Provincie Noord-Holland

Vergelijkbare documenten
PROVINCIAAL BLAD. Opdracht ex. artikel 3.18 van de Wet natuurbescherming voor de bestrijding van muskusratten en beverratten, provincie Noord-Brabant

Waterschap Drents Overijsselse Delta De heer H.H.T. van der Steen Postbus AB ZWOLLE

BESLUIT FLORA- EN FAUNAWET VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

omgevingsdienst HAAGLANDEN

P R O V I N C I A A L B L A D

Provincie Noord-Holland

omgevingsdienst HAAGLANDEN

Provincie Noord-Holland

provincie Zuid Holland

Ik verleen u deze ontheffing voor de periode van 1 december 2016 tot en met 30 november 2021.

Provincie Noord-Holland

Provincie Noord-Holland

H Provincie. Noord-Holland 1 3 DEC Bruinsma Freriks Transport B.V. De heer M. Freriks Lindtsedijk LE Zwijndrecht

Provincie Noord-Holland

Vereniging Buyshaven D.J. Koopman Flevolaan MA ENKHUIZEN. Datum 22 april 2016 Betreft Beslissing aanvraag Art. 75 Flora en faunawet

PROVINCIAAL BLAD VAN LIMBURG 2005/47

Provincie Noord-Holland

Provinciaal blad van Noord-Brabant

Provincie Noord-Holland

omgevingsdienst HAAGLANDEN

Provincie Noord-Holland

Provincie Noord-Holland

Van: Verzonden: maandag 21 maart :10. Onderwerp: Opvolgingsmarkering: Markeringsstatus: Gemarkeerd. Categorieën: Geachte heer/mevrouw

Provincie Noord-Holland

Verzoek om informatie (Wet openbaarheid van bestuur)

Provincie Noord-Holland

Provincie Noord-Holland

Politie Kennemerland Postbus AB HAARLEM

1 A AUG AUG. 201/ Provincie Noord-Holland. Uil/ Gemeente Heemstede De heer E. van Hofwegen Postbus AJ Heemstede

RUD de heer J. van der Veldt Wnb Vergunning artikel 2.7, tweede lid Jisperdijk, Wormerland

BESLUIT FLORA- FAUNAWET VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Wespro Plaagdierpreventie C.C.W.P. Schuurmans Veldstraat AW GEFFEN. Datum 13 juli 2016 Betreft Beslissing aanvraag Art. 75 Flora en faunawet

Besluit Wij besluiten om u de aangevraagde ontheffing te verlenen. Hieronder motiveren wij ons besluit.

Hierbij doe ik een beroep op de Wet Openbaarheid van Bestuur (WOB) in het kader van de taken van

Natuurbalans - Limes Divergens B.V. G. Hoogerwerf Toernooiveld ED NIJMEGEN

Provincie Noord-Holland

INGEKOMEN 29 JULI 2016»ostbus 9323

de aangevraagde ontheffing voor het onder zich hebben en vervoeren van de overige in de aanvraag genoemde soorten te weigeren;

omgevingsdienst HAAGLANDEN

Provincie Noord-Holland

omgevingsdienst HAAGLANDEN

Ik verleen u deze ontheffing voor de periode van 30 november 2016 tot en met 31 december 2017.

lv. dat deze opdracht geldig is tot 15 augustus 2017 HAAGLANDEN lll. de voorschriften 1. tot en met 4. te verbinden aan deze opdracht; Besluit

maken bekend dat in hun vergadering van 1 juli 2003 is vastgesteld hetgeen volgt:

GESCAMD OP 2 3 SEP Gemeente Oostzaan

Hogeschool Van Hall Larenstein T.R. Huisman Agora CJ LEEUWARDEN. Datum 15 januari 2014 Betreft Beslissing aanvraag Art. 75 Flora- en faunawet

IN6EKÜMEN 4 MEI: Wob-verzoek aan de colleges van gedeputeerden van de provincies Noord- en Zuid-I-Iolland.

Provincie Noord-Holland

Wildernistrek E.G.C. van Uchelen Reeweg GA VLEDDER. Datum 19 juni 2015 Betreft Beslissing aanvraag Art. 75 Flora- en faunawet

Houtduiven Bijgedragen door Faunabeheereenheid

Ik verleen u deze ontheffing voor de periode van 22 februari 2017 tot en met 21 februari Hieronder vindt u de redenen voor mijn besluit.

BESLUIT WET NATUURBESCHERMING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Besluit Gelet op bovenstaande overwegingen hebben wij overeenkomstig het advies van de hoor en adviescommissie besloten:

Archief VERZOHDEN 2 ^ SEP Uitvoeringsdienst oord-holland Noord

De R.-K. Parochie H. Augustinus p/a R.-K. Begraafplaats Buitenveldert A. Vink Fred Roeskestraat EE AMSTERDAM

PROVINCIAAL BLAD. de op 20 december 2002 door provinciale staten vastgestelde Nota Faunabeleid Zeeland; Besluiten:

BESLUIT WET NATUURBESCHERMING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

r= z [ LZ Provincie Noord-Holland t:: Verzoek om informatie (Wet openbaarheid van bestuur) Particulier of organisatie Geslacht Voornaam Man

1 z] Verzoek om informatie (Wet openbaarheid van bestuur) Page 1. Ingevuld tormulier

Provincie Noord-Holland

Beste. NRC doet onderzoek naar het inhuren van externe adviseurs door colfeges van Gedeputeerde Staten. In dat kader hebben wij de volgende persvraag

omgevingsdienst HAAGLANDEN

Gemeente Nieuwegein A.R. de Bree Postbus AA NIEUWEGEIN. Datum 22 april 2016 Betreft Beslissing aanvraag Art. 75 Flora en faunawet

Archief. rud. Uitvoeringsdienst oord-holland Noord. R e a i o n a

Uitgangspunten inzake gebiedsbescherming (Natura 2000), soortenbescherming, faunabeheer en bescherming houtopstanden

Sauna Schiedam B.V. / Thermen Holiday Via de heer P. van Blerck Prinses Beatrixlaan JN SCHIEDAM. Geachte heer Van Blerck,

Tamboer Plaagdierbeheersing A. Tamboer Hoofdweg LV NIEUW VENNEP. Datum 29 augustus 2014 Betreft Beslissing aanvraag jagen op begraafplaatsen

Rijksdienst voor Ondernemend Nederland Onze referentie Bijlagen Beslissing Aanvraag Toelichting

Provincie Noord-Holland

Verzoek om informatie (Wët openbaarheid van bestuur)

Stichting SOS Dolfijn E. Everaarts Valkhof LL NIJKERK. Datum 29 juni 2017 Betreft Beslissing aanvraag Art. 75 Flora- en faunawet

%rw Noord-Holland. eeeee. Provincie 2 MEI2016. het project Poldermuseum als recreatieve schaket. De kosten van de

Rijksdienst voor Ondernemend Nederland Onze referentie Bijlagen 2 Beslissing Aanvraag

Verzenddatum Bijlagen Uw kenmerk Ons kenmerk 21 maart

PROVINCIAAL BLAD. Nr. 776

ONTWERPBESLUIT WET NATUURBESCHERMING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Besluit Wij besluiten om u de aangevraagde ontheffing te verlenen. Hieronder motiveren wij ons besluit.

