Ontwikkelprogramma armoede gemeente Leeuwarden 2014



Vergelijkbare documenten
Startnotitie Integraal armoedebeleid

Deelplan Minimabeleid Beleidsplan sociaal domein

Minimabeleid Beek, september 2014 Danielle Marting

Naar een Financieel Vangnet

Armoede in Voorschoten in beeld

Beleidsregels financieel vangnet.

Bestuurlijke nota onderzoek armoedebeleid

Aanleiding en probleemstelling

Armoedemonitor gemeente Menterwolde 2014

De leden van de gemeenteraad van Haarlemmermeer Postbus 250

Beleidsplan minimabeleid

RKC s OWO. Onderzoeksplan. Armoedebeleid. April Ooststellingwerf, Weststellingwerf, Opsterland

S. Dohmen 5772

Naam en telefoon. Sille Dohmen 5772 Afdeling. Portefeuillehouder

Nota van B&W. Samenvatting

Raadsvoorstel. Ill. Onderwerp: Herijking armoedebeleid

VOORSTEL AAN DE GEMEENTERAAD

Overzicht huidige minimaregelingen

Inspiratiediner Wij in de Wijk. Bora Avric, Senior Adviseur Movisie

Aan het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Maassluis. Geacht college van Burgemeester en Wethouders,

Nota Minimabeleid 2015 Leiderdorp

Beleid minimaregelingen Datum indiening vragen: 10 maart Vragen:

Armoede in Schildersbuurt

Mededeling van het college aan de gemeenteraad ( )

Kinderen en armoede. Waarom inzet van het Jeugdsportfonds en Jeugdcultuurfonds?

Gorinchem, 4 november Geachte heer, mevrouw,

INKOMENS EFFECT RAPPORTAGE GEMEENTE VLISSINGEN

Divosa Benchmark Armoede & Schulden Rapportage 2017 module armoedebeleid

Keuzenotitie Gemeente Opmeer. Herijking en actualisering beleidsregels bijzondere bijstand en vereenvoudiging uitvoeringsproces

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Raadsstuk. Onderwerp: Samen actief tegen armoede BBV nr: 2015/488128

Bora Avric, Senior Adviseur Movisie 6/2/2015

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, de heer A. Aboutaleb, handelend als bestuursorgaan, hierna te noemen: de Staatssecretaris,

Amsterdammers over het gemeentelijk armoedebeleid

w gemeenu, ( ) o s t e r h o u t

Effectiever minimabeleid in Amersfoort

Categoriale regelingen mogen worden verstrekt aan inkomens tot 110% van het minimum

ARMOEDE-INDEX GEMEENTE KRIMPENERWAARD

Nieuw model voor Maatschappelijke Ondersteuning. Hans Weggemans 12 november 2014

Het college van burgemeester en wethouders is verantwoordelijk voor de uitvoering van de regeling 'Haarlemmermeer doet mee!'.

Interne Memo nr. commissie MO G.E. Oude Kotte Datum: december 2014 Onderwerp: BOT-overleg armoedebeleid 2015 Afschrift aan: vul in

Workshop decentralisaties sociaal domein. 30 september 2013

SAMEN BEREIK JE MEER DAN ALLEEN. Monique Maks, directeur Jeugdsportfonds & Jeugdcultuurfonds

Adviesraad Sociaal Domein. Postbus BA Oss S. Dohmen Advies Nibud MER

15 september / n.v.t. wethouder H.G. Engberink

Notitie inkomensondersteuning 2015

Raadsstuk. Onderwerp: Maatschappelijke participatie door kinderen (Kansen voor de jeugd II) Reg.nummer: 2009/235363

Transformaties in rijks- en lokaal beleid. 19 september 2013 Jolanda Verbiesen

Het sociale domein in verandering. Kansen voor verbetering

Raadsmededeling - Openbaar

College van Burgemeester en Wethouders Postbus AP Kerkrade. SP Kerkrade Kaardebol HV Kerkrade. Vragen artikel 38 inzake armoede.

Initiatiefvoorstel aan de Raad. Formulierenbrigade. Klik hier voor de reactie d.d. 21 november 2006 van het college van B&W

Armoedebeleid en (voorgenomen) maatregelen Rijk. Presentatie Cie. MC 28 januari 2014

Factsheet Armoedebeleid en schuldhulpverlening

Raadsvoorstel. Onderwerp: Vrijwillige inzet in Velsen

INKOMENS EFFECT RAPPORTAGE GEMEENTE WAALWIJK 2014

Gemeentelijk armoedebeleid. Martijn Schut Adviseur Stimulansz

Raads informatiebrief (Sociaal-Economische pijler)

3D s. Gevolgen van decentralisaties voor gemeenten. Gewestelijke vergadering PvdA Zuid-Holland

Project Sociaal huis Opdrachtgever Hans Killaars i.o.v. het college van B&W Trekker Nog te bepalen Datum 22 oktober 2014

Buurtsportcoaches en de grote transformaties van het sociale domein. Robby Aldenkamp.

