NIVEAU TAALBEHEERSING MODERNE VREEMDE TALEN HAVO EN VWO



Vergelijkbare documenten
NIVEAU TAALBEHEERSING MODERNE VREEMDE TALEN VWO/HAVO STAATSEXAMEN 2016 V15.7.0

Niveaus Europees Referentie Kader

Europees Referentiekader

Niveaus van het Europees Referentiekader (ERK)

A1 A2 B1 B2 C1. betrekking op concrete betrekking op abstracte, complexe, onbekende vertrouwde

Niveaubepaling Nederlandse taal

CONCEPT. Tussendoelen Engels onderbouw vo havo/vwo

A1 A2 B1 B2 C1. betrekking op concrete betrekking op abstracte, complexe, onbekende vertrouwde

Tussendoelen Engels onderbouw vo havo/vwo

Common European Framework of Reference (CEFR)

Kan-beschrijvingen ERK A2

Kan ik het wel of kan ik het niet?

Doorlopende leerlijn vaardigheden Frans ERK (PO - havo/vwo) 2009 Streefniveaus en eindniveaus ERK per vaardigheid

De leerling leert strategieën te gebruiken voor het uitbreiden van zijn Duitse woordenschat.

CONCEPT. Tussendoelen Engels onderbouw vo vmbo

Tussendoelen Engels onderbouw vo vmbo

Beschrijving van de taalniveaus van A1 tot C1

Gesprekjes voeren Waar sta ik nu?

Nederlands, Engels en rekenen/wiskunde

SLO Leerdoelenkaart Engels: streefniveaus onderbouw voortgezet onderwijs voor gedifferentieerd onderwijs

Zakelijk Professioneel (PROF) - B2

Naam leerlingen. Groep BBL1 Engels. Verdiepend arrangement. Basisarrange ment. Leertijd; 3 keer per week 45 minuten werken aan de basisdoelen.

Doorlopende leerlijn vaardigheden Duits ERK (PO - havo/vwo) 2009 Streefniveaus en eindniveaus ERK per kernvaardigheid

Educatief Professioneel (EDUP) - C1

Ik beschik over voldoende woorden om me te redden in veel voorkomende dagelijkse situaties.

Educatief Startbekwaam (STRT) - B2

Educatief Professioneel (EDUP) - C1

Engels, vmbo gltl, Liesbeth Pennewaard kernen subkernen Context (inhoud) taalvaardigheidsniveau CE of SE Eindterm niveau GL/TL Exameneenh eid Lezen

Luisteren 1 hv 2 hv 3hv

Vaardigheid HAVO VWO Eindtermen Eindtermen

COMMUNICATIE IN VREEMDE TALEN

Duidelijke taal. Binnen eigen interessegebied wordt ook complexer taalgebruik begrepen.

VOORBLAD BIJ BIJLAGE 2 PROFIELPRODUCT

Referentiekader Moderne Vreemde Talen in het mbo. 30 september 2010

Luisteren 1 gt/h 2 gt 3/4 vmbo

Doorlopende leerlijn vaardigheden Engels ERK (PO - havo/vwo) 2009 Streefniveaus en eindniveaus ERK per vaardigheid

INSTRUCTIES VOOR HET INVULLEN VAN UW EUROPASS TAALPASPOORT INLEIDING

Moderne vreemde talen havo/vwo Leerlijnen landelijke kaders

Logboek Tandem learning

Schrijven tekstkenmerken productief A1 A2 B1 B2 C1 C2. Bereik van de woordenschat

ERK - Europees Referentiekader. luisteren. pers. prof. educ.

Maatschappelijk Informeel (INFO) - A2

Taalniveaus CEFR (A1, A2, B1, B2,C1, C2)

Behaal je diploma secundair onderwijs

Maatschappelijk Formeel (FORM)- B1

Spreken tekstkenmerken A1 A2 B1 B2 C1 C2. Bereik van woordenschat

De leerling leert strategieën te gebruiken voor het uitbreiden van zijn Duitse woordenschat.

Standaardrapportage (strikt vertrouwelijk)

examenprogramm moderne vreemde talen vmbo gl/tl

SLO Leerdoelenkaart Frans: streefniveaus onderbouw voortgezet onderwijs voor gedifferentieerd onderwijs

samenhang Kan een reeks kortere, op zichzelf staande eenvoudige elementen verbinden tot een samenhangende lineaire opeenvolging van punten.

