6,6. Samenvatting door een scholier 2067 woorden 5 maart keer beoordeeld. Maatschappijleer Thema's maatschappijleer

Vergelijkbare documenten
6,6. Samenvatting door een scholier 1139 woorden 2 mei keer beoordeeld. Maatschappijleer POLITIEK

Samenvatting Maatschappijleer Politiek

Samenvatting Maatschappijleer Politieke besluitvorming H1

5.4. Boekverslag door B woorden 2 juni keer beoordeeld. Maatschappijleer. Inhoudsopgave

5,8. Par 1: Staat! Par 2: Rechtstaat! Stelling door een scholier 1818 woorden 3 november keer beoordeeld.

6,7. Samenvatting door een scholier 1795 woorden 16 november keer beoordeeld. Maatschappijleer Thema's maatschappijleer

Samenvatting Maatschappijleer Politiek - Democratie en rechtstaat

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 1, Politieke besluitvorming

Samenvatting Maatschappijleer Politieke besluitvorming Hoofdstuk 1 t/m 3

Samenvatting Maatschappijleer Politieke besluitvorming

Samenvatting Maatschappijleer Politieke Besluitvorming Paragraaf 1 t/m 5

Samenvatting Maatschappijleer Politieke besluitvorming

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 3 Politiek

Samenvatting Maatschappijleer Politieke besluitvorming, paragraaf 1 t/m 6

6.7. Boekverslag door P woorden 6 juli keer beoordeeld. Maatschappijleer Thema's maatschappijleer. 2 Politieke stromingen en partijen.

Samenvatting Maatschappijleer 1 Politiek

Samenvatting Maatschappijleer Parlementaire democratie - par 1t/m 6

7,1. Samenvatting door een scholier 1863 woorden 25 november keer beoordeeld. Maatschappijleer. Maatschappijleer H4 t/m H6

Samenvatting Maatschappijleer Politiek H3 H4 H5 H6

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 1 t/m 6 Politieke besluitvorming

5,9. Samenvatting door een scholier 1608 woorden 12 januari keer beoordeeld. Maatschappijleer Thema's maatschappijleer

2 keer beoordeeld 20 februari 2016

Samenvatting Maatschappijleer Politieke besluitvorming paragraaf 1 t/m 6

Samenvatting door M woorden 15 januari keer beoordeeld. Thema's maatschappijleer. Hoofdstuk 1. Algemeen belang:

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 3

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 2

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 3

Samenvatting Maatschappijleer politiek module 1

Aantekening Geschiedenis Hoofdstuk 6: Staatsinrichting

Maatschappijleer Parlementaire Democratie 10 VWO

7, wat is politiek. Samenvatting door een scholier 2134 woorden 24 november keer beoordeeld. Maatschappijleer

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 2 Politieke Besluitvorming

Samenvatting Maatschappijleer Maatschappijleer Thema 3 Hoofdstuk 1-6 en 8

Samenvatting Maatschappijleer Politiek

Een democratie is een staatsvorm waarbij de bevolking direct of indirect invloed uitoefent op de politieke besluitvorming.

Samenvatting Maatschappijleer Samenvatting Hoofdstuk 2

Samenvatting door een scholier 2262 woorden 7 april keer beoordeeld. Maatschappijleer Thema's maatschappijleer

Samenvatting Maatschappijleer Maatschappijleer voor jou Hoofdstuk 3 Politiek

Samenvatting Maatschappijleer Politieke Besluitvorming

5.9. Boekverslag door E woorden 23 oktober keer beoordeeld. Maatschappijleer Thema's maatschappijleer

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 2 (Politieke Besluitvorming)

Maatschappijleer par. 1!

7,4. Samenvatting door een scholier 2092 woorden 2 april keer beoordeeld. Maatschappijleer. Toets politieke besluitvorming H2

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 2, paragraaf 4 t/m 6

Samenvatting Maatschappijleer Parlementaire democratie

Samenvatting Maatschappijleer Politieke besluitvorming

Democratie = Een staatsvorm waarbij de bevolking direct of indirect invloed uitoefent op de politieke besluitvorming.

5,9. Samenvatting door een scholier 1292 woorden 15 februari keer beoordeeld. Maatschappijleer

Parlementaire democratie!

Paragraaf 1: Democratie

Samenvatting door een scholier 2432 woorden 18 januari keer beoordeeld. Maatschappijleer. Politieke besluitvorming.

