Schoolzwemmen Efficiënter en effectiever Versie 16 juni 2010 1
Inhoudsopgave Inleiding en leeswijzer... 3 1. Huidige situatie en evaluatie... 4 1.1 Evaluatie derde zweminstructeur... 4 1.2 Conclusie derde zweminstructeur... 5 2. Effecten bezuinigen op schoolzwemmen... 6 2.1 Zwemvaardigheid van kinderen... 6 2.2 Exploitatie Sportfondsen Hellevoetsluis BV... 6 2.3 Effecten voor het onderwijs... 7 3. Maatwerkvariant... 9 3.1 Omschrijving... 9 3.2 Realisatie bezuiniging... 9 3.3 Kanttekeningen en toevoegingen...10 4. Tweewekelijkse lessen... 11 4.1 Omschrijving...11 4.2 Realisatie bezuiniging...11 4.3 Kanttekeningen en toevoegingen...11 5. Advies... 13 2
Inleiding en leeswijzer De gemeenteraad besloot in zijn vergadering van november 2009 bij de vaststelling van de gemeentebegroting 2010, tot het invoeren van een bezuiniging op het schoolzwemmen. In 2010 is het beschikbare budget met 40.000,= verlaagd. In het coalitiedocument 2010 2014 van het college is opgenomen, dat schoolzwemmen binnen schooltijd een lesonderdeel blijft op de basisscholen. Het doel van deze notitie is tweeledig: 1. Het leveren van een evaluatie over de voorafgaande periode waarmee aan het schoolzwemmen invulling werd gegeven met behulp van een derde zweminstructeur. 2. Het in beeld brengen van alternatieven voor de huidige manier van schoolzwemmen tezamen met Sportfondsen Hellevoetsluis BV en de scholen. Deze notitie is tot stand gekomen door: gesprekken met de directies van Sportfondsen Hellevoetsluis BV, Primo, VCO de Kring en RK Riviersteden, de door Sportfondsen Hellevoetsluis BV aangeleverde evaluatie, bestudering van landelijk onderzoek op het gebied van de effecten van schoolzwemmen en de bezuinigingen daarop. In hoofdstuk 1 is de huidige situatie weergegeven en wordt de evaluatie van de stimuleringsregeling schoolzwemmen behandeld. In hoofdstuk 2 komen de effecten van het schoolzwemmen op de zwemvaardigheid aan bod. Naast een maatwerkvariant in hoofdstuk 3, is ook de variant van wekelijkse lessen naar tweewekelijkse lessen onderzocht in hoofdstuk 4. In hoofdstuk 5 volgt vervolgen s het advies 3
1. Huidige situatie en evaluatie Op dit moment vergoedt de gemeente Hellevoetsluis het schoolzwemmen voor één leerjaar. In de begroting 2010 was ten behoeve van het schoolzwemmen een bedrag gereserveerd van in totaal 180.278,=. Dit bestond uit een bedrag van: 127.221,= als vergoeding aan Sportfondsen Hellevoetsluis 53.057,= ten behoeve van het vervoer naar het zwembad. Het schoolzwemmen heeft in zijn algemeenheid tot doel: De veiligheid van (jonge) kinderen bevorderen in het waterrijke Hellevoetsluis. Bevorderen van het bewegingsonderwijs in zijn algemeenheid en in het bijzonder in en op het water. Het zwemonderwijs draagt bij aan de doelen die zijn geformuleerd in Sport beweegt Hellevoetsluis Strategisch Sportbeleid 2009-2013. In de waterrijke omgeving van Hellevoetsluis is een goede zwemvaardigheid van levensbelang. Daarom is op incidentele basis de afgelopen jaren geïnvesteerd in de kwaliteit van het schoolzwemmen. Schoolzwemmen bevordert niet alleen de veiligheid, het stimuleert ook het sporten en bewegen als leuke en gezonde manier om het welzijn te bevorderen. Het schoolzwemmen draagt bij aan het doel dat 90% van de jeugd in Hellevoetsluis dagelijks tenminste een uur op en rond school beweegt. Daarnaast biedt een zwemdiploma een basis om deel te kunnen nemen aan één van de watersporten in Hellevoetsluis. Het schoolzwemmen wordt aangeboden aan alle scholen voor primair onderwijs, leeftijdscategorie 6 en 7 jaar (groep 3 en groep 4). Wekelijks wordt er een half uur zwemonderwijs gegeven gedurende 40 schoolweken. 