OPDRACHTKAART AV-01-05-01 Kleur en contrast Voorkennis: Je hebt de opdracht De fotocamera afgerond. Je hebt de opdracht Fotografische vormgeving afgerond. Intro: Ook kleuren bepalen de stemming van een foto. Een zwart-wit foto heeft dan ook een heel andere uitstraling dan een kleurenfoto. Door middel van deze opdracht maak je kennis met verschillende kleurcontrasten. Doelen: Als je deze opdracht hebt uitgevoerd, heb je de volgende doelen bereikt: Je weet dat kleuren invloed hebben op de sfeer van een foto. Je kent een aantal kleurcontrasten. Je kunt foto s maken met diverse kleurcontrasten. Activiteiten: Reserveer een computer met printer. Lees de tekst Kleur en contrast. Voer de bijgeleverde opdrachten uit. Vul de checklist in. Vul het evaluatieformulier in. Tijd: Voor deze opdracht krijg je 3 lesuren: Theorie 1 lesuur. Praktijk 2 lesuren. Materiaal: Fotocamera. Computer. Printer en printpapier. Beoordeling: De docent beoordeelt op zelfstandigheid, volledigheid en zorgvuldigheid m.b.t. de uitvoering van de opdrachten.
Theorie AV-01-05-02 Kleur Ook kleuren bepalen de stemming van een foto. Een zwart-wit foto heeft dan ook een heel andere uitstraling dan een kleurenfoto, zoals je op de onderstaande beelden kunt zien. Een heldere kleur kan de aandacht vestigen op een speciaal deel van de foto. Misschien zou dit deel bij een zwartwit foto niet echt opvallen, terwijl het bij een kleurenfoto waarschijnlijk het belangrijkste beeldelement wordt. Dat gekleurde deel heeft dan grote invloed op de totale sfeer van de foto. Bijvoorbeeld: In de bovenstaande zwart-wit foto vallen de rode bloemen nauwelijks op, terwijl deze in de kleurenfoto juist benadrukt worden. Dit komt doordat de kleuren rood en groen elkaar versterken. Het contrast tussen deze kleuren is namelijk erg groot. Bij elk contrast tussen twee kleuren is er sprake van kleurcontrast. Dit is het duidelijkst te zien als deze kleuren direct naast elkaar staan. Mensen zoals Johannes Itten hebben dit soort kleurcontrasten wetenschappelijk onderzocht. Ze maakten hierbij gebruik van de kleurencirkel.
Theorie AV-01-05-03 In totaal zijn er zeven kleurcontrasten, waarvan de belangrijkste contrasten kort besproken zullen worden: Kleur-tegen-kleur contrast Dit is het beste zichtbaar door primaire kleuren direct naast elkaar te plaatsen. Dit zijn felle kleuren die niet gemengd zijn, zoals rood, geel en blauw. Hoe verder de kleuren verwijderd zijn van de primaire kleuren, hoe zwakker het contrast zal worden. Complementair contrast Complementaire kleuren versterken elkaar als ze naast elkaar worden geplaatst. Deze kleuren liggen tegenover elkaar op de kleurencirkel. De complementaire contrasten zijn: rood-groen, blauw-oranje en geel-paars. Koud-warm contrast Warme kleuren zoals oranje, rood en geel kunnen ten opzichte van koele kleuren zoals groen en blauw worden geplaatst. Als deze kleuren direct naast elkaar worden geplaatst, is het contrast tussen warm en koud het duidelijkst zichtbaar. Licht-donker contrast Het contrast tussen lichte en donkere delen is het beste te zien bij een zwart-wit foto. Maar ook bij een kleurenfoto kunnen lichte kleuren en donkere kleuren direct naast elkaar worden geplaatst, zodat het contrast duidelijk zichtbaar wordt. Bijvoorbeeld: als je lichtgeel naast donkerblauw plaatst spreken we ook van een licht-donker contrast. Lichtgeel is namelijk een heldere kleur, in tegenstelling tot donkerblauw. Door te experimenteren met verschillende contrasten kun je ervoor zorgen dat je foto s er levendig en sprekend uitzien. Maak een bewuste keuze voor meer of minder contrast, zowel bij kleurenfoto s als zwart-wit foto s. Denk daarbij aan het doel van de foto.
PRAKTIJKOPDRACHT AV-01-05-04 Wat ga je doen: Lees eerst de opdrachten goed door, voordat je gaat fotograferen. Verdeel de klas in werkgroepen. Dit gebeurt in overleg met je docent. Maak per werkgroepje een taakverdeling, zodat iedereen de kans krijgt om te fotograferen. Opdracht A: Maak een kleuren-opname van een geschikt onderwerp. Maak een keuze uit de volgende mogelijkheden: kleur-tegen-kleur contrast complementair contrast koud-warm contrast Tip: Als je niet direct een geschikt (gekleurd) onderwerp kunt vinden, kun je ook allerlei kleurrijke voorwerpen of kledingstukken verzamelen en daarmee een beeld in scène zetten. Dit kan bijvoorbeeld een mode-foto of een stilleven zijn. Print het eindresultaat uit en presenteer deze aan je docent. Opdracht B: Maak twee opnamen van hetzelfde onderwerp. Maak een kleuren-opname en een zwart-wit opname. Of: Je kunt ook alleen een kleuren-opname maken en deze op een computer omzetten naar een zwart-wit beeld. Print de eindresultaten uit en presenteer deze aan je docent/klas. Bekijk samen het verschil tussen de twee foto s. Bespreek welke foto het beste resultaat geeft, en waarom dit zo is. Aantekeningen
Checklist AV-01-05-05 Opdracht A: Leerling Docent Heb je een foto gemaakt met een duidelijk kleurcontrast? O O Heb je een keuze gemaakt uit de 3 mogelijkheden? O O Heb je de foto aan je docent gepresenteerd? O O Opdracht B: Heb je een kleurenfoto en een zwart-wit foto gemaakt? O O Heb je de foto s aan je docent/klas gepresenteerd? O O Heb je de foto s met je docent/klas besproken? O O
Evaluatie AV-01-05-06 Praktijkopdracht A: 1. Wat vond je leuk aan deze opdracht? 2. Wat vond je moeilijk aan de opdracht? 3. Wat zou je de volgende keer anders doen? 4. Had je voldoende tijd voor de opdracht? 5. Geef jezelf een beoordeling voor de opdracht. OZeer onvoldoende, omdat: OOnvoldoende, omdat: OMatig, omdat: OVoldoende, omdat: OGoed, omdat: OZeer goed, omdat:
Evaluatie AV-01-05-07 Praktijkopdracht B: 1. Wat vond je leuk aan deze opdracht? 2. Wat vond je moeilijk aan de opdracht? 3. Wat zou je de volgende keer anders doen? 4. Had je voldoende tijd voor de opdracht? 5. Geef jezelf een beoordeling voor de opdracht. OZeer onvoldoende, omdat: OOnvoldoende, omdat: OMatig, omdat: OVoldoende, omdat: OGoed, omdat: OZeer goed, omdat: Totaal: 6. Heb je nog andere op-/ of aanmerkingen?