Provincie Noord-Holland

Transcriptie

1 POSTBUS DA HAARLEM Burgemeester en Wethouders van de gemeente Beverwijk Postbus AL BEVERWIJK Gedeputeerde Staten Uw contactpersoon dhr. J.A. Oortman Gerlings BEL/RO Telefoonnummer I Betreft: bestemmingsplan Wijk aan Zee; afronding vooroverleg en voorwaardelijk instemmen met voorschriften, voorwaarden en beperkingen Wet natuurbescherming. Geacht college, Bij brief van 2 december (590849/887600) hebben wij op hoofdlijnen instemmend gereageerd op het voorontwerp bestemmingsplan Wijk aan Zee, een bestemmingsplan met verbrede reikwijdte op voet van de Crisis- en herstelwet (veertiende tranche). In die brief hebben wij gezegd dat over opstelling van dit besluit ambtelijk overleg met u vereist is. Dat overleg heeft op 6 februari plaatsgevonden. Verzenddatum 2 8 MW\?917 Kenmerk Uw kenmerk Z Afronding vooroverleg Ruimtelijke kwaliteit In uw bespreking van onze reactie van 2 december 2016 bepleit u het plan niet aan de Adviescommissie Ruimtelijke Ontwikkeling (ARO) voor te leggen omdat het gaat om bestaand stedelijk gebied. U heeft aangevoerd dat de regels en de toelichting aangevuld zijn aan de hand van de suggesties op het vlak van ruimtelijke kwaliteit in onze brief. Daar komt nog bij dat de toelichting en wat daar bij hoort bij een bestemmingsplan met verbrede reikwijdte op voet van de Crisis- en herstelwet deel uit maakt van dat plan. Tegen deze achtergrond hebben wij besloten af te zien van consultatie van de Adviescommissie Ruimtelijke Ontwikkeling. Postbus DA Haarlem Telefoon (023) Fax (023) Houtplein DE Haarlem NHoooi

2 Kustpact Het toestaan van strandhuisjes met grotere vlonders op het zuidelijk deel van het strand is seizoensgebonden en geen nieuwe ontwikkeling waar het kustpact zicht tegen verzet. Wel dient de initiatiefnemer een watervergunning aan te vragen en met de Regionale Uitvoeringsdienst Noord te overleggen over de noodzaak van een vergunning op voet van de Wet natuurbescherming. Ontwikkelingsruimte voor stikstofdepositie Het bestemmingsplan Wijk aan Zee maakt het mogelijk de ontwikkelingsruimte voor stikstofdepositie, die nodig is voor de in het plan voorziene bouw van 191 woningen, vast te leggen. De gemeenteraad is op grond van artikel 2.7, eerste lid, sub c, van het Besluit natuurbescherming bevoegd ontwikkelingsruimte (OR) toe te delen met een bestemmingsplan dat ziet op een ontwikkelingsgebied als bedoeld in artikel 2.3 van de Crisis- en herstelwet en dat voldoet aan artikel 5.6 van de Wet natuurbescherming. De vergunde milieuruimte (zoals voor stikstofdepositie) blijft in stand. Er is voldoende ontwikkelruimte voor de stikstofdepositie van de woningen beschikbaar. Daarom blokkeert de bouw van deze 1 91 woningen de verdere ontwikkeling van het bedrijfsleven voor wat betreft stikstofdepositie in de wijde omgeving niet. Vergunningverlening Natuur Het bestemmingsplan moet voldoen aan artikel 5.6 van de Wet natuurbescherming. In het tweede lid van artikel 5.6 Wet natuurbescherming is bepaald dat wij als bevoegd gezag voor vergunningverlening instemming kunnen verlenen aan de voorwaarden, voorschriften en beperkingen waaronder een vergunning als bedoeld in artikel 2.7 Wet natuurbescherming wordt verleend. Bij de beoordeling van de nieuwe ontwikkelingen onderscheiden wij de aanlegfase/uitvoeringsfase en de exploitatiefase na gereedkomen van de woningen. In de aanlegfase/uitvoeringsfase gaat het om tijdelijke effecten als gevolg van de (bouw)werkzaamheden voor het realiseren van de nieuwbouw. In de exploitatiefase gaat het met name om effecten vanwege stikstof.