1.1 Evaluatie derde zweminstructeur In 2008 en 2009 kende Hellevoetsluis een stimuleringsregeling schoolzwemmen. Hiervan is een derde zweminstructeur aangesteld. De kosten van de instructeur bedroegen 30,= per uur. De totale kosten waren voor 40 weken x 13,5 uur x 30,00 = 16.200,= op jaarbasis. Sportfondsen Hellevoetsluis BV heeft metingen verricht in week 40, na een aantal weken les, week 2 en week 27 aan het einde van het schooljaar. Één of meer diploma's Diverse stadia richting a- diploma 2009-2010 2008-2009 2007-2008 Bang 0 100 200 300 400 4
Schooljaar 2009-2010 De cijfers van het schooljaar 2009-2010 zijn nog niet compleet. Hierdoor is er weinig te zeggen over de ontwikkeling. 3 kinderen zijn bij aanvang nog bang voor water, 180 kinderen zijn op bezig richting hun A-diploma en 327 kinderen hebben één of meerdere diploma s. Schooljaar 2008-2009 De cijfers van het schooljaar 2008-2009 laten ongeveer dezelfde aanvangssituatie zien: 0 kinderen zijn bij aanvang nog bang voor water, 167 kinderen zijn op bezig richting hun A-diploma en 351 kinderen hebben één of meerdere diploma s. Aan het einde van het schooljaar zitten vrijwel alle kinderen zonder diploma in het recreatie of diepe bad. Het aantal kinderen zonder diploma is gedaald van 167 naar 89. Schooljaar 2007-2008 De cijfers van het schooljaar 2007-2008 laten ook dezelfde aanvangssituatie zien: 11 kinderen zijn bij aanvang nog bang voor water, 201 kinderen zijn op bezig richting hun A-diploma en 333 kinderen hebben één of meerdere diploma s. Aan het einde van het schooljaar zitten vrijwel alle kinderen zonder diploma in het recreatie of diepe bad. Het aantal kinderen zonder diploma is gedaald van 212 naar 107. 1.2 Conclusie derde zweminstructeur Op basis van de voorliggende cijfers is een daling te zien van het aantal kinderen zonder diploma. Of dit het effect is van een derde zweminstructeur is in een dergelijk korte reeks niet te zeggen. In zijn algemeenheid is het aannemelijk dat met meer zweminstructeurs de groepen kleiner kunnen zijn en dat daardoor de lestijd per kind toeneemt en dat daardoor de ontwikkeling van de kinderen sneller gaat. Daarnaast verstoort het feit dat veel kinderen naast het schoolzwemmen ook particuliere lessen volgen, de meting. Feit blijft dat ook met een derde instructeur nog steeds bijna 20% van de leerlingen ook na het schoolzwemmen geen zwemdiploma heeft. De doelstelling elk kind een zwemdiploma wordt hiermee niet bereikt. 5
2. Effecten bezuinigen op schoolzwemmen Bij ongewijzigd beleid moet op het schoolzwemmen een bezuiniging worden gerealiseerd die oploopt van 40.000,= in 2010 naar 80.000,= in 2011 en verder. In de begroting 2010 was ten behoeve van het schoolzwemmen een bedrag gereserveerd van in totaal 180.278,=. Dit bestond uit een bedrag van 127.221,= als vergoeding aan Sportfondsen Hellevoetsluis en een bedrag van 53.057,= ten behoeve van het vervoer naar het zwembad. Er is geen wettelijke verplichting voor gemeenten of schoolbesturen om (school)zwemmen aan te bieden. De Wet Primair Onderwijs geeft aan welke vakgebieden moeten worden gegeven. De wet zegt niets over het aantal uren en de specifieke invulling van lichamelijke opvoeding. De inspectie gebruikt als indicator dat leerlingen uit het basisonderwijs tenminste twee keer per week drie kwartier les in de lichamelijke opvoeding krijgen. Het uitgangspunt is dat het leren zwemmen in eerste aanleg een opvoedkundige verantwoordelijkheid van de ouders is. In een waterrijke omgeving als die van Hellevoetsluis, is het vanuit het oogpunt van veiligheid van belang dat burgers en zeker jonge kinderen zich kunnen redden in het water. Bepaalde ouders zijn vanwege culturele en/of financiële belemmeringen, onvoldoende in staat of hebben de gelegenheid of de wil om deze verantwoordelijkheid waar te maken. 