Hoofdstuk 1: Wat is politiek?

Ofwel: parlementaire democratie omdat parlement belangrijkste beslissingen neemt.

wat is politiek? Boekverslag door J woorden 17 februari keer beoordeeld. Maatschappijleer Thema's maatschappijleer

Samenvatting door E woorden 5 april keer beoordeeld. Maatschappijleer. Maatschappijleer: parlementaire democratie.

Samenvatting Maatschappijleer Parlementaire democratie paragraaf 1 t/m 9

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 7

Samenvatting Maatschappijleer Politieke besluitvorming H9 en H10

Samenvatting Maatschappijleer Politieke beluistvorming

Bestuurslagen in Nederland rijksoverheid provinciale overheid gemeentelijke overheid

Maatschappijleer Parlementaire Democratie 10 VWO

Samenvatting Maatschappijleer Politieke besluitvorming

Samenvatting Maatschappijleer Parlementaire democratie (H2)

Samenvatting Maatschappijleer Parlementaire democratie

1. Politiek, staat en dictatuur

Samenvatting door een scholier 2452 woorden 13 december keer beoordeeld. Maatschappijleer Thema's maatschappijleer. Inhoud.

Samenvatting Maatschappijleer Politieke besluitvorming

Samenvatting Maatschappijleer Parlementaire democratie

6,9. Samenvatting door een scholier 2567 woorden 24 mei keer beoordeeld. Maatschappijleer. Politieke Besluitvorming

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 3 par 2 T/M 5

MEERKEUZEVRAGEN 1. KEUZES MAKEN

Samenvatting Maatschappijleer Staatsinrichting

Samenvatting Maatschappijleer Parlementaire democratie

Maatschappijleer Parlementaire democratie. 1 wat is politiek

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 2 - Parlementaire democratie

-De meeste onderwerpen zijn van algemeen belang dat iedereen er direct mee te maken heeft, bijv. de kwaliteit van drinkwater.

7, Het parlement is baas boven baas. Samenvatting door een scholier 1995 woorden 13 januari keer beoordeeld.

7,9. Samenvatting door een scholier 2095 woorden 10 oktober keer beoordeeld. Maatschappijleer

Beginselen van de politieke partijen die in 2006 in de Tweede Kamer vertegenwoordigd waren

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 3

Samenvatting Maatschappijleer Parlemenataire democratie Hoofdstuk 2

Vanaf 18 jaar heeft iedereen kiesrecht. Iedereen mag een politieke partij oprichten, vrijheid van meningsuiting

Samenvatting Maatschappijleer Maatschappijleer hoofdstuk 3: parlementaire democratie

Proeftoets E2 havo

Samenvatting door R woorden 23 maart keer beoordeeld. Maatschappijleer Thema's maatschappijleer PAR.1

Hoofdzaken staatsinrichting

Er zijn tal van landen waar burgers nauwelijks rechten hebben, of waar die rechten door machtshebbers worden genegeerd.

1Nederland als democratie

7,1. Werkstuk door een scholier 5682 woorden 4 februari keer beoordeeld. Maatschappijleer. Dictatuur en democratie

Het verschil tussen links en rechts Actiepunt 1 - sportactiviteiten moeten zonder belemmerende maatregelen georganiseerd kunnen

Samenvatting Geschiedenis Staatsinrichting van Nederland

Werkstuk Maatschappijleer Politiek

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 2 politiek

6,9. Samenvatting door een scholier 3365 woorden 15 september keer beoordeeld

Begrippenlijst Maatschappijleer Parlementaire democratie

Begrippenlijst Geschiedenis Politiek en staatsinrichitn in Nederland en Europa (H1-H3)

Begrippenlijst Maatschappijleer, Parlementaire democratie ( werkboek blz: 68 t/m107)

Samenvatting Geschiedenis Module 5

Samenvatting Maatschappijleer Politieke Besluitvorming

Module 7 Staatsinrichting en rechtsstaat

Transcriptie:

Samenvatting door een scholier 2067 woorden 5 maart 2003 6,6 278 keer beoordeeld Vak Methode Maatschappijleer Thema's maatschappijleer Maatschappijleer PTA Hoofdstuk 1 t/m 6.4 Hoofdstuk 1: Politiek v Politiek: houdt zich bezig met het nemen van beslissingen over wat er met de samenleving moet gebeuren. v Politici: mensen die tot taak hebben verantwoorde keuzen te maken bij maatschappelijke kwesties. v 3 Niveaus politieke bestuur: - het hele land, - de provincie, - de gemeente. v Gezag is de macht die: - wettelijk is geregeld, - wordt gecontroleerd door de bevolking, - wordt geaccepteerd door de burgers. v Verschillende manieren om op de politiek invloed uit te oefenen: - stemmen, - lid worden van een politieke partij, - contact opnemen met de politici, - een verzoek in te dienen, - de pers benaderen, - lid worden van een actie groep, - overgaan tot burgerlijke ongehoorzaamheid. v Burgerlijke ongehoorzaamheid: het openlijk de wet overtreden met het doel politici te overtuigen dat het genomen besluit fout is. Hoofdstuk 2: Politieke Stromingen en Partijen v Ideologie: het geheel van ideeën over de mens, menselijke relaties en de inrichting van de samenleving. v Duidelijke standpunten van de Ideologie over: https://www.scholieren.com/verslag/8946 Pagina 1 van 8

- normen en waarden, - de gewenste sociaal-economische structuur, - de gewenste machtsverdeling v Progressief: (links) vooruitstrevend, benadrukken de gebreken in de samenleving, pleiten voor grondige veranderingen, naast de positieve ook negatieve veranderingen. v Conservatief: (rechts) - behoudend, - benadrukken datgene wat al is bereikt, - benadrukken traditionele waarden en normen, - soms wordt ernaar gestreefd om oude regels die vervangen zijn te herstellen dit noemt men reactionair; letterlijk achteruitstrevend. v Links: -progressieve uitgangspunten, - gelijkwaardigheid, - komt op voor mensen met een achterstandpositie, - actieve overheid. v Rechts: - conservatieve uitgangspunten, - (persoonlijke en economische) vrijheid, - tegenstander op de gelijke behandeling van de mensen, - passieve overheid. Links Rechts Basisprincipes: Gelijkwaardigheid Vrijheid -Eerlijke verdeling van -Persoonlijke vrijheid. inkomen, kennis en macht. -Economische vrijheid. -Bescherming van de -Bescherming van deze vrijheden, zwakkeren. nationaal en internationaal. Benadrukt de belangen van Benadrukt de belangen van het de samenleving als geheel: individu en het bedrijfsleven: Actieve overheid. Passieve overheid. v Liberalisme - het ideaal vrijheid, vooral persoonlijke vrijheid, https://www.scholieren.com/verslag/8946 Pagina 2 van 8

- had ook conservatieve kenmerken, - de overheid moet zich beperken tot het gebied van defensie, onderwijs en de bescherming van de rechtsstaat. v Socialisme - het ideaal gelijkheid of gelijkwaardigheid als uitgangspunt, - Communisme: (Kalr Marx) streefde ernaar om alle productiemiddelen in handen van de gemeenschap te brengen. à ging fout, de staat kreeg ook de macht in handen, de gelijkheid was ver te zoeken. - Sociaal Democraten: niet tegen particulier initiatief, maar de overheid moet wel sturend optreden. Kennis, inkomen en macht moet verdeeld worden, dit moet via democratische weg bereikt worden. v Christen-democratie - streeft naar een samenleving op christelijke grondslag; de mens is niet het belangrijkste maar God, - Rentmeesterschap een belangrijk beginsel: de overheid dient door God aan de mens in bruikleen gegeven aarde op zorgvuldige wijze te beheren, - overheid heeft een aanvullende rol, - benadrukken de gezamenlijke verantwoordelijkheid van werkgevers en de werknemers. v Politieke Partijen van links naar rechts: SP Groen- PvdA D66 CDA VVD GPV links RPF SGP v PvdA (De Partij van de Arbeid) - staat links van het midden en is een socialistische partij, - vindt dat kennis, macht en inkomen eerlijk verdeeld moeten worden, - vindt dat de overheid de economie moet sturen om massale werkeloosheid tegen te gaan, - vindt dat lage inkomens sneller moeten stijgen dan hoge inkomens, - vindt dat buitenlanders die langer dan 5 jaar legaal in het land verblijven kiesrecht voor alle politieke organen moeten krijgen. v CDA (Het Christen Democratisch Appèl) - staat in het politiek midden en vindt dat het gezin de basis vormt van de samenleving, - vindt dat mensen meer voor elkaar moeten zorgen, - vindt dat een vrouw niet alleen mag beslissen over een abortus, - vindt dat ouders in eerste instantie zelf verantwoordelijk zijn voor een goede kinderopvang. v VVD (De Volkspartij voor vrijheid en Democratie) - staat rechts van het midden en is een liberale partij, - is voor persoonlijke en economische vrijheid van mensen en bedrijven, - vindt dat de overheid zo min mogelijk moet ingrijpen in de samenleving, - is een groot voorstander van bezuinigingen op overheidsuitgave, - vindt dat grote inkomensverschillen zijn toegestaan, - is van mening dat autobezitters niet extra zwaar moeten worden belast voor de luchtvervuiling. https://www.scholieren.com/verslag/8946 Pagina 3 van 8

