LANDELIJKE REGELING VERPLEEGKUNDIGE VERVOLGOPLEIDINGEN



Vergelijkbare documenten
BEPALINGEN VOOR DE VERPLEEGKUNDIGE VERVOLGOPLEIDINGEN

BEOORDELINGSKADER ERKENNINGSAANVRAAG VERPLEEGKUNDIGE VERVOLGOPLEIDING

STANDAARDFORMULIER ERKENNINGSAANVRAAG VERPLEEGKUNDIGE VERVOLGOPLEIDING

Landelijke Regeling Verpleegkundige Vervolgopleidingen

Eindtermen vervolgopleiding intensive care verpleegkundige

Eindtermen voor de vervolgopleiding tot kinderverpleegkundige

Eindtermen voor de vervolgopleiding tot intensive care kinderverpleegkundige

Reglement van Toelating

Reglement Erkenning Leerbedrijven Curaçao

Er ligt een visie/onderwijsmethodiek ten grondslag aan de uitwerking van de opleiding

Eindtermen voor de vervolgopleiding tot spoedeisende hulp verpleegkundige

Stichting Registered Tax Assurance Providers. Reglement toetreding register. Vastgesteld en in werking getreden op 12 september 2012

Toelichting aanvragen vrijstelling. Opleidingen Educatie Zorgsector

Aanvullend aan dit systeem wordt de instelling periodiek bezocht door een auditpanel van het CZO.

Eindtermen voor de vervolgopleiding tot dialyse verpleegkundige

Eindtermen voor de vervolgopleiding tot oncologie verpleegkundige

Uitvoeringsreglement Commissie van Beroep Kenniscentrum Kraamzorg

Toelichting aanvragen vrijstelling. Opleidingen Educatie Zorgsector

Vrijstellingsregels Open Universiteit: procedure voor het verlenen van vrijstelling

Begrippenlijst. Kwaliteitsregister Verpleegkundigen & Verzorgenden. Register Zorgprofessionals. Uitvoeringsregelingen

Accreditatie procedure

Reglement Erkenning Opleidingsinstituten ATEX

Registratiereglement register Aandachtsfunctionarissen Kindermishandeling/ huiselijk geweld

Begrippenlijst. Kwaliteitsregister Verpleegkundigen & Verzorgenden. Register Zorgprofessionals. Uitvoeringsregelingen

Het Titelregistratiesysteem van de

ACCREDITATIEREGLEMENT SKJ, versie 1.2 d.d. 29 februari 2016

CENTRAAL COLLEGE VOOR DE FARMACIE BESLUIT NO. 11 BESLUIT REGISTRATIE EN HERREGISTRATIE ZIEKENHUISFARMACIE

REGLEMENT Erkenning leerbedrijven van Kenniscentrum PMLF januari Uitgave: PMLF Loire AK Den Haag E I

Eindtermen voor de vervolgopleiding tot intensive care neonatologie verpleegkundige

- Artikel 14: inhoud van aanvraag: aanvrager Uitwerking artikel 14: inhoud van de aanvraag... 3

Reglement Permanente Educatie (PE) Leden Actuaris AG en Leden Actuarieel Analist AG. Geldend vanaf 1 januari 2016

- Artikel 3: aanvraag Uitwerking artikel 3: aanvraag Artikel 14: inhoud van aanvraag: aanvrager... 3

1. Met inachtneming van de bepalingen van dit reglement kan erkenning worden afgegeven:

Reglement Permanente Educatie (PE) voor de Actuaris AG. Ingaande per 1 januari 2010

Besluit erkennen onderwijsinstellingen. permanente educatie registeraccountants. Koninklijk Nederlands Instituut van Registeraccountants

Reglement Klachtencommissie

HUISHOUDELIJK REGLEMENT

Toetsreglement Nederlands Genootschap voor Sportmassage (NGS)

REGLEMENT BEOORDELING AANVRAGEN TOT EEN BIJDRAGE UIT HET NATIONAAL RAMPENFONDS

besluit van de gemeenteraad

SERVICEDOCUMENT BEROEPSPRAKTIJKVORMING: WAT MAG VERWACHT WORDEN VAN DE BPV?

CENTRAAL COLLEGE VOOR DE FARMACIE BESLUIT NO REGISTRATIE EN HERREGISTRATIE OPENBARE FARMACIE

Reglement Klachtencommissie

stichting Wetland Wonen Groep en woningstichting de Veste Hierna te noemen: de corporatie.

Besluit Kwalificatie-eisen voor praktijkopleiders, werkbegeleiders en supervisoren opleiding psychotherapeut

REGLEMENT ALGEMENE BEPALINGEN VOOR INTERNE COMMISSIES INHOUDSOPGAVE

Reglement klachtencommissie

REGLEMENT BEZWAARSCHRIFTEN PUBLIEKE OMROEP

Inbedding duale MBRT opleiding in CZO erkenningssystematiek

Reglement Permanente Educatie (PE) Leden Actuaris AG en Leden Actuarieel Analist AG. Geldend vanaf 1 januari 2013

Klachtenregeling Slim! Educatief

Klachtenregeling/vertrouwenspersoon Stichting TOPKI

Reglement Cliëntenraad Stichting Bureau Jeugdzorg Noord-Brabant

OPLEIDING INTENSIVE CARE VERPLEEGKUNDIGE

Eindtermen voor de vervolgopleiding tot obstetrische en gynaecologische verpleegkundige

BEZWARENREGLEMENT ex. artikel 7:13 Awb van de Openbare Rechtspersoon Openbaar Onderwijs Zwolle en Regio te Zwolle

Handleiding voor opleidingsorganisaties. Een erkenning voor de kraamzorgopleiding, hoe werkt dat?

Regeling klachtenopvang cliënten Bernhoven

Reglement bezwaarprocedure SVWN

REGLEMENT COMMISSIE VAN BEROEP VOOR DE EXAMENS

Versie: 2.0. Update mei 2014 Vastgesteld door: MT Documenteigenaar: Steffie Velthuis Functie: Functie: Jurist Toepassingsgebied: Geheel BJZ

Examenreglement. Postacademische (G)GZ-opleiding tot psychotherapeut

REGLEMENT TEGEMOETKOMINGEN

Klachtenregeling. Directeur De directeur van Pool Management & Organisatie b.v.

Examenreglement. Inservice. Opleiding. Radiologisch. Laborant

Beoordelingskader en normering onderzoek kwaliteit EVC-procedures in Nederland

Informatiebrochure Verpleegkundige Vervolgopleidingen Intensive Care, Cardiac Care, Medium Care en Spoedeisende Hulp

Stichting Kwaliteitsborging Installatiesector. Centraal College van Deskundigen Installatiesector. Huishoudelijk Reglement CCvDI

Kwaliteitsregister Apothekersassistenten (KAA) REGISTRATIEBESLUIT oktober 2011

BEZWAAR- EN BEROEPSREGLEMENT St. QuAT. Algemeen

Klachtenreglement WIJeindhoven

Uitvoeringsregeling Vrijstellingen Brandweeronderwijs

KMS. Reglement klacht-bezwaar-beroep

Reglement Klachtencommissie Cliënten Mentaal Beter

Dialyse & Nefrologie

Reglement Geschillencommissie stichting Deurwaarders Collectief Nederland.

Klager: Een klant of deelnemer aan het leerwerktraject van de Stichting TVZ

HUISHOUDELIJK REGLEMENT van de ABvC: Inhoudsopgave: 1. Leden en hun Verplichtingen. 2. Beëindiging lidmaatschap. 3. Algemene Leden Vergadering

Kaderregeling Accreditatie Herregistratie, zoals vastgesteld door het Bestuur FGzP op 6 februari 2007

Klachtenregeling Europees Instituut de Baak

BESLUIT: HOOFDSTUK I. ALGEMENE BEPALINGEN

Klachtenregeling opleidingen

Intake- en vrijstellingsregels voor de HBO-bacheloropleiding Informatica Vastgesteld door de examencommissie NOH-I op 16 september 2013.