2.1 Zwemvaardigheid van kinderen Het opheffen van het schoolzwemmen heeft vooral effecten op de zwemvaardigheid van allochtone kinderen en kinderen uit lage inkomensgroepen. Allochtone kinderen Voor de meeste autochtone kinderen in Nederland blijkt het afschaffen van schoolzwemmen niet problematisch. Zij leren vaak al vanaf hun vierde of vijfde jaar zwemmen via particuliere of gemeentelijke zweminitiatieven. Zij kunnen dan al zwemmen als in groep 3 of 4 via school zwemles wordt aangeboden. Voor allochtone kinderen in Nederland speelt het schoolzwemmen een veel belangrijkere rol in het behalen van hun zwemdiploma. Diverse onderzoeken laten zien dat het afschaffen van schoolzwemmen, vooral negatief van invloed is op de zwemvaardigheid van allochtone kinderen. Na het verlaten van de basisschool - gemeten bij de 11 tot 15 jarigen - heeft 4% van de autochtone kinderen en 15% van de allochtone kinderen nog steeds geen diploma. Lage inkomensgroepen Ook het inkomen speelt een rol, hoewel beperkt: hoe lager het inkomen, hoe lager de zwemvaardigheid van kinderen in Nederland. In 2007 is 90% van de kinderen uit een huishouden met een hoog inkomen zwemvaardig tegenover 80% uit gezinnen met een laag inkomen. Landelijk onderzoek laat zien dat een laag inkomen niet automatisch leidt tot het niet deelnemen aan particuliere zwemlessen. Door sociale druk in de familie en buurt ontstaan bepaalde opvattingen en normen, waardoor zwemvaardigheid als basisbehoefte wordt gezien. 2.2 Exploitatie Sportfondsen Hellevoetsluis BV De effectieve bezuiniging binnen de exploitatie, schat Sportfondsen Hellevoetsluis op 40.000,=. Sportfondsen Hellevoetsluis schat dat een bedrag van 81.443,= door het wegvallen van het schoolzwemmen, elders in de exploitatie moet worden opgevangen. 6
Het schoolzwemmen vindt nu op uren plaats waarop weinig andere activiteiten mogelijk zijn. De meeste activiteiten vinden plaats buiten school- en werktijd. Dat betekent dat wanneer schoolzwemmen niet wordt aangeboden, het zwembad daar weinig alternatieve inkomstenbronnen tegenover zal kunnen zetten. Bij brief heeft Sportfondsen Hellevoetsluis aangegeven 40.000,= te kunnen bezuinigen op de variabele lasten. Dit is een groot deel van de personeelskosten die zijn gemoeid met het schoolzwemmen. De overige kosten betreffen voornamelijk vaste lasten en overhead die nu niet meer op het schoolzwemmen kunnen drukken en elders moeten worden opgevangen. Sportfondsen Hellevoetsluis schat dat een bedrag van 81.443,= door het wegvallen van het schoolzwemmen elders in de exploitatie moet worden opgevangen. De bezuiniging op personeel zal voor een gedeelte vrij snel ingevuld kunnen worden. Sportfondsen Hellevoetsluis schat in dat de bezuiniging op personeel pas over twee jaar volledig kan worden gerealiseerd. Sportfondsen Hellevoetsluis ziet weinig mogelijkheden om het verlies van opbrengsten onder schooltijd op te vangen. De schooltijden zijn tijden waarvan ervaringscijfers van Sportfondsen Nederland leren dat er geen animo is om die gevuld te krijgen. Ook buiten schooltijd zijn de mogelijkheden beperkt omdat die tijden al zijn ingevuld met andere activiteiten. 