v D66 (Democraten 66) - staat iets links van het midden, - is in 1966 opgericht door mensen die vonden dat de Nederlandse politiek was vastgelopen, - vindt dat de mensen meer moeten worden betrokken bij de politiek, - meent dat gevangenisstraffen, waar mogelijk, moeten vervangen worden door alternatieve straffen, - wil dat burgers direct de minister-president kiezen, die vervolgens zijn eigen ministers aanwijst. v Groenlinks - staat links van de PvdA en is in 1989 ontstaat door samengaan van drie kleine partijen, - vindt de bescherming van milieu belangrijk en werd daarom een one-issue partij genoemd, - vindt dat bedrijven moeten worden gedwongen schoner te produceren, - is voorstander van het matigen van de economische groei en bezuinigingen op defensie-uitgaven, - is van mening dat er gratis openbaar vervoer moet komen als alternatief voor het autogebruik, - vindt dat homoseksuele relaties precies dezelfde wettelijke status moeten krijgen als heteroseksuele relaties. v Klein Rechts - Bestaat uit drie christelijke partijen: - SGP (Staatkundig Gereformeerde Partij) - GPV ( Gereformeerd Politiek Verbond) - RPF (Reformatorisch Politieke Federatie), - vindt dat de overheid strikt volgens de bijbel moet regeren, - vindt dat voor moord e doodstraf mogelijk moet zijn, - is van mening dat samenwonen nooit gelijk mag worden gesteld aan het huwelijk, - stelt abortus en euthanasie gelijk aan moord en dus moeten beide strafbaar blijven. v SP (De Socialistische Partij) - is de meest linkse partij in de Tweede Kamer, - zit niet alleen in de politiek, maar werkt ook direct voor de mensen, - komt vooral op voor armen, - is van mening dat rijke mensen meer belasting moeten betalen. v CD (De centrum Democraten) - staan uiterst rechts in de politiek, met centraal de afwijzing van buitenlanders, - verloren in 1998 al hun zetels in de Tweede Kamer, - vinden dat de toename van buitenlanders de oorzaak is van alle problemen, - zijn van mening dat ontwikkelingshulp moet worden afgeschaft. Hoofdstuk 3: Rechtsstaat en Democratie v De drie elementen wanneer we spreken van een onafhankelijke staat: - er is een vast grondgebied of territoir, - op het grondgebied woont een bevolking, - er wordt een vorm van gezag uitgeoefend. v Soevereiniteit - hoogste gezag v Dictatuur https://www.scholieren.com/verslag/8946 Pagina 4 van 8

