

1. Samenvatting. Partijen Mark Cornelissen Belinda van der Hoeven. Kinderen seven Cornelissen sofie Cornelissen steef Cornelissen

Reader Fiscaal J. Clermonts T. Visser

Hulp bij het invullen van de Jaarruimtetool

Transcriptie:

Werkstuk door een scholier 3271 woorden 7 april 2002 5,8 35 keer beoordeeld Vak Economie Inleiding Ik heb dit werkstuk gemaakt over het nieuwe belastingstelsel, omdat het me wel interessant leek om te zien hoe het nieuwe belastingstelsel er uit ziet en wat er is veranderd ten opzichte van het belastingstelsel van 2000. Om er achter te komen hoe de aangifte van het nieuwe belastingstelsel in elkaar zit heb ik een aangifte op de computer ingevuld en die als bijlage bij dit werkstuk gedaan. Hoofdstuk 1. Het nieuwe belastingstelsel kort uitgelegd. Het nieuwe belastingstelsel is een vereenvoudiging en een vernieuwing van het vorige belastingstelsel. Een belangrijk doel van het nieuwe belastingstelsel is het verminderen van de lastendruk op arbeid. Om dat te bereiken worden de tarieven voor de belasting op arbeid verlaagd. Zo betaal je bijvoorbeeld voortaan een laag btw-tarief bij de kapper en de schoenmaker. Verder heeft bijna iedereen sinds 1 januari 2001 een wat hoger nettosalaris. Het afschaffen van de overhevelingstoeslag is hier onder andere een oorzaak van. Dat betekent dat je wat meer te besteden hebt, waarbij zaken die milieuvriendelijk zijn goedkoper zijn dan milieuonvriendelijke goederen en diensten. Deze wijze van lastenverlaging zal volgens de overheid gunstig uitwerken op de ontwikkeling van de economie, de concurrentiepositie van Nederland ten opzichte van de omringende landen en de werkgelegenheid. Er is dus niet alleen aan de positie van particulieren gedacht bij de ontwikkeling van een nieuw stelsel. Tegenover de verlaging van de belastingdruk op arbeid staat onder andere een verhoging van de belastingdruk op consumeren. Dit uit zich in een verhoging van de BTW van 17,5% naar 19%. Daarnaast bevat het nieuwe belastingstelsel extra milieuheffingen, waardoor wordt ingespeeld op het toenemend milieubewustzijn. Het is de bedoeling dat we beter na gaan denken over consumptie en meer in duurzame goederen investeren. In het nieuwe belastingstelsel gaat de belastingplichtige per soort inkomen belasting betalen. Daartoe https://www.scholieren.com/verslag/5657 Pagina 1 van 10

worden de inkomens in drie boxen ondergebracht. Elke box kent zijn eigen belastbaar inkomen met bijbehorend tarief. In box 1 wordt het belastbaar inkomen uit werk en woning belast. In box 2 wordt het belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang belast. In box 3 wordt het belastbaar inkomen uit sparen en beleggen belast. Hoofdstuk 2. Box 1, 2, 3. Vanaf 2001 zijn er voor de inkomstenbelasting drie soorten belastbaar inkomen. Deze inkomen zijn verdeeld in drie boxen. Box 1: inkomen uit werk en woning. Box 2: inkomen uit aanmerkelijk belang. Box 3: inkomen uit sparen en beleggen. BOX 1. box 1 belast inkomsten uit werk en woning. Van die inkomsten haal je de aftrekposten van af, dan heb je het belastbaar inkomen. Het belastbaar inkomen uit werk en woning vermenigvuldig je met een percentage variërend van 32.55% tot 52%. Dan heb je de belastingen en premies die je moet betalen. De inkomsten uit werk en woning vermindert met de aftrekposten is je belastbaar inkomen. Je belastbare inkomen vermenigvuldigt je met een percentage variërend van 32.55% tot 52%.(NB. Het percentage hangt af van de hoogte van het inkomen. Het percentage varieert dus van 32.55% tot 52%.) Dan heb je de belasting die u moet betalen over box 1. BOX 2. box 2 is inkomen uit aanmerkelijk belang. Van dat inkomen haal je de aftrekposten af, dat is het belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang. Het belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang vermenigvuldig je met 25%, dan heb je de belasting uit box 2. BOX 3. box 3 is het belastbaar inkomen uit tweede woningen, sparen en beleggen, dat vermenigvuldig je met 30%, dat is de belasting. Dus het belastbare inkomen uit tweede woningen, sparen en beleggen vermenigvuldigt met 30% is gelijk aan de belasting die je moet betalen over box 3. Het belastbaar inkomen oftewel het vaste rendement bereken je door 4% van het totale vermogen te nemen. Je betaalt pas belasting als je totale vermogen groter is dan F37.463,-. Ook kunt je de belasting berekenen door van het totale vermogen 1,2% te nemen. Dit is makkelijker, want dan hoeft je niet eerst je belastbare inkomen te berekenen. (NB. Schulden zijn aftrekbaar mits zij meer bedragen dan F5.509,-). In de tabel op de volgende bladzijde staat het boxenstelsel systematisch weergegeven. De boxen bepalen het bedrag dat aan belasting betaald moet worden Box 1belastbaar inkomen uit werk en eigen woning Box 2belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang Box 3belastbaar inkomen uit sparen en beleggen Inkomsten: Inkomsten: Inkomsten: https://www.scholieren.com/verslag/5657 Pagina 2 van 10

