6,1. Praktische-opdracht door een scholier 1991 woorden 25 mei keer beoordeeld. Hoofdvraag:

Vergelijkbare documenten
4. Arbeid en inkomen. 4.1 Arbeid Werkende jongeren

6,2. Werkstuk door een scholier 1803 woorden 11 april keer beoordeeld. Inleiding

Vrouwen op de arbeidsmarkt

Artikelen. Minder dynamiek binnen de werkzame beroepsbevolking in Ingrid Beckers en Birgit van Gils

x Verandering t.o.v. voorgaand jaar Totaal

6,5. Praktische-opdracht door een scholier 1949 woorden 22 juni keer beoordeeld. Inleiding

Jongeren op de arbeidsmarkt

Erratum Jaarboek onderwijs 2008

NIBUD Nationaal Scholierenonderzoek 2004/2005

Werktijden van de werkzame beroepsbevolking

Allochtonen op de arbeidsmarkt

Niet-westerse allochtonen behoren minder vaak tot de werkzame beroepsbevolking 1) Arbeidsdeelname niet-westerse allochtonen gedaald

Artikelen. Hoge arbeidsdeelname, maar lage arbeidsduur. Ingrid Beckers en Hans Langenberg

FORUM Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt: effecten van de economische crisis 2 e kwartaal 2009

Inkomsten uit arbeid van vrouwen en hun partners

Minder instroom in, meer uitstroom uit arbeidsmarkt

Met een startkwalificatie betere kansen op de arbeidsmarkt

Opmaak pilot Geld :44 Pagina 1. Geld

De verdeling van arbeid en zorg tussen vaders en moeders

8. Werken en werkloos zijn

FNV Vakantiewerk onderzoek 2013

CBS: Lichte toename werkenden, minder werklozen

Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2016

7,2. Samenvatting door een scholier 1510 woorden 30 maart keer beoordeeld

Vakantiewerk onderzoek 2015 FNV Jong. Hans de Jong & Leon Pouwels Juni 2015

Een Werkende Arbeidsmarkt

Persbericht. Werkloosheid daalt

jeugdwerkloosheid Zuid Definities Fact sheet augustus 2014

Werkloosheid Redenen om niet actief te

Arbeidsmarkt MRA in 2014 in beeld

8. Werken in bestuur en zorg

(1 m.) Klassikale aftrap Docent stelt jou als gastdocent voor

Herintreders op de arbeidsmarkt

Persbericht. Arbeidsmarkt ook in 2001 gunstig. Centraal Bureau voor de Statistiek

Notitie Aansluiting vanuit het onderwijs op de arbeidsmarkt van jongens en meisjes met een diploma gehaald op het mbo bol-voltijd of ho voltijd

Financiële opvoeding. September 2007

De arbeidsmarkt in maart 2016

De arbeidsmarkt in januari 2016

De arbeidsmarkt in januari 2017

LelyStadsGeluiden. De mening van de jongeren gepeild. School en werk 2007

Jeugdwerkloosheid Nieuw-West

Kortetermijnontwikkeling

14 BIJLAGE INTERNATIONALE KERNGEGEVENS BBP per hoofd van de bevolking

Fact sheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam. nummer 5 maart 2013

JONGE MOEDERS EN HUN WERK

Stand van zaken leven lang leren in Nederland en afspraken over/ aanbevelingen aan O&O-fondsen

Rapport Kinderen en Geld Enquête (NIBUD en het Jeugdjournaal)

jeugdwerkloosheid 64% werklozen volgt opleiding 800 jongeren geregistreerd als werkloze

De arbeidsmarkt in mei 2016

Totaalbeeld arbeidsmarkt: werkloosheid in februari 6 procent

Werkloosheid nauwelijks veranderd

Artikelen. Tijdelijke en langdurige banen, A.W.F. Corpeleijn 1)

