Titelgegevens / Bibliographic Description

Vergelijkbare documenten
Titelgegevens / Bibliographic Description

Titelgegevens / Bibliographic Description

Titelgegevens / Bibliographic Description

Titelgegevens / Bibliographic Description

Titelgegevens / Bibliographic Description

Titelgegevens / Bibliographic Description

Titelgegevens / Bibliographic Description

Titelgegevens / Bibliographic Description

Titelgegevens / Bibliographic Description

Titelgegevens / Bibliographic Description

Cornelis Dros ( ), keldergraf 135, vak B Mede-eigenaar van de zeepziederij De Gekroonde Haan

Plaatsingslijst van de collectie Gemeentecommissie van de Hervormde gemeente te Leiden

Plaatsingslijst van stukken betreffende de familie Wielenga en de families Zalsman en Van Andel

Titelgegevens / Bibliographic Description

Titelgegevens / Bibliographic Description

JOHANNES Georgius Pruschenccius kwam i September

1945; 1945; 1944; mei 1941-okt. okt juli mei 1942-dec ; ; ; ; ; ; ; feb.

Plaatsingslijst van het archief van H. Hoekstra

Generale regeling voor het verlenen van consent tot het leiden van kerkdiensten. als bedoeld in ordinantie 5-5-2

Plaatsingslijst van de collectie van collegedictaten van V. Hepp

Informatieblad Doop-, Trouw- en Begraafboeken (DTB's)

Bernard Mandeville, In Joannis van den Heuvel (1689)

Archief van de Particuliere Synode van de Gereformeerde Kerk en rechtsvoorgangers

Titelgegevens / Bibliographic Description

Inventaris van het archief van de Vereniging voor Vrij Beheer van kerkelijke Goederen

DOOP-, TROUW- EN BEGRAAFBOEKEN. STADSARCHIEF s-hertogenbosch

1. Voor hen die de opleiding tot predikant volgen (artikel 4 generale regeling preekconsent)

Titelgegevens / Bibliographic Description

Generale regeling voor de kerkelijk werkers. als bedoeld in ordinantie

Voorstel inzake wijziging ord. 3 c.a. (wijzigingen i.v.m. HBO-theoloog/kerkelijk werker) 1. Inleiding

Inventaris van de kopieën der Doop-, Trouw- en Begraafboeken (DTB) van Stompwijk

DOOP-, TROUW- EN BEGRAAFBOEKEN. STADSARCHIEF s-hertogenbosch

Ordinantie Ordinantie voor het verband met andere kerken

Inventaris van het archief van D.P.D. Fabius

Plaatsingslijst van het door M.D. Geuze bijgehouden archief van ds. H.O. Roscam Abbing

ORDINANTIE 13 DE OPLEIDING EN VORMING VAN PREDIKANTEN 1

Generale regeling voor de kerkelijk werkers. als bedoeld in ordinantie

Dr. M. van Staveren. Nog een en ander over Mr. Jonannes Basius.

DTB Voorschoten 3. Inhoudsopgave

Inventaris van het archief van de. Nederlands Hervormde Gemeente

Over de toelating tot het ambt van predikanten in de Protestantse Kerk in Nederland

1. Inleiding Kerkorde De zes-jaarlijkse stemming overeenkomstig ordinantie

INVENTARIS VAN HET ARCHIEF VAN DE VERENIGNG 'SCHRIFT EN BELIJDENIS' (1958)

Titelgegevens / Bibliographic Description

1. Voor hen die de opleiding tot predikant volgen (ord ) de scriba van de kleine synode.

IH'YIÏTIEIS van het ARCHIEF. van het ARCIEF. FAMILIE (HQEaGVSLD, te V/oerden. door. C.L.J. de Kaper

Titelgegevens / Bibliographic Description

Titelgegevens / Bibliographic Description

Informatieblad Doop-, Trouw- en Begraafboeken

Het huwelijk van Riet Naaijkens en Toon Beerens

Doopboek NG Rotterdam

Nederlandse Hervormde gemeente Houten

Nummer Toegang: Inventaris van de collectie Jacob Mossel,

IV.8. ASSOCIATIEOVEREENKOMST MET DE PROTESTANTSE KERK IN NEDERLAND (PKN) OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 15 LID 2 VAN HET HUISHOUDELIJK REGLEMENT

Inventaris van de kopieën der Doop-, Trouw- en Begraafboeken (DTB) van Puttershoek

G. van Roekel Januari 2018; versie april 2018

Titelgegevens / Bibliographic Description

I. Oost-Vlieland

Titelgegevens / Bibliographic Description

Inventaris van het archief van W.O. Bloys van Treslong: Kolonel, Kapitein-ter-zee en Provisioneel Gouverneur van Suriname,

Nummer Toegang: 474 Plaatsingslijst van het archief van de Gereformeerde Kerk Schipluiden,

Generale regeling voor het gastlidmaatschap. als bedoeld in ordinantie 2-3-3

Aanvulling begraafgegevens Alphen (Gld) 1784 t/m 1813.