- winst uit onderneming;- loon, uitkering, pensioen;- resultaat uit overige werkzaamheden;- eigen woning;- periodieke uitkeringen;- negatieve uitgaven voor inkomensvoorzieningen;- negatieve persoonsgebonden aftrekposten; - reguliere voordelen;- vervreemdingsvoordelen. - fictief rendement van 4% over het vermogen. Verminderd met: Verminderd met: Verminderd met: - reisaftrek voor woon-werkverkeer;- uitgaven voor inkomensvoorzieningen;- uitgaven voor kinderopvang;- persoonsgebonden aftrekposten. - aftrekbare kosten uit aanmerkelijk belang;- eventueel restant persoonsgebonden aftrekposten. - eventueel restant persoonsgebonden aftrekposten. TARIEF oplopend tot 52% TARIEF 25% TARIEF 30% Hoofdstuk 3. De veranderingen ten opzichte van 2000. Het nieuwe belastingstelsel: In 2001 is er een nieuw belastingstelsel ingevoerd. Een belangrijke verandering is dat de tariefgroepen niet meer bestaan. Hiervoor in de plaats zijn heffingskortingen gekomen. Bovendien zijn de inkomsten nu ondergebracht in drie boxen, met ieder een eigen tarief: Box 1 Box 2 Box 3 Belastbaar inkomen uit werk en woning Belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang Belastbaar inkomen uit sparen en beleggen Progressief tarief Vast tarief van 25% Vast tarief van 30% Heffingskortingen: Afhankelijk van uw persoonlijke situatie heeft u recht op bepaalde heffingskortingen. Dit betekent dat u minder belasting hoeft te betalen, doordat u korting krijgt op uw inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen. Iedereen heeft bijvoorbeeld recht op de algemene heffingskorting. Mensen die werken hebben ook recht op de arbeidskorting en mensen met kinderen hebben mogelijk recht op de kinderkorting. Als u in loondienst bent bij een werkgever of een uitkering krijgt, houdt uw werkgever of uitkerende instantie al rekening met een aantal heffingskortingen. Verschuldigde belasting: Elke soort inkomen valt in een box. Het uitgangspunt is: dezelfde inkomsten worden maar in één box belast. Voor de drie soorten belastbaar inkomen gelden verschillende tarieven. Een negatief inkomen (verlies) in de ene box kunt u in beginsel niet verrekenen met een positief inkomen in een andere box. De belasting die u verschuldigd bent, is het totaal van de verschuldigde belasting over de belastbare inkomens min uw heffingskorting. Het aangifteprogramma berekent uw verschuldigde belasting. Schijvenstelsel. Er wordt afgestapt van het 3-schijven tarief en er gaat gewerkt worden met een 4 schijventarief. Dat ziet er als volgt uit: https://www.scholieren.com/verslag/5657 Pagina 3 van 10