Fact sheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2013

De arbeidsmarkt in augustus 2017

Ouders op de arbeidsmarkt

67,3% van de jarigen aan het werk

De arbeidsmarkt in februari 2017

CBS: Meer werkende vrouwen op de arbeidsmarkt

Aantal werklozen in december toegenomen

Economische monitor. Voorne PutteN 5 GEMEENTEN. 4 e editie. Opzet en inhoud

Nibud Scholierenonderzoek

Verzorgende beroepen psychisch en fysiek zwaar belastend

Diversiteit binnen de loonverdeling

Nibud Scholierenonderzoek

De arbeidsmarkt in mei 2017

Jongeren en ouderen zonder startkwalificatie op de arbeidsmarkt

De arbeidsmarkt in april 2017

Praktische opdracht Economie Schulden en jongeren

Nibud Scholierenonderzoek 2016

Facts & Figures. Aansluiting arbeidsmarkt

Deelname aan post-initieel onderwijs,

CBS: Meer mensen aan het werk, vooral jongeren

De arbeidsmarkt in april 2016

Minder jongeren zonder startkwalificatie van school

1 Inleiding: de metamorfose van de arbeidsmarkt

5. Onderwijs en schoolkleur

Werkloosheid in oktober vrijwel onveranderd

De arbeidsmarkt in oktober 2016

De arbeidsmarkt in maart 2017

Opleidingsniveau stijgt

FORUM Factsheet Jeugdwerkloosheid,

[zelf op te maken en in te vullen > denk hierbij aan het tonen van een foto en/of logo van de bank, je naam etc.

jeugdwerkloosheid Oost Definities Fact sheet augustus 2014

Voortijdig schoolverlaters: een kwetsbare groep op de arbeidsmarkt

Economische monitor. Voorne PutteN 5 GEMEENTEN. 5 e editie. Opzet en inhoud. Deze factsheet is de vijfde editie van de

De arbeidsmarkt in augustus 2016

Beroepsbevolking 2005

Wat was het afgelopen schooljaar het meest op jou van toepassing? Doe je deze zomer betaald vakantiewerk? Ik ging naar de middelbare school 53,9%

Jongeren & hun financiële verwachtingen

HOE DENKT NEDERLAND OVER SOCIAAL- ECONOMSICHE ZAKEN?

Werkloosheid daalt verder in september

De arbeidsmarkt in februari 2016

Langdurige werkloosheid in Nederland

Uitstroom van ouderen uit de werkzame beroepsbevolking

Stijging werkloosheid vlakt af door terugtrekken jongeren

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Regio Flevoland april 2018

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Sterke stijging werkloosheid

Transcriptie:

Praktische-opdracht door een scholier 1991 woorden 25 mei 2004 6,1 123 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdvraag: Wat is de relatie tussen jongeren, arbeid en geld? Deelvragen: 1. Hoeveel jongeren werken? 2. Wat is de gemiddelde wekelijkse arbeidsduur van jongeren? 3. Hoeveel uur mogen de scholieren werken? 4. Welke branche is de grootste werkgever bij jongeren? 5. Wat zijn de leukste baantjes? 6. Hoe is de werkloosheid onder jongeren verdeeld? 7. Wat zijn de inkomsten en uitgaven van een scholier? 8. Hoe is de werkgelegenheid voor jongeren verdeeld op de Europese arbeidsmarkt? 9. Hoeveel zakgeld krijgen jongeren? 10. Hoeveel is het minimumloon? Bronnen: Deze site s heb ik gebruikt tijdens het maken van mijn P.O.: http://www.cbs.nl/ http://www.postbank.nl http://www.nibud.nl https://www.scholieren.com/verslag/16923 Pagina 1 van 7