2.3 Effecten voor het onderwijs De meeste weerstand tegen het afschaffen van het schoolzwemmen, komt landelijk gezien van scholen in achterstandswijken. In de onderzoeken komen schooldirecteuren van scholen in achterstandswijken naar voren die betreuren dat er geen schoolzwemmen meer is. Optimaal benutte onderwijstijd Voor veel andere scholen blijkt het afschaffen geen probleem. Schoolzwemmen gaf veel gedoe, was lastig in te plannen tussen alle andere activiteiten en bovendien hadden de meeste kinderen al een zwemdiploma voordat het schoolzwemmen van start ging. Uit de gesprekken met de directies van het primair onderwijs in Hellevoetsluis komen vergelijkbare standpunten naar voren. Schoolzwemmen biedt volgens hen de mogelijkheid om de spieren eens anders te gebruiken. Het is een goede manier van lichaamsbeweging. Voor het primair onderwijs speelt het begrip optimaal benutte onderwijstijd een belangrijke rol. Het Rijk, gemeente en de scholen hebben veel aandacht voor de kwaliteit van het onderwijs. Er is meer aandacht voor rekenen en taal en het tegengaan van lesuitval. De leertijd moet optimaal worden benut. Die ambitie staat onder druk wanneer het aantal lesuren niet wordt gerealiseerd. Schoolzwemmen trekt een zware wissel op de effectieve leertijd. De hoeveelheid bewegingsles per zwemles is echter wel veel geringer dan bij een gymnastiekles. Het kost relatief veel tijd om van en naar de zwemles te komen. Daarnaast geeft het ook vrij veel onrust in de groepen voor en na de zwemles. Dit is bij gymnastieklessen veel minder het geval. Minder vervoerskosten Met het beëindigen van het schoolzwemmen, vervallen in principe ook de vervoerskosten die er mee waren gemoeid. Hiervoor is voor 2010 een bedrag van 53.057,= geraamd. Echter, op grond van de verordening Huisvesting onderwijs, is het noodzakelijk dat de gymaccommodaties binnen de verwijsafstand van scholen liggen. Lukt het niet om binnen de verwijsafstand van de school een gymaccommodatie aan te bieden, dan moet de gemeente het vervoer regelen en bekostigen. Problemen met de verwijsafstand doen 7
zich met een aantal groepen voor. Het vervoer van deze groepen naar gymzalen wordt op basis van de facturen over 2009, geschat op 19.680,= op jaarbasis. Vervangen van zwemles door gymles levert dus een besparing op van 33.377,=. Extra benodigde capaciteit gymnastieklokalen Bij afschaffing van de subsidie op het schoolzwemmen en afschaffing van het schoolzwemmen, zullen de scholen alternatief bewegingsonderwijs moeten bieden. Dit zal waarschijnlijk in de vorm van gymnastiek plaatsvinden. In het huidige model (1 jaar schoolzwemmen en 30 minuten per week voor groep 3 of 4) zijn er jaarlijks circa 19 groepen. Deze 19 groepen moeten bewegingsonderwijs krijgen en zijn daarvoor bij het afschaffen van het schoolzwemmen, aangewezen op een gymnastieklokaal. Een gymles duurt ongeveer 45 minuten. Dat betekent dat per week 14,5 uur extra capaciteit in gymlokalen nodig is. De kosten hiervan zijn voor de scholen en de baten voor Sportfondsen Hellevoetsluis. Scholen mogen het bewegingsonderwijs ook op een andere manier vormgeven. 8
3. Maatwerkvariant Bij de begrotingsbehandeling in november 2009, heeft het toenmalige college aangegeven tot een meer maatwerkgericht aanbod van zwemlessen voor kinderen in de basisschoolleeftijd te willen komen. Met maatwerk werd hierbij bedoeld een inkomensondersteuning voor ouders met een zeer gering inkomen, in de kosten van het zwemonderwijs voor het behalen van een zwemdiploma. 3.1 Omschrijving In deze variant wordt het schoolzwemmen volledig afgeschaft. De verantwoordelijkheid voor het behalen van een zwemdiploma, ligt bij de ouders. Onder schooltijd wordt er geen diplomazwemmen aangeboden: zwemlessen vinden uitsluitend buiten schooltijd plaats en buiten de verantwoordelijkheid van de scholen. Ouders met een laaginkomen tot 120% van de bijstandsnorm kunnen een vergoeding krijgen voor het behalen van het A-diploma via het Sport- en Cultuurfonds. De bijdrage die kan worden verstrekt, is gelijk aan de werkelijke kosten van het diplomazwemmen met een maximum van 200,= per lid van het huishouden per kalenderjaar. 