Schijventarief box 1 bedragen in guldens (euro's) 1e schijf 0 (0) 31.652 (14.363) 32,55% 2e schijf 31.652 (14.363) 53.381 (26.492) 36,85% 3e schijf 53.381 (26.492) 99.460 (45.133) 42% 4e schijf 99.460 (45.133) meer 52% Auto van de zaak. De fiscale regeling voor de auto van de zaak gaat meer rekening houden met het feitelijke privé-gebruik van de auto. Van 0 tot 500 km per jaar betaalt u geen belasting, van 500 tot 4000 km per jaar betaalt u 15% van de catalogusprijs, van 4000 tot 7000 km per jaar betaalt u 20% van de catalogusprijs en bij meer dan 7.000 kilometer per jaar, moet 25% van de catalogusprijs. Het percentage van de catalogusprijs moet bij het inkomen worden opgeteld. Hoeveel kilometer je privé rijdt hoor je bij te houden bij je kilometeradministratie, als je geen kilometeradministratie bijhoud betaal je gewoon 25% bijtelling. Woningen. De fiscale behandeling van de eigen woning verandert niet onder de nieuwe inkomstenbelastingwet. Tweede woningen en ander onroerend goed worden op dezelfde manier behandeld en belast als inkomen uit sparen en beleggen. Als je je woning voor minder dan 70% van de periode verhuurt moet je de WOZwaarde nemen. Als je de woning voor meer dan 70% van de tijd verhuurt moet je de waarde van de woning in de verhuurde staat berekenen. De WOZ-waarde staat voor Wet Waardering Onroerende Zaken. De WOZ-waarde wordt vastgesteld door de gemeente. Woon werk verkeer. Het woon-werkverkeer wordt in de toekomst ook anders belast. Het reiskostenforfait maakt plaats voor een reisaftrek en de aftrekbare bedragen worden lager. Er is geen aftrek meer mogelijk als men met eigen vervoer reist. Wel blijft het voor de werkgever mogelijk om woon-werkverkeer met openbaar vervoer onbelast te vergoeden. Als je meer dan 3 dagen in de week, meer dan 10 km en meer dan 70% met de fiets aflegt naar je werk, kunt u gebruik maken van de fietsaftrek. Deze aftrek bedraagt F774,-. Om te bewijzen dat je inderdaad aan deze eisen voldoet dient u aan uw werkgever een fietsverklaring aan te vragen. Premies voor lijfrente. Premies voor lijfrenten kunnen onder de nieuwe wet alleen worden afgetrokken, als men niet in staat is voldoende pensioen op te bouwen. De huidige aftrek van f 6.075,- komt te vervallen. Premies voor lijfrenten voor meerderjarige invalide kinderen blijven aftrekbaar. Vanaf nu is er een basisruimte van F2.204,-. Dat wil zeggen dat als u minder dan F2.204,- aan premies per jaar betaalt, dan mag je alles aftrekken. Betaalt je per jaar meer dan F2.204,- dan mag je bij een pensioenstekort meer aftrekken. Dit heet de jaarruimte. De jaarruimte berekent je als volgt: https://www.scholieren.com/verslag/5657 Pagina 4 van 10