http://www.jeugd-en-geld.nl http://www.scholieren.com http://www.abn-amro.nl 1. Hoeveel jongeren werken? In 2001 werkte 45% van de jongeren in de leeftijdsgroep 15-24. Dit zijn 850 duizend jongeren. Zij hadden een baan van ten minste 12 uur per week. Bijna 60% van de jongeren in deze leeftijdscategorie die nog op school zitten, verdienen iets bij. Vooral mbo, hbo en studenten aan de universiteit verdienen iets bij. In 2001 hadden iets meer meisjes dan jongens een bijbaan. Van de schoolverlaters en dus beroepsbevolking is bijna 7% werkloos en de schoolverlaters doen er gemiddeld 5 maanden over om een geschikte baan te vinden. Onder allochtone jongeren zijn er meer werklozen dan onder autochtone jongeren. Dit komt omdat deze vaak minder hoog zijn opgeleid, door o.a. taalachterstanden. De meeste jongeren van 15 24 jaar zitten nog op school of volgen een studie. In 2001 volgden bijna zes van de tien jongeren nog onderwijs. Het gaat dan om een voltijdopleiding die langer dan zes maanden duurt. Een groot deel van deze jongeren heeft daarnaast een betaalde baan. Het aantal jongeren dat naast hun opleiding ook een bijbaan heeft, is in tien jaar tijd met bijna 20 procent toegenomen. In 1992 werkte ruim eenderde van de jongeren naast hun opleiding. 2. Wat is de wekelijkse arbeidsduur van jongeren? Zes op de tien werkende jongeren van 15 24 jaar hebben in 2001 een baan van 35 uur of meer per week. Die 60% van de jongeren die een 35 uur per week werken, zitten vooral aan de bovengrens van deze leeftijdsgroep. 25% van de jongeren had een baan van 20 34 uur. De rest van de jongeren heeft een baantje van minder dan 20 uur. Vier van de tien jongeren werken dus in deeltijd. Vooral de werkenden jongeren van 15 17 jaar hebben vaak een deeltijdbaan, naast hun school. Onder de 18 24 jarige werkende jongeren heeft 12 procent een baan van minder dan 20 uur en werkt tweederde 35 uur of meer per week. Jongeren werken daarmee iets vaker in deeltijd dan de werkzame beroepsbevolking van 25 64 jaar. Van alle werkenden in deze leeftijd werkt in 2001 eenderde minder dan 35 uur per week. Werkende jongeren van 15 17 jaar hebben echter minder vaak een vaste en vaker een flexibele arbeidsrelatie dan jongeren van 18 24 jaar met een betaalde baan. Van elke tien werkenden onder de 15 17-jarigen hadden er vijf een vaste en vier een flexibele arbeidsrelatie. Onder de 18 24-jarigen met een baan had driekwart een vaste en een van de vijf een flexibele relatie. Het aandeel flexibele werkers onder de jongeren is daarmee veel hoger dan onder de werkzame beroepsbevolking van 25 64 jaar (5%). Jongeren hebben dus veel vaker dan andere werknemers een tijdelijk contract of werken als uitzend-, oproep- of invalkracht. 3. Hoeveel uur mogen de scholieren werken? Voor jongeren van 13-14 jaar geldt: - Op een schooldag mag je niet meer dan twee uur werken https://www.scholieren.com/verslag/16923 Pagina 2 van 7

- Op vrije dagen mag je niet meer dan zes uur per dag werken - Per week mag je niet meer dan twaalf uur werken - In de vakantie mag je niet meer dan zeven uur per dag werken (niet meer dan 35 uur per week). Voor jongeren van 15 jaar geldt: - Op een schooldag mag je maximaal 2 uur werken - Op een vrije dag mag je maximaal 8 uur per dag werken - Per week mag je maximaal 12 uur werken - In de vakantie mag je maximaal 40 uur per week werken Vanaf je 15e heb je in ieder geval recht op het minimumjeugdloon. Voor jongeren van 16-17 jaar geldt: - Je mag net zoveel werken als een volwassene, - Maar gemiddeld mag je echter niet meer dan 40 uur per week werken. Geen van de leeftijdsgroepen mag werken met gevaarlijke stoffen of andere schadelijke dingen. Gevaarlijke werken zijn: - Werken met schadelijke stoffen - Werk aan een lopende band - Werken op plaatsen met te veel lawaai - Werk met gevaarlijke machines - Werken in gesloten ruimtes, zoals tanks en ketels - Werk met explosiegevaar - Werk, dat slecht is voor je ontwikkeling - Werken met gevaarlijke dieren - Werken met elektrische installaties met een hoog voltage - Sloopwerk 4. Welke branche is de grootste werkgever bij jongeren? De (detail)handel is de grootste werkgever voor jongeren. Een kwart van de werkende jongeren heeft een baan in deze branche. Onder de jongeren van 15 17 jaar met een baan is dit zelfs vier van de tien. In de gezondheidszorg, de industrie en de zakelijke dienstverlening werken elk ruim 10 procent van de werkende jongeren, vooral van 18 24 jaar. Een echte jongerenbranche is de horeca. Ondanks dat maar 7 procent van de jongeren daarin een baan heeft, maken zij wel 29 procent van het totale personeelsbestand van de horeca uit. 5. Wat zijn de leukste baantjes? Het ene baantje is leuker dan het andere baantje En hoewel smaken verschillen, is er toch wel een duidelijke voorkeur naar bepaalde baantjes. Hiervan is een top 10 samengesteld. Hier volgt de top 10 van de jongens 15 t/m 17 jaar. https://www.scholieren.com/verslag/16923 Pagina 3 van 7