Reglement geschillenadviescommissie

Geschillenbehandeling

Reglement Commissie van Beroep voor de Examens Friesland College

reglement erkenning leerbedrijven 2013

Reglement accreditatie Absg

Volksgezondheid beroepsgroepen, behalve artsen, De Commissie Buitenslands Gediplomeerden Volksgezondheid is een Artikel 1. Algemeen onafhankelijke

Reglement erkenning leerbedrijven SBB Vastgesteld door het Algemeen Bestuur van SBB d.d. 24 april 2015

EXAMENREGLEMENT FACTORING MANAGEMENT

Reglement van Beroep Licentie Nationale Zwemdiploma s

Beroeps Praktijk Vormingsplan

Kwaliteitsregister NVHVV. April 2011

Behoud van inschrijving m.b.t. Titelregistratie van de

Kwaliteitsregister Verpleegkundigen & verzorgenden

Artikel 1. Begripsbepalingen In dit reglement wordt verstaan onder:

Borging Evaluatie: eenmaal per drie jaar Door: avm

Reglement commissie van beroep voor de examens

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Vastgesteld door het Algemeen Bestuur van SBB d.d. 24 april 2015

Transcriptie:

LANDELIJKE REGELING VERPLEEGKUNDIGE VERVOLGOPLEIDINGEN Utrecht, november 2001 NVZ VAZ AVVV VOVV Vereniging van Ziekenhuizen Vereniging Academische Ziekenhuizen Algemene Vergadering Verpleegkundigen en Verzorgenden Vereniging van Opleidingsinstituten voor Verpleegkundige Vervolgopleidingen

INHOUDSOPGAVE Deel 1: Algemeen Convenant Landelijke Regeling Verpleegkundige Vervolgopleiding Verklaring van begrippen Erkenningsvoorwaarden Bepalingen voor verpleegkundige vervolgopleidingen Handleiding erkenningsaanvraag verpleegkundige vervolgopleiding Gedragscode (toegevoegd april 2002) Standaardformulier erkenningsaanvraag verpleegkundige vervolgopleiding (wijziging laatste pagina april 2002) Beoordelingskader erkenningsaanvraag verpleegkundige vervolgopleiding Bijlage A: Format beschrijving van deskundigheidsgebieden Bijlage B: Format beschrijving van eindtermen Deel 2: Regelingen Verpleegkundige Vervolgopleidingen Opleiding Dialyse Verpleegkundige Opleiding Intensive Care Verpleegkundige Opleiding Intensive Care Kinderverpleegkundige Opleiding Intensive Care Neonatologie Verpleegkundige Opleiding Kinderverpleegkundige Opleiding Obstetrische en Gynaecologische Verpleegkundige Opleiding Oncologie Verpleegkundige Opleiding Spoedeisende Hulp Verpleegkundige (aanpassing m.b.t. methodiek conform Collegebesluit april 2002)

DEEL 1 : ALGEMEEN Convenant blad 2 van 39 Landelijke Regeling Verpleegkundige Vervolgopleiding blad 3 van 39 Verklaring van begrippen blad 6 van 39 Erkenningsvoorwaarden blad 8 van 39 Bepalingen voor verpleegkundige vervolgopleidingen blad 11 van 39 Handleiding erkenningsaanvraag verpleegkundige vervolgopleiding blad 18 van 39 Gedragscode (toegevoegd april 2002) blad 22 van 39 Standaardformulier erkenningsaanvraag verpleegkundige vervolgopleiding blad 23 van 39 (wijziging laatste pagina april 2002) Beoordelingskader erkenningsaanvraag verpleegkundige vervolgopleiding blad 31 van 39 Bijlage A: Format beschrijving van deskundigheidsgebieden Bijlage B: Format beschrijving van eindtermen LRVV Deel 1: Algemeen november 2001; blad 1 van 39

CONVENANT Met de opheffing van bestaande regelingen van overheidswege inzake de aantekening van enkele verpleegkundige vervolgopleidingen en met de toekomstige uitstroom van verpleegkundigen uit het nieuwe stelsel van initiële verpleegkundige beroepsopleidingen, ontstaat de behoefte aan een nieuwe regeling waarbinnen de organisatie en uitvoering van het verpleegkundig vervolgonderwijs efficiënter en effectiever geregeld kan worden. In een gezamenlijk traject hebben NVZ en VAZ en beroepsorganisaties een Landelijke Regeling Verpleegkundige Vervolgopleidingen (hierna te noemen: de Regeling) ontwikkeld. In dit kader zijn de NVZ Vereniging van Ziekenhuizen, de Vereniging Academische Ziekenhuizen (VAZ) en de Algemene Vergadering Verpleegkundigen en Verzorgenden (AVVV) het navolgende overeengekomen: 1. de verplichting om ten spoedigste en in ieder geval in het jaar 2000 de Regeling te implementeren en wel zodanig dat reeds in dat jaar ziekenhuizen zich kunnen voorbereiden op het indienen van een aanvraag voor de erkenning van een of meer in de Regeling opgenomen verpleegkundige vervolgopleidingen; 2. de verplichting van de NVZ Vereniging van Ziekenhuizen en de Vereniging Academische Ziekenhuizen gezamenlijk om voldoende middelen ter beschikking te stellen en activiteiten te ontplooien voor de inrichting van de structuur en het administratieve apparaat als voorwaarden voor het functioneren van de Regeling; 3. de aanvaarding dat de Regeling een tijdelijk karakter heeft in die zin dat er tijdens de looptijd van de Regeling tussen partijen zal worden samengewerkt om een samenhangend en doelmatig stelsel van vervolgopleidingen verder tot ontwikkeling te brengen en op grond hiervan de Regeling aan te passen of indien daar voldoende redenen voor zijn deze zelfs geheel te vervangen; 4. de toepassing en werking van de Regeling bij start te beperken tot de in de Regeling genoemde verpleegkundige vervolgopleidingen, maar beroepsgroepen, opleidingen en ziekenhuizen vanaf 2001 de mogelijkheid bieden om gemotiveerde verzoeken tot opname in de Regeling van andere of nieuwe verpleegkundige vervolgopleidingen bij het College in te dienen; 5. de Regeling in te laten gaan bij het tekenen van het Convenant door alle partijen op 15 juni 2000 met een geldingsduur van drie jaren. De Regeling zal in ieder geval na 2 jaar moeten worden geëvalueerd, ten einde te bepalen of deze in al dan niet gewijzigde vorm zal worden voortgezet, dan wel moet vervallen; 6. het bevorderen van een correcte uitvoering door en gebruik van de Regeling door de respectievelijke achterbannen; 7. het mee laten instemmen door de Vereniging van Opleidingsinstituten voor Verpleegkundige Vervolgopleidingen (VOVV) met de Regeling. Aldus overeengekomen te Utrecht, de 15e juni 2000 NVZ Vereniging van Ziekenhuizen Prof. dr. W. Lemstra, voorzitter Vereniging Academische Ziekenhuizen Prof. dr. N.A.M. Urbanus, bestuurslid Algemene Vergadering voor Verpleegkundigen en Verzorgenden P.J.M. Koopman, voorzitter De landelijke regeling zoals overeengekomen tussen de NVZ, VAZ en AVVV met instemming mede ondertekend. Vereniging van Opleidingsinstituten voor Verpleegkundige Vervolgopleidingen Drs. A.R.J. Kleijn, voorzitter. LRVV Deel 1: Algemeen november 2001; blad 2 van 39