Stap 1: (Belastbaar loon + winst uit onderneming + belastbaar periodieke uitkering) AOW aftrek = premiegrondslag. Stap 2: (17% premiegrondslag + 7.5 maal uw pensioenaangroei in 2001 + vrijwillige premies voor een pensioenregeling + positief saldo wijzigingen in de oudedagsreserve) -totaal jaaropbouw pensioenvoorzieningen = Jaarruimte. Als je je jaarruimte niet volledig gebruikt, kunt je later je reserveringsruimte gebruiken. Je reserveringsruimte is het totale bedrag van de jaarruimte die je niet heeft afgetrokken. De reserveringsruimte bedraagt in het jaar van aftrek maximaal 17% van de premiegrondslag met een maximum van F12.149,-. Voor mensen die op 1 januari 2001 55 jaar of ouder zijn, is de reserveringsruimte maximaal F24.001,-. Leningen voor consumptiegoederen. De mogelijkheid om rente voor leningen voor de aankoop van consumptiegoederen, dus lenigen voor aanschaf van auto's en dergelijke, af te trekken verdwijnt. Wel mag de schuld worden verrekend met spaargeld en beleggingen. Levensonderhoud voor personen vanaf 27 jaar. Uitgaven voor levensonderhoud van personen van 27 jaar en ouder en van naaste familie kunnen niet meer worden afgetrokken. Wel komt er een aftrek voor wekend uitgaven voor gehandicapte van 27 jaar en ouder. Studie en opleidingen. De aftrek voor studie en opleiding voor beroep maakt plaats voor een ruimere aftrek voor scholingsuitgaven. Scholing ter verbetering van de kennis van het vak kunt je niet aftrekken, echter de scholing ter verbetering van de maatschappelijke positie kunt je aftrekken bij een minimaal bedrag van F1.102,- per jaar, tot een maximum van F33.056,-. Spaarloon en premiesparen. Spaarloon en premiesparen worden gebonden aan een lager gezamenlijk maximumbedrag van 1500 gulden. Gebruik van spaarloon voor lijfrente en pensioen wordt beperkt, maar de mogelijkheden om het te gebruiken voor verlofsparen, studie of het beginnen van een eigen bedrijf worden verruimd. Wat is er niet veranderd? Veel is gebleven zoals u gewend bent, dat kan je zien in de tabel hier onder: - Als u een eigen woning heeft, kunt u nog steeds de hypotheekrente aftrekken als u de hypotheek heeft gebruikt voor aankoop, onderhoud of verbetering van uw eigen woning. - U geeft gewoon uw loon aan. - U kunt u uw reiskosten nog aftrekken als u met het openbaar vervoer reisde. - U moet nog steeds een bedrag aangeven voor het privé-gebruik van de auto van uw werkgever. https://www.scholieren.com/verslag/5657 Pagina 5 van 10

- Veel aftrekposten zijn gebleven, zoals ziektekosten, giften en scholingskosten, al heten deze voortaan 'persoonsgebonden aftrekposten'. - U kunt nog steeds premies voor lijfrenteverzekeringen en premies voor periodieke uitkeringen in verband met invaliditeit, ziekte of een ongeval aftrekken. (Wel zijn de voorwaarden voor sommige aftrekposten veranderd.) Hoofdstuk 4. Kortingen. In het nieuwe belastingstelsel worden de oude belastingvrije sommen vervangen door heffingskortingen. Deze heffingskortingen worden niet, zoals bij belastingvrije sommen het geval is, van het onzuivere inkomen afgetrokken maar van het te betalen belastingbedrag. Je kunt voor verschillende heffingskortingen in aanmerking komen, namelijk; Een algemene heffingskorting van maximaal 3.321 gulden per persoon. De heffingskorting wordt van het te betalen belastingbedrag afgetrokken. In het nieuwe belastingstelsel kun je de heffingskorting niet meer overdragen aan je vriend of vriendin waarmee je samenwoont. In plaats daarvan betaalt de Belastingdienst de heffingskorting onder bepaalde voorwaarden uit aan de niet - verdienende vriend of vriendin. Verdien jij onvoldoende om je heffingskorting te gebruiken, dan krijg je geld terug als je aan de volgende twee voorwaarden voldoet: je vriend / vriendin verdient meer dan jij en je vriend / vriendin betaalt voldoende belasting en premies (minimaal twee maal de algemene heffingskorting). Naast deze algemene heffingskorting krijgen bepaalde groepen een extra heffingskorting. Voor de meeste jongeren geldt alleen onderstaande extra heffingskorting. Een arbeidskorting voor werkenden; Deze korting geldt voor iedereen die werkt (ook parttimers) en daarmee een inkomen verdient De arbeidskorting bedraagt ruim tien procent van het arbeidsinkomen, met een maximum van 1770 gulden. Kortingen die gelden voor andere groepen zijn: Ouderenkorting. De ouderenkorting bedraagt Fl.443,- en wordt uitsluitend uitgekeerd als je op 31 december 2001 65 jaar of ouder bent en je totale inkomen is net hoger dan Fl.38.004,- Aanvullende ouderkorting. Deze bedraagt Fl.529,- en wordt uitsluitend uitgekeerd als je recht heeft op de ouderenkorting en een AOW-uitkering voor alleenstaande. https://www.scholieren.com/verslag/5657 Pagina 6 van 10

