Aan de leden van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Datum 9 september 2013 Ons kenmerk B06092013MR Onderwerp Reactie nieuwe Jeugdwet Contact drs. M. (Maartje) van der Rijt Telefoon 030-27 39 735 E-mail mrijt@vgn.nl Geachte commissieleden, Met het oog op uw schriftelijke inbreng over de Regels over de gemeentelijke verantwoordelijkheid voor preventie, ondersteuning, hulp en zorg aan jeugdigen en ouders bij opgroei- en opvoedingsproblemen, psychische problemen en stoornissen (Jeugdwet) (33684) op 12 september a.s. sturen wij u deze brief. De uitgangspunten van het wetsvoorstel sluiten goed aan bij de visie van de Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland (VGN) en de Vereniging Orthopedagogische Behandelcentra (VOBC). Op een aantal punten maken wij ons echter zorgen hoe de jeugdhulp gaat uitpakken voor kinderen en jongeren met een beperking. In deze brief leest u welke punten dit zijn. Wij stellen het zeer op prijs wanneer u deze zorgen wilt meenemen in uw vragen aan de Staatssecretaris. Zorg voor samenhang in het sociaal domein De nieuwe Jeugdwet is gericht op een andere invulling van de jeugdhulp. Echter, om de beoogde doelen van de Jeugdwet te bereiken, vragen wij aandacht voor de samenhang met de andere decentralisaties in het sociaal domein (Wmo, Participatiewet) en het onderwijs. Juist voor kinderen en jongeren met een beperking geldt dat hun ontwikkelingsperspectief in sterke mate wordt bepaald door goed functionerend (passend) onderwijs met direct aansluitende trajecten van arbeidstoeleiding en ambulante begeleiding (voor kind en gezin). Gemeenten hebben bij uitstek de mogelijkheid om deze samenhang te realiseren als ze de verschillende decentralisaties in het sociaal domein in samenhang en integraal aanpakken. Deze samenhang wordt weliswaar benoemd in de Memorie van Toelichting (bijvoorbeeld 3.7) en in de wet (artikel 2.2: op overeenstemming gericht overleg met het onderwijs), maar zou wat ons betreft krachtiger verankerd moeten worden in de Jeugdwet, de Wmo, de Participatiewet én in de onderwijswetgeving. Oudlaan 4 3515 GA Utrecht Postbus 413 3500 AK Utrecht www.vgn.nl E info@vgn.nl T 030-27 39 300 F 030-27 39 387 Rabobank 33.10.21.005 BTWnr. 80.47.42.534.B.01 KvK Utrecht 40483210
pagina 2 Vroegsignalering vereist specialistische kennis Om kinderen met een beperking de kans te bieden om zich, binnen hun mogelijkheden, optimaal te ontwikkelen is het van belang dat in een zo vroeg mogelijk stadium wordt onderkend dat er sprake is van een ontwikkelingsachterstand en/of een beperking. Die onderkenning is belangrijk omdat er dan ook zo vroeg mogelijk met diagnostiek en vroegbehandeling kan worden gestart. Deze vroegsignalering vraagt om specialistische kennis en expertise. Om dit onder de Jeugdwet te realiseren, is het van groot belang dat gemeenten waarborgen dat deze specialistische kennis en expertise beschikbaar is (bijvoorbeeld in wijkteams) en dat dit in voldoende mate wordt ingekocht op (boven)regionaal niveau. Op deze manier ontstaat er een goede aansluiting tussen de generalistische en specialistische jeugdhulp. Aansluiting bij de al bestaande netwerken Integrale Vroeghulp is belangrijk en het zou goed zijn deze ook expliciet in de Memorie van Toelichting te noemen. Geef duidelijkheid over functie behandeling Op basis van dit wetsvoorstel wordt de huidige extramurale AWBZ-functie behandeling voor jeugdigen tot 18 jaar met een verstandelijke beperking overgeheveld naar de Jeugdwet 1. Ook de intramurale behandeling van jeugdigen tot 18 jaar met een licht verstandelijke beperking (LVB) en gedragsproblematiek valt straks onder de Jeugdwet. Signalen over aanstaande wijzigingen in de Zorgverzekeringswet en de AWBZ geven de indruk dat het de bedoeling is de functie extramurale behandeling voor iedereen vanaf 18 jaar uit de AWBZ over te hevelen naar de Zorgverzekeringswet. Dit zou ook gaan gelden voor jeugdigen tot 18 jaar met een lichamelijke of zintuiglijke beperking. Bij het overgangsrecht (artikel 10.1 lid 3) is