LANDELIJKE REGELING VERPLEEGKUNDIGE VERVOLGOPLEIDINGEN 1. Regeling Er is een Regeling voor de erkenning van vervolgopleidingen voor gespecialiseerd verpleegkundigen wier beroepsuitoefening samenhangt met medische specialismen en ziekenhuisfuncties. Deze erkenning kan worden aangevraagd door een ziekenhuis in combinatie met een opleidingsinstituut, waarbij het betreffende ziekenhuis als 'penvoerder' van de aanvraag optreedt. De erkenning omvat zowel het praktijk- als het theoriedeel van de betreffende vervolgopleiding. De bedoelde vervolgopleidingen zijn in de Regeling nader aangeduid. 2. Uitgangspunten voor de regeling Het belang van ziekenhuizen (academische, algemene en categorale) om waarborgen te hebben dat verpleegkundigen adequaat worden opgeleid voor een verantwoorde beroepsuitoefening als gespecialiseerd verpleegkundige; Het belang van beroepsorganisaties dat verpleegkundigen opgeleid worden conform vereisten die aan een verantwoorde beroepsuitoefening als gespecialiseerd verpleegkundige worden gesteld en zoals neergelegd in beroepsdeelprofielen van betreffende beroepsorganisaties; Het belang van cursisten om waarborgen te hebben dat zij door verpleegkundige vervolgopleidingen adequaat worden voorbereid op hun beroepsuitoefening als gespecialiseerd verpleegkundige; Het belang van samenhang in het verpleegkundig vervolgonderwijs, en deze waar mogelijk en nodig bevorderen; Het belang dat het verpleegkundig vervolgonderwijs aansluit op de nieuwe kwalificatie- en opleidingsstructuur van het initieel onderwijs in de verpleging en verzorging. 3. Doel van de Regeling De Regeling beoogt het verkrijgen van waarborgen met betrekking tot de kwaliteit, effectiviteit en doelmatigheid van de gespecialiseerde vervolgopleidingen en in dat licht te bewaken dat: ziekenhuizen en opleidingsinstituten kwalitatief verantwoord en doelmatig vervolgopleidingen tot gespecialiseerde verpleegkundigen verzorgen; het civiel effect van vervolgopleidingen wordt bewerkstelligd; de duur en kosten van vervolgopleidingen worden beheerst; samenhang in het verpleegkundig vervolgonderwijs ontstaat; de kwaliteit van de opleidingen nauwgezet kan worden gecontroleerd en aangepast in overeenstemming met ontwikkelingen in de zorg. 4. Zeggenschap Ziekenhuizen en beroepsorganisaties rekenen de kwaliteit, de effectiviteit, de doelmatigheid en het rendement van vervolgopleidingen tot gespecialiseerd verpleegkundige tot hun gezamenlijke verantwoordelijkheid. Daartoe achten zij het noodzakelijk zeggenschap uit te (doen) oefenen door middel van: een Landelijk College, nader aan te duiden met het College Verpleegkundige Vervolgopleidingen Ziekenhuizen; een Opleidingscommissie per vervolgopleiding; een secretariaat voor dit College en opleidingscommissies. LRVV Deel 1: Algemeen november 2001; blad 3 van 39

5. Toepassing en werking van de Regeling Ziekenhuizen die samen met een intern of extern opleidingsinstituut een bepaalde vervolgopleiding tot gespecialiseerd verpleegkundige verzorgen of willen gaan verzorgen, kunnen een aanvraag indienen ter verkrijging van een erkenning; Erkenning houdt in dat het ziekenhuis heeft aangetoond (in samenwerking met een opleidingsinstituut en eventueel een of meer andere ziekenhuizen) te voldoen aan de voorwaarden in deze Regeling en dat zij zich daartoe schriftelijk hebben verbonden; Een aanvraag tot erkenning dient vergezeld te gaan van het Opleidingsdocument, waarin is beschreven hoe, gegeven het deskundigheidsgebied van een gespecialiseerd verpleegkundige en de eindtermen (het product), de vervolgopleiding op hoofdlijnen de verpleegkundigen naar het gewenste eindniveau brengt (het proces). Het staat ziekenhuizen vrij om (gedeelten van) de opleiding uit te besteden; Een erkende opleiding kan aan potentiële cursisten en beroepsorganisaties aangeven, dat de vervolgopleiding voldoet aan de in dit kader overeengekomen eisen en dat er waarborgen zijn met betrekking tot het (te behalen) eindniveau en de civielrechtelijke betekenis van het diploma; De regeling heeft betrekking op het erkennen van een bepaalde vervolgopleiding tot gespecialiseerd verpleegkundige. De gespecialiseerd verpleegkundigen die op dit moment in aanmerking komen, zijn: Dialyse Verpleegkundige Intensive Care Verpleegkundige Intensive Care Kinderverpleegkundige Intensive Care Neonatologie Verpleegkundige Kinderverpleegkundige Obstetrisch en Gynaecologisch Verpleegkundige Oncologie Verpleegkundige Spoedeisende Hulp Verpleegkundige De Regeling biedt mogelijkheden tot erkenning van nieuwe opleidingen tot verpleegkundige vervolgkwalificaties. 6. Organisatiestructuur Het College Verpleegkundige Vervolgopleidingen Ziekenhuizen Er is een College Verpleegkundige Vervolgopleidingen Ziekenhuizen (verder aangeduid in de Regeling als het College), ingesteld door NVZ en VAZ. De leden worden benoemd en ontslagen door VAZ en NVZ gezamenlijk, waarbij twee leden worden benoemd op voordracht van de AVVV. Het adviserend lid wordt door VAZ en NVZ gezamenlijk benoemd op voordracht van het bestuur van de VOVV. 1. Het College bestaat uit: een lid van de NVZ en een lid van de VAZ; twee leden vanuit de AVVV; een adviserend lid voor te dragen door het bestuur van de VOVV. Het College kan op eigen initiatief één of meer adviseurs aan haar vergaderingen toevoegen. VAZ en NVZ vervullen in nader onderling overleg het voorzitterschap. Alleen in geval van het staken van stemmen over het al of niet erkennen van een vervolgopleiding, beslist de voorzitter gemotiveerd. VAZ en NVZ dragen zorg voor het secretariaat. 2. De werkwijze van het College wordt na raadpleging van haar bepaald door VAZ en NVZ en na overleg met de AVVV neergelegd in een huishoudelijk reglement dat geacht wordt deel uit te maken van de Regeling. LRVV Deel 1: Algemeen november 2001; blad 4 van 39

3. Tot de taken van het College behoren onder meer: het vaststellen van het deskundigheidsgebied van de betreffende gespecialiseerde verpleegkundigen dat onder de Regeling valt; het vaststellen en actualiseren van de regeling voor erkenning van ziekenhuizen; het vaststellen van de landelijke eindtermen voor vervolgopleidingen tot gespecialiseerde verpleegkundige; het vaststellen van de minimumduur en omvang van vervolgopleidingen tot gespecialiseerd verpleegkundige; het bewaken van de civielrechtelijke betekenis van de diploma's; het benoemen van leden van de opleidingscommissies; het doen van voorstellen aan VAZ, NVZ en AVVV omtrent opheffing of instelling van Opleidingscommissies; het nemen van besluiten naar aanleiding van ingebrachte adviezen door de Opleidingscommissie; het formuleren van een vrijstellingenbeleid; het bevorderen van de onderlinge samenhang tussen vervolgopleidingen; het voeren van een retrograde erkenningenbeleid; het uitbrengen van een jaarverslag aan betreffende organisaties; het na raadpleging van de opleidingscommissie vaststellen van een reglement voor de opleidingscommissie. Opleidingscommissie Er is een Opleidingscommissie voor elke in de Regeling genoemde vervolgopleiding tot gespecialiseerd verpleegkundige. Het College benoemt en ontslaat de leden van de opleidingscommissie. 1. Een Opleidingscommissie bestaat uit: een lid van de NVZ en een lid van de VAZ en indien beiden dat willen een derde lid afkomstig uit een van de achterbannen; een even groot aantal als door NVZ en VAZ benoemd uit de betreffende beroepsorganisatie, tevens lid van de AVVV; één of maximaal twee adviserende leden voor te dragen door het bestuur van de VOVV; De commissie kan op eigen initiatief een of meer adviseurs aan haar vergaderingen toevoegen. VAZ en NVZ vervullen in nader onderling overleg het voorzitterschap. VAZ en NVZ dragen zorg voor het secretariaat. 2. De werkwijze van een Opleidingscommissie wordt door het College vastgesteld na raadpleging van haar en neergelegd in een huishoudelijk reglement dat geacht wordt deel uit te maken van de Regeling. 3. Tot de taken van de Opleidingscommissies, waarover zij het College adviseren, behoren: definiëring en actualisering van het deskundigheidsgebied van betreffende gespecialiseerd verpleegkundige; formulering van de landelijke eindtermen voor betreffende vervolgopleiding tot gespecialiseerd verpleegkundige; bepaling van de minimum duur en omvang van betreffende vervolgopleiding tot gespecialiseerd verpleegkundige; het signaleren van ontwikkelingen op de arbeidsmarkt en het doen van aanbevelingen omtrent opleidingsbehoeften; het bewaken van de aansluiting met het initiële onderwijs; het bewaken van de omvang van de theoretische component en de beroepspraktijkvorming in de vervolgopleiding; het ontwikkelen van criteria voor de beroepspraktijkvorming en de leerplaats; het beoordelen van erkenningaanvragen en vervolgens adviseren van het College op betreffende terrein. 7. Duur van de Regeling De Regeling gaat in per 15 juni 2000 en heeft voorshands een geldigheidsduur van drie jaren. De Regeling zal na 2 jaar worden geëvalueerd, teneinde te bepalen of deze in al dan niet gewijzigde vorm zal worden voortgezet, dan wel geheel zal moeten worden herzien. LRVV Deel 1: Algemeen november 2001; blad 5 van 39