Top 10 van Jongens: 1: Krantenwijk 2: Vakkenvuller 3: Horeca 4: Agrarisch 5: Babysitten 6: Tomatenplukken 7: Winkel 8: Folders 9: Klusjes doen 10: Familiebedrijf/winkel Top 10 van Meisjes: 1: Winkel 2: Babysitten 3: Horeca 4: Krantenwijk 5: Schoonmaken 6: Iets met verzorgen 7: Familiebedrijf/winkel 8: auto s wassen 9: Artiest (figureren) 10: Agrarisch 6. Hoe is de werkloosheid onder jongeren verdeeld? De werkloosheid is t/m 2001 sterk gedaald, sindsdien stijgt de werkloosheid weer. Deze daling komt door de positieve ontwikkeling van de arbeidsmarkt vanaf 1995. In 2001 was nog slechts iets meer dan 3 procent van de beroepsbevolking van 15 64 jaar werkloos, tegenover ruim 8 procent in de jaren 1994 en begin 1995. Ook de jongeren profiteerden van deze gunstige arbeidsmarkt. Van de jongeren van 18 24 jaar was in de jaren 1994 en 1995 6 procent werkloos, evenveel als in de jaren 1999 en 2000. Onder de 15 17-jarige beroepsbevolking is de werkloosheid wel verder gedaald, tot 13 procent in 2001. Toch blijft het percentage werklozen onder deze jongeren jaarlijks veel hoger. Dat komt doordat jongeren na het verlaten van school enige tijd nodig hebben om een baan te vinden. Daarmee is de jeugdwerkloosheid als geheel ook steeds hoger dan onder de beroepsbevolking van 25 64 jaar. Jongeren die zonder diploma het onderwijs hebben verlaten, hebben het relatief moeilijk op de arbeidsmarkt. In 2001 was 13 procent van de jongere beroepsbevolking zonder diploma (met alleen basisonderwijs) werkloos. Dit is ongeveer twee keer zo hoog als onder jongeren met een vbo-diploma of met een wetenschappelijke of hbo-opleiding. Ook onder jongeren met een mavo of havo/vwo-opleiding was de werkloosheid met 10 procent hoger dan gemiddeld. De werkloosheid onder mbo-ers en academici van 15 24 jaar is met 3 procent het laagst. https://www.scholieren.com/verslag/16923 Pagina 4 van 7

7. Hoe is de werkgelegenheid voor jongeren verdeeld op de Europese arbeidsmarkt? In de Europese Unie neemt iets minder dan de helft van alle jongeren deel aan het arbeidsproces. Hierbij worden alle personen die werken (een uur of meer per week) meegeteld. Van alle Nederlandse jongeren was de arbeidsdeelname volgens deze definitie in 2001 bijna driekwart. Dit hoge aandeel komt door het grote aantal jongeren met bijbaantjes van minder dan twaalf uur, naast degenen met een baan van twaalf uur of meer. In de Nederlandse definitie wordt alleen de groep die meer dan twaalf uur per week werken meegeteld. Daarmee had Nederland het hoogste aandeel werkende jongeren van alle EU-landen. Ook in Denemarken, Finland en het Verenigd Koninkrijk was de arbeidsdeelname van jongeren met meer dan 60 procent relatief hoog. In alle EU-landen samen was in 2001 gemiddeld 14 procent van de beroepsbevolking (volgens de internationale definitie) tussen 15 24 jaar werkloos. Ook in dit opzicht steekt Nederland gunstig af: in ons land was 4 procent van de jongeren werkloos. Dit is het laagste percentage van de onderzochte landen. Andere landen met een lage jeugdwerkloosheid in 2001 waren Oostenrijk, Ierland en Luxemburg. Ook in Duitsland, Denemarken en Portugal lag het percentage werklozen met minder dan 10 procent laag. 8. Wat zijn de inkomsten en uitgaven van een scholier? De inkomsten van leerlingen uit het voortgezet onderwijs bestaan voornamelijk uit een bijdrage van de ouders, geld uit een baantje of vakantiewerk en - bij een leeftijd van 18 jaar en ouder - uit de tegemoetkoming schoolkosten. Met de leeftijd neemt het totale scholiereninkomen toe, dit bedraagt gemiddeld 113 per maand. Ongeveer 93 procent van de scholieren krijgt geld van hun ouders. Naarmate de leeftijd toeneemt, krijgen minder scholieren een bijdrage van hun ouders: 95 procent van de jongste groep (12 15 jaar), tegen 72 procent van de oudste groep (18 jaar). Leerlingen van 18 jaar die werken verdienen gemiddeld 270 euro per maand, terwijl een dertienjarige gemiddeld 36 euro verdient met een baantje of vakantiewerk. Hierbij is de bijdrage van ouders in de vorm van zakgeld en kleedgeld niet meegerekend. Ook baantjes als babysitten en autowassen worden meegerekend. Van de scholieren krijgen de meisjes meestal het meeste geld van hun ouders. Maar verschil is echter niet erg groot en komt door het kleedgeld. Gemiddeld hebben evenveel jongens als meisjes een baantje (45%). Alleen de jongens hebben de beter betaalde baantjes. Hierdoor zijn hun inkomsten uit hun baantje groter dan die van de meisjes. Meisjes en jongens besteden hun geld verschillend. Vanwege hun extra inkomsten uit werk, hebben jongens meer te besteden dan meisjes. Door te kijken naar de budgetaandelen van jongens en meisjes wordt dit verschil gecorrigeerd. Jongens besteden verhoudingsgewijs een veel groter deel van hun budget aan snacks, fris, alcohol, hobby s, brommer en computerartikelen dan meisjes. Meisjes zijn meer gericht op kleding, uitgaan, cadeaus, cosmetica en hun mobiele telefoon. 9. Hoeveel zakgeld krijgen jongeren? De hoeveelheid zakgeld die jongeren krijgen verschilt per kind. Hierdoor krijg je ook verschillende bedragen https://www.scholieren.com/verslag/16923 Pagina 5 van 7