Kinderkorting. Deze kinderkorting bedraagt Fl.80,- als je jonger bent dan 65 jaar en Fl.37,- als je ouder bent dan 65 jaar. Verder moet het kind op 1 januari 2001 jonger zijn dan 12 jaar en in het jaar 2001 meer dan zes maanden binnen je huishouden zijn. Het kind moet verder ingeschreven zijn op je woonadres en minstens Fl.56,- per week aan onderhoudt kosten. Het totale inkomen van u en uw partner mag niet hoger zijn dan Fl.116.008,- Aanvullende kinderkorting. Deze korting bedraagt Fl.80,- als je jonger bent dan 65 jaar en Fl.37,- als je ouder bent dan 65 jaar. Verder moet voor u de kinderkorting gelden en ma uw inkomen niet hoger zijn dan Fl.58.004,- NB. Beide kinderkortingen worden per kind per keer slechts een keer uitgekeerd Combinatiekorting. Deze korting bedraagt voor mensen jonger dan 65 jaar Fl.220,- en voor mensen ouder dan 65 jaar Fl.100,-. De korting geld als je bruto-inkomen niet hoger is dan Fl.8.381 of je komt in aanmerking voor de zelfstandigenaftrek en er behoort tot je huishouden een kind dat op 1 januari 2001 jonger dan 12 jaar was en minstens zes maanden tot uw huishouden behoord. Alleenstaande korting. Deze korting bedraagt Fl.2.658 voor mensen jonger dan 65 jaar en Fl.1.197 voor mensen ouder dan 65 jaar. Je heeft recht op deze korting als je geen partner hebt en tot je huishouden behoren in 2001 gedurende zes maanden 1 of meerdere kinderen die op 1 januari 2001 jonger waren dan 27 jaar en deze kinderen kosten in onderhoudt meer dan Fl.56,- per week. Aanvullende alleenstaande ouderkorting. Deze korting bedraagt maximaal Fl.2.658,- als je jonger bent dan 65 jaar en als je ouder bent dan 65 jaar maximaal Fl.1.197,- Je hebt recht op deze korting als je betaald werk hebt en er behoort in 2001 meer dan zes maanden een kind tot je huishouden dat jonger is dan 12 jaar. De volgende heffingskortingen worden geregeld door je werkgever: de algemene heffingskorting, de arbeidskorting, de ouderenkorting en de aanvullende ouderenkorting. Hoofdstuk 5. Alle veranderingen in tabellen weergegeven. Veranderingen van: Uw persoonlijke situatie in 2001 U bent getrouwd of geregistreerde partners:de echtgenoot met het hoogste inkomen vult de nietpersoonsgebonden inkomsten en aftrekposten in. U bent getrowd of geregistreerde partner:u bent automatisch elkaars fiscale partner.u kunt samen een aantal inkomsten en aftrekposten verdelen. U woont samen:u vult ieder een aangifte in met daarop uw eigen inkomsten. U woont samen en kiest een fiscaal partner:u kunt saen een aantal inkomsten en aftrekposten verdelen.u woont samen en kiet geen https://www.scholieren.com/verslag/5657 Pagina 7 van 10