Beeldvormende raadsvergadering. kaderstellend Beleidsplan een integrale aanpak schuldhulpverlening in Venlo. Woensdag 11 januari 2017

Hoofdstuk 24. Financiële dienstverlening

Joan de Haan

GEMEENTE HAARLEMMERLIEDE EN SPAARNWOUDE

Het Meedoenarrangement. Armoede mag niemand uitsluiten

Stichting OBD (Overlegorgaan Belangenbehartiging Dronten)

Raadsvoorstel. : Voorstel integraal minimabeleid inclusief Klijnsma middelen Datum college : 11 juli 2017

Gemeenteraad. Aan de gemeenteraad Dienst/afdeling: SMO. Onderwerp: Kinderen in armoede en flankerend armoedebeleid

Minimabeleid 't Hoogeland

VOORSTEL AAN DE GEMEENTERAAD. Behandelend ambtenaar: B. de Looff Afdeling/cluster: MO/SEM Telefoonnr.: Portefeuillehouder: J.F.A.

gehoord het voorstel van burgemeester en wethouders van de gemeente Aa en Hunze, tijdens de raadsvergadering d.d. 23 juni 2016;

PAOG nascholing JGZ Integrale Aanpak Jeugdzorg Eerder, sneller, beter en goedkoper

AAN het raadslid L. Coenen. Artikel 43-vragen inzake huurverhogingen van woningcorporaties

Het sociaal domein. Renate Richters Els van Enckevort

Iedereen doet mee inspiratiebundel. Minimaregelingen

BELEIDSNOTITIE PARTICIPATIERAAD GEMEENTE VENRAY

Energie en armoede, deel2: oplossingsrichtingen. 25 juni 2013 Bert Weevers, kennismiddag energie en armoede

Registratienummer / 16Z Beleidsplan 'Armoedebestrijding en schuldhulpverlening in Midden- Delfland '

Raadsvoorstel. Minimabeleidsplan Portefeuillehouder: H.G.Jumelet

INKOMENS EFFECT RAPPORTAGE GEMEENTE OLST-WIJHE

Armoedeaanpak Gemeente Leeuwarden. De kunst van het rondkomen

Stand van zaken Minimabeleid Maart 2016

Voorgesteld wordt aan Stichting Leergeld een eenmalig subsidie te verlenen voor het jaar 2013 ter grootte van maximaal ,-.

Evaluatie armoederegelingen 2017 Ridderkerk

Adviesnota aan B en W

Maatschappelijke ondersteuning

Decentralisaties. Ingangsdatum 1 januari 2015: Jeugdzorg (behandeling in 1e kamer ws in feb 2014) Wmo 2015 / AWBZ. Participatiewet

Raadsvoorstel GEMEENTEBESTUUR

INKOMENS EFFECT RAPPORTAGE GEMEENTE HATTEM

Bijlage 1 Opties voor gemeentelijke ondersteuning van chronisch zieken en gehandicapten en advies voor keuze uit opties

ARMOEDEMONITOR GEMEENTE RIDDERKERK 2015

Armoedemonitor 2014 gemeente Zoetermeer

Nieuwe armoede. Waarom we er zijn Armoede verandert Werkloosheid neemt af -langdurige armoede neemt toe Definitie Cijfers (Cbs, scp, ombudsvrouw)

Notitie draagkracht naar 120 %

PvdA D66. r i CDA. ChristenUnie GROEN LINKS. De gemeenteraad van Haarlem in vergadering bijeen op 10 november 2016; Constaterende dat:

- 1 - Begrotingswijziging n.v.t. X Kaderstellen Controleren Budget autoriseren Consulteren

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

INKOMENSEFFECTEN LANDELIJKE EN GEMEENTELIJKE MINIMAREGELINGEN

Minimaregelingen. en bijzondere bijstand. Minimaregelingen. en bijzondere bijstand

Transcriptie:

Ontwikkelprogramma armoede gemeente Leeuwarden 2014 Inleiding Uit onze gemeentelijke armoedemonitor 1 blijkt dat Leeuwarden een stad is met een relatief groot armoedeprobleem. Een probleem dat nog steeds toeneemt als gevolg van de voortdurende economische crisis, waardoor mensen hun baan verliezen of hun inkomen achteruit zien gaan. Bijna 9000 huishoudens in onze gemeente leven van een inkomen op minimumniveau 2. Dat is 1 van elke 6 huishoudens in Leeuwarden. Dat aantal is in de afgelopen vier jaar met 17,8% gestegen. De problemen concentreren zich daarbij steeds meer bij huishoudens met een bijstandsuitkering en hebben in toenemende mate een langdurig karakter. Uit onderzoeken van het Nibud en uit onze armoedemonitor weten we dat de positie van gezinnen met kinderen daarbij het slechtst is: hun inkomen is onvoldoende om deel te kunnen nemen aan het sociale leven. In onze gemeente leeft 16,7% van de kinderen in een huishouden met een laag inkomen. Er zijn de nodige redenen om te komen tot een herziening van ons armoedebeleid: De armoedeproblematiek in Leeuwarden neemt toe, ook onder kinderen; Ons huidige beleid werkt op onderdelen wel en op onderdelen minder: zo weten we dat het effect van minimaregelingen op maatschappelijke participatie beperkt is. Daarnaast weten we niet goed in hoeverre onze minimaregelingen werkelijk leiden tot een verbetering van de financiële positie van mensen; Er zijn ontwikkelingen gaande die de financiële situatie en de mate van participatie zullen beïnvloeden. Naast de economische omstandigheden gaat het daarbij om veranderingen in wetgeving. Zo krijgen we in 2014 te maken met de invoering van de Participatiewet en in 2015 met de decentralisatie van de begeleiding en verzorging uit de AWBZ, de decentralisatie van de Jeugdzorg en een nieuwe voorziening voor chronisch zieken en gehandicapten. Ook de mogelijkheden voor inkomensondersteuning (bijzondere bijstand) worden in 2014 gewijzigd. Op dit moment weten we niet precies wie door de bezuinigingen getroffen worden. De exacte inhoud van de regelingen is immers nog niet bekend. Naast financiële risico s voor burgers bieden de decentralisaties ook kansen. De mogelijkheden om te komen tot brede oplossingen worden groter. We kunnen als gemeente zoeken naar maatregelen om armoede te bestrijden waarbij een grotere rol is weggelegd voor de eigen netwerken van onze burgers en waarbij een grotere nadruk ligt op de oplossingen van mensen zelf. Onze sociale wijkteams kunnen daarbij op een breder terrein (op maat) ondersteuning bieden. Dit kan de effectiviteit van onze maatregelen vergroten. 1 KWIZ, 2012 2 Cijfers KWIZ afkomstig uit 2011. In 2011 is minimumniveau gelijk aan 120% van het sociaal minimum. Inkomensgrens is per 2012 wettelijk verlaagd naar 110% van het sociaal minimum. [1]

Een herziening van het armoedebeleid is nodig, maar omdat we nog geen inzicht hebben in de inhoudelijke en financiële gevolgen van de verschillende regelingen is het voor het opstellen van volledig nieuw beleid nu nog te vroeg. Dat geldt ook voor de herijking van bestaande minimaregelingen. Wel is het op korte termijn mogelijk om op onderdelen tot verbeteringen te komen die de effectiviteit van een aantal maatregelen verhogen. In 2014 zal een nieuwe visie op armoedebestrijding aan de raad worden aangeboden. Voor de periode 2013-2014 hebben wij een ontwikkelprogramma armoede vastgesteld. Dat programma bestaat uit een aantal maatregelen op korte termijn die vooral betrekking hebben op de participatie van kinderen en op duurzaamheid. Zodra helder is welke effecten de verschillende landelijke regelingen hebben, komen we tot een nieuwe brede visie op armoedebestrijding en maatschappelijke deelname. Wel geven we vast aan: 1) uit welke bouwstenen ons nieuwe armoedebeleid moet bestaan 2) uit welke stappen en fasen ons ontwikkelprogramma bestaat: wat doen we op korte termijn en wat op langere termijn (in samenhang met de decentralisaties op het sociale domein). Doelen en bouwstenen van ons nieuwe armoedebeleid De volgende doelen worden onderscheiden: 1) meer mensen moeten meedoen aan de samenleving 2) financiële problemen bij burgers moeten zoveel mogelijk worden voorkomen 3) er moet een vangnet zijn voor mensen die over te weinig middelen beschikken om noodzakelijke uitgaven te kunnen doen Een (toekomstbestendig) armoedebeleid is een integraal beleid: het maakt integraal onderdeel uit van alle maatregelen die de gemeente neemt. De bouwstenen voor dat nieuwe beleid, zijn: 1. Beleid is verbonden met andere beleidsterreinen Armoedebeleid is meer dan alleen het bieden van een vangnet in de vorm van minimaregelingen. Er zijn veel meer beleidsterreinen die van invloed zijn op de participatie en financiële situatie van onze inwoners. Het gaat dan bijvoorbeeld om maatregelen op het gebied van duurzaamheid (minder energiekosten), jeugd en onderwijs (meer kans op hoger inkomen op termijn), schuldhulp, re-integratie (meer kansen op inkomen uit betaald werk) en de voorbereiding op de Culturele Hoofdstad. Integraal armoedebeleid betekent dat we doelen op het gebied van armoedebestrijding en maatschappelijke participatie expliciet op moeten nemen in beleid op andere terreinen en de effecten van dat beleid zichtbaar moeten maken als resultaat van armoedebestrijding. 2. Maatregelen zijn gericht op participatie: armoedebeleid zet mensen in beweging Doel van armoedebeleid is altijd om mensen meer mee te laten doen. Dat betekent dat vormen van (inkomens-)ondersteuning een activerend karakter moeten hebben. Er wordt een koppeling gelegd tussen de ondersteuning die geboden wordt en de inzet die van mensen wordt gevraagd. [2]