Archief van de Curatoren van het Athenaeum

Johanna / Antje van der Stoel ( )

Rooms-katholieke parochie Sint Jan, Sint Pieter en Sint Catharina ( Catharina tot juni 1763)

Plaatsingslijst van de collectie van prof. mr. P.A. Diepenhorst

Schoolmeesters in Friesland,

Op reis door het rijk der Letteren en der Godgeleerdheid

Rapport. Datum: 20 december 2005 Rapportnummer: 2005/389

16 Dec Eerste generatie. 1. Johan Heinrich Michael 1 Schimmel, geboren CA hij trouwde Catharina Elizabeth Beltmann, getrouwd VR

Inventaris van de kopieën der Doop-, Trouw- en Begraafboeken (DTB) van Capelle a/d IJssel

Vastgesteld in tweede lezing door de Generale Synode:

Inventaris van het archief van A. van der Ziel

Inventaris van de kopieën der Doop-, Trouw- en Begraafboeken (DTB) van Naaldwijk

Inventaris van het archief van mr. Jacob van Ghesel

Akte van geboorte. [w.g.] Govert van Andel Izak van der Beek. Jan Colijn C. Boll maire

Doop, trouw en begraafboeken van Zegwaart en Zoetermeer,

Fotoalbum van Henderika Jacobs ( )

Titelgegevens / Bibliographic Description

ECLI:NL:GHSHE:2017:146

Inventaris van de kopieën der Doop-, Trouw- en Begraafboeken (DTB) van Molenaarsgraaf

Generale regeling voor de opleiding en vorming van predikanten

Inventaris van de kopieën der Doop-, Trouw- en Begraafboeken (DTB) van Ter Aar

Twee afbeeldingen van Spaanse soldaten.

1. Inleiding Verkiezingen van ouderlingen en diakenen Zes-jaarlijkse stemming in november 2008 / 2014 / 2020 / 2026 etc...

Het leven van Petronella Kortenhof (l ), een Haarlemse vondelinge en inwoonster van Heemstede.

Inventaris van het archief van Gerhard Sevenster ( ), (SEV) Versie

H. ALLIROL DIRECTEUR'VAN DE GEM, GASFABRIEK EN WATERLEIDING TE KAMPEN

Ytzen Lieuwes Tamminga # Hiltje Karsjens Kalma * , *

Gerechtsbestuur Schalkwijk, (105)

Vroeger. door Bart Middelburg. Tekening Maarten Oortwijn/Noord-Hollands Archief

Nummer archiefinventaris:

Kind Cornelis van der Stoel Vader onbekend Moeder Jannetje van der Stoel Plaats Katendrecht Geboortedatum Bron Katendrecht

Titelgegevens / Bibliographic Description

Blad 2a. Kwartierstaat van Antoon van den Berg ( ) oudouders/oudgrootouders

Index trouwen district XIII.

Inventaris van de archieven van de notarissen ter standplaats Zegwaart en Zoetermeer, 1651, (1923)

Transcriptie:

Titelgegevens / Bibliographic Description Titel Auteur(s) Jacobus Koelman (1631-1695): jeugd en studietijd / F.A. van Lieburg. Lieburg, F.A. van In Figuren en thema's van de Nadere Reformatie / T. Brienen... [et al.]; dl 2. (Kampen, De Groot Goudriaan, 1990), p. 57-62. Copyright 2007 / F.A. van Lieburg De Groot Goudriaan Claves pietatis. Producent Claves pietatis / 2007.06.15; versie 1.0 Bron / Source Website Nummer Onderzoeksarchief / Research Archive Nadere Reformatie Sleutel tot de Nadere Reformatie B98014243 De digitale tekst is vrij beschikbaar voor persoonlijk gebruik, voor onderzoek en onderwijs. Respecteer de rechten van de rechthebbenden. Commercieel gebruik is niet toegestaan. The digital text is free for personal use, for research and education. Each user has to respect the rights of the copyright holders. Commercial use is prohibited. Het 'Onderzoeksarchief Nadere Reformatie' bevat digitale documenten over het gereformeerd Piëtisme en de Nadere Reformatie in Nederland tot 1800. Het is doorzoekbaar met de 'Bibliografie van het gereformeerd Piëtisme in Nederland (BPN)' op de website 'Sleutel tot de Nadere Reformatie'. The 'Research Archive Nadere Reformatie' contains digital documents about reformed Pietism and the Nadere Reformatie in the Netherlands until 1800. These can be retrieved by searching the 'Bibliography of the reformed Pietism in the Netherlands (BPN)' database at the 'Sleutel tot de Nadere Reformatie' website.

Jacobus Koelman (1631-1695): jeugd en studietijd F.A. van Lieburg Jacobus Koelman geldt als één van de onbetwiste kopstukken van de beweging der Nadere Reformatie. Hoewel er reeds vele publicaties aan hem zijn gewijd, blijft het moeilijk om een compleet beeld van deze veelzijdige figuur te vormen, mede doordat er nog altijd allerlei facetten van zijn leven en werk op speciale bestudering wachten. Eén van de witte plekken in zijn biografie vormt zeker zijn vroege levensperiode: over zijn afkomst, jeugd en studietijd is tot nu toe erg weinig bekend. Nader bronnenonderzoek leverde echter tal van nieuwe gegevens, waaronder zijn geboortejaar, dat in de literatuur gewoonlijk foutief als 1632 (soms 1633) wordt opgegeven. 1 Daarom moge in deze bundel het artikel van Meeuse over het kerkelijke optreden van Koelman en over zijn omvangrijk theologisch oeuvre, worden voorafgegaan door een enigszins uitvoerige schets van zijn eerste dertig levensjaren, de periode vóórdat hij predikant werd in Sluis. De ouders van Jacobus Koelman hebben zich waarschijnlijk kort voor 1629 in Utrecht gevestigd. Op 24 maart van dat jaar werd in de gereformeerde gemeente ter plaatse geloofsbelijdenis afgelegd door Hester Booms, waarbij haar echtgenoot Carel Coelman(s) in het lidmatenboek als getuige wordt genoemd. 2 Zij hadden toen in elk geval een zoon Abraham, die omstreeks 1626 geboren moet zijn, en wellicht was ook hun dochter Sara reeds geboren. Noch de huwelijksdatum, noch de plaats van herkomst van de ouders hebben we in de Utrechtse archivalia teruggevonden. Het echtpaar liet in Utrecht, een tweetal kinderen dopen: Jacob - onze hoofdpersoon - op 23 november 1631 in de Jacobikerk, en Johannes op 2 juli 1639 in het Anthoniegasthuis. 3 Eveneens twee kinderen van Carel Coelman(s) worden in 1641 en 1645 vermeld in de begrafenisrekeningen van de momboirkamer. 4 In totaal heeft het gezin dus minstens vijf kinderen geteld, waarvan alleen Abraham, Sara en Jacob(us) de volwassen leeftijd hebben bereikt. Helaas blijven we over de maatschappelijke positie van Koelmans vader in het ongewisse. Gezien het feit dat hij in de Weert,,op 't rentmeestershuys" (bij het Zwartewater) woonde, en dat hij zijn zoon een academische opleiding kon laten volgen dankzij een beurs van de Staten van Utrecht, is het aannemelijk dat hij een lager o verheidsambt bekleedde. In elk geval doorliep Jacobus de Latijnse (Hieronymus)school om daar het onderwijs te ontvangen dat toegang verschafte tot de academische studie, hoewel de lagere klassen ook wel werden bezocht door koopmanskinderen die voor andere beroepen dan advocaat, arts of predikant waren bestemd. 5 De jonge Koelman verbleef er gedurende het rectoraat van Wilhelmus Suerendonck, dat duurde van 1643 tot 1651. 6 Kort voor het einde van zijn Latijnse studie verloor Jacobus zijn vader, die in december 1648 in de Jacobikerk werd begraven. 7 Toen de achttienjarige Koelman eind 1649 ten overstaan van dominee Johannes Flaman belijdenis deed van zijn gereformeerde geloof, werd hij in het lidmatenboek reeds genoteerd 57

