Dienstnummer: 1308 zondag: Witte Donderdag datum: 18-04-2019 plaats: De Bron, Assen Schriftlezingen (onderstreept = hoofdlezing): Johannes 13:1-15 liederen: zie paastriduumboekje eventuele bijzonderheden: 2x overweging bij een schilderij n.a.v. Christoforus 1. bij 'Zoeken', Marjan de Ligny a. Zoeken, dat gaf Marjan de Ligny als titel aan haar schilderij. En ook het gedicht dat ze erbij schreef, noemde ze zo. Zoeken, want het verhaal van Christoforus helpt haar
2 bij haar eigen zoektocht. Ik zoek in de drukte, stress en kou naar vaste grond en licht, zo schrijft ze. Ik wankel en zoek evenwicht. (het schilderij hang dan ook in een wankel evenwicht) Iets weerhoud me om zelf over te steken. Daarom zoek ik iemand of iets om me te helpen over te steken naar het licht. Een schouder, een uitgestoken hand. Het lijkt op het zoeken dat méér mensen doen: zoeken naar iets dat jou kan dragen, jou kan dragen door de -soms kolkende- levensstroom heen; zoeken naar iets dat of iemand die jou helpt om over te steken uit de duisternis naar het licht; een schouder om tegenaan te leunen, een uitgestoken hand; zoeken naar doel, naar bestemming, naar zin. b. Zoeken, daarmee begint ook het verhaal van Christoforus: Op een dag trok hij de wijde wereld in om op zoek te gaan naar de machtigste heer. Want hem alleen wilde hij dienen. Christoforus vermoedt blijkbaar bij wie hij het zoeken moet: bij 'de machtigste heer van de wereld'. Die zal hem zijn bestemming kunnen geven, de zin van zijn leven; die zal hem helpen oversteken naar het licht. Christoforus weet dan nog niet wie die machtigste heer is. Maar op zijn zoektocht gaat hij het ontdekken: dat het een koning is die heerst door te dienen, die het werk van een slaaf -voeten wassenop zich neemt;
3 en dat je het dus in zijn voet-spoor zult moeten zoeken en het dan misschien voetje voor voetje kunt vinden... Op zijn zoektocht gaat hij het ontdekken: dat een machteloze gekruisigde machtiger is dan de duivel en dat een gekrúisigde koning meer macht heeft dan het kwaad; en dat je het daarom misschien ook wel moet zoeken in het loslaten van je eigen leven, je eigen leven met alles wat jou kwaad doet, je eigen leven met al je heerszucht en grote ego, je eigen leven met al je angsten en onrust-, dat allemaal durven verloochenen en je kruis op je nemen; dus dat het licht misschien wel te vinden is júist in de duisternis, het geluk juist bij de lijdenden, het leven pas dóór de dood heen. c. Christoforus gaat mensen de rivier overzetten. Jouw kracht is dat je groot en sterk bent, jij moet Christus dienen door de mensen naar de overkant van deze onstuimige rivier te brengen. Wie weet kom je dan Christus zelf tegen, zo zegt een kluizenaar tegen hem. Zoeken naar vaste grond en licht, dat is misschien wel: zoeken om te dienen, de voeten wassen van mensen die met hun blote poten in de modder staan, mensen dragen door het doodswater, daarvoor je eigen kracht inzetten. Wie weet is dat een weg om te vinden wat je zoekt; wie weet kom je dan Christus zelf tegen...
4 2. bij 'Ik zal Hem dragen, Hij draagt mij', Marian Koster a. Als ik, jullie Heer en jullie meester, je voeten gewassen heb, moet je ook elkaars voeten wassen. Jezus is het voorbeeld voor zijn volgelingen. Jij moet Christus dienen door de mensen naar de overkant van deze onstuimige rivier te brengen. Wie weet kom je dan Christus zelf tegen, zo zegt de kluizenaar tegen Christoforus. Mensen dienen en Christus dienen, dóór mensen te dienen Christus dienen: het ligt allemaal heel dicht bij elkaar. De legende vertelt dat Christoforus op een nacht een kind hoort roepen.
5 Het vraagt hem: Christoforus, draag mij over. Wanneer hij het kind naar de overkant gedragen heeft blijkt dit kind Christus te zijn. Zo wordt dus waar wat de kluizenaar heeft gezegd: als Christoforus mensen door het doodswater heen naar de overkant brengt, draagt hij Christus, dient hij Christus. b. Op mijn schilderij, zo vertelt Marian Koster-, op mijn schilderij zie je Christoforus die zich ontworstelt aan het kolkende water, met het Licht in zijn handen-, en dat is ook: met het Chrístuskind in zijn handen De mens die hij naar de overkant heeft gebracht is dus licht geworden, is Chrístus geworden: mensen naar de overkant brengen, misschien kom je dan Christus zelf tegen. Marian verbeeldt dat doordat het op haar schilderij lijkt -zo zegt ze het zelfalsof niet alleen Christoforus het licht draagt, nee, het Licht draagt ook Christoforus: eigenlijk tilt het licht hem ook uit het water op en eruit. En daarom: ik draag Hem, Hij draagt mij. c. Dus: Christoforus draagt mensen en daarin draagt hij Christus;
6 maar tegelijk ervaart hij dat Christus ook hém draagt. Ik zal een mens dragen en daarin zal ik Hém dragen, want Hij draagt mij. Ik zal een mens dienen en daarin Hem dienen, want Hij dient mij. Ik zal een mens de voeten wassen want Hij heeft ook míjn voeten gewassen en mij daarin gediend. d. Je kunt zeggen: juist dát vieren we in het avondmaal, proeven we in brood en wijn, ervaren we aan de Tafel van de Heer. Want als wij het brood breken en delen en de wijn in de beker laten rondgaan, dan dienen wij elkaar, dan breken en delen wij onszelf juist voor de ander, juist voor wie géén brood heeft en juist voor wie gebroken is En daarin dienen wij Christus... én dient Christus ons. Ten diepste immers is híj het die brood breekt en deelt en de wijn laat rondgaan; ten diepste immers breekt en deelt hij zichzélf, voor ons... e. Zo zal hij ons dragen, door het doodswater heen, om ons te zetten in het Licht. Of, zoals de evangelielezing voor deze dag begint: Hij had de mensen lief, en zijn liefde voor hen zou tot het uiterste gaan.