geregeld dat de rechten op basis van de AWBZ-indicatie tot maximaal 1 jaar na inwerkingtreding blijven gelden. Hierin wordt echter, in tegenstelling tot andere AWBZ-functies, de functie behandeling niet genoemd: daardoor lijkt de continuïteit van deze functie niet goed gewaarborgd. Omdat de transitiearrangementen op dit moment door gemeenten worden opgesteld, is het belangrijk dat hier op hele korte termijn duidelijkheid en zekerheid over komt. Geef garanties voor behandeling van jongeren met LVB tot 23 jaar In de Memorie van Toelichting bij dit wetsvoorstel wordt gesteld dat er goede redenen zijn, waaronder hun tragere ontwikkeling, om de leeftijdsgrens voor jongeren met verstandelijke beperkingen in de Jeugdwet op 23 jaar te stellen. Niettemin is gekozen voor een leeftijdsgrens van 18 jaar, omdat dit tegemoet komt aan het uitgangspunt van één uniforme leeftijdsgrens. Wij vinden dit geen sterk argument. Zeker omdat op verschillende plaatsen in de Jeugdwet ook wordt afgeweken van deze leeftijdsgrens (bijvoorbeeld in de artikelen 1.1, 6.1.1 en 6.1.2.). 1 Met uitzondering van een deel van - de functie behandeling groep voor thuiswonende kinderen met een intramurale zorgbehoefte die levenslang zijn aangewezen op zorg: die blijft in de nieuwe kern-awbz (aangenomen motie Bergkamp en Dik-Faber TK 30597 Nr. 328)
pagina 3 Omdat jongeren tussen de 18 en 23 jaar nog volop in ontwikkeling zijn, is het zeker voor jongeren met een licht verstandelijke beperking met ernstige gedragsproblematiek veelal noodzakelijk om de behandeling na de 18e verjaardag voort te zetten. Uiteindelijk leidt dit ook tot een besparing: de jongeren stappen beter voorbereid de maatschappij in en hebben minder ondersteuning nodig dan wanneer de behandeling op 18-jarige leeftijd zou zijn gestopt. In de Memorie van Toelichting (3.6) staat hierover: Na het 18e jaar vinden ondersteuning, hulp en zorg in de regel plaats uit een ander wettelijk kader, zoals Wmo, Zvw of AWBZ. Jeugdhulp kan doorlopen tot maximaal het 23ste levensjaar, voor zover deze hulp niet onder een ander wettelijk kader valt en mits voldaan wordt aan de voorwaarden. Omdat wel bekend is dat AWBZ, Wmo en Zvw binnenkort gewijzigd worden, maar nog niet op welke wijze, is hiermee de mogelijkheid van voortzetting van de behandeling na de 18e verjaardag nog niet gewaarborgd. Bovendien bestaat het risico dat een wijziging van wettelijk kader de gewenste naadloze voortzetting van de behandeling van de jeugdige die 18 jaar wordt in gevaar brengt. Geef ruimte voor inkoop op bovenregionaal en landelijk niveau Hoewel het uitgangspunt is om zorg dichtbij het kind te organiseren, is soms een bepaalde schaalgrootte nodig om de specialistische zorg en ondersteuning goed te kunnen organiseren en aan te bieden. Kinderen en jongeren met een beperking kunnen niet in iedere wijk, gemeente of regio terecht voor de specialistische zorg en ondersteuning die ze nodig hebben. Wij vragen om ruimte voor zorgcontractering op bovenregionaal en in bepaalde gevallen op landelijk niveau. Meerjarige afspraken nodig voor continuïteit In het wetsvoorstel is als continuïteitsgarantie bepaald, dat de zorg voor bestaande cliënten in 2015 (dus maximaal 1 jaar) wordt voortgezet bij dezelfde aanbieder (zie paragraaf 12.5 in de Memorie van Toelichting). De VGN en de VOBC hebben steeds gepleit voor meerjarige afspraken om de continuïteit beter te kunnen waarborgen en de frictiekosten te kunnen beperken. In artikel 12.4 wordt bepaald dat het gemeentebestuur het beleidsplan en de verordening voor 1 november 2014 moet vaststellen. Om alle partijen in staat te stellen zich zo goed mogelijk voor te bereiden op de inwerkingtreding van de wet en zodoende de continuïteit van de jeugdhulp te garanderen, vinden wij het gewenst dat deze datum wordt vervroegd. Bovendien heeft het onze voorkeur dat deze beleidsplannen op vergelijkbare wijze als de Regionale Transitiearrangementen tot stand komen: in overleg met zorgaanbieders én getoetst door de Transitiecommissie Jeugd. Kwaliteit en professionaliteit in de nieuwe Jeugdwet Organisaties in de gehandicaptenzorg willen de kwaliteit en effectiviteit van de dienstverlening naar een steeds hoger niveau brengen en zijn ook bereid zich hierover te verantwoorden. Wij maken ons zorgen over de volgende punten:
pagina 4 Norm van verantwoorde werktoedeling Wij hebben grote bezwaren tegen het voornemen om het professionaliseringsvoorstel voor de jeugdzorg oude stijl en de norm van de verantwoorde werktoedeling één op één door te vertalen naar alle jeugdhulp in de nieuwe Jeugdwet. Jeugdhulpaanbieders worden hiermee verplicht om de vormen van jeugdhulp die zij uitvoeren, door of onder verantwoordelijkheid van een in het Kwaliteitsregister Jeugd geregistreerde beroepsbeoefenaar te laten verrichten. De hoofdregel is dus: inzet van een in het Kwaliteitsregister Jeugd geregistreerde jeugdprofessional. Professionals in de gehandicaptenzorg vallen buiten deze regel. De AMvB biedt de optie van een uitzondering op de hoofdregel op basis van het principe pas toe of leg uit. Dit uitgangspunt brengt voor de gehandicaptenzorg veel onnodige administratieve lasten met zich mee en draagt niet bij aan de kwaliteit en effectiviteit van de zorg en ondersteuning aan kinderen en jongeren met een beperking. De VGN en VOBC pleiten voor tijd en ruimte om tot een systeem te komen dat past en aansluit bij alle jeugdhulp en niet alleen bij de jeugdzorg. Aanvullende eisen van gemeenten zorgen voor toename regeldruk Daarnaast baart het ons zorgen dat naast de wettelijke kwaliteitseisen gemeenten ook zelf aanvullende eisen kunnen stellen aan de hulp (paragraaf 6.2 in de Memorie van Toelichting). Als alle gemeenten dat werkelijk gaan doen, nemen de uitvoeringslasten voor zorgaanbieders toe. Daardoor gaat tijd en geld verloren die niet aan de directe jeugdhulp besteed kan worden en dat lijkt in tegenspraak met het gestelde in paragraaf 1.2 van de Memorie van Toelichting, waarin sprake is van beperking van de regeldruk. Harmoniseer gesloten jeugdhulp, verplichte jeugd-ggz en jeugd-vb Het is teleurstellend dat de harmonisatie van de regelingen van verplichte hulp aan jeugdigen, waaronder de gesloten jeugdhulp en gedwongen zorg op grond van de huidige Wet Bopz, niet in dit wetsvoorstel is meegenomen, zoals in 7.6 van de Memorie van Toelichting staat vermeld. Wat ons betreft is deze harmonisatie juist een belangrijk voordeel van de nieuwe Jeugdwet. In de huidige praktijk worden de samenleving en zorgaanbieders geconfronteerd met jongeren, bij wie sprake is van ernstige en complexe problematiek, die geen gedwongen behandeling kunnen krijgen in een bij hun problematiek passende behandelsetting. Hierdoor wordt afbreuk gedaan aan de kwaliteit en continuïteit van behandeling en ontstaan grote risico s met betrekking tot de veiligheid van de jongere en de hulpverlener. Meer duidelijkheid over Verwijsindex Risicojongeren De regering heeft het advies van de Raad van State om af te zien van de Verwijsindex Risicojongeren (VIR) niet overgenomen en zelfs besloten tot uitbreiding van de VIR met een gezinsfunctionaliteit.
pagina 5 Wat ons betreft is het dan des te meer van belang om meer duidelijkheid te bieden in welke gevallen vanuit de gehandicaptenzorg een melding aan de VIR gewenst of noodzakelijk is: de opsomming van situaties zoals die nu in artikel 7.1.4.1. is opgenomen lijkt uit te nodigen om heel veel meldingen te doen, ook wanneer er geen meerwaarde voor de jeugdige in kwestie kan worden verwacht. Tot slot Wij stellen het zeer op prijs als u bovenstaande punten wilt meenemen in uw vragen aan de Staatssecretaris. Vanzelfsprekend zijn wij graag bereid de punten toe te lichten. Mocht u nog andere vragen hebben tijdens de voorbereiding van het debat, dan zijn wij graag bereid met u mee te denken. U kunt hiervoor contact opnemen met Maartje van der Rijt, projectleider Jeugd, bij de VGN. Met vriendelijke groet, Mede namens VOBC, J. (Hans) Schirmbeck Directeur Bijlagen: - Position Paper Stelselwijziging Jeugdzorg - Factsheet Van AWBZ naar Jeugdwet