als zijnde student, wonende in de Lange Lauwerenstraat. 8 In het album studiosorum van de Utrechtse academie liet hij zich pas in 1650 inschrijven. 9 Hij volgde hier voorlopig de colleges in de artesfaculteit, waar hij op 11 september 1652 onder de hoogleraar Paulus Voetius het eerste deel van een oefendisputatie de substantia verdedigde. 10 Enkele jaren later, op 25 mei 1655, behaalde Koelman de graad van philosophiae doctor et artium magister, na het verdedigen van een disputatie onder professor Daniël Berckringer de materiis. u Deze graad had noch in het studiecurriculum, noch maatschappelijk veel betekenis, zodat de vraag zich opdringt waarom Koelman tot de weinigen behoorde die het in de filosofische faculteit tot een promotie brachten. Het antwoord lezen we in de vroedschapsresoluties van hetzelfde jaar 1655, waaruit blijkt dat Koelman de ambitie koesterde om aan studenten privaat-colleges te geven in de filosofie. Dit werd hem echter onder verwijzing naar een oud reglement verboden, mede omdat men vond dat hij in één van de stellingen die hij enkele dagen ervoor bij zijn promotie had verdedigd enkele hoogleraren onheus had bejegend (mogelijk in de vorm van een misprijzing van de scholastiek). 12 Koelman legde zich nu geheel toe op de theologie, waarbij hij zich in het bijzonder liet inspireren door de geschriften van Engelse en Schotse auteurs. Hij zal hiermee in het bijzonder via zijn leermeester Gisbertus Voetius in aanraking zijn gekomen; bovendien stond het angelsaksische puritanisme destijds in het brandpunt van de actualiteit vanwege de discussies over de zondagsviering. Koelman sloot zich aan bij een Utrechtse kring van vertalers die zich inzetten om allerlei engelstalige stichtelijke lectuur ook voor de Nederlandse gereformeerden toegankelijk te maken. Vooral in samenwerking met diaken Hendrik Versteegh, boekhandelaar aan de Oudegracht, heeft hij reeds in deze jaren vele werkjes vertaald. Opmerkelijk is dat hij zich in verband met deze activiteiten in maart 1657 vervoegde bij de classis Utrecht, versoeckende persoonen te weten aen welcke hij sig hebbe te addresseren, om eenige tractatus bij hem vertaelt, te oversien". Hij werd verwezen naar de classicale gedeputeerden, wier antwoord we verder niet vernemen. 13 Intussen had Koelman begin 1656 aan de Utrechtse theologische faculteit met goed gevolg het examen afgelegd om candidatus te worden. 14 Een (tweede) promotie als doctor in de godgeleerdheid liet hij hierop niet volgen, hetgeen ook niet nodig was om predikant te kunnen worden. Maar gemakkelijk was het verkrijgen van een beroep van een gereformeerde gemeente ook weer niet. Een kandidatenoverschot in deze jaren is wellicht de reden geweest waarom Koelman in november van hetzelfde jaar 1656 - hij woonde toen in de Lange Nieuwstraat bij de Groenesteeg in Utrecht - zich vervoegde bij de classis Leiden. Samen met andere proponenten verzocht hij op vertoon van zijn testimonium toegelaten te worden om in Zuid-Holland in vacante gemeenten te mogen voorgaan. Hiervoor had de synode dat jaar juist een proefpreek en een examen in het stuk van de sabbat en feestdagen voorgeschreven. 15 Het onderzoek werd door de proponenten met gunstig gevolg doorstaan, maar jaren later liet Koelman zich ontvallen dat hij in feite slachtoffer was geworden van de hetze die destijds door Hollandse predikanten werd gevoerd tegen Utrechtse theologiestudenten, die zogenaamd besmet waren met superstitieuze gevoelens en praktijk" omtrent het vierde gebod over de sabbat. Volgens Koelman zouden de classisleden achter de rug van de examinandi om zelfs hebben gezegd,,dat wij niet oprecht na onze gronden geantwoort hadden". 16 59