Verzoek om informatie (Wet openbaarheid van bestuur) Page 1. From: Formdesk Response Date: 27 Oct :39: To:

ROZE MOND. advocaten. T.a.v. mevrouw Elîsabeth Post (gedeputeerde Openbaar Vervoer) Amsterdam, 28 september Geacht college,

Provincie Noord-Holland

De Schans Verhuur B.V. MPJ van der Schoot den Uitvanck XG Oirschot. Betreft: Omgevingsvergunning

Verzoek om informatie (Wet openbaarheid van bestuur) Page 1. From: Date: To: Subject:

ONTWERPBESLUIT WET NATUURBESCHERMING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Provincie Noord-Holland

Netwerk Groene Bureaus J.P.M. Burger Zeisterweg NL ODIJK. Datum 24 februari 2015 Betreft Beslissing aanvraag Art. 75 Flora- en faunawet

Uw aanvraag van de verbodsbepalingen genoemd in artikel 11 van de Flora- en faunawet wijs ik af

RUD Mevrouw L. Kuiper Ontheffing stiltegebieden, theatervoorstelling 'Onder het Melkwoud' Oostdijkje, De Rijp

Provincie Noord-Holland

provinci renthe r (o592) 36 tt tj r (o592) 36 t7 77 tt,h,lt,ht,,lhtttttttilil Assen, 30 april 2015

De das in de nieuwe wet natuurbescherming. Beleven, benutten en beschermen

OMGEVINGSVERGUNNING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING MUSKUSRATTENBESTRIJDING NOORD- BRABANT

INGEKOMEN - 2 DEC. 2SS

Verzoek om informatie (Wet openbaarheid van bestuur) Post Onderwerp: voor DIV nalatig pnh. Opvolgen Gemarkeerd

Team Groene regelgeving Omgevingszaken I. Kerssies / (058) of

Staatsbosbeheer T. Muusse Hilweg MT WERKENDAM. Datum 7 augustus 2014 Betreft Beslissing aanvraag Art. 75 Flora- en faunawet

Ik verleen u deze ontheffing voor de periode van 15 maart 2016 tot 1 juli Hieronder vindt u de redenen voor mijn besluit.

Besluit Wij besluiten om u de aangevraagde ontheffing te verlenen. Hieronder motiveren wij ons besluit.

Provincie Noord-Holland Dhr F.M.W.J. Zorge Directie concernzaken Sector Facility Management Postbus DA Haarlem

[Geef tekst op] [Geef tekst op] bijlage B

Transcriptie:

\±±±s Provincie Noord-Holland INGEKO' 1 3 JUNI 2018 POSTBUS 3007 2001 DA HAARLEM Directeur Hoogheemraadschap de Stichtse Rijnlanden/ Muskusrattenbestrijding WMNL Postbus 550 3990 CJ HOUTEN Uw contactpersoon dhr W.F.A. van Dijk BEL/GRN Telefoonnummer +31235145260 dijkwf@noord-holland.nl Verzenddatum Betreft: Wnb besluit 20 (201 8); opdracht ex. artikel 3.1 8 Wet natuurbescherming voor het doden van muskusratten en beverratten in het belang van de volksgezondheid en openbare veiligheid Geachte heer/mevrouw Heijs, Op 29 maart 201 8 hebben wij uw verzoek ontvangen voor een opdracht ex. artikel 3.18 Wet natuurbescherming (hierna: Wnb). De opdracht wordt nodig geacht voor het bestrijden van de soorten muskusrat {Ondatra zibethicus) en beverrat (Myocastor coypus), bruine rat (Rattus norvegicus) en zwarte rat (Rattus rattus). Dit wordt aangevraagd in het belang van de volksgezondheid en de openbare veiligheid, ter voorkoming van belangrijke schade aan gewassen, visgronden, wateren en andere eigendommen (met name gewassen en oeverkanten/oeverbeschermingen, en overige waterstaatkundige en infrastructurele werken), ter bescherming van wilde flora en fauna, ter instandhouding van natuurlijke habitats en in het algemeen belang. U heeft de opdracht aangevraagd voor onbepaalde tijd. Uw aanvraag is bij ons geregistreerd onder zaaknummer 1032311 /108861 2 en RUD.243580. De wet geeft ons de mogelijkheid om opdracht te geven aan muskusen beverratbestrijdingsorganisaties om de omvang van populaties van de beverrat (Myocastor coypus) en de muskusrat (Ondatra zibethicus) te beperken. Ook biedt de wet ons de mogelijkheid om regels te stellen voor de inzet van middelen, toestemming te geven voor betreding van gronden en het stellen van voorschriften. Omdat enkele muskus- en beverratbestrijdingsorganisaties in meerdere provincies actief zijn, worden ze met verschillende voorschriften rond bijvoorbeeld het gebruik van vangmiddelen geconfronteerd. Omdat dat niet bevorderlijk is voor een heldere en eenduidige uitvoering van de bestrijdingstaak is in het Interprovinciaal overleg (IPO) afgesproken om uniformiteit in de uitvoering van schadebeheer en bestrijding van muskus- en beverratten te krijgen. Met deze opdracht geven wij invulling aan deze afspraak. Conform de in IPO-verband gemaakte afspraken sluiten wij daarbij aan bij de afgesproken modelopdracht. Besluit Wij besluiten: I. op grond van artikel 3.1 8, vierde lid van de Wnb, aan de muskusrattenbestrijdingsorganisatie West - en Midden- Kenmerk 1 1 JUNI 2018 1032311/1088612 RUD.243580 Uw kenmerk Postbus 3007 2001 DA Haarlem Telefoon (023) 514 3143 Fax (023) 514 3030 Houtplein 33 2012 DE Haarlem www.noord-holland.nl Kvk nummer 34362354 Btw nummer NL.001 0.03.1 24.B.08 NHOOOI

2 I 8 1032311/1088612 II. III. Nederland opdracht te geven om binnen haar werkgebied de omvang van de populatie van de muskusrat en van de beverrat te beperken. Dit is in het belang van de volksgezondheid en openbare veiligheid, ter voorkoming van belangrijke schade aan gewassen, visgronden, wateren en andere eigendommen (met name gewassen en oeverkanten/oeverbeschermingen, en overige waterstaatkundige en infrastructurele werken), ter bescherming van wilde flora en fauna, ter instandhouding van natuurlijke habitats en in het algemeen belang; op grond van artikel 3.1 8, tweede lid, onder a van de Wnb, dat de personen die namens de muskusrattenbestrijdingsorganisatie West - en Midden- Nederland zorg dragen voor de uitvoering van de werkzaamheden ook zonder toestemming van de grondeigenaar toegang hebben tot gronden binnen het werkgebied van de muskusrattenbestrijdingsorganisatie West - en Midden-Nederland, zo nodig met behulp van de sterke arm; dat de personen bedoeld onder II die beschikken over de bemachtigde dieren of delen van deze dieren deze dieren, ter beperking van de kans op het uitbreken van ziektes, dienen te verwijderen; IV. op grond van artikel 3.25, eerste lid en artikel 3.26, derde lid van de Wnb, dat de personen bedoeld onder II voor het vangen en doden van muskusratten uitsluitend gebruik mogen maken van: a. Klemmen niet zijnde pootklemmen; b. Dodende kooien met bijvangst beperkende voorzieningen; c. Levend vangende kooien; d. Vuur-, gasdruk- en luchtdrukwapens conform de werkinstructie gebruik wapens, al dan niet voorzien van geluiddemper; e. Middelen tot delven en slaan, alsmede honden (niet zijnde lange honden); V. op grond van artikel 3.25, eerste lid en artikel 3.26, derde lid van de Wnb, dat de personen bedoeld onder II voor het vangen en doden van beverratten uitsluitend gebruik mogen maken van: a. Levend vangende kooien; b. Vuur-, gasdruk- en luchtdrukwapens conform de werkinstructie gebruik wapens, al dan niet voorzien van geluiddemper. VI. op grond van artikel 3.25, vierde lid, onder a van de Wnb, dat het voor de personen bedoeld onder II toegestaan is zich buiten gebouwen te bevinden met de onder IV genoemde vang- en dodingsmiddelen; VIL dat bij bijzondere weersomstandigheden deze opdracht VIII. IX. Voorschriften kan worden opgeschort; nadere voorschriften en beperkingen zoals opgenomen in bijlage 1 te verbinden aan deze opdracht; dat dit besluit in werking treedt op de dag na publicatie in het provinciaal blad.