3.2 Realisatie bezuiniging Vervoerskosten Voor de vervoerskosten is voor 2010 een bedrag van 53.057,= geraamd. Als het vervoer naar het zwembad komt te vervallen dan zal het vervoer naar gymzalen toenemen. Het vervoer van deze groepen naar gymzalen wordt op basis van de facturen over 2009, geschat op 19.680,= op jaarbasis. Vervangen van zwemles door gymles levert dus een besparing op van 33.377,=. Bezuiniging Sportfondsen Hellevoetsluis BV Bij brief heeft Sportfondsen Hellevoetsluis BV aangegeven 40.000,= te kunnen bezuinigen op de variabele lasten. Dit is een groot deel van de personeelskosten die zijn gemoeid met het schoolzwemmen. Sportfondsen Hellevoetsluis BV schat dat een bedrag van 81.443,= elders in de exploitatie moet worden opgevangen. De bezuiniging van 40.000,= die Sportfondsen Hellevoetsluis denkt te realiseren in twee jaar, is onvoldoende om een effectieve bezuiniging van 80.000,= te realiseren. Op basis van de exploitatiegegevens lijkt het mogelijk dat Sportfondsen Hellevoetsluis een bezuiniging van 53.343,= kan realiseren. Extra uitgaven via S&C fonds Op dit moment nemen leerlingen uit groepen 3 en 4 deel aan het schoolzwemmen. Over de afgelopen schooljaren waren dat gemiddeld 520 kinderen. Hiervan had een derde bij aanvang van het schoolzwemmen nog geen zwemdiploma. Er heeft geen onderzoek plaatsgevonden naar de oorzaken hiervan. Op basis van de beschikbare gegevens is niet in te schatten wat de achtergrond van de ouders van deze kinderen is. Ongeveer eenderde van de ouders (36% volgens het Statistisch Jaaroverzicht 2007) heeft een laag inkomen. Grofweg hebben dus ongeveer 160 kinderen, ouders met een laag inkomen. Als die allemaal een beroep doen op het Sport- en Cultuurfonds dan kost dit 32.000,=. Het feitelijke beroep op het Sport- en Cultuurfonds wordt geschat op ongeveer 20%. Dit is ongeveer 6.720,=. Overzicht bezuiniging Vrijvallen vervoerskosten 33.377,= Bezuiniging personeelskosten 40.000,= Extra uitgaven via S&C fonds - 6.720,= Effectieve bezuiniging 66.657,= Aanvullend nodig van SFH 13.343,= Totale bezuiniging 80.000,= 9
3.3 Kanttekeningen en toevoegingen Beperkte werking financieel vangnet Uit diverse onderzoeken blijkt keer op keer dat het gebruik en de bekendheid van financiële vangnetten, beperkt is. Het Nibud heeft onderzoek gedaan naar het gebruik van het Sport- en Cultuurfonds in Hellevoetsluis. Het onbewust niet-gebruik, er niet van weten dat het bestaat, bedroeg in 2007 58%. Het bewust niet-gebruik, het wel weten maar er geen gebruik van willen maken, bedroeg in 2007 21% van de doelgroep van het Sport- en Cultuurfonds. Bestaande wachtlijsten worden langer Door het vervallen van het schoolzwemmen neemt de druk op de particuliere zwemlessen verder toe. Er zijn nu al wachtlijsten. Deze zullen hierdoor verder toenemen. Niet duidelijk is hoeveel omdat de meeste kinderen al op zwemles zitten. Huidige regeling leidt tot extra kosten voor ouders Gemiddeld duurt het 1 jaar voordat vierjarige kinderen hun diploma A halen. Een en ander is afhankelijk van de leeftijd van het kind en het niveau van het kind op het moment van aanvang. Naarmate de startleeftijd van een kind toeneemt, neemt het aantal benodigde lessen af. Voor het behalen van het diploma A wordt door Sportfondsen Hellevoetsluis BV gerekend op 40 lessen, voor diploma B met 8 lessen en voor diploma C met 12 