VERKLARING VAN BEGRIPPEN In deze Regeling wordt verstaan onder: AVVV: Algemene Vergadering Verpleegkundigen en Verzorgenden. Beroepsdeelprofiel: Het profiel zoals vastgesteld door de betreffende beroepsorganisatie van een gespecialiseerd verpleegkundige met aanduiding van de aard van de zorgvragen en zorgvragers, de setting waarin de functie wordt uitgeoefend en de taken en deskundigheden. Beroepsorganisatie: Een samenwerkingsverband van verplegenden en/ of verzorgenden die zich op een specifiek aandachtsgebied van de verpleging en verzorging richten. Beroepspraktijkvorming: Het onderricht in de praktijk van het beroep. College Verpleegkundige Vervolgopleidingen Ziekenhuizen Het landelijk orgaan Vervolgopleidingen tot gespecialiseerd verpleegkundige. Deskundigheidsgebied: Een beschrijving van de competentievereisten en kwalificatiecriteria voor de beroepsuitoefening van een gespecialiseerd verpleegkundige. Erkenning: Een bevestiging, af te geven aan een ziekenhuis (eventueel in samenwerking met een opleidingsinstituut en of andere ziekenhuizen) door het College, dat een vervolgopleiding tot gespecialiseerd verpleegkundige zowel wat betreft de theoretische, als de praktische component voldoet aan de bepalingen van deze Regeling. Geschillencommissie: De beroepscommissie Vervolgopleidingen tot gespecialiseerd verpleegkundige die belast is met de uitvoering van de geschillenregeling. Geschillenregeling: De regeling op grond waarvan een ziekenhuis in beroep kan (kunnen) gaan tegen een beslissing van het landelijk College. Gespecialiseerd Verpleegkundige: Een verpleegkundige met inhoudelijk specialistische kennis op het vakgebied, verkregen door een vervolgopleiding met een beroepsverdiepend karakter, en met ervaring in het betreffende specialisme. LRVV: Landelijke Regeling Verpleegkundige Vervolgopleidingen. NVZ: NVZ vereniging van Ziekenhuizen. LRVV Deel 1: Algemeen november 2001; blad 6 van 39

Opleiding: Een vervolgopleiding tot gespecialiseerd verpleegkundige waarvoor landelijk het deskundigheidsgebied en de eindtermen zijn vastgesteld. Het onderwijs is gericht op het verwerven van extra deskundigheid op het terrein van beroepsspecifieke vaardigheden, die verpleegkundigen niet door hun initiële beroepsopleiding hebben verworven en die niet kan worden verworven door alleen leren en ervaring opdoen in de werksituatie, maar waarvoor ook een substantiële theoretische onderbouwing en beroepspraktijkvorming noodzakelijk is. Opleidingscommissie: de Opleidingscommissie voor een vervolgopleiding tot gespecialiseerd verpleegkundige ingesteld door het College Verpleegkundige Vervolgopleidingen Ziekenhuizen. Opleidingsdocument: De concretisering van de bepalingen uit deze regeling met betrekking tot een verpleegkundige vervolgopleiding beschreven in een document. VAZ: Vereniging Academische Ziekenhuizen VOVV: Vereniging van Opleidingsinstituten voor Verpleegkundige Vervolgopleidingen. LRVV Deel 1: Algemeen november 2001; blad 7 van 39

ERKENNINGSVOORWAARDEN Artikel 1 De erkenning van een vervolgopleiding tot gespecialiseerd verpleegkundige zoals verzorgd door een ziekenhuis in Nederland met een (intern of extern) opleidingsinstituut en eventueel in samenwerking met een of meer andere ziekenhuizen of zorginstellingen, is op verzoek van het betreffende ziekenhuis mogelijk als deze voldoet aan de erkenningsvoorwaarden. Procedure voor erkenning Artikel 2 1. Om een vervolgopleiding tot gespecialiseerd verpleegkundige te laten erkennen, moet het aanvragende ziekenhuis met overlegging van het Opleidingsdocument een verzoek indienen bij de Opleidingscommissie. Het betreffende ziekenhuis treedt hierbij tevens als het ware op als penvoerder van het opleidingsinstituut waarvoor mede de erkenning wordt aangevraagd. 2. Het initiatief tot erkenning ligt altijd bij een ziekenhuis, maar omvat tevens het theoriedeel dat door een opleidingsinstituut wordt verzorgd. 3. Na het indienen van een verzoek ontvangt de aanvrager binnen maximaal 6 maanden een antwoord op dit verzoek. Dit antwoord kan bestaan uit een gemotiveerde afwijzing, een verzoek om nadere informatie of het geven van een erkenning dan wel een erkenning onder voorwaarden. 4. De Opleidingscommissie geeft een advies over de erkenningsaanvraag aan het College. Het College beslist op basis van dit advies over de gevraagde erkenning eventueel onder voorwaarden, en stelt de aanvragende instantie en de opleidingscommissie hiervan in kennis. 5. Vervolgopleidingen tot gespecialiseerd verpleegkundige die een erkenning ontvangen, worden opgenomen in het register dat wordt beheerd door het College. 6. Het register van erkende opleidingen is openbaar. In het register staat zowel het ziekenhuis als het opleidingsinstituut dat het theoriegedeelte van de opleiding verzorgt, vermeldt. Artikel 3 1. Een erkenning heeft een geldigheidsduur van maximaal 3 jaar. Een ziekenhuis moet zelf stappen ondernemen voor de erkenning van de volgende periode. 2. De erkenning kan (tussentijds) worden ingetrokken door het College indien de vervolgopleiding niet of niet langer voldoet aan de erkenningsvoorwaarden. Bezwaar Artikel 4 1. Tegen de schriftelijke mededeling, als bedoeld in artikel 2, derde lid en lid 4, tweede volzin, juncto artikel 2, de leden 1 en 2, dat een erkenning niet wordt verleend respectievelijk wordt ingetrokken, kan een ziekenhuis binnen een maand na ontvangst van de mededeling, schriftelijk bezwaar aantekenen bij het College. 2. Het bezwaarschrift bevat tenminste de naam en vestigingsplaats van het ziekenhuis; een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar is gericht; de gronden van het bezwaar. LRVV Deel 1: Algemeen november 2001; blad 8 van 39