Mêêf Provincie Noord-Holland 3 I 8 1032311/1088612 1. Deze opdracht mag alleen worden gebruikt door personen die daarvoor schriftelijk door de muskusrattenbestrijdingsorganisatie West - en Midden- Nederland zijn gemachtigd. De gemachtigde dient in het bezit te zijn van die schriftelijke machtiging. Die schriftelijke machtiging moet op eerste vordering aan de daartoe bevoegde ambtenaren ter inzage worden gegeven. Daarnaast wordt door muskusrattenbestrijdingsorganisatie West - en Midden- Nederland digitaal een actuele uitvoerderslijst bijgehouden die door de daartoe bevoegde ambtenaren kan worden ingezien; 2. De muskusrattenbestrijdingsorganisatie West - en Midden- Nederland is verplicht de onder II van het besluit bedoelde persoon van zijn bestrijdingstaak te ontheffen indien: a. de persoon verwijtbaar in strijd handelt met de in deze opdracht vastgelegde voorschriften, de Landelijke gedragscode muskus- en beverratten zoals vastgesteld door bestuurlijke Commissie Muskus- en Beverratten van de Unie van Waterschappen op basis van de Flora- en Faunawet of de opvolger van deze gedragscode of b. wij hierom verzoeken. 3. Flet gebruik van wapens en de inzet van een hond/honden is slechts toegestaan als dit plaats vindt bij schriftelijke machtiging van de muskusrattenbestrijdingsorganisatie West - en Midden-Nederland. Vuur-, gasdruk- en luchtdrukwapens, die geen geweer zijn, worden slechts gebruikt voor het doden van levend in de kooi gevangen muskus- en beverratten conform de werkinstructie gebruik wapens; 4. Voor zover in natuurgebieden wordt bestreden, zal dit met betrekking tot de periode, het tijdstip en de wijze van bemachtiging in overleg met de beheerder plaats vinden; 5. Ter evaluatie van de vangststrategie heeft de muskusrattenbestrijdingsorganisatie West - en Midden- Nederland een permanent gebruikt digitaal administratie systeem operationeel waarin bij voorkeur per exacte vangstlocatie, maar op zijn minst per uur km-hok, de vangstaantallen van alle gevangen dieren per vangmiddel worden bijgehouden; 6. Vóór 1 juni van elk kalenderjaar en binnen vijf maanden na het verstrijken van de expiratiedatum van deze opdracht, stuurt de muskusrattenbestrijdingsorganisatie West - en Midden- Nederland een samenvattende rapportage aan gedeputeerde staten van Noord-Holland. Deze rapportage omvat minimaal de inzet van uren en middelen, een specificatie van de bemachtigde dieren naar soort, aantal, vangmiddel, periode, waterschap en uur km-hok, alsmede een lijst van dode bijvangsten, gespecificeerd naar waterschap, periode en vangmiddel. Aan de hand van de resultaten kan in deze rapportage een advies worden opgenomen met betrekking tot eventuele aanpassingen van de door ons gegeven opdracht. Geldigheid De opdracht geldt vanaf de datum van verzending tot en met 1 6 juni 2023 en kan daarna, met eventuele vooraf overeengekomen wijzigingen, telkens voor een periode van vijfjaar worden verlengd. Onderwerp aanvraag NHoooi

4 I 8 1032311/1088612 I. Muskusrat en beverrat zijn exoten die door menselijk handelen sinds het begin van de vorige eeuw in Europa en ook in Nederland terecht zijn gekomen. Muskusrat en beverrat vallen niet onder de bescherming van de Wnb. Door de grote aantallen veroorzaken ze schade aan gewassen, visgronden, wateren en andere eigendommen (met name gewassen en oeverkanten/oeverbeschermingen, en overige waterstaatkundige en infrastructurele werken). Om de wilde flora en fauna te beschermen en natuurlijke habitats in stand te houden en in het algemeen belang is het noodzakelijk de omvang van de populatie van de muskusrat en van de beverrat te beperken. Door de populatieomvang te beperken worden genoemde risico s verminderd. Uit het eindrapport van de Veldproef Muskusratten', waarvan op 28 mei 201 8 de resultaten zijn gepubliceerd, blijkt dat het hele jaar door bestrijden de meest effectieve vorm van muskusrattenbeheer is. De waterschappen zijn verantwoordelijk voor de bestrijding van muskus- en beverraten. Artikel 3.2A van de Waterwet draagt de zorg voor het voorkomen van schade aan waterstaatswerken veroorzaakt door muskusratten en beverratten op aan de waterschappen. De waterschappen hebben die verantwoordelijkheid neergelegd bij een aantal bestrijdingsorganisaties. Op basis van artikel 3.1 8, lid 1 in samenhang met lid 4 van de Wet natuurbescherming kunnen Gedeputeerde Staten opdracht geven aan bestrijdingsorganisaties om de omvang van de populaties muskus- en beverratten te beperken. II. Uit het oogpunt van volksgezondheid en openbare veiligheid moet een effectieve bestrijding gewaarborgd zijn. Daarom vinden wij het particuliere belang in dit geval ondergeschikt aan het belang van een effectieve bestrijding. In artikel 3.1 8, lid 2 van de Wet natuurbescherming is bepaald dat Gedeputeerde Staten de bevoegdheid hebben om te bepalen dat de bestrijders toegang tot gronden hebben, zo nodig met behulp van de sterke arm. III. In artikel 3.1 8, lid 3 van de Wet natuurbescherming is bepaald dat Gedeputeerde Staten de bevoegdheid hebben om te bepalen wat er met de bemachtigde muskus- en beverratten gebeurt. Gedode dieren dienen ter voorkoming van de verspreiding van ziekten zo spoedig mogelijk uit het veld te worden verwijderd. De kadavers mogen aangeboden worden voor onderzoek of gebruikt worden voor het trainen van honden voor de muskusrattenbestrijding. IV en V. Op basis van artikel 3.25, lid 1 van de Wet natuurbescherming moeten Gedeputeerde Staten de middelen aanwijzen die voor het vangen en doden van muskus- en beverratten mogen worden gebruikt. Muskusrat en beverrat vallen als exoten niet onder de beschermende werking van de Wet natuurbescherming. Ook exoten kunnen bij opdracht ex artikel 3.18, Wnb worden bestreden. Deze opdracht komt wat betreft de muskusrat en de beverrat ook voort uit vaststelling door de Europese Commissie van de Unielijst met invasieve uitheemse exoten. Opname op de Unielijst eist van iedere lidstaat dat deze binnen anderhalf jaar na opname op de lijst over effectieve beheermaatregelen beschikt. De middelen die mogen worden gebruikt voor het vangen en doden van dieren worden bij het geven van een opdracht door GS 1 Beheer van de muskusrat in Nederland. Synthese van een grootschalige veldproef en parallelle studies. A&W-rapport 2458. Altenburg & Wymenga ecologisch onderzoek, Feanwalden.