fiscaal partner:u vult nog steeds ieder een aangifte in voor uw eigen inkomsten en aftrekposten. Beroepskosten in 2001 U mag altijd een bedrag aftrekken voor beroepskosten. Het kan gaan om een vast bedrag of - onder bepaalde voorwaarden - om de werkelijke kosten. De aftrek van beroepskosten bij werknemers is vervallen. Daarvoor in de plaats is er nu de arbeidskorting. U heeft recht op de arbeidskorting als u één van de volgende soorten inkomsten had: loon, winst uit onderneming, inkomsten als freelancer, inkomsten als alfahulp, bijverdiensten. Het moet gaan om inkomsten uit tegenwoordige arbeid. Als u jonger dan 65 jaar bent, is de totale arbeidskorting maximaal EUR 920 (f 2.027). Als u 65 jaar of ouder bent, is de arbeidskorting maximaal EUR 411 (f 906). Privé-gebruik auto van de werkgever Bedrag privé-gebruik voor personenauto's is een percentage van de catalogusprijs. Het percentage is onder meer gebaseerd op de afstand van uw woning naar uw werk. Bedrag privé-gebruik voor personenauto's en bestelauto's is een percentage van de cataloguswaarde van de auto. Dit percentage is hoger naarmate u meer privé-kilometers rijdt. Voor auto's die meer dan 15 jaar geleden voor het eerst in gebruik genomen zijn, is de bijtelling een percentage van de werkelijke waarde van de auto. De afstand van uw woning naar uw werk is niet van belang voor het percentage van de bijtelling. Reisaftrek openbaar vervoer en fietsaftrek in 2001 Als de afstand tussen uw woning en uw werk meer dan 10 kilometer is, dan kunt u altijd een bedrag voor reiskosten aftrekken. Als u reist met het openbaar vervoer over een afstand van meer dan 10 kilometer, kunt u een bedrag aftrekken als u een openbaarvervoer verklaring heeft of een daarmee gelijkgestelde reisverklaring van uw werkgever. Reist u met de auto, dan kunt u geen reiskosten meer aftrekken. Reist u met de fiets over een afstand van meer dan 10 kilometer, dan kunt u gebruik maken van de fietsaftrek. U moet dan een fietsverklaring van uw werkgever hebben, waarin staat dat u uw fiets gebruikt voor het reizen van uw woning naar uw werk en waarin de reisafstand staat die u per fiets aflegt. Winst/resultaat uit overige werkzaamheden in 2001 U geeft uw freelance - inkomsten en bijverdiensten op als inkomsten uit werkzaamheden die u niet in dienstbetrekking verricht. Voor deze inkomsten moet u kiezen voor het loonbelastingsysteem of het winstsysteem. Premies lijfrenten en andere inkomensvoorzieningen in 2001 U kunt gebruik maken van een basisaftrek. Als u getrouwd bent of ongehuwd samenwoont, kunt u soms (een deel van) deze aftrek overdragen aan uw partner. De basisaftrek is verlaagd. U kunt alleen een https://www.scholieren.com/verslag/5657 Pagina 8 van 10

aanvullend bedrag aftrekken als u een pensioentekort heeft. De basisaftrek kunt u niet meer overdragen aan uw partner. De eigen woning in 2001 U kunt ook voor een tweede woning, bijvoorbeeld een vakantiewoning, uw rente aftrekken. U kunt alleen rente aftrekken voor de eigen woning die uw hoofdverblijf is. U bent getrouwd of geregistreerde partners: De echtgenoot met hoogste inkomen geeft het huurwaardeforfait aan en trekt de hypotheekrente af. U bent getrouwd: U bent automatisch elkaars fiscale partner. U kunt samen het verschil tussen het eigenwoningforfait en de rente verdelen. U woont samen: U en uw huisgenoot geven ieder het eigen huurwaardeforfait aan en trekken de hypotheekrente af. U woont samen: U kiest een fiscale partner: u kunt samen het verschil tussen het eigenwoningforfait en de rente verdelen. U kiest geen fiscale partner: u geeft ieder het eigen deel van het eigenwoningforfait Voordeel uit sparen en beleggen in 2001 Ontvangen rente en dividend boven een bepaald bedrag en huuropbrengsten zijn belast. Rente, dividend en huuropbrengsten zijn niet meer belast. Belast is nu een vast percentage van het gemiddelde van uw vermogen op 1 januari 2001 en op 31 december 2001. Voor 2001 geldt een overgangsregeling voor rente, dividend, huur, pacht, enzovoort, die u in 2001 ontvangt, maar die betrekking heeft op jaren voor 2001. Heffingskortingen in 2001 U heeft een belastingvrij bedrag: een deel van uw inkomen waarover u geen belasting betaalt. De belastingvrije bedragen en tariefgroepen verdwijnen helemaal. U kunt wel in aanmerking komen voor heffingskorting. Dit is een korting op de te betalen belasting/premie. Overige aftrekposten in 2001 U kunt onder bepaalde voorwaarden kosten van levensonderhoud van kinderen en andere verwanten aftrekken. U kunt alleen nog kosten aftrekken voor levensonderhoud van kinderen jonger dan 30 jaar of voor uitgaven voor weekendbezoek van gehandicapte kinderen van 30 jaar of ouder. Bronvermelding Ik heb voor dit werkstuk alle informatie en tabellen van internet gehaald. De sites die ik gebruikt heb zijn: www.belastingplein.nl www.belastingdienst.nl www.ebtotaal.nl www.zelfbeleggen.myweb.nl https://www.scholieren.com/verslag/5657 Pagina 9 van 10

www.scholieren.com https://www.scholieren.com/verslag/5657 Pagina 10 van 10