3. Het College vernoemd doet - indien het bezwaarschrift ontvankelijk wordt verklaard - opnieuw nagaan of aan de voorwaarden is voldaan, neemt op grond daarvan een al dan niet gewijzigd besluit en stelt het ziekenhuis hiervan, binnen een termijn van 16 weken na ontvangst van het bezwaarschrift met opgave van de redenen op de hoogte. Beroep Artikel 5 1. Tegen de beslissing van het College inzake een bezwaarschrift als bedoeld in artikel 4, kan het betreffende ziekenhuis (of kunnen de betreffende samenwerkende ziekenhuizen) binnen een termijn van een maand na ontvangst daarvan in beroep komen bij de Geschillencommissie. 2. Het beroepsschrift bevat tenminste: de naam en vestigingsplaats van het ziekenhuis (de ziekenhuizen); een omschrijving van het besluit waartegen het beroep is gericht; de gronden van het beroep. 3. De Geschillencommissie brengt binnen 16 weken na ontvangst van het beroepsschrift een bindend advies uit aan het College. Het advies wordt aan het ziekenhuis dat het beroepsschrift heeft ingediend, schriftelijk medegedeeld. Artikel 6 De leden van de in het vorige artikel genoemde Geschillencommissie worden door de NVZ en de VAZ benoemd. De commissie is als volgt samengesteld: één lid uit de kring van de VAZ één lid uit de kring van de NVZ; één lid uit de kring van de AVVV. Het lidmaatschap van de Geschillencommissie is onverenigbaar met dat van enige andere commissie en College voornoemd. De wijze van besluitvorming van de Geschillencommissie wordt neergelegd in een huishoudelijk reglement dat geacht wordt deel uit te maken van de Regeling. Dit reglement wordt vastgesteld door NVZ en VAZ. Artikel 7 Een ziekenhuis kan een erkenning voor een opleiding ontvangen indien voldaan wordt aan de in artikel 8 omschreven voorwaarden. De erkenning vindt plaats door het College na een advies van de betreffende Opleidingscommissie. Artikel 8 1. De opleiding is volledig gebaseerd op het door het College vastgestelde deskundigheidsgebied en ingericht voor het bereiken van de landelijke eindtermen van betreffend gespecialiseerd verpleegkundige. 2. Duur en omvang van de opleiding komen ten minste overeen met de duur en omvang van betreffende vervolgopleiding, zoals bepaald door het College. 3. Hantering van een eventueel afwijkende duur en omvang kunnen verantwoord worden. 4. Het ziekenhuis beschikt (eventueel op basis van overeenkomsten met andere ziekenhuizen) over voldoende en gevarieerde beroepspraktijkvormingsplaatsen voor de verwerving van beroepsspecifieke vaardigheden. De kwaliteit van bedoelde plaatsen voor beroepspraktijkvorming kan worden aangetoond. 5. Ziekenhuis en opleidingsinstituut beschikken over een overlegstructuur om de opleiding af te stemmen op de context waarbinnen het specialisme uitgeoefend wordt. 6. Ziekenhuis en opleidingsinstituut beschikken over een overlegstructuur om de opleiding up-to-date te houden. 7. Ziekenhuis en opleidingsinstituut beschikken over een monitoringssysteem om de opleiding af te stemmen op veranderingen op arbeidsmarkt en in functie-uitoefening. 8. Ziekenhuis en opleidingsinstituut streven naar samenwerking met andere instellingen voor het aanbod van verpleegkundige vervolgopleidingen. LRVV Deel 1: Algemeen november 2001; blad 9 van 39

9. Ziekenhuis en opleidingsinstituut bieden verwante vervolgopleidingen zo mogelijk in samenhang aan. 10. Er is een duidelijk beleid inzake de eigen inzet en verantwoordelijkheden van cursisten gedurende de opleiding. 11. Er is een duidelijk instroombeleid, gebaseerd op welomschreven startkwalificaties waarover een cursist dient te beschikken. 12. Er is een transparant vrijstellingenbeleid, gebaseerd op een systeem ter bepaling van het begin niveau van cursisten. 13. Er is een beleid inzake de aansluiting van de opleiding op het initiële onderwijs c.q. op de beroeps-/werkervaring van cursisten. 14. De wijze waarop de leerinhoud van de opleiding is bepaald en vastgesteld, wordt verantwoord. 15. Er zijn bekwame docenten en inhoudsdeskundigen uit de praktijk, die kunnen worden ingezet voor de overdracht en verwerving van de benodigde kennis en vaardigheden. 16. Duidelijk is in welk verband genoemde docenten en deskundigen worden ingezet. 17. De wijze waarop en de vormen waarin kennisoverdracht en kennisverwerving plaats vinden, wordt verantwoord. 18. De wijze waarop training van handelingen en vaardigheden plaats vindt, wordt verantwoord. 19. Er is een samenhangend systeem van opleidingsevaluatie, op basis waarvan de kwaliteit en doelmatigheid van het onderwijs en de voorwaarden waaronder dit onderwijs wordt gegeven kan worden bepaald, de opleiding kan worden geactualiseerd en het rendement kan worden gemeten. 20. Het ziekenhuis beschikt over relevante praktijkleerplaatsen. 21. Het ziekenhuis biedt garanties dat binnen het arbeidsproces, al dan niet verspreid over meerdere praktijkleerplaatsen, de eindtermen van de opleiding kunnen worden bereikt. 22. Het ziekenhuis stelt voldoende tijd en deskundigheid beschikbaar voor de professionele begeleiding van cursisten. 23. Het aantal cursisten mag niet groter zijn dan het aantal gespecialiseerde verpleegkundigen. LRVV Deel 1: Algemeen november 2001; blad 10 van 39

BEPALINGEN VOOR DE VERPLEEGKUNDIGE VERVOLGOPLEIDINGEN De bepalingen voor de verpleegkundige vervolgopleidingen zijn vastgesteld door het College Verpleegkundige Vervolgopleidingen Ziekenhuizen (juli 2001) en kennen een geldigheidsduur van drie jaar. In de navolgende bepalingen wordt voor alle verpleegkundige vervolgopleidingen uitgegaan van een zogenoemde standaardbeginsituatie' van de cursist. Deze standaardbeginsituatie is gelijkgesteld met de kwalificatie van de MBO opgeleide verpleegkundige (kwalificatieniveau 4), zonder een aan de vervolgopleiding verwante differentiatie. In relatie tot de standaardbeginsituatie, wordt tevens uitgegaan van een standaard opleidingstraject waarmee een cursist naar het gewenste eindniveau, zoals verwoord in de eindtermen, wordt gebracht. 1. Toelatingvoorwaarden voor verpleegkundige vervolgopleidingen 1.1 Algemene toelatingsvoorwaarden voor verpleegkundige vervolgopleidingen Om te worden toegelaten tot een van de verpleegkundige vervolgopleidingen vallend onder de LRVV gelden de volgende toelatingsvoorwaarden: de cursist staat in het BIG-register geregistreerd als verpleegkundige; de cursist heeft gedurende de vervolgopleiding een praktijkleerovereenkomst met de instelling waar de praktijkleerdoelen kunnen worden behaald. Beroeps- en werkervaring als toelatingsvoorwaarde voor de vervolgopleidingen De LRVV bevat geen algemeen geldende bepalingen over duur en omvang van de minimaal vereiste beroeps- en werkervaring alvorens een cursist kan instromen in een verpleegkundige vervolgopleiding. Het al dan niet beschikken over beroeps- en werkervaring als verpleegkundige met resultaatverantwoordelijkheid heeft consequenties voor enerzijds de studeerbaarheid en studielast voor de cursist, anderzijds voor de benodigde begeleidingsintensiteit en de kwaliteit van de opleiding. In het overleg tussen het ziekenhuis en het opleidingsinstituut kunnen (regionaal) afspraken gemaakt worden over het al dan niet hanteren van aanvullende toelatingsvoorwaarden. De LRVV beoogt kwalitatief verantwoorde vervolgopleidingen ten behoeve van een kwalitatief verantwoorde beroepsuitoefening door gespecialiseerde verpleegkundigen. In de erkenningsaanvraag wordt het instroombeleid verantwoord. 1.2 Aanvullende toelatingsvoorwaarden voor de vervolgopleidingen intensive care neonatologie verpleegkundige en intensive care kinderverpleegkundige Voor de vervolgopleidingen intensive care kinderverpleegkundige en intensive care neonatologie verpleegkundige gelden aanvullende voorwaarden voor toelating tot de vervolgopleiding: Voor de vervolgopleiding tot intensive care neonatologie verpleegkundige geldt dat de cursist beschikt over kennis en vaardigheden op het gebied van de zorg aan de gezonde en zieke pasgeborene / zuigeling, op het niveau van betreffend deel uit de verpleegkundige vervolgopleiding tot kinderverpleegkundige. Voor de vervolgopleiding tot intensive care kinderverpleegkundige geldt dat de cursist beschikt over kennis en vaardigheden op een relevant (deel)terrein van de kinderverpleegkunde. De eisen m.b.t. deze kennis en vaardigheden worden in gezamenlijk overleg door de verantwoordelijk leidinggevenden van het ziekenhuis en het opleidingsinstituut vastgesteld. Hierbij zijn de volgende uitgangspunten richtinggevend: de cursist heeft scholing op het terrein van de kinderverpleegkunde gevolgd; inhoudelijk is het niveau van deze scholing vergelijkbaar met betreffend deel van de Vervolgopleiding Kinderverpleegkundige; de cursist heeft stage gelopen op een kinderafdeling, waarbij de lengte van de stage is afgestemd op de leervragen van de cursist. Een stageperiode van 6 tot 8 weken is hierbij richtinggevend. In de aanvraag voor erkenning van de opleiding wordt het instroombeleid verantwoord. LRVV Deel 1: Algemeen november 2001; blad 11 van 39