Provincie Noord-Holland 1032B11/1088612 aangewezen (art 3.25, lid 1, Wnb ). De te gebruiken middelen zijn ten aanzien van zoogdieren vrij gelaten of niet limitatief opgesomd, waarmee ook gezegd is dat deze middelen wel moeten voldoen aan de aan die middelen gestelde algemene eisen, zoals de plicht te voorkomen dat het dier onnodig lijdt (artikel 3.24, lid 1 en artikel 3.25, lid 3 van de Wnb). Onderbouwing toegestane vang- en dodingsmiddelen Bestrijding van muskusrat en beverrat op populatieniveau (populatiebeheer) vergt middelen die actief vangen en middelen die passief vangen. De eerste groep middelen wordt doelgericht geplaatst op plekken waarvan men heeft geconstateerd dat een te vangen dier er gebruik van heeft gemaakt. In het algemeen betreft dit het plaatsen van een klem voor het hol van het te vangen dier. Daarnaast bestaan er klemmen die men plaatst op een plek waar men het te vangen dier aanwezig weet, maar niet weet waar het dier huist. Op zo n plek kan men ook proberen een dier in een kooi dood of levend te vangen. Al deze middelen moeten (overeenkomstig de door de Unie van Waterschappen vastgestelde gedragscode en werkinstructies, zie bijlage 1 b) zodanig worden geplaatst en van ontsnappingsmogelijkheden voor ongewenste vangsten worden voorzien, dat de nadelen van deze middelen zo laag als mogelijk worden gehouden. Levend gevangen muskusratten en beverratten kunnen - als men het dier eenmaal aan de staart in handen heeft - effectief worden doodgeslagen. Levend gevangen muskusratten en beverratten die in een kooi zitten kunnen effectief met een kort of lang vuurwapen of luchtdrukwapen worden gedood. Daarnaast kan het voorkomen dat muskusratten en beverratten effectiever geschoten kunnen worden dan gevangen, bijvoorbeeld op het moment dat gronden onder water lopen. Ook is het soms nodig een dier dat men niet met een vangmiddel te pakken krijgt met het geweer te doden indien dat dier ter plaatste niet langer getolereerd kan worden. Muskus en beverratten kunnen zich in de bebouwde kom bevinden maar bevinden zich vooral in het veld. Bestrijding zal hoofzakelijk in het veld plaats vinden. In artikel 3.25, lid 4 van de Wnb is bepaald dat Gedeputeerde Staten de bevoegdheid hebben om de muskus- en beverrattenbestrijders toe te staan dat zij zich buiten gebouwen mogen bevinden met de vang- en dodingsmiddelen zoals die in dit besluit genoemd zijn in lid III. Gedeputeerde Staten kunnen bij extreme winterse omstandigheden of bij extreme perioden van grote en langdurige warmte de jacht op alle wildsoorten opschorten. Muskus- en beverratten zijn geen wild in de zin van de Wet natuurbescherming. Juist een vorstperiode kan een weersomstandigheid zijn die nodig is om uitstroom te voorkomen en de populatie in toom te houden. Nadelen van extreme warmte of kou kunnen veelal door uitvoeringsmaatregelen worden voorkomen waardoor geen onnodig lijden bij levend gevangen dieren optreedt. Gedeputeerde Staten kunnen bij genoemde weersomstandigheden ook besluiten deze opdracht op te schorten. Afhankelijk van de lokale omstandigheden kan dat besluit gelden voor de gehele of voor delen van de provincie. Een overweging om de bestrijding stil te leggen bij bijvoorbeeld strenge vorst kan zijn dat men geen verontrusting wil bij de laatste wakken in verband met watervogels. NHOOOI

Bestrijding van muskus- en beverratten is mensenwerk in combinatie met het toepassen van bestrijdingsmiddelen. Om er voor te zorgen dat de juiste personen met de daarvoor bestemde middelen de gronden betreden zijn aanvullende voorschriften opgesteld. Die aanvullende voorschriften hebben betrekking op het aanwijzen van die bevoegde personen, de inzet van wapens, afstemming met betrekking tot het betreden van gronden, voorkomen van verstoring van natuurwaarden en de wijze van rapporteren over de bemachtigde muskus- en beverratten en eventuele ongewenste bijvangsten. Toelichting Aanvullende voorschriften 1. De handhaving van de Wet natuurbescherming berust bij Gedeputeerde Staten. Om te voorkomen dat onbevoegde personen zich met vang- en dodingsmiddelen op de gronden begeven dienen de personen die door bestrijdingsorganisaties zijn gemachtigd voor uitvoering van deze opdracht zich te kunnen legitimeren en de schriftelijke machtiging te overleggen. 2. Wanneer muskus- en beverrattenbestrijders verwijtbaar in strijd handelen met de voorschriften, de Wet natuurbescherming of de landelijke interne gedragscode muskus- en beverratten van de Unie van Waterschappen, dan wel de Gedragscode Wet natuurbescherming voor waterschappen, behouden Gedeputeerde Staten zich het recht voor om de bestrijdingsorganisatie te verzoeken die personen van hun taak te ontheffen. 3. Een bestrijdingsorganisatie kan besluiten het gebruik van een hond of het gebruik van een vuurwapen aan bestrijders toe te staan (permanent of tijdens een bepaalde actieperiode etc.). Het is niet de bedoeling dat iedere bestrijder een vuurwapen mag gebruiken. De regelgeving rond het gebruik van een vuurwapen beperkt de bestrijder immers ook sterk bij de uitvoering van die bestrijding. 4. Lid II van het besluit maakt het mogelijk dat bestrijders ook zonder toestemming van de eigenaar de gronden mogen betreden. Dat neem echter niet weg dat eerst wel verzocht moet worden om toestemming. Wordt die toestemming niet gegeven dan moet aan de eigenaar van de grond wel gemeld worden met welk doel de gronden toch betreden gaan worden. Omdat er geen openbaar register is van gebruikers/pachters zal niet in alle gevallen om toestemming aan de gebruiker gevraagd kunnen worden. 5. In natuurgebieden kan door de bestrijding risico ontstaan op verstoring of beschadiging van natuurwaarden. Daarom is het algemene uitgangspunt dat bij bestrijding altijd vooraf overleg plaats vindt met de beheerder van het natuurterrein. In het overleg met de beheerder met betrekking tot periode en tijdstip van de bestrijdingsactiviteiten en de manier van bestrijden wordt uitgegaan van het zo weinig mogelijk aantasten van de natuurwaarden. Bestrijding binnen Natura 2000 terreinen wordt bij voorkeur uitgevoerd in perioden van het jaar dat doelsoorten afwezig zijn of dat doelhabitats of doelsoorten het minst kwetsbaar zijn, een en ander in overleg met de beheerder en in aansluiting op het Natura 2000-beheerplan van het gebied. Ook gebruik van vervoermiddelen dient in dat licht te worden afgewogen. Is de bestrijding in het beheerplan niet geregeld of