- een staat waarin de macht in handen is van een persoon of een kleine groep mensen. v Rechtsstaat - een staat waarin de overheid is gebonden aan wettelijke regels en waarin de bevolking beschikt over politieke en sociale rechten. v Voorwaarde rechtstaat: 1. Er is gelijkheid van alle burgers, 2. Er is een constitutie of grondwet die schrijft hoe burgers en overheid met elkaar moeten omgaan. 3. Er is een onafhankelijke rechterlijke macht, die niet gebonden is aan beslissingen van de overheid. 4. Burgers kunnen allen in gelijke mate invloed uitoefenen op de wijze waarop hun land wordt geregeerd. 5. Mensenrechten zijn omschreven en gewaarborgd, belangrijkste staan in grondwet: Vrijheidsrechten bepalen: - dat mensen naar hun eigen keuze een Godsdienst mogen belijden, - hun mening mogen uitten en publiceren, - mogen wonen en werken waar ze willen en vergaderingen mogen organiseren Politieke grondrechten: - garanderen dat burgers bij vrije verkiezingen zelf hun bestuurders kunnen kiezen en zichzelf verkiesbaar kunnen stellen. Sociale grondrechten - geven iedere burger recht op huisvesting, werk, etc. v Constitutionele Monarchie De koningin moet zich aan de grondwet houden. v Democratie een staatsvorm waarbij de bevolking invloed heeft op de politieke besluitvorming. v Referendum een volksstemming over een wetsvoorstel. 2 Voordelen referendum zijn: -De bevolking wordt meer betrokken bij de politiek, -Politici zijn beter op de hoogte van de mening van de bevolking over een kwestie. 3 Nadelen referendum zijn: -moeilijk om een duidelijke en volledige vraagstelling op te stellen waarop alleen met ja of nee kan worden geantwoord. -In praktijk is het kostbaar en organisatorisch onuitvoerbaar om regelmatig een referendum te houden. -Extreme denkbeelden of niet-realistische maatregelen kunnen onderwerpen worden waar een deel van de bevolking een referendum wil. v Indirecte Democratie het volk neemt niet zelf beslissingen, laat dit over aan de gekozen vertegenwoordigers die zich inzetten om de verkiezingsbeloftes waar te maken. v Politieke macht het vermogen om invloed en controle uit te oefenen op politieke besluiten. v Trias Politica: (ontwikkeld door de Fransman Montesquieu) https://www.scholieren.com/verslag/8946 Pagina 5 van 8

-wetgevende macht, (regering en parlement) -uitvoerende macht, (ministers) -rechterlijke macht. (rechters) Hoofdstuk 4: Verkiezingen en Kabinetsformatie v 1 Keer in de vier jaar worden de leden rechtstreeks gekozen van: - de Tweede Kamer, - de Provinciale Staten, - de Gemeenteraden. v Actief Kiesrecht: alle Nederlanders van 18 jaar en ouder. v Passief Kiesrecht: het recht om je verkiesbaar te mogen stellen, hier moet je minstens 21 jaar zijn en een Nederlander. v Voorwaarde waaraan de partij die mee wil doen aan de Tweede-Kamerverkiezingen: - De partij moet ingeschreven staan in elk kiesdistrict waarin het aan mee wil doen, dat zijn er in Nederland 19, - De partij moet in elk kiesdistrict 25 handtekeningen van sympathisanten inleveren, - De partij moet per kiesdistrict een waarborgsom van 1000 gulden betalen. Dit krijgen ze terug als ze 75 procent van de stemmen halen die nodig zijn voor 1 zetel. v Verkiezingsprogramma hierin staan de belangrijkste plannen en opvattingen van de partij vermeld. v Lijsttrekkers dit is de persoon die als eerste op de lijst van kandidaten staat geplaatst, ze leggen in interviews en kiezersbijeenkomsten de belangrijkste punten uit. v Voorkeurstemmen iemand die laag staat wordt toch gekozen omdat hij meer stemmen krijgt dan diegene die boven hem staat. v Zwevende kiezers - mensen die niet op een vaste partij stemmen, wisselt geregeld van partij, - mensen die vlak voor de verkiezingen nog niet weten op welke partij ze zullen stemmen. v Kiesdeler de hoeveelheid stemmen die je nodig hebt voor een zetel. v Kiesdrempel een partij krijgt alleen een zetel als er een bepaald percentage stemmen is behaald. v Kabinet Alle ministers en Staatssecretarissen. v Kabinetsformatie de onderhandelingen over welke partijen en personen ons land gaan besturen. v Het doel van de kabinetsformatie is het vinden de bestuurders, ministers en staatssecretarissen: - ze het globaal eens over het toekomstige beleid, - ze samen de steun hebben van de meerderheid van de 2e kamer. https://www.scholieren.com/verslag/8946 Pagina 6 van 8