lessen. Gemiddeld kost een zwemles in bij Sportfondsen Hellevoetsluis BV 7,80 voor drie kwartier. Het behalen van zwemdiploma A, komt daarmee op gemiddeld 311,=. Via het Sporten Cultuurfonds kan maximaal 200,= per jaar worden gedeclareerd. Vroegsignaleringssysteem Een aanvulling die het effect van een financieel vangnet vergroot, is het vroegsignaleringssysteem. Hierbij wordt al in de groepen 3 en 4 contact door leraren gezocht met ouders waarvan de kinderen qua zwemvaardigheid buiten de boot dreigen te vallen. Andere gemeenten laten het onderzoek uitvoeren door de GGD die het meeneemt in de periodieke onderzoeken. Om ouders te wijze op het belang van zwemvaardigheid van hun kinderen ontwikkelen de meeste gemeenten die een vangnetregeling toepassen voorlichtingsmateriaal/informatie voor scholen en ouders. Verspreiding kan plaatsvinden via ouderavonden op scholen, bij inburgeringcursussen voor oudkomers en nieuwkomers, bij oudereducatie of consultatiebureaus. Turbozwemmen In aanvulling op het vroegsignaleringssysteem kan het zogenaamde turbozwemmen worden ingezet. Met turbozwemmen krijgt een kind in een relatief kort tijdbestek een serie intensieve zwemlessen en een goede kans op zwemdiploma A. Turbocursussen vinden meestal plaats in het weekend of in een schoolvakantie. De lessen zijn veelal opgedeeld in lesblokken variërend van 3 tot 4,5 uur. Door de combinatie van informeren en gericht aanbieden, krijgen ouders niet alleen zicht op het belang van zwemvaardigheid en eventueel financiële ondersteuning. Ook krijgen ze een concreet aanbod om met een klein tijdsbeslag de zwemvaardigheid van hun kinderen te verbeteren. Omdat dit een relatief duur middel is, wordt in deze variant het middel pas in groep 5 aan geboden. Daarnaast zijn oudere kinderen vaak motorisch al wat vaardiger waardoor ze in een kortere tijd kunnen afzwemmen. Echter, door de afschaffing van het schoolzwemmen zal Sportfondsen Hellevoetsluis genoodzaakt zijn om personeel te laten afvloeien. Voor het aanbieden van turbozwemmen heeft Sportfondsen dan niet meer zelf de personele capaciteit in huis om die lessen te kunnen geven. Het aanbieden van turbozwemmen in de vakanties zal ten koste gaan van andere inkomsten als recreatief zwemmen op die tijden. 10
4. Tweewekelijkse lessen Gezien het coalitiedocument 2010-2014, zijn twee wekelijkse lessen een alternatief voor de maatwerkvariant. 4.1 Omschrijving Schoolzwemmen biedt volgens directeuren van het primair onderwijs in Hellevoetsluis een waardevolle mogelijkheid om de spieren eens anders te gebruiken. Het is een goede manier van lichaamsbeweging. Schoolzwemmen trekt echter een zware wissel op de effectieve leertijd. Op dit moment komen de scholen 40 weken een half uur per week zwemmen. Inclusief vervoer en omkleden kost dat gemiddeld ongeveer anderhalf uur per week. Om de optimaal benutte onderwijstijd te verbeteren kan worden gekozen voor halvering van het aantal weken en uitbreiding van de lestijd: 20 weken lang een heel uur les. 4.2 Realisatie bezuiniging Vervoerskosten De feitelijk bezuiniging is in deze variant ongeveer de helft van de vervoerskosten: 26.528,=. Bezuiniging Sportfondsen Hellevoetsluis BV Voor Sportfondsen Hellevoetsluis maakt het weinig verschil met de huidige situatie: het vraagt dezelfde hoeveelheid personeel. Aan de kant van Sportfondsen Hellevoetsluis kan geen bezuiniging worden ingevuld. In deze variant kan Sportfondsen Hellevoetsluis BV niet bezuinigen op personeel. Overzicht bezuiniging Vrijvallen vervoerskosten 26.528,= Effectieve bezuiniging 26.528,= 4.3 Kanttekeningen en toevoegingen Vroegsignaleringssysteem Ook in deze