U11S Provincie Noord-Holland 10323)1/1088612 wordt de bestrijding uitgevoerd op een wijze die op gespannen voet staat met de beheerdoelstellingen, dan kan een toetsing of vergunning in het kader van artikel 2.7 van de Wet natuurbescherming vereist zijn. 6. Om de bestrijding zo effectief mogelijk uit te kunnen voeren en om zo nodig de manier van bestrijden aan te kunnen passen is het van belang om inzichtelijk te maken welke vangsten en eventuele bijvangsten worden gedaan. De betreffende informatie kan leiden tot het adviseren aan Gedeputeerde Staten met betrekking tot aanpassing van de opdracht. Ook kan de rapportage bijdragen aan het verbeteren van de vangtechnieken en het verder verbeteren van de verschillende werkinstructies die door de Unie van Waterschappen worden uitgegeven in het kader van de landelijke interne Gedragscode Muskus- en Beverratten. 7. Gebruikelijk is dat alle vangsten op GPS worden ingevoerd. Voor de rapportage aan GS kan voor de bemachtigde muskusratten en beverratten worden volstaan met een rapportage waterschap waarin deze GPS-gegevens zijn verwerkt en zijn geduid. Dierenwelzijn Wellicht ten overvloede wijzen wij u op de zorgplichtartikelen zoals deze zijn geregeld in de Wet natuurbescherming en in het bijzonder artikel 3.24, lid 1 van de wet, welke luidt: Een ieder die een in het wild levend dier doodt of vangt voorkomt dat het dier onnodig lijdt". Kennisgeving Van dit besluit zal kennis worden gegeven middels de website van de RUD Noord-Holland-Noord en het Provinciaal Blad. Samenhangende besluiten Er kunnen nog andere bepalingen van kracht zijn, op grond waarvan vergunningen, toestemmingen, ontheffingen of meldingen benodigd zijn om dit besluit te kunnen uitvoeren. Die mogelijkheid geldt bijvoorbeeld voor het uitvoeren van dit besluit in en in de omgeving van N2000-gebieden, waarvoor een vergunning op grond van de Wnb in het kader van de gebiedenbescherming (Natura 2000) vereist kan zijn. Hiervoor zijn wij in principe bevoegd gezag. Voorts is het gebruik van het geweer gebonden aan de bepalingen van de Wet wapens en munitie. Meer informatie Heeft u nog vragen? Neemt u dan contact op met de Regionale Uitvoeringsdienst Noord-Holland Noord (RUD NHN) via 088-1 0 21 300. Wij verzoeken u hierbij het zaaknummer RUD.243580 te vermelden. Hoogachtend, Gedeputeerde Staten van Noord-Holland, Namens dezen, directeur Beleid dhr. HJ. Schartman Deze brief is digitaal vastgesteld en daarom niet ondertekend. NHOOOl

8 8 1032311/1088612 Bezwaar Als u belanghebbende bent kunt u binnen zes weken na de verzending, uitreiking of publicatie van dit besluit schriftelijk bezwaar aantekenen. Het bezwaarschrift kunt u sturen aan Gedeputeerde Staten van Noord- Holland, ter attentie van de secretaris van de Hoor- en adviescommissie. Postbus 123, 2000 MD HAARLEM. Voor meer informatie kunt u www.noord-holland.nl bezoeken. Het indienen van een bezwaarschrift schorst dit besluit niet. Indien onverwijlde spoed dat vereist kunt u de voorzitter van de rechtbank Noord-Holland verzoeken om een voorlopige voorziening te treffen. Dit verzoek kunt u indienen bij de voorzitter van de rechtbank Noord- Holland, Postbus 1621, 2003 BR HAARLEM. Voor het behandelen van een verzoek om een voorlopige voorziening wordt griffierecht geheven. Over de hoogte en de betaling van het griffierecht kunt u informatie verkrijgen bij de rechtbank Noord-Holland op (023) 8884444. Indien u bezwaar heeft ingediend is het mogelijk gebruikte maken van een minder formele procedure: een gesprek tussen u en medewerkers die namens het college van gedeputeerde staten deelnemen. Indien uw bezwaar zich hiervoor leent, wordt contact met u opgenomen, maar u kunt hier ook zelf om verzoeken. Een gesprek tast uw rechten als bezwaarmaker niet aan. Bijlage(n): Kopie aan: - Stichting Faunabeheereenheid Noord-Holland - Afdeling Toezicht en Handhaving RUD NHN - Afdeling vergunningverlening RUD NHN - Ministerie van Economische Zaken, p/a nbwetteam@minez.nl - BIJ12, Unit Faunafonds, t.a.v. de secretaris, p/a info@bijl2.nl - Alle gemeenten in de provincie - Alle waterschappen in de provincie

MUS Provincie Noord-Holland POSTBUS 3007 2001 DA HAARLEM Waterschap Rivierenland Heer/mevrouw Van Willegen Postbus 599 4000 AN TIEL Directeur Uw contactpersoon dhr W.F.A. van Dijk BEL/CRN Telefoonnummer +31235145260 dijkwf@noord-holland.nl Verzenddatum l l Betreft: Wnb besluit 20 (201 8); opdracht ex. artikel 3.18 Wet natuurbescherming voor het doden van muskusratten en beverratten in het belang van de volksgezondheid en openbare veiligheid Geachte heer/mevrouw Van Willegen, Op 29 maart 201 8 hebben wij uw verzoek ontvangen voor een opdracht ex. artikel 3.18 Wet natuurbescherming (hierna: Wnb). De opdracht wordt nodig geacht voor het bestrijden van de soorten muskusrat (Ondatra zibethicus) en beverrat {Myocastor coypus), bruine rat (Rattus norvegicus) en zwarte rat (Rattus rattus). Dit wordt aangevraagd in het belang van de volksgezondheid en de openbare veiligheid, ter voorkoming van belangrijke schade aan gewassen, visgronden, wateren en andere eigendommen (met name gewassen en oeverkanten/oeverbeschermingen, en overige waterstaatkundige en infrastructurele werken), ter bescherming van wilde flora en fauna, ter instandhouding van natuurlijke habitats en in het algemeen belang. U heeft de opdracht aangevraagd voor onbepaalde tijd. Uw aanvraag is bij ons geregistreerd onder zaaknummer 1 032311 /1088622 en RUD.243580. De wet geeft ons de mogelijkheid om opdracht te geven aan muskusen beverratbestrijdingsorganisaties om de omvang van populaties van de beverrat (Myocastor coypus) en de muskusrat (Ondatra zibethicus) te beperken. Ook biedt de wet ons de mogelijkheid om regels te stellen voor de inzet van middelen, toestemming te geven voor betreding van gronden en het stellen van voorschriften. Omdat enkele muskus- en beverratbestrijdingsorganisaties in meerdere provincies actief zijn, worden ze met verschillende voorschriften rond bijvoorbeeld het gebruik van vangmiddelen geconfronteerd. Omdat dat niet bevorderlijk is voor een heldere en eenduidige uitvoering van de bestrijdingstaak is in het Interprovinciaal overleg (IPO) afgesproken om uniformiteit in de uitvoering van schadebeheer en bestrijding van muskus- en beverratten te krijgen. Met deze opdracht geven wij invulling aan deze afspraak. Conform de in IPO-verband gemaakte afspraken sluiten wij daarbij aan bij de afgesproken modelopdracht. Besluit Wij besluiten: I. op grond van artikel 3.1 8, vierde lid van de Wnb, aan de muskusrattenbestrijdingsorganisatie Waterschap Rivierenland opdracht te geven om binnen haar werkgebied de omvang van de populatie van de Kenmerk 1032311/1088622 RUD.243580 Uw kenmerk 1 1 JUNI 2018 Postbus 3007 2001 DA Haarlem Telefoon (023) 514 3143 Fax (023) 514 3030 Houtplein 33 2012 DE Haarlem www.noord-holland.nl Kvk nummer 34362354 Btw nummer NL.0010.03.1 24.B.08 NHoooi