v De Kabinetsformatie verloopt in 8 stappen: 1. Koningin krijgt adviezen. 2. Koningin benoemt informateur.(hij kijkt welke partijen er samen willen werken,etc) 3. De Informatie: (partijen op 1 lijn brengen, coalitie vormen, regeerakkoord opstellen) 4. De Informateur terug naar Koningin. (brengt verslag uit aan Koningin) 5. De Koningin benoemt formateur. (Vindt ministers en staatssecretarissen die het regeerakkoord willen uitvoeren, is meestal de Minister-president.) 6. De Formatie.(Overlegt met coalitiepartijen verdeling ministers en staatssecret.) 7. De formateur gaat terug naar Koningin. (Verteld nieuw kabinet) 8. De Koningin benoemt nieuw kabinet. (Krijgt meestal naam van Minister-president) v Meerderheidskabinet Kabinet dat steunt op een zo groot mogelijke meerderheid in het parlement. v Coalitie een samenwerkingsverband van twee of meer partijen. v Twee redenen Kabinetscrisis - de ministers kunnen het onderling niet met elkaar eens worden over een aantal kwesties, - de meerderheid van de Tweede Kamer steunt het kabinet niet meer en zegt zijn vertrouwen in de ministers op. v Demissionair Kabinet Ministers handelen slechts de lopende zaken af, zijn aftredend door Kabinetscrisis. Hoofdstuk 5: Regering en Parlement v Regering wordt gevormd door de Koningin en de ministers. Koningin heeft weinig te zeggen omdat ze niet verantwoordelijk is voor het gevoerde beleid (staat in Grondwet). v Ministers Dagelijks bestuur, zijn niet lid van Tweede Kamer omdat ze de uitgangspunten moeten laten goedkeuren aan de Tweede Kamer, anders moet hij zichzelf controleren. v Parlement Eerste en Tweede Kamer. Discussiëren en stemmen over wetsvoorstellen, controleren ministers. v Belangrijkste taak van de Regering voorbereiding en uitvoering van het overheidsbeleid. Dit gebeurt voornamelijk door: - het opstellen van wetsvoorstellen, - het uitvoeren van eenmaal aangenomen wetten, - het jaarlijks opstellen van de rijksbegroting en deze aanbieden aan het parlement. v Geheim van Huis ten Bosch adviezen van de Koningin die geheim blijven. v Belangrijkste taken Koningin - het plaatsen van handtekeningen onder wetten, - het voorlezen van de troonrede op Prinsjesdag, https://www.scholieren.com/verslag/8946 Pagina 7 van 8

- het benoemen van ministers en (in)formateurs, - het voeren van regelmatig overleg met de minister-president over het kabinetsbeleid. v Portefeuille Elke minister heeft een eigen beleidsterrein. v Minister zonder Portefeuille Minister van Ontwikkelingssamenwerking en Grote steden- en integratiegebied, deze hebben geen eigen beleidsterrein, vallen onder binnen- en buitenland. v Doel Kabinetsbeleid het uitvoeren van het regeerakkoord dat aan het begin van de kabinetsperiode is opgesteld. v Sociaal-economische driehoek: (voert Minister-president regelmatig vooroverleg uit) - Economische zaken, - Sociale Zaken en Werkgelegenheid, - Financiën. v Tweede Kamer 150 leden, om de 4 jaar gekozen door bevolking, behandelt als eerst elke wetsvoorstel en heeft het recht deze af te wijzen of te veranderen. v Eerste Kamer senaat, 75 leden, kan wetsvoorstel niet veranderen, mag het goed of afkeuren. v Fractie de groep vertegenwoordigers van een politieke partij in een gekozen orgaan. v Eenmansfractie Partij met slechts 1 zetel. v Fractiespecialist Een Kamerlid die zich bezighoudt op bepaald gebied. v Regerings- en oppositiepartijen (Eerste en Tweede Kamer zijn hierin verdeeld) Oppositieleider spreekt namens de grootste partij die niet in de regering zit. v Belangrijkste taken van het parlement - (mede)wetgeving, (parlement moet de wetvoorstellen van de minister goedkeuren) - Controle van Ministers ( het beleid van de ministers wordt kritisch besproken) v Rechten bij (mede)wetgevende taken van het parlement - Stemrecht bij wetsontwerpen, - Recht van initiatief, - Recht van Amendement. (mogen wetsvoorstel wijzigen) v Rechten bij controlerende taken van het parlement - Recht om over kleine kwesties mondelinge of schriftelijke vragen te stellen, - Recht van Interpellatie, (een minister verantwoording roepen) - Recht om motie in te dienen, (schriftelijke uitspraak over het beleid van een minister waarover de kamer moet stemmen. à motie van afkeuring/wantrouwen) - Recht om parlementaire enquête te houden. (gedetailleerd onderzoek naar een onderdeel van het regeringsbeleid) - Het budgetrecht, (om rijksbegroting wel of niet goed te keuren). https://www.scholieren.com/verslag/8946 Pagina 8 van 8