2. Structuur en inhoud van een verpleegkundige vervolgopleiding Een verpleegkundige vervolgopleiding bestaat uit een binnenschoolse component en een praktijkcomponent, die onderwijskundig en inhoudelijk een consistente en congruente opbouw dienen te hebben. Met de binnenschoolse component van een vervolgopleiding worden bedoeld die delen van de opleiding, voorafgaand aan of volgend op de praktijk, waarin leeractiviteiten onder verantwoordelijkheid vallen van (docenten van) het opleidingsinstituut. Met de praktijkcomponent van een vervolgopleiding worden bedoeld die delen van de opleiding, voorafgaand aan of volgend op de binnenschoolse component, waarin leeractiviteiten onder verantwoordelijkheid vallen van functionarissen in het ziekenhuis, belast met opleiding en begeleiding van cursisten. Inhoud, duur en omvang van beide componenten dienen verantwoord te worden op basis van alle noodzakelijk geachte leerinterventies en leersituaties voor een cursist om vanuit de standaardbeginsituatie de eindtermen te behalen. Voor de bepaling van de duur en omvang van de praktijkcomponent spelen de leermogelijkheden in en van de praktijk in het ziekenhuis een belangrijke rol. 2.1 Binnenschoolse component De binnenschoolse component van een verpleegkundige vervolgopleiding valt onder verantwoordelijkheid van een opleidingsinstituut. Van het opleidingsinstituut wordt verwacht dat het de kwaliteit van zijn docenten en inhoudsdeskundigen aantoont door zorgvuldige beoordeling van de relevantie van hun opleiding, hun inhoudelijke deskundigheid en het beschikken over didactische vaardigheden. De coördinator van de vervolgopleiding, dient in het bezit te zijn van een diploma leraar verpleegkunde of een vergelijkbare kwalificatie en bij voorkeur in het bezit te zijn van het betreffende diploma van de gespecialiseerde verpleegkundige. 2.2 Praktijkcomponent Het ziekenhuis is verantwoordelijk voor de beschikbaarstelling van voldoende tijd en deskundigheid voor professionele begeleiding van cursisten. Voor de directe begeleiding van een cursist voorziet het ziekenhuis in werkbegeleiding. Werkbegeleiders beschikken over het diploma van de betreffende verpleegkundige vervolgopleiding. Voor de indirecte begeleiding van leerprocessen voorziet het ziekenhuis in een functionaris met de taak van praktijkopleider. De praktijkopleider treedt op als procesbegeleider en fungeert als aanspreekpunt voor werkbegeleiders. Het ziekenhuis is verantwoordelijk voor de beschikbaarstelling van praktijkleerplaatsen en staat garant voor het behalen van de eindtermen van de opleiding binnen het arbeidsproces. Van het ziekenhuis wordt verwacht dat het de kwaliteit van zijn afdelingen als praktijkleerplaatsen aantoont. Het leerplaatsprofiel is het middel daartoe en geeft een beeld van de leermogelijkheden en leeromstandigheden op een afdeling. Als uitkomst van het leerplaatsprofiel kan de cursist gedurende de opleiding werkzaam zijn op een of meerdere afdelingen binnen het eigen ziekenhuis c.q. een ander ziekenhuis en indien nodig en nuttig afdelingen ter oriëntatie bezoeken. 3. Duur en inhoud van een verpleegkundige vervolgopleiding 3.1 Inleiding Een vervolgopleiding omvat die leerinhouden en leersituaties, die de cursist met eerder genoemde standaardbeginsituatie brengt naar een eindsituatie, zoals verwoord in de eindtermen voor de betreffende vervolgopleiding. De opleidingsduur van de verpleegkundige vervolgopleiding brengt tot uitdrukking hoeveel tijd benodigd is om de vereiste kennis, vaardigheden en attituden te verwerven voor en toe te passen op het specifieke terrein van de verpleegkundige beroepsuitoefening. De overbrugging van het verschil tussen enerzijds de startkwalificatie van de cursist en anderzijds de eindkwalificatie van de gespecialiseerd verpleegkundige, vindt plaats in zowel de binnenschoolse als de praktijkcomponent LRVV Deel 1: Algemeen november 2001; blad 12 van 39

van de vervolgopleiding. Het gegeven dat de cursist reeds gekwalificeerd is als verpleegkundige benadrukt het belang van leersituaties en leeractiviteiten waarmee de cursist in staat wordt gesteld de transfer te maken naar toepassing van eerder verworven kennis en vaardigheden in de gespecialiseerde context. 3.2 De duur en omvang van de vervolgopleidingen De duur en omvang van de opleidingen worden gerelateerd aan de standaardbeginsituatie. Vanwege de te verwachten diversiteit in gerealiseerde uitstroomkwalificaties van afgestudeerde verpleegkundigen opgeleid volgens het nieuwe samenhangende stelsel van het initiële verpleegkundige beroepsonderwijs, zijn -nog- geen definitieve bepalingen omschreven over de minimaal benodigde duur en omvang van de vervolgopleidingen. In de komende periode zal een nadere onderbouwing leiden tot definitieve bepalingen over duur en omvang van zowel de binnenschoolse als de praktijkcomponent. Richtlijnen voor de duur en omvang van de vervolgopleidingen zijn, in afwachting van een definitieve onderbouwing, vooralsnog gebaseerd op het bestaande peil. Onderstaand wordt in een overzicht voor alle vervolgopleidingen richtinggevend aangegeven: de omvang van de binnenschoolse component in contacturen van 50 minuten en de omvang van de praktijkcomponent in (klok)uren. Vervolgopleiding Binnenschoolse component Praktijkcomponent Dialyse verpleegkundige 175 1500 IC verpleegkundige 260 2000 IC kinderverpleegkundige 200 1200 IC neonatologie verpleegkundige 200 1200 Kinderverpleegkundige 245 1000 Obstetrische & Gynaecologische verpleegkundige 250 (160 O / 90 G) 1600 (1050 O / 550 G) Oncologie verpleegkundige 155* 1200 Spoedeisende hulp verpleegkundige 175** 1000 *: Aansluiting bij recente richtlijnen over de benodigde duur en omvang van de vervolgopleiding tot oncologie verpleegkundige van de European Oncology Nursing Society (EONS) betekent een binnenschoolse omvang van minimaal 200 contacturen. De nadere onderbouwing van de benodigde duur en omvang zal bij de vervolgopleiding tot oncologie verpleegkundige waarschijnlijk tot een verhoging van het aantal contacturen leiden. **: In het deskundigheidsgebied en de eindtermen van de opleiding tot Spoedeisende hulp verpleegkundige wordt melding gemaakt van de zorg voor het kind op de SEH afdeling. Daarnaast is het streven de vervolgopleiding met betrekking tot de methodiek traumaopvang zodanig inhoud te geven dat directe stapeling van opleidingen niet (meer) nodig is. Deze gegevens leiden tot de verwachting dat de onderbouwing van de duur en omvang zal leiden tot een uitbreiding van zowel de binnenschoolse als de praktijkcomponent. De LRVV hanteert het uitgangspunt dat het volgen van een verpleegkundige vervolgopleiding in deeltijd mogelijk moet zijn. Ten behoeve van zowel de continuïteit van de zorg als van het leerproces wordt het uitgangspunt gehanteerd dat hierbij een aanstelling van gemiddeld 24 uur per week als minimumvereiste geldt. LRVV Deel 1: Algemeen november 2001; blad 13 van 39