2 8 1032311/1088622 II. muskusrat en van de beverrat te beperken. Dit is in het belang van de volksgezondheid en openbare veiligheid, ter voorkoming van belangrijke schade aan gewassen, visgronden, wateren en andere eigendommen (met name gewassen en oeverkanten/oeverbeschermingen, en overige waterstaatkundige en infrastructurele werken), ter bescherming van wilde flora en fauna, ter instandhouding van natuurlijke habitats en in het algemeen belang; op grond van artikel 3.1 8, tweede lid, onder a van de Wnb, dat de personen die namens de muskusrattenbestrijdingsorganisatie Waterschap Rivierenland zorg dragen voor de uitvoering van de werkzaamheden ook zonder toestemming van de grondeigenaar toegang hebben tot gronden binnen het werkgebied van de muskusrattenbestrijdingsorganisatie Waterschap Rivierenland, zo nodig met behulp van de sterke arm; lil. dat de personen bedoeld onder II die beschikken over de bemachtigde dieren of delen van deze dieren deze dieren, ter beperking van de kans op het uitbreken van ziektes, dienen te verwijderen; IV. op grond van artikel 3.25, eerste lid en artikel 3.26, derde lid van de Wnb, dat de personen bedoeld onder II voor het vangen en doden van muskusratten uitsluitend gebruik mogen maken van: a. Klemmen niet zijnde pootklemmen; b. Dodende kooien met bijvangst beperkende voorzieningen; c. Levend vangende kooien; d. Vuur-, gasdruk- en luchtdrukwapens conform de werkinstructie gebruik wapens, al dan niet voorzien van geluiddemper; e. Middelen tot delven en slaan, alsmede honden (niet zijnde lange honden); V. op grond van artikel 3.25, eerste lid en artikel 3.26, derde lid van de Wnb, dat de personen bedoeld onder II voor het vangen en doden van beverratten uitsluitend gebruik mogen maken van: a. Levend vangende kooien; b. Vuur-, gasdruk- en luchtdrukwapens conform de werkinstructie gebruik wapens, al dan niet voorzien van geluiddemper. VI. op grond van artikel 3.25, vierde lid, onder avan de Wnb, dat het voor de personen bedoeld onder II toegestaan is zich buiten gebouwen te bevinden met de onder IV genoemde vang- en dodingsmiddelen; VIL dat bij bijzondere weersomstandigheden deze opdracht VIII. IX. Voorschriften kan worden opgeschort; nadere voorschriften en beperkingen zoals opgenomen in bijlage 1 te verbinden aan deze opdracht; dat dit besluit in werking treedt op de dag na publicatie in het provinciaal blad. 1. Deze opdracht mag alleen worden gebruikt door personen die daarvoor schriftelijk door de muskusrattenbestrijdingsorganisatie Waterschap Rivierenland

Provincie Noord-Holland 1032311/1088622 zijn gemachtigd. De gemachtigde dient in het bezit te zijn van die schriftelijke machtiging. Die schriftelijke machtiging moet op eerste vordering aan de daartoe bevoegde ambtenaren ter inzage worden gegeven. Daarnaast wordt door muskusrattenbestrijdingsorganisatie Waterschap Rivierenland digitaal een actuele uitvoerderslijst bijgehouden die door de daartoe bevoegde ambtenaren kan worden ingezien; 2. muskusrattenbestrijdingsorganisatie Waterschap Rivierenland is verplicht de onder II van het besluit bedoelde persoon van zijn bestrijdingstaak te ontheffen indien: a. de persoon verwijtbaar in strijd handelt met de in deze opdracht vastgelegde voorschriften, de Landelijke gedragscode muskus- en beverratten zoals vastgesteld door bestuurlijke Commissie Muskus- en Beverratten van de Unie van Waterschappen op basis van de Flora- en Faunawet of de opvolger van deze gedragscode of b. wij hierom verzoeken. 3. Het gebruik van wapens en de inzet van een hond/honden is slechts toegestaan als dit plaats vindt bij schriftelijke machtiging van de muskusrattenbestrijdingsorganisatie Waterschap Rivierenland. Vuur-, gasdruk- en luchtdrukwapens, die geen geweer zijn, worden slechts gebruikt voor het doden van levend in de kooi gevangen muskus- en beverratten conform de werkinstructie gebruik wapens; 4. Voor zover in natuurgebieden wordt bestreden, zal dit met betrekking tot de periode, het tijdstip en de wijze van bemachtiging in overleg met de beheerder plaats vinden; 5. Ter evaluatie van de vangststrategie heeft de muskusrattenbestrijdingsorganisatie Waterschap Rivierenland een permanent gebruikt digitaal administratie systeem operationeel waarin bij voorkeur per exacte vangstlocatie, maar op zijn minst per uur km-hok, de vangstaantallen van alle gevangen dieren per vangmiddel worden bijgehouden; 6. Vóór 1 juni van elk kalenderjaar en binnen vijf maanden na het verstrijken van de expiratiedatum van deze opdracht, stuurt de muskusrattenbestrijdingsorganisatie Waterschap Rivierenland een samenvattende rapportage aan gedeputeerde staten van Noord-Holland. Deze rapportage omvat minimaal de inzet van uren en middelen, een specificatie van de bemachtigde dieren naar soort, aantal, vangmiddel, periode, waterschap en uur kmhok, alsmede een lijst van dode bijvangsten, gespecificeerd naar waterschap, periode en vangmiddel. Aan de hand van de resultaten kan in deze rapportage een advies worden opgenomen met betrekking tot eventuele aanpassingen van de door ons gegeven opdracht. Geldigheid De opdracht geldt vanaf de datum van verzending tot en met 16 juni 2023 en kan daarna, met eventuele vooraf overeengekomen wijzigingen, telkens voor een periode van vijfjaar worden verlengd. Onderwerp aanvraag I. Muskusrat en beverrat zijn exoten die door menselijk handelen sinds het begin van de vorige eeuw in Europa en ook in Nederland terecht zijn gekomen. Muskusrat en beverrat vallen niet onder de bescherming van de Wnb. Door de grote aantallen veroorzaken ze schade aan gewassen, visgronden, wateren en andere eigendommen (met name gewassen en oeverkanten/oeverbeschermingen, en overige waterstaatkundige en NHOOOI