3 Mogelijke effecten Voor licht, geluid en optische verstoring hoeh u in dit plan geen voorschriften, voorwaarden of beperkingen op te nemen. Voor zover die effecten zich zouden voordoen, levert dat in het kader van vergunningverlening op grond van hoofdstuk 2 van de Wet natuurbescherming geen probleem op, omdat het gebied niet is aangewezen voor soorten of leefgebieden/habitats die daarvoor gevoelig zijn. Effecten die mogelijk wel (significant) negatieve effecten op het Noordhollands Duinreservaat kunnen hebben zijn de volgende. Stikstof In het kader van het bestemmingsplan deelt de gemeenteraad van Beverwijk ontwikkelingsruimte toe. In het kader van de te verlenen vergunningen Wet natuurbescherming voor de diverse projecten die onder het bestemmingsplan vallen, dient inzichtelijk gemaakt te worden dat er voldoende ontwikkelingsruimte beschikbaar is voor het betreffende project. Trillingen Trillingen kunnen een significant negatief effect op de soort nauwe korfslak hebben. Vanwege de tijdelijke aard van de werkzaamheden en het beperkte invloedsgebied (< 100 meter) van eventuele trillingen, kunnen significant negatieve effecten op de populatie van de nauwe korfslak uitgesloten worden. Verdroging/grondwater Verdroging kan een significant negatief effect voor het leefgebied van de nauwe korfslak en enkele habitattypen (bv. vochtige duinvalleien) hebben. Effecten vanwege grondwaterbemaling in de aanlegfase zijn nog niet in beeld gebracht. Dergelijke effecten van grondwaterbemaling moeten voorkomen worden. Fluctuaties in de grondwaterstand zijn niet toegestaan vanwege kans op verdroging van omliggende habitattypen. Betreding of fysieke aantasting Fysieke aantasting vanwege werkzaamheden in de aanlegfase van het gebied/habitats/habitattypen is niet toegestaan. Versnippering en/of oppervlakteverlies naar aanleiding van de werkzaamheden is niet toegestaan. Opslag van (bouw)materialen in het N2000-gebied is daarom niet toegestaan. Het werkterrein in de aanlegfase mag niet binnen de grenzen van het N2000-gebied liggen. In het verlengde hiervan dient (bodem)verontreiniging van het gebied voorkomen te worden. NHOOOl

4 4 5 Witsnuitlibel Significant negatieve effecten op de witsnuitlibel zijn uitgesloten vanwege de tijdelijkheid van de werkzaamheden en de ruime uitwijkmogelijkheden voor de soort in het gebied. Voorschriften, voorwaarden en beperkingen In het bestemmingsplan dient u de volgende voorschriften, voorwaarden en beperkingen op te nemen waaronder een vergunning als bedoeld in artikel 2.7 Wet natuurbescherming wordt verleend: 1. De aanvang van de werkzaamheden dient uiterlijk één week voordat de werkzaamheden beginnen gemeld te worden bij de Regionale Uitvoering Dienst Noord door middel van het meldingsformulier dat via deze koppeling binnen is te halen: Gebiedsbescherniinq. 2. Bij de aanvraag voor elk project binnen het bestemmingsplan dient inzichtelijk gemaakt te worden hoeveel ontwikkelingsruimte (OR) benodigd is in het kader van de Programmatische Aanpak Stikstof (PAS). Er dient aangetoond te worden dat de benodigde OR past binnen de door de gemeenteraad in de regels van het bestemmingsplan toebedeelde OR. 3. Betreding van het N2000 gebied voor de werkzaamheden voor (deel)project(en) is niet toegestaan. Het werkterrein mag niet binnen de grenzen van het N2000-gebied gesitueerd worden. 4. Opslag van (bouw)materiaal of het inzetten van (bouw)materiaal voor een (deel)project binnen de grenzen van het Natura gebied is niet toegestaan. 5. Indien de bouwlocatie grenst aan het Natura 2000-gebied, dient er tijdens de aanlegfase een bouwhek geplaatst te worden tussen de bouwlocatie en het Natura 2000-gebied zodat afval niet verwaait naar het Natura 2000-gebied. 6. De werkzaamheden mogen geen hydrologisch significant negatief effect veroorzaken op de aangewezen habitattypen. Bij werkzaamheden waarbij er een effect kan optreden op de grondwaterstand in het gebied dient retourbemaling plaats te vinden. 7. In geen geval mag er (bodem)verontreiniging van het Natura gebied ontstaan. De machines en generatoren welke bij de

5 uitvoering van de werkzaamheden zullen worden gebruikt, dienen in goede staat van onderhoud te verkeren. Indien u bovenstaande voorschriften, voorwaarden en beperkingen de regels van het bestemmingsplan Wijk aan Zee opneemt zullen wij daar mee instemmen. Hoogachtend, Gedeputeerde Staten van, namens dezen, Sectormanager Ruimtelijke Ontwikkeling dhr. drs. T.R. Smeelen Deze brief is digitaal vastgesteld en daarom niet ondertekend. NHOOOl