De kerkelijke loopbaan van de jonge proponent verliep al gauw geheel anders dan hij zelf kon verwachten. Alvorens dat na te gaan, moeten we de aandacht richten op de persoon van Jacobus' oudste broer: Abraham Koelman. Hij was al zeven jaar werkzaam als schoolmeester, koster en voorlezer in het dorp Vleuten, toen hij zich in februari 1656 liet inschrijven aan de Utrechtse academie om zich eveneens voor te bereiden op het predikambt. 17 Wellicht mede om intussen in het onderhoud van zijn gezin te kunnen voorzien, 18 voegde hij zich nog datzelfde jaar onder de veertien sollicitanten voor de functie van ziekentrooster bij de Utrechtse gereformeerde gemeente. Als dertigjarige theologiestudent had hij de eer te behoren tot de drie voorgeselecteerde kandidaten, maar hij zag de benoeming uiteindelijk gaan naar een drie jaar oudere knoopmaker. 19 Waarschijnlijk had Abraham in zijn schoolmeesterperiode het nodige aan zelfstudie verricht en privé-onderwijs ontvangen, want reeds in 1657 legde hij het theologisch kandidaatsexamen af. Kort daarna werd Abraham Koelman benaderd om als legerpredikant in dienst te treden bij het regiment van kolonel Willem van Lobbrecht onder de koning van Denemarken. Hiertoe vervoegde hij zich op 30 juni 1657 bij de classis Utrecht om te worden geëxamineerd, teneinde hij,,so in Denemercken als elders, daer 't regiment soude mogen marcheeren" zijn pastorale diensten kon verrichten. Na een korte propositie over Hooglied 1 vers 4 werd hij in een tweede zitting ondervraagd, hetgeen zoveel tijd in beslag nam dat men besloot de volgende morgen vroeg verder te gaan. De reden daarvan komt naar voren wanneer we lezen dat Abraham na afloop van de derde zitting op 1 juli verklaarde dat hij,,sighselven beswaert vonde, alles nader insiende, om den last van sulcken dienst, waertoe versocht, op te nemen". Liever dan als legerpredikant wilde hij gaan functioneren in dienst van de Indische kerken, wanneer de gelegenheid zich daartoe voordeed. 20 Uiteindelijk werd hij op 4 februari 1658 te Amsterdam als predikant naar Indië uitgezonden. 21 Over zijn verdere lotgevallen meldt de geschiedenis niets; waarschijnlijk is hij nog vóór zijn vertrek naar de koloniën overleden. 22 Intussen stond de vacature voor legerpredikant in Denemarken nog open. Wat lag er meer voor de hand dan om de jongere broer van Abraham Koelman als nieuwe kandidaat naar voren te schuiven? Op 6 augustus 1657 kwam Jacobus Koelman ter classis voor het kerkelijk examen. Een proefpreek over Efeze 1 vers 4 voldeed de broeders,,met groot contentement en lof". 23 Er ontstonden echter problemen toen de Staten van Utrecht, van wie Koelman immers een alumnus was geweest, bezwaren maakten tegen de gevolgde procedure, volgens hen strijdig met de kerkorde, en daarom weigerden de nodige dimissie te verlenen. Een classicale commissie zou met de Heren Staten gaan spreken om het geschil uit de weg te ruimen. 24 Het is onduidelijk of de problemen inderdaad zijn opgelost 25 en de benoeming is doorgegaan, ook al had Koelman reeds zijn handtekening geplaatst in het classicale formulierenboek, met de toevoeging:,,gezonden als predikant bij den heer quartiermeester Lobrecht en zijn e[erwaarde] regiment in Denmarken''. 26 Zelf zou Koelman later mededelen dat hij in 1657 het predikambt aanving - inderdaad in Denemarken, doch niet in het leger maar bij een gezantschap van de Staten-Generaal. 27 Zijn eerste dienst betrof een buitengewoon ambassadeurschap van Mr. Coenraad van Beuningen, samen met Godard Adriaan, baron van Reede, pandheer van Amerongen, en Mr. Matthijs van Vierssen. Dit gezelschap verbleef sinds februari 1656 in Kopenhagen, vanwaar Van Beuningen in augustus 1658 terugkeerde naar de Republiek. 28 60