3. Uitgaan van de versterking van de eigen kracht: armoedebeleid moet ertoe bijdragen dat mensen zelf uit de armoede komen Armoedebeleid moet erop gericht zijn dat mensen zelf hun leven weer in de hand nemen, dus zelf een bijdrage leveren aan de oplossing van hun probleem. Dat betekent dat we afspraken maken over de manier waarop mensen hun problemen gaan aanpakken en wat zij ervoor nodig hebben om dat te realiseren. Die afspraken maken we onder andere in de sociale teams. Uitgangspunt is maatwerk en wederkerigheid. 4. Voorkomen is beter dan genezen Zoals in de bijeenkomst met het maatschappelijk middenveld werd opgemerkt: reintegratiebeleid is de beste vorm van armoedebestrijding. Mensen mogen niet vervallen tot inactiviteit en inactiviteit mag nooit lonend zijn. Ook moeten we ervoor zorgen dat mensen niet onnodig over te weinig geld beschikken. Dat betekent dat ze in ieder geval makkelijk en snel moeten krijgen waar ze recht op hebben. De dienstverlening die zij nodig hebben wordt snel en goed geleverd. Of het nu gaat om het verstrekken van een uitkering, het bieden van advies over schulden of het helpen zoeken naar een baan. 5. Een vangnet alleen waar dat nodig is Een vangnet bied je als er geen andere oplossingen zijn. Dat betekent dat het is gericht op de financiële ondersteuning van mensen die niet in staat zijn om hun noodzakelijke uitgaven te doen. Dat vangnet is gericht op individuele situaties (conform de lijn van de nieuwe wetgeving). Ons toekomstige minimabeleid is dat vangnet. Hierin beschrijven we de manier waarop we aan inkomensondersteuning doen. Dat beleid zal gericht zijn op specifieke groepen (kinderen) en specifieke kosten (noodzakelijke kosten en kosten voor participatie). Het ontwikkelprogramma De korte termijn: 2013/2014 Om de komende periode het armoedebeleid effectiever te maken, worden de volgende maatregelen getroffen: 1. Participatie van kinderen in armoede Het is de vraag in hoeverre de huidige participatieregeling, waarbij ouders 60 per kind ontvangen, werkelijk bijdraagt aan het verhogen van de maatschappelijke deelname van kinderen. We vervangen deze regeling daarom door een regeling in natura. We stellen de middelen beschikbaar aan het Jeugdsportfonds, het Jeugdcultuurfonds en de Stichting Leergeld. Gevolg hiervan is deelname aan sport of cultuur toegankelijker wordt (het bedrag per kind is hoger) en dat deelname gegarandeerd is (middelen gaan naar de vereniging). De aanvraag loopt via intermediairs, zodat de rol van maatschappelijke organisaties wordt vergroot. 2. Duurzaamheid Energiekosten maken een steeds groter deel uit van de woonlasten. In de afgelopen twaalf jaar zijn gas- en elektriciteitsprijzen met ruim tien procent gestegen. De verwachting is dat deze elke acht jaar gaan verdubbelen. Dat leidt vooral voor mensen met een minimuminkomen tot grote problemen. Wanneer we geen maatregelen nemen, is het vrij [3]