3.3 Aanpassingen in de duur van de opleiding Het is te verwachten dat voor een verpleegkundige vervolgopleiding zich verpleegkundigen melden met een grote verscheidenheid aan opleidings- en werkervaring. Diverse beginsituaties, anders dan de standaardbeginsituatie, zijn mogelijk. Hierbij valt te denken aan: verpleegkundigen gekwalificeerd middels initiële opleidingen uit het voormalige stelsel, waaronder inservice A, MBO-V en HBO-V oude stijl'; verpleegkundigen gekwalificeerd middels de huidige initiële opleidingen als MBO opleiding (kwalificatieniveau 4) mét relevante differentiatie en de HBO-V met of zonder relevante differentiatie (zie ook 3.3.2); cursisten die reeds een andere (verpleegkundige) vervolgopleiding hebben gevolgd en gekwalificeerd zijn als gespecialiseerd verpleegkundige. Naast genoemde verschillen in kwalificaties mag verondersteld worden dat cursisten verschillen naar beroepservaring en in de praktijk verworven kennis en vaardigheden. 3.3.1 Uitgangspunten LRVV De LRVV beoogt een samenhangend stelsel van verpleegkundige vervolgopleidingen, aansluitend bij het samenhangend stelsel van initiële verpleegkundige beroepsopleidingen, om zo verpleegkundigen zonder herhaling van stappen en leerinhouden, effectief, efficiënt en verantwoord op te leiden tot gespecialiseerd verpleegkundige. Het verlenen van vrijstellingen voor de binnenschoolse en/of praktijkcomponent dan wel het aanbieden van opleidingen-op-maat, gebaseerd op het individuele beginniveau anders dan de geformuleerde 'standaardbeginsituatie', zijn hiertoe de geëigende maatregelen. Leidend principe hierbij is het erkennen van reeds verworven kwalificaties en in de praktijk opgedane kennis en vaardigheden van de cursist die aan een vervolgopleiding wil deelnemen. Het beoordelen van de beginsituatie van cursisten dient te geschieden met behulp van (valide) toetsinstrumenten en -procedures. In dat kader speelt het portfolio van de aspirant-cursist, waarin leerresultaten en leerervaringen zichtbaar gemaakt worden en achtergronddocumentatie is opgenomen, een belangrijke rol. Naast de "afwijkende" beginsituatie zijn er ook andere redenen om een opleiding naar duur, omvang en/of inhoud aan te passen aan de cursist. Afstemming op het aanstellingspercentage van de cursist, inspelen op onvoorziene gebeurtenissen rond de cursist en tempodifferentiatie zijn hier voorbeelden van. Ten aanzien van tempodifferentiatie wenst het College Verpleegkundige Vervolgopleidingen Ziekenhuizen in de komende jaren te komen tot een nadere -algemene- uitwerking van randvoorwaarden waaronder tempodifferentiatie in zowel de binnenschoolse als de praktijkcomponent van de opleiding kan plaatsvinden. Ongeacht de aanleiding tot aanpassingen, dient vooropgesteld te worden dat aanpassing geen afbreuk mag doen aan de te behalen kwalificatie, die garant staat voor het niveau en de kwaliteit van de beroepsuitoefening als gespecialiseerd verpleegkundige. 3.3.2 Vrijstellingen op basis van samenhang tussen LRVV en stelsel van initiële verpleegkundige beroepsopleidingen Vanwege de te verwachten diversiteit in gerealiseerde uitstroomkwalificaties van afgestudeerde verpleegkundigen, opgeleid volgens het nieuwe stelsel van het initiële verpleegkundige beroepsonderwijs, worden in deze regeling - nog - geen standaard' uitspraken gedaan over vrijstellingen gerelateerd aan differentiaties die verwant zijn aan een verpleegkundige vervolgopleiding. Het portfolio van de cursist vormt de basis voor het individueel vast te stellen opleidingstraject. Vrijstellingen in een verpleegkundige vervolgopleiding zijn denkbaar voor een HBO opgeleide verpleegkundige (kwalificatieniveau 5) op basis van overeenkomsten in leerdoelen behorend bij de generiek geformuleerde eindtermen van de deelkwalificaties Preventie en GVO', Coördineren en organiseren van zorg' en Kwaliteitszorg en deskundigheidsbevordering'. In voorkomende situaties dient de cursist gedurende de vervolgopleiding die leersituaties aangeboden te krijgen, waarmee de cursist de gelegenheid krijgt om de transfer te maken van generieke kennis en vaardigheden naar toepassing in de context van de gespecialiseerde verpleegkundige beroepsuitoefening. LRVV Deel 1: Algemeen november 2001; blad 14 van 39

3.3.3 Vrijstellingen op basis van samenhang tussen de verpleegkundige vervolgopleidingen vallend onder de LRVV De eindtermen van alle in de LRVV opgenomen vervolgopleidingen zijn, in relatie tot de specifieke patiëntencategorieën en context, waar mogelijk op eenduidige wijze geformuleerd en in deelkwalificaties ondergebracht. Hiermee komen overeenkomsten en verschillen tussen de in de Regeling opgenomen vervolgopleidingen naar voren. Met betrekking tot contextgebonden en beroepsspecifieke kennis en vaardigheden kan gesteld worden dat op basis van overeenkomsten in leerdoelen vrijstellingen kunnen worden verleend. hierbij kan vooral gedacht worden aan overeenkomsten tussen de vervolgopleidingen: IC volwassenen, IC kinderen, IC neonatologie, spoedeisende hulp Kinderverpleegkunde, IC kinderen, IC neonatologie, Obstetrie en Gynaecologie Oncologie, Obstetrie & Gynaecologie. Dit overzicht laat onverlet dat onder invloed van verdergaande vergelijking en operationalisering van leerinhouden, ook tussen andere (niet genoemde) opleidingen mogelijkheden zijn tot het bieden van vrijstellingen. De generiek geformuleerde eindtermen in de deelkwalificaties Preventie en GVO', Coördineren en organiseren van zorg' en Kwaliteitszorg en deskundigheidsbevordering', die beroepsonafhankelijke kennis en vaardigheden omvatten, impliceren overeenkomsten. Dit biedt mogelijkheden voor vrijstellingen tussen alle vervolgopleidingen. In voorkomende situaties is het van belang dat de cursist die leersituaties aangeboden krijgt waarmee de cursist de gelegenheid krijgt om de transfer te maken van generieke kennis en vaardigheden naar toepassing in de nieuwe context van de gespecialiseerde verpleegkundige beroepsuitoefening. 3.3.4 Besluitvorming inzake het aanbieden van aangepaste opleidingstrajecten Besluitvorming inzake het aanbieden van aangepaste opleidingstrajecten vindt, in gezamenlijk overleg, plaats door de verantwoordelijk leidinggevenden van het ziekenhuis en het opleidingsinstituut. Hierbij wordt in overweging genomen: de genoten verpleegkundige beroepsopleiding; de gevolgde differentiatie in de initiële verpleegkundige beroepsopleiding; de genoten verpleegkundige vervolgopleiding(en); genoten andere relevante vervolgopleiding(en); tijdstip van afsluiten van de genoten beroeps- en vervolgopleiding(en); tijdstip en relevantie van de praktijkervaring. Van de verleende vrijstellingen wordt aantekening gedaan in het praktijkopleidingsboek. 3.3.5 Verlenging en onderbreking van een verpleegkundige vervolgopleiding Het niet behalen van leerresultaten, al dan niet ten gevolge van onvoorziene omstandigheden rond de persoon van de cursist, leidt tot verlenging van de vervolgopleiding. Verlenging van de opleidingsduur kan ook een gevolg zijn van een langdurige onderbreking van de verpleegkundige vervolgopleiding als gevolg van persoonlijke omstandigheden van de cursist. Verlenging van de opleidingsduur roept het vraagstuk van de geldigheidsduur van de reeds behaalde resultaten op. Over de geldigheidsduur van behaalde leerresultaten worden binnen de LRVV geen standaard voorschriften gegeven. Behaalde leerresultaten moeten in de context van de geoperationaliseerde vervolgopleiding bezien worden, dat wil zeggen op lokaal en regionaal niveau. Van de aanbieder wordt verwacht dat hij zich laat leiden door factoren als ontwikkelingen in het betreffende vakgebied, "houdbaarheid" van kennis en vaardigheden, voortgang in het leerproces en de opleiding op het moment van de onderbreking en de duur van de onderbreking. Besluitvorming over het verlenen van de mogelijkheid van een om meerdere verlengingsperioden dan wel beëindiging van de vervolgopleiding vindt, in gezamenlijk overleg, plaats door de verantwoordelijk leidinggevende van het ziekenhuis en het opleidingsinstituut. In de erkenningsaanvraag wordt het toets- en studievorderingsbeleid verantwoord. LRVV Deel 1: Algemeen november 2001; blad 15 van 39