Vervolgens diende Koelman in Brussel, gedurende een niet gedateerde periode, onder Mr. Thomas van Sasburgh. 29 Vooral in de Deense hoofdstad bleef de ambassadepredikant actief met het vertalen van godsdienstige werken. Biografisch interessant is een opdracht voorin één van zijn uitgaven, in november 1657 vanuit Kopenhagen gericht,,aan mijn waarde en geliefde zuster Sara Koelmans". 30 Hierin reageert hij op de zijns inziens gebrekkige toestand van haar geestelijk leven, en dringt hij aan op mijding van bepaalde zonden. Van Sara weten we dat ze belijdend lidmate was van de Utrechtse gereformeerde gemeente, en getrouwd was met de uit Franeker afkomstige Pieter Bus. 31 Dit kleermakersgezin verdiende mede de kost door het onderdak bieden aan academische studenten; één van hen was in 1659 de predikantszoon Wilhelmus a Brakel, een latere medestrijder van Jacobus Koelman in de beweging der Nadere Reformatie! 32 Sara Koelman ontmoeten we trouwens nog eens in 1667, wanneer ze zich bij haar kerkeraad vervoegt om het op te nemen voor Maria Hendricx. Deze dienstbode van de predikant Cornelis van der Vliet was ontslagen omdat ze volgens drie getuigen,,haer in ontrouwigheyt hadde vergrepen''. In de consistorie deed Sara een gloedvol betoog om de onschuld van het meisje te bewijzen. 33 Eind 1672 is ze overleden. 34 Terugkerend naar de tijd waarin Jacobus Koelman als ambassade-predikant werkzaam was, kan nog worden vermeld dat hij waarschijnlijk in 1658 door de publicatie van een (niet teruggevonden) pamflet deelnam aan een Rotterdamse polemiek tegen de sekte van de Quakers. 35 Op 20 maart 1660 trad hij in de Utrechtse Catharijnekerk in het huwelijk met Anna Hus uit Amsterdam. 36 Als huwelijksgetuigen traden op voor de bruidegom zijn eerdergenoemde zwager Peter Bus, en voor de bruid Catharina Brugmans. Wellicht heeft Koelman via laatstgenoemde zijn vrouw leren kennen. Catharina was namelijk gehuwd met de uit Amsterdam afkomstige Daniël Beukelaar, die sinds maart 1656 in Utrecht theologie studeerde. 37 Aan dit echtpaar had Koelman juist op 20 februari 1656 zijn eerste vertaalde werkje opgedragen, vanwege,,de bijzondere en onghemeene vriendtschap, die ghijlieden aan mij bewezen hebt". 38 Toen Jacobus Koelman met zijn vrouw in 1662 de pastorie van de gereformeerde gemeente van Sluis betrok, had hij anders dan zijn gemiddelde beginnende collega al een bewogen leven achter de rug. Opgegroeid in een stedelijk burgergezin dat connecties had met het predikantenmilieu - onderwezen aan de academie van Voetius, met bijzondere ambitie voor de filosofie - in persoonlijke aanraking gekomen met de puriteinse theologie en vroomheidsbeweging in de Engelse en Schotse, en met de sabbatsstrijd in de Nederlandse kerken - en als predikant in buitenlandse dienst geweest van de Staten-Generaal, zag Jacobus Koelman zijn vorming voltooid. Zijn reeds gebleken militante karakter en publicitaire ijver deden vermoeden dat kerkelijk Nederland nog van hem zou horen! Noten 1. Het eerst door A.F. Krull, Jacobus Koelman. Eene kerkhistorische studie (Sneek 1902, reprint Amsterdam 1977), 9-12, die het geboortejaar van Koelman vaststelde op basis van de (op zichzelf juiste) leeftijdopgave in het onderschrift onder twee van zijn portretten (,,1679 aetate 47"). 2. Gemeentearchief Utrecht, archief hervormde kerkeraad inv. nr. 406 (lidmatenboek). 61