besteedbaar inkomen als gevolg hiervan in 2024 tot nul gereduceerd! Ook heeft dit grote gevolgen voor de mogelijkheid om een woning te huren of te kopen 3. Prognose stijging energielasten als onderdeel van woonlasten Dit betekent dat maatregelen om de kosten van energie en het energieverbruik terug te dringen van groot belang zijn bij de bestrijding van armoede. De effectiviteit hiervan kon wel eens vele malen groter zijn dan die van de huidige minimaregelingen. We zijn al gestart om maatregelen rondom duurzaamheid te koppelen aan armoedebestrijding. Het gaat bijvoorbeeld om het verlagen van energielasten door isolatie, de inzet van energiecoaches en om het verlagen van de uitgaven door de eetbare stad. Hierbij wordt ook steeds vaker de verbinding gelegd met participatie. Daar gaan we mee door. We experimenteren de komende periode met een koppeling tussen deelname aan deze activiteiten en vormen van inkomensondersteuning. Daarnaast willen we plannen ontwikkelen voor energierenovatie, vooral binnen de kwetsbare wijken in onze stad. Dit heeft effecten op het milieu en het energiegebruik, maar ook op het gedrag van mensen, op werkgelegenheid en woningkwaliteit en op de energierekening van onze inwoners. 3. Culturele hoofdstad Het speerpunt van de culturele hoofdstad is het verhogen van participatie van arme kinderen en inwoners van aandachtswijken. Bij de projecten die we hierin ontwikkelen leggen we de nadruk op participatie van kinderen en volwassenen in de aandachtswijken. We betrekken bewoners bij het opknappen van de wijk of het realiseren van speeltuinen in de wijk. Met deze activiteiten willen we uiteraard niet wachten tot een nieuwe visie gereed is. Binnen de activiteiten kunnen we oefenen met het combineren van ondersteuning aan ouders en hun kinderen en bijvoorbeeld een verdienmodel in te voeren voor deelnemers. 4. Maatschappelijk netwerk Uit de bijeenkomst met het maatschappelijk netwerk kwamen suggesties naar voren over manieren om het armoedebeleid beter te organiseren. Bijvoorbeeld door de reguliere dienstverlening te verbeteren en door ruimte te geven aan professionals in de sociale 3 Het aantal woningen met woonlasten onder de 600 neemt af van 70% in 2012 tot 20% in 2032 [4]

teams. In de komende periode halen we deze suggesties en tips op en brengen we waar dat kan verbeteringen aan in onze dienstverleningsprocessen. Op langere termijn Op langere termijn (ontwikkelen in 2013 en 2014, invoeren in 2015) komen we tot een breed integraal armoedebeleid dat voldoet aan de bouwstenen zoals we die hierboven hebben benoemd. Het gaat daarbij onder andere om de vaststelling van het (brede) vangnet en de koppeling tussen de doelen van andere beleidsterreinen aan die van armoedebestrijding. Globaal ziet het ontwikkelprogramma er als volgt uit: Speerpunt/onderdeel Kinderen in armoede: participatieregeling voor kinderen overhevelen naar de verschillende fondsen voor kinderen en afspraken maken over de uitvoering en resultaten. Maatschappelijk netwerk: inzetten sociale teams om participatie te vergroten. Duurzaamheid: prioriteit leggen bij gezinnen met lage inkomens (energiebesparing) Zorgen voor efficiënte dienstverlening naar aanleiding van de input van de sociale teams en cliënten. Culturele hoofdstad: het koppelen deelname aan projecten culturele hoofdstad en vergoeding. Schuldhulpverlening: afspraken maken met banken om vanuit MVO inwoners gratis financieel advies te geven. Maatwerk: een (beperkt) vrij budget ter beschikking stellen aan de wijkteams om participatiedoelen te realiseren. Vangnet: keuzes maken. Voor wie stellen we het vangnet beschikbaar en waar bestaat het vangnet uit. Hierbij streven we naar een zo eenvoudig mogelijke regeling. Werk en participatie: keuzes maken in ondersteuning van doelgroepen, koppelen participatieverplichting aan minimaregelingen. Overige decentralisaties: armoedebeleid als onderdeel van de uitwerking van het totale beleid rondom decentralisaties. Duurzaamheid: plannen voor energierenovatie in kwetsbare wijken Tijdpad Direct regelen in 2013 Uitproberen in 2013/2014 Verder uitwerken in 2014 [5]