per site. Op de verschillende sites waar ik naar de hoeveelheden zakgeld heb gezocht, zitten duidelijke verschillen. Om een beetje een goed beeld te geven van het zakgeld dat kinderen krijgen, zal ik een aantal tabellen geven van verschillende sites, zodat ik kan onderzoeken, of de verschillen wel echt zo groot zijn. 12 jaar 2.27 3.40 13 jaar 2.27 4.54 14 jaar 2.72 5.44 15 jaar 3.40 6.80 16 jaar 4.54 7.26 17 jaar 4.54 9.08 Bron: Nibud, van www.postbank.nl (bedragen zakgeld zijn per week) 12 jaar 3.00 13 jaar 4.00 14 jaar 4.50 15 jaar 5.75 16 jaar 5.75 17 jaar 5.75 Bron: http://www.jeugd-en-geld.nl (bedragen zakgeld zijn per week) 13 jaar 3.74 14 jaar 4.54 15 jaar 5.10 16 jaar 5.17 17jaar 6.24 18 jaar 6.70 Bron: http://www.scholieren.com (bedragen zakgeld zijn per week) Zoals je ziet zijn de verschillen helemaal niet zo groot. Alleen hoe ouder de kinderen zijn hoe groter de verschillen. Bij tabel 1 zie je dat het uiterste maximum 9.08 is bij kinderen van 17 jaar. Terwijl tabel 2 veel lager is en tabel 3 in het midden ligt. Dus de verschillen zoals in de stelling genoemd zijn er wel, maar minder dat ik vooraf dacht. 10. Hoeveel is het minimumloon? Je hebt kunnen lezen dat vanaf 15 jaar er een minimum loon is. Hoeveel dat loon is zie je in de tabel hieronder. Leeftijd Hoeveel bruto per uur 12 jaar Onbekend 13 jaar Onbekend https://www.scholieren.com/verslag/16923 Pagina 6 van 7

14 jaar Onbekend 15 jaar 2.03 bruto per uur 16 jaar 2.35 bruto per uur 17 jaar 2.69 bruto per uur 18 jaar 3.10 bruto per uur 19 jaar 3.58 bruto per uur 20 jaar 4.19 bruto per uur Deze bedragen zijn bruto, dus er gaat nog belasting vanaf. Maar deze belasting kun je vaak weer terug vragen bij de belastingdienst. Ook heb je recht op vakantiegeld. Dit is meestal 8% van je totale brutoloon. Dit bedrag wordt één keer per jaar uitbetaald. Als je alleen in de schoolvakantie een bijbaantje hebt, moet je er goed op letten dat je vakantiegeld krijgt, zodra je dit baantje opzegt. https://www.scholieren.com/verslag/16923 Pagina 7 van 7