variant blijven er kinderen zonder zwemdiploma na het schoolzwemmen. In het schooljaar 2007-2008 waren er 107 kinderen en in 2008-2009 nog 89 die het schoolzwemmen zonder diploma afsloten. Ook hier kan het effect van schoolzwemmen worden vergroot door het vroegsignaleringssysteem. Hierbij wordt al in de groepen 3 en 4 contact door leraren gezocht met ouders waarvan de kinderen qua zwemvaardigheid buiten de boot dreigen te vallen. Turbozwemmen In aanvulling op het vroegsignaleringssysteem kan ook hier het zogenaamde turbozwemmen worden ingezet. Eigen bijdrage Een eigen bijdrage vragen aan de ouders per leerling, is niet wenselijk. Voor het behalen van het zwemdiploma zou het nog wel kunnen, het scheelt de ouders dan ook in de kosten. Voor ouders waarvan de kinderen al een zwemdiploma hebben gehaald, de meeste, zijn het dan extra kosten bovenop de kosten die zij al hebben gemaakt voor het laten behalen van het zwemdiploma. Dit zal bij ouders tot uitstelgedrag gaan leiden: waarom nu de kosten maken als op school nog een keer kosten moeten worden gemaakt? Verhogen leeftijd schoolzwemmen Vijf jaar zwemles jaar vanuit het oogpunt van veiligheid wordt vijf jaar gepromoot als leeftijd om te beginnen met zwemlessen. Dit omdat kinderen dan steeds meer buiten het zicht van hun ouders komen. Vanaf 5 jaar hebben de meeste kinderen de coördinatie om ook te kunnen leren zwemmen. Eerder met zwemles beginnen heeft niet zoveel zin. 11
Over het algemeen geldt wel dat hoe eerder een kind aan zwemlessen begint, hoe meer tijd het kost om het eerste zwemdiploma te halen. De motoriek is bij 7-, en 8-jarigen al veel beter ontwikkeld. Dit is voor een aantal steden een afweging geweest om schoolzwemmen ook pas op die leeftijd (groep 4 en 5 van het primair onderwijs) aan te bieden als onderdeel van bewegingsonderwijs. Derde zweminstructeur In 2008 en 2009 kende Hellevoetsluis een stimuleringsregeling schoolzwemmen. Hiervan is een derde zweminstructeur aangesteld. De kosten van de instructeur bedroegen 30,= per uur. De totale kosten waren voor 40 weken x 13,5 uur x 30,00 = 16.200,= op jaarbasis. In zijn algemeenheid is het aannemelijk dat met meer zweminstructeurs de groepen kleiner kunnen zijn en dat daardoor de lestijd per kind toeneemt en dat daardoor de ontwikkeling van de kinderen sneller gaat. 12
5. Advies Voorgesteld wordt in te stemmen met de volgende aanpassingen in de regeling schoolzwemmen: 1. Het schoolzwemmen wordt met ingang van het schooljaar 2010 2011 gedurende één jaar aangeboden aan leerlingen in groep 4 en 5. 2. Aan hen wordt één keer in de twee weken 60 minuten lesgegeven. 3. De schoolbesturen en SFH te vragen mee te werken aan een vroegsignaleringssysteem in combinatie met een gericht aanbod na schooltijd. Om zeker te stellen dat elk kind een zwemdiploma haalt, kan Sportfondsen Hellevoetsluis BV worden gevraagd aanvullende voorstellen te doen om de laatste 20% van de kinderen te bereiken. Middelen hiervoor zijn beschikbaar binnen het Sport- en Cultuurfonds. 4. SFH te verzoeken de aanstelling van een derde zweminstructeur ten behoeve van het schoolzwemmen binnen de eigen exploitatie op te nemen. SFH geeft aan dat het zonder extra budget inzetten van een derde zweminstructeur, het risico bestaat dat de exploitatie een negatief resultaat laat zien. Bij de besprekingen over jaarrekening en meerjarenbegroting zal de mogelijkheid van continuering van de 3e zweminstructeur in dat licht een blijvend aan de orde zijn. Hiermee wordt tegemoetgekomen aan de wens van de huidige raad en het onderwijs, om te komen tot een efficiëntere en effectievere manier van schoolzwemmen. 13