4. Documenten betreffende de verpleegkundige vervolgopleidingen 4.1 Leerplaatsprofiel Beroepspraktijkvorming neemt in de vervolgopleidingen een prominente plaats in, gebaseerd op het uitgangspunt dat slechts reële praktijksituaties op een afdeling gelegenheid bieden om beroepsvaardigheden tot op productief niveau eigen te maken. De kwaliteit van een opleiding berust voor een groot deel op de kwaliteit van de afdelingen die tijdens de opleiding als leerplaats voor cursisten worden ingezet. Concreet gaat het erom dat in het praktijkdeel alle in de praktijk te behalen leerdoelen behaald kunnen worden. Het ziekenhuis dient, eventueel op basis van overeenkomsten met andere ziekenhuizen, te beschikken over voldoende, relevante en gevarieerde praktijkleerplaatsen voor de verwerving van de kennis en vaardigheden zoals verwoord in de landelijk vastgestelde eindtermen. Bij een erkenningaanvraag wordt het ziekenhuis geacht bedoelde kwaliteit van zijn afdeling(en) als praktijkleerplaats(en), naar leermogelijkheden en leeromstandigheden aan te tonen. Het beoogde middel daartoe is het zogeheten leerplaatsprofiel. Een leerplaatsprofiel van een afdeling c.q. een ziekenhuis dient het volgende beeld op te leveren: Met betrekking tot de leerinhouden: een omschrijving van de patiëntencategorieën waar de zorg op de afdeling zich op richt; een omschrijving van de vaardigheden die benodigd zijn voor de uitvoering van de primaire zorgverlening op de betreffende afdeling; de kennis en vaardigheden c.q. competenties van de gespecialiseerde verpleegkundige waar de afdeling een beroep op doet; het niveau (naar verantwoordelijkheid, complexiteit en transfer) waarop handelingen op de afdeling worden verricht. Met betrekking tot de leeromstandigheden: de beroepsbeoefenaren die op de afdeling functioneren en als rolmodel voor de cursist kunnen fungeren (aantal verpleegkundigen op de afdeling / de verhouding gediplomeerden : cursisten / overige disciplines); de typering van de leer- en opleidingscultuur op de afdeling; de materiële en immateriële middelen waarover de afdeling beschikt voor leer- en begeleidingsprocessen. Voor álle afdelingen die gedurende de opleiding als praktijkleerplaats worden ingezet, wordt een leerplaatsprofiel geschetst. Een volledig leerplaatsprofiel van een afdeling maakt inzichtelijk welke leerdoelen en in welke fase van de opleiding- in de praktijk kunnen worden behaald en voor welke leerdoelen aanvullende beroepspraktijkvorming op andere afdelingen of in andere instellingen benodigd zijn. Een volledig leerplaatsprofiel maakt eveneens duidelijk onder welke leer- en werkomstandigheden het leerproces van een cursist kan verlopen. 4.2 Praktijkopleidingsboek In elke verpleegkundige vervolgopleiding wordt ten behoeve van sturing en voortgangsbewaking van het individuele praktijkleerproces van de cursist een praktijkopleidingsboek gehanteerd. De inhoud van het praktijkopleidingsboek is een resultante van gezamenlijk overleg en gezamenlijke verantwoordelijkheid van het ziekenhuis en het opleidingsinstituut. Het praktijkopleidingsboek als sturingsinstrument bevat informatie over: afdelingen waar de cursist het praktijkdeel van de opleiding zal doorbrengen en de duur van deze praktijkperioden; de leerdoelen die in de praktijk behaald moeten worden, geordend naar fase van de opleiding en onderscheiden naar praktijkafdelingen; de wijzen waarop gedurende de praktijk het leerproces gestuurd en de cursist ondersteund en beoordeeld wordt, uitgewerkt naar: formele praktijkleeropdrachten; LRVV Deel 1: Algemeen november 2001; blad 16 van 39

structurele vormgeving van begeleiding en ondersteuning; beoordelingsmomenten en beoordelingscriteria. Het praktijkopleidingsboek als middel voor studievoortgangsbewaking bevat informatie over: de verleende vrijstellingen; de uitwerking en resultaten van praktijkleeropdrachten; de beoordeling van praktijkleeropdrachten. De cursist draagt verantwoordelijkheid voor het beheer van het praktijkopleidingsboek en overige bewijsstukken van verworven kennis en vaardigheden ter aanvulling van het eigen portfolio. 4.3 Studiegids Voor aanvang van een vervolgopleiding dient de cursist een studiegids te ontvangen met daarin opgenomen: refererend aan de LRVV de omschrijving van het deskundigheidsgebied en de eindtermen van de betreffende verpleegkundige vervolgopleiding; organisatie (o.a. organisatiestructuur, medewerkers, onderwijsaanbod, vrijstellingenbeleid); opleidingsreglement (o.a. toelatingsvoorwaarden, duur en omvang, toetsingsprocedure); leerplan (o.a. structurering opleiding, studievorderingsbeleid). LRVV Deel 1: Algemeen november 2001; blad 17 van 39

HANDLEIDING ERKENNINGSAANVRAAG VERPLEEGKUNDIGE VERVOLGOPLEIDINGEN 1. Inleiding In deze 'Handleiding Erkenningsaanvraag Verpleegkundige Vervolgopleidingen' (in het vervolg de Handleiding genoemd), vindt u informatie over de erkenningsprocedure. Hiermee wordt het proces van erkenning inzichtelijk. De handleiding is een onderdeel van de Landelijke Regeling Verpleegkundige Vervolgopleidingen (in het vervolg de Regeling genoemd). De Handleiding bevat informatie over de procedure en de instrumenten waarmee: 1. erkenningen kunnen worden aangevraagd; 2. erkenningsaanvragen worden beoordeeld. In de 2e paragraaf wordt omschreven hoe de erkenningsaanvraag procedureel verloopt. Vervolgens wordt in paragraaf 3 omschreven op welke wijze beoordeling plaatsvindt door de opleidingscommissie van betreffende verpleegkundige vervolgopleiding en het College Verpleegkundige Vervolgopleidingen Ziekenhuizen (in het vervolg het College genoemd). Op gestandaardiseerde wijze worden de bevindingen van de opleidingscommissie gerapporteerd aan het College. De richtlijnen hiervoor zijn opgenomen in paragraaf 4. Tot slot treft u in paragraaf 5 informatie aan over het register van erkende verpleegkundige vervolgopleidingen. De Handleiding bevat vervolgens de volgende instrumenten: 1. Standaardaanvraagformulier voor erkenning van een verpleegkundige vervolgopleiding 2. Beoordelingskader voor de erkenningsaanvraag van een verpleegkundige vervolgopleiding 2. Procedure van erkenningsaanvragen De aanvragende instelling Het ziekenhuis treedt op als aanvrager van de erkenning voor een verpleegkundige vervolgopleiding. De erkenningsaanvraag omvat zowel het praktijk- als het binnenschoolse deel van de vervolgopleiding. De aanvrager stuurt het aanvraagformulier schriftelijk en op een diskette naar de secretaris van de College, die het doorstuurt naar de leden van de opleidingscommissie van de betreffende vervolgopleiding. Het aanvragende ziekenhuis draagt zorg voor verzending van tien schriftelijke exemplaren van de erkenningsaanvraag. Ten behoeve van de secretaris van het College dient één studiegids en één praktijkopleidingsboek beschikbaar te zijn. Alle benodigde informatie voor de beoordeling van de erkenningsaanvraag dient in het standaardaanvraagformulier te worden vermeld. Aanvraagformulieren waarin voor informatie wordt verwezen naar verschillende bijlagen worden niet in behandeling genomen. Aanvraagformulieren worden enkel in behandeling genomen als deze zijn ingediend door het aanvragende ziekenhuis. Standaard aanvraagformulier erkenningsaanvraag verpleegkundige vervolgopleiding Het standaardaanvraagformulier voor de erkenningsaanvraag voor verpleegkundige vervolgopleidingen is opgemaakt in Word. Het formulier is via www.lrvv.nl te downloaden. 3. Procedure van beoordeling erkenningsaanvragen De secretaris van het College De secretaris van het College vormt de verbinding tussen de ziekenhuizen die verpleegkundige vervolgopleidingen voor erkenning aanbieden, de opleidingscommissies en het College. De secretaris van het College is verantwoordelijk voor het logistieke proces van de erkenningsaanvragen zoals omschreven in de Regeling (zie hiervoor de tekst van de Regeling, deel 1 - erkenningsvoorwaarden: onderdelen 'procedure voor erkenning', 'bezwaar' en 'beroep'. De secretaris van het College adviseert het College en de opleidingscommissies gevraagd en ongevraagd. LRVV Deel 1: Algemeen november 2001; blad 18 van 39