3. Gemeentearchief Utrecht, DTB 2, 312 en 3,320. 4. Gemeentearchief Utrecht, archief momboirkamer, deel 122, 7 sept. 1640 en 15 sept. 1645. 5. A. Ekker, De Hieronymusschool te Utrecht, I: 1475-1636 (Utrecht 1863). 6. Ekker, De Hieronymusschool, 7. 7. Gemeentearchief Utrecht, archief momboirkamer, deel 122, 11 dec. 1648. 8. Gemeentearchief Utrecht, archief hervormde kerkeraad, inv. nr. 408 (lidmatenboek), 20 dec. 1649. 9. Album studiosorum academiae Rheno-Trajectinum, MDXXXVI-MDCCCLXXXV1 (Utrecht 1886), 24. 10. Paulus Voet, Disputatio metaphysica de substantia, pars prior, respondent: Jacobus Coelman, Ultrajectinus, 11 sept. 1652 (Utrecht, J. van Waesbergen, 1652); opgave kaartsysteem van S. van der Woude in de Universiteitsbibliotheek te Amsterdam. 11. Album promotorum qui inde ab anno MDCXXXVIo usque ad annum MDCCCXVum in academia Rheno- Trajectinum gradum doctoratus adepti sunt (Utrecht 1936), 10. 12. G.W. Kernkamp, Acta et decreta senatus. Vroedschapsresolutiën en andere bescheiden betreffende de Utrechtsche Academie I (Utrecht 1936), 308-309. 13. Rijksarchief Utrecht, archief classis Utrecht, inv. nr. 8, 3 en 4 maart 1657. 14. Voorrede in H. Binning, Ettelijcke gronden van de christelijcke religie (Amsterdam 1678). 15. Algemeen Rijksarchief, acta classis Leiden, inv. nr. 5, 7 nov. 1656. 16. J. Koelman, Het dispuit ende historie, mitsgaders de praktijke van den sabbath (...) (Utrecht 1685), 284-287. 17. Album studiosorum, 48. 18. Abraham Coelman ging als 'coster te Vleuten' op 21 okt. 1651 in Amsterdam in ondertrouw met de aldaar wonende Marritje Symons uit Vleuten; DTB gemeentearchief Amsterdam. In Utrecht lieten zij (de moeder nu Merrichjen Nieuwstraat genoemd) op 31 jan. 1658 een zoon Carel dopen; gemeentearchief Utrecht, DTB 5, 276. De DTB van Vleuten ontbreken voor de relevante periode. 19. Gemeentearchief Utrecht, archief hervormde kerkeraad inv. nr. 6 en 27 okt. 1656, 7 en 10 nov. 1656. 20. Rijksarchief Utrecht, archief classis Utrecht, inv. nr. 3, 30 juni 1657. Hij herhaalde dit verzoek voor de classis d.d. 10 en 11 aug. 1658. 21. C. A. L. van Troostenburg de Bruijn, Biographisch woordenboek van Oost-Indische predikanten (Nijmegen 1893), 98. 22. Achter zijn handtekening in het formulierenboek voor proponenten (Gemeentearchief Amsterdam, archief classis Amsterdam, inv. nr. 32, z.p.) staat aangetekend: 'obiit'. Enige datering ontbreekt, maar uit de context valt af te leiden dat omstreeks augustus 1658 de handtekening werd geplaatst. 23. Rijksarchief Utrecht, archief classis Utrecht, inv. nr. 3, 6 en 7 aug. 1657. 24. Idem, 11 en 12 aug. 1657. 25. Vgl. nog idem, 3 en 4 nov. 1657. 26. Rijksarchief Utrecht, archief classis Utrecht, inv. nr. 165, z.p. 27. Th. Parresius, Historisch verhael der proceduuren tegen Koelman (Rotterdam 1677), 296. 28. Zie O. Schutte, Repertorium der Nederlandse vertegenwoordigers, residerende in het buitenland 1584-1810 ('s Gravenhage 1976) 104-106 (Van Beuningen), 203-206 (Van Amerongen), 241 (Van Vierssen). 29. Schutte, Repertorium, 74. 30. Th. Goodwin, De toetssteen van eens christens wasdom (Amsterdam 1658). 31. Gemeentearchief Utrecht, archief hervormde kerkeraad, inv. nr. 409 (lidmatenboek), 27 sept. 1655; DTB 97, 568 (huwelijk 8 juli 1656 in de Catharijnekerk). Dit ouderpaar liet te Utrecht meerdere kinderen dopen. 32. Gemeentearchief Utrecht, archief hervormde kerkeraad, inv. nr. 409 (lidmatenboek), 20 febr. 1659 (ingekomen attestatie van,,gulielmus a Braeckel, student tot Pieter Bus, cleermaecker op de Breestaet"). 33. Gemeentearchief Utrecht, archief hervormde kerkeraad, acta 22 juli 1667. 34. Gemeentearchief Utrecht, archief momboirkamer, deel 125, 23 dec. 1672. 35. Volgens W.I. Huil, Benjamin Furly and Quakerism in Rotterdam (Swarthmore 1941), 212-213. 36. Gemeentearchief Utrecht, DTB 98, 21. 37. Album studiosorum, 49. 38. Chr. Love, Den strijdt tusschen vleesch en geest, alsmede de droevige onttrekkinge van Godts Geest (...) (Utrecht 1656). Beukelaar was later jarenlang predikant in Middelburg. 62