4 8 1032311/1088622 infrastructurele werken). Om de wilde flora en fauna te beschermen en natuurlijke habitats in stand te houden en in het algemeen belang is het noodzakelijk de omvang van de populatie van de muskusrat en van de beverrat te beperken. Door de populatieomvang te beperken worden genoemde risico s verminderd. Uit het eindrapport van de Veldproef Muskusratten', waarvan op 28 mei 201 8 de resultaten zijn gepubliceerd, blijkt dat het hele jaar door bestrijden de meest effectieve vorm van muskusrattenbeheer is. De waterschappen zijn verantwoordelijk voor de bestrijding van muskus- en beverraten. Artikel B.2A van de Waterwet draagt de zorg voor het voorkomen van schade aan waterstaatswerken veroorzaakt door muskusratten en beverratten op aan de waterschappen. De waterschappen hebben die verantwoordelijkheid neergelegd bij een aantal bestrijdingsorganisaties. Op basis van artikel 3.1 8, lid 1 in samenhang met lid 4 van de Wet natuurbescherming kunnen Gedeputeerde Staten opdracht geven aan bestrijdingsorganisaties om de omvang van de populaties muskus- en beverratten te beperken. II. Uit het oogpunt van volksgezondheid en openbare veiligheid moet een effectieve bestrijding gewaarborgd zijn. Daarom vinden wij het particuliere belang in dit geval ondergeschikt aan het belang van een effectieve bestrijding. In artikel 3.1 8, lid 2 van de Wet natuurbescherming is bepaald dat Gedeputeerde Staten de bevoegdheid hebben om te bepalen dat de bestrijders toegang tot gronden hebben, zo nodig met behulp van de sterke arm. III. In artikel 3.18, lid 3 van de Wet natuurbescherming is bepaald dat Gedeputeerde Staten de bevoegdheid hebben om te bepalen wat er met de bemachtigde muskus- en beverratten gebeurt. Gedode dieren dienen ter voorkoming van de verspreiding van ziekten zo spoedig mogelijk uit het veld te worden verwijderd. De kadavers mogen aangeboden worden voor onderzoek of gebruikt worden voor het trainen van honden voor de muskusrattenbestrijding. IV en V. Op basis van artikel 3.25, lid 1 van de Wet natuurbescherming moeten Gedeputeerde Staten de middelen aanwijzen die voor het vangen en doden van muskus- en beverratten mogen worden gebruikt. Muskusrat en beverrat vallen als exoten niet onder de beschermende werking van de Wet natuurbescherming. Ook exoten kunnen bij opdracht ex artikel 3.1 8, Wnb worden bestreden. Deze opdracht komt wat betreft de muskusrat en de beverrat ook voort uit vaststelling door de Europese Commissie van de Unielijst met invasieve uitheemse exoten. Opname op de Unielijst eist van iedere lidstaat dat deze binnen anderhalf jaar na opname op de lijst over effectieve beheermaatregelen beschikt. De middelen die mogen worden gebruikt voor het vangen en doden van dieren worden bij het geven van een opdracht door GS aangewezen (art 3.25, lid 1, Wnb ). De te gebruiken middelen zijn ten aanzien van zoogdieren vrij gelaten of niet limitatief opgesomd, waarmee ook gezegd is dat deze middelen wel moeten voldoen aan de aan die middelen gestelde algemene eisen, zoals de plicht te voorkomen dat het dier onnodig lijdt (artikel 3.24, lid 1 en artikel 3.25, lid 3 van de Wnb). Onderbouwing toegestane vang- en dodingsmiddelen 1 Beheer van de muskusrat in Nederland. Synthese van een grootschalige veldproef en parallelle studies. ASA/V-rapport 2458. Altenburg & Wymenga ecologisch onderzoek, Feanwalden.

Provincie Noord-Holland 1032311/1088622 Bestrijding van muskusrat en beverrat op populatieniveau (populatiebeheer) vergt middelen die actief vangen en middelen die passief vangen. De eerste groep middelen wordt doelgericht geplaatst op plekken waarvan men heeft geconstateerd dat een te vangen dier er gebruik van heeft gemaakt. In het algemeen betreft dit het plaatsen van een klem voor het hol van het te vangen dier. Daarnaast bestaan er klemmen die men plaatst op een plek waar men het te vangen dier aanwezig weet, maar niet weet waar het dier huist. Op zo'n plek kan men ook proberen een dier in een kooi dood of levend te vangen. Al deze middelen moeten (overeenkomstig de door de Unie van Waterschappen vastgestelde gedragscode en werkinstructies, zie bijlage 1 b) zodanig worden geplaatst en van ontsnappingsmogelijkheden voor ongewenste vangsten worden voorzien, dat de nadelen van deze middelen zo laag als mogelijk worden gehouden. Levend gevangen muskusratten en beverratten kunnen - als men het dier eenmaal aan de staart in handen heeft - effectief worden doodgeslagen. Levend gevangen muskusratten en beverratten die in een kooi zitten kunnen effectief met een kort of lang vuurwapen of luchtdrukwapen worden gedood. Daarnaast kan het voorkomen dat muskusratten en beverratten effectiever geschoten kunnen worden dan gevangen, bijvoorbeeld op het moment dat gronden onderwater lopen. Ook is het soms nodig een dier dat men niet met een vangmiddel te pakken krijgt met het geweer te doden indien dat dier ter plaatste niet langer getolereerd kan worden. Muskus en beverratten kunnen zich in de bebouwde kom bevinden maar bevinden zich vooral in het veld. Bestrijding zal hoofzakelijk in het veld plaats vinden. In artikel 3.25, lid 4 van de Wnb is bepaald dat Gedeputeerde Staten de bevoegdheid hebben om de muskus- en beverratten bestrijders toe te staan dat zij zich buiten gebouwen mogen bevinden met de vang- en dodingsmiddelen zoals die in dit besluit genoemd zijn in lid III. Gedeputeerde Staten kunnen bij extreme winterse omstandigheden of bij extreme perioden van grote en langdurige warmte de jacht op alle wildsoorten opschorten. Muskus- en beverratten zijn geen wild in de zin van de Wet natuurbescherming. Juist een vorstperiode kan een weersomstandigheid zijn die nodig is om uitstroom te voorkomen en de populatie in toom te houden. Nadelen van extreme warmte of kou kunnen veelal door uitvoeringsmaatregelen worden voorkomen waardoor geen onnodig lijden bij levend gevangen dieren optreedt. Gedeputeerde Staten kunnen bij genoemde weersomstandigheden ook besluiten deze opdracht op te schorten. Afhankelijk van de lokale omstandigheden kan dat besluit gelden voor de gehele of voor delen van de provincie. Een overweging om de bestrijding stil te leggen bij bijvoorbeeld strenge vorst kan zijn dat men geen verontrusting wil bij de laatste wakken in verband met watervogels. Bestrijding van muskus- en beverratten is mensenwerk in combinatie met het toepassen van bestrijdingsmiddelen. Om er voor te zorgen dat de juiste personen met de daarvoor bestemde middelen de gronden betreden zijn aanvullende voorschriften opgesteld. Die aanvullende voorschriften hebben betrekking op het aanwijzen van die bevoegde personen, de inzet van wapens, afstemming met betrekking tot het betreden van gronden, voorkomen van verstoring van natuurwaarden en de wijze van rapporteren over de bemachtigde muskus- en beverratten en eventuele ongewenste bijvangsten. NHOOOI

Toelichting Aanvullende voorschriften 1. De handhaving van de Wet natuurbescherming berust bij Gedeputeerde Staten. Om te voorkomen dat onbevoegde personen zich met vang- en dodingsmiddelen op de gronden begeven dienen de personen die door bestrijdingsorganisaties zijn gemachtigd voor uitvoering van deze opdracht zich te kunnen legitimeren en de schriftelijke machtiging te overleggen. 2. Wanneer muskus- en beverrattenbestrijders verwijtbaar in strijd handelen met de voorschriften, de Wet natuurbescherming of de landelijke interne gedragscode muskus- en beverratten van de Unie van Waterschappen, dan wel de Gedragscode Wet natuurbescherming voor waterschappen, behouden Gedeputeerde Staten zich het recht voor om de bestrijdingsorganisatie te verzoeken die personen van hun taak te ontheffen. 3. Een bestrijdingsorganisatie kan besluiten het gebruik van een hond of het gebruik van een vuurwapen aan bestrijders toe te staan (permanent of tijdens een bepaalde actieperiode etc.). Het is niet de bedoeling dat iedere bestrijder een vuurwapen mag gebruiken. De regelgeving rond het gebruik van een vuurwapen beperkt de bestrijder immers ook sterk bij de uitvoering van die bestrijding. 4. Lid II van het besluit maakt het mogelijk dat bestrijders ook zonder toestemming van de eigenaar de gronden mogen betreden. Dat neem echter niet weg dat eerst wel verzocht moet worden om toestemming. Wordt die toestemming niet gegeven dan moet aan de eigenaar van de grond wel gemeld worden met welk doel de gronden toch betreden gaan worden. Omdat er geen openbaar register is van gebruikers/pachters zal niet in alle gevallen om toestemming aan de gebruiker gevraagd kunnen worden. 5. In natuurgebieden kan door de bestrijding risico ontstaan op verstoring of beschadiging van natuurwaarden. Daarom is het algemene uitgangspunt dat bij bestrijding altijd vooraf overleg plaats vindt met de beheerder van het natuurterrein. In het overleg met de beheerder met betrekking tot periode en tijdstip van de bestrijdingsactiviteiten en de manier van bestrijden wordt uitgegaan van het zo weinig mogelijk aantasten van de natuurwaarden. Bestrijding binnen Natura 2000 terreinen wordt bij voorkeur uitgevoerd in perioden van het jaar dat doelsoorten afwezig zijn of dat doelhabitats of doelsoorten het minst kwetsbaar zijn, een en ander in overleg met de beheerder en in aansluiting op het Natura 2000-beheerplan van het gebied. Ook gebruik van vervoermiddelen dient in dat licht te worden afgewogen. Is de bestrijding in het beheerplan niet geregeld of wordt de bestrijding uitgevoerd op een wijze die op gespannen voet staat met de beheerdoelstellingen, dan kan een toetsing of vergunning in het kader van artikel 2.7 van de Wet natuurbescherming vereist zijn. 6. Om de bestrijding zo effectief mogelijk uit te kunnen voeren en om zo nodig de manier van bestrijden aan te kunnen passen is het van belang om inzichtelijk te maken welke vangsten en eventuele bijvangsten worden gedaan. De betreffende informatie kan leiden tot het adviseren aan Gedeputeerde Staten met betrekking tot aanpassing van de opdracht. Ook kan de rapportage bijdragen aan het verbeteren van de vangtechnieken en het verder verbeteren van de verschillende werkinstructies die door de Unie van Waterschappen worden uitgegeven in het

Provincie Noord-Holland 1032311/1088622 kader van de landelijke interne Gedragscode Muskus- en Beverratten. 7. Gebruikelijk is dat alle vangsten op GPS worden ingevoerd. Voor de rapportage aan GS kan voor de bemachtigde muskusratten en beverratten worden volstaan met een rapportage waterschap waarin deze GPS-gegevens zijn verwerkt en zijn geduid. Dierenwelzijn Wellicht ten overvloede wijzen wij u op de zorgplichtartikelen zoals deze zijn geregeld in de Wet natuurbescherming en in het bijzonder artikel 3.24, lid 1 van de wet, welke luidt: Een ieder die een in het wild levend dier doodt of vangt voorkomt dat het dier onnodig lijdt. Kennisgeving Van dit besluit zal kennis worden gegeven middels de website van de RUD Noord-Holland-Noord en het Provinciaal Blad. Samenhangende besluiten Er kunnen nog andere bepalingen van kracht zijn, op grond waarvan vergunningen, toestemmingen, ontheffingen of meldingen benodigd zijn om dit besluit te kunnen uitvoeren. Die mogelijkheid geldt bijvoorbeeld voor het uitvoeren van dit besluit in en in de omgeving van N2000-gebieden, waarvoor een vergunning op grond van de Wnb in het kader van de gebiedenbescherming (Natura 2000) vereist kan zijn. Hiervoor zijn wij in principe bevoegd gezag. Voorts is het gebruik van het geweer gebonden aan de bepalingen van de Wet wapens en munitie. Meer informatie Heeft u nog vragen? Neemt u dan contact op met de Regionale Uitvoeringsdienst Noord-Holland Noord (RUD NHN) via 088-10 21 300. Wij verzoeken u hierbij het zaaknummer RUD.243580 te vermelden. Hoogachtend, Gedeputeerde Staten van Noord-Holland, Namens dezen, directeur Beleid dhr. H.J. Schartman Deze brief is digitaal vastgesteld en daarom niet ondertekend. Bezwaar Als u belanghebbende bent kunt u binnen zes weken na de verzending, uitreiking of publicatie van dit besluit schriftelijk bezwaar aantekenen. Het bezwaarschrift kunt u sturen aan Gedeputeerde Staten van Noord- Holland, ter attentie van de secretaris van de Hoor- en adviescommissie, Postbus 123, 2000 MD HAARLEM. Voor meer informatie kunt u www.noord-holland.nl bezoeken. Het indienen van een bezwaarschrift schorst dit besluit niet. Indien onverwijlde spoed dat vereist kunt u de voorzitter van de rechtbank Noord-Holland verzoeken om een voorlopige voorziening te treffen. Dit verzoek kunt u indienen bij de voorzitter van de rechtbank Noord- Holland, Postbus 1621, 2003 BR HAARLEM. Voor het behandelen van een NHOOOl

8 8 1032311/1088622 verzoek om een voorlopige voorziening wordt griffierecht geheven. Over de hoogte en de betaling van het griffierecht kunt u informatie verkrijgen bij de rechtbank Noord-Holland op (023) 8884444. Indien u bezwaar heeft ingediend is het mogelijk gebruikte maken van een minder formele procedure: een gesprek tussen u en medewerkers die namens het college van gedeputeerde staten deelnemen. Indien uw bezwaar zich hiervoor leent, wordt contact met u opgenomen, maar u kunt hier ook zelf om verzoeken. Een gesprek tast uw rechten als bezwaarmaker niet aan. Bijlage(n): Kopie aan: - Stichting Faunabeheereenheid Noord-Holland - Afdeling Toezicht en Handhaving RUD NHN - Afdeling vergunningverlening RUD NHN - Ministerie van Economische Zaken, p/a nbwetteam@minez.nl - BIJ12, Unit Faunafonds, t.a.v. de secretaris, p/a info@bijl2.nl - Alle gemeenten in de provincie - Alle waterschappen in de provincie