SLO Leerdoelenkaart Duits: streefniveaus onderbouw voortgezet onderwijs voor gedifferentieerd onderwijs

TAALDREMPELS OPLEIDINGSVLOER INFORMATICA

MODERNE VREEMNDE TALEN CENTRAAL EXAMEN BB, KB EN GT

Beschikt over voldoende woordenschat om alledaagse handelingen uit te voeren die betrekking hebben op vertrouwde situaties en onderwerpen (A2+).

CONCEPT. Domein A 1: Lezen van zakelijke teksten. Tussendoelen Nederlands onderbouw vo, vmbo

A1 A2 B1 B2 C1 C2. Ondubbelzinnige standaardtaal. Binnen eigen vaken/of. interessegebied wordt ook complexer taalgebruik begrepen

Toelichting M-nummers in relatie tot referentieniveaus Meijerink (4F)

CONCEPT. Domein A 1: Lezen van zakelijke teksten. Tussendoelen Nederlands onderbouw vo havo/vwo

MODERNE VREEMDE TALEN - ASO DUITS Het voorliggende pakket eindtermen beantwoordt aan de decretale situatie waarbij in de basisvorming in de derde

Moderne vreemde talen vmbo Leerlijnen landelijke kaders

Taaltaken, verwerkingsniveaus, tekstsoorten, tekstkenmerken en strategieën

2F TAKEN SPECIFICATIE EN KENMERKEN week 1 week 2 week 3 week 4 week 5 week 6 week 7 week 8 week 9 week 10 Neemt deel aan discussie en overleg

Flitsbijeenkomst Steunpunt Taal en Rekenen (10 februari 2012) Handreiking Referentiekader mvt. Van Raamwerk tot Handreiking

SPAANSE TAAL EN LITERATUUR (ELEMENTAIR) HAVO

Wat kan ik na het 1 ste jaar? SPREKEN SCHRIJVEN LUISTEREN

A1 A2 B1 B2 C1 C2. Het gaat om ondubbelzinnige standaardtaal. Binnen het eigen vak- en/ of interessegebied wordt complexer taalgebruik wel begrepen

Duits A1/A2 in het beroepsonderwijs

Nederlands ( 2F bb kb/gl/tl )

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

a Luisteren Lezen Gesprekken voeren Spreken Schrijven

ARABISCHE TAAL EN LITERATUUR (ELEMENTAIR) VWO

Taaltaken, verwerkingsniveaus, tekstsoorten, tekstkenmerken en strategieën

FRANSE TAAL VMBO KB VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2016

Nederlands ( 3F havo vwo )

Het non-formele bibliotheekaanbod voor volwassenen

De leerlingen gaan in groepen een krant schrijven met als doel dat ze beter worden in het schrijven van boodschappen en notities in het Engels.

Vaardigheden. 1. Q1000 Spelling- en grammatica 2. Q1000 Nauwkeurigheid 3. Q1000 Typevaardigheid 4. Q1000 Engels taalniveau

TURKSE TAAL VMBO KB VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2016

Profiel Academische Taalvaardigheid

Taaltaken, verwerkingsniveaus, tekstsoorten, tekstkenmerken en strategieën

ENGELSE TAAL VMBO KB VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2016

taal portfolio Checklist B1

MODERNE VREEMDE TALEN VMBO. Syllabus centraal examen 2014

TAALPROFIEL MODERNE VREEMDE TALEN KWALIFICATIEPROFIEL COMMERCIEEL MEDEWERKER BANK- EN VERZEKERINGSWEZEN

SPAANSE TAAL EN LITERATUUR (ELEMENTAIR) HAVO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2016 V15.7.0

Kies jij Duits? Lesmateriaal afbuigers vwo. Differentiatie 3 havo/vwo. SLO nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling

Instrumenten voor de beoordeling van taalvaardigheid voor het voortgezet onderwijs

INTERNATIONAAL ERKENDE TAALNIVEAUS

Nederlands ( 3F havo vwo )

SPAANSE TAAL VMBO KB VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2016

TURKSE TAAL VMBO BB VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2018 V

Engels in de beroepscontext A2

DUITSE TAAL VMBO KB VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2018 V

ARABISCHE TAAL EN LITERATUUR ELEMENTAIR HAVO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2019 V

Talenpaspoort Checklist

Kinderen leren schrijven.

Eindtermen. Opleiding Grensbewaking

Profiel Professionele Taalvaardigheid

SPAANSE TAAL EN LITERATUUR ELEMENTAIR VWO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2018 V

Transcriptie:

NIVEAU TAALBEHEERSING MODERNE VREEMDE TALEN HAVO EN VWO STAATSEXAMEN 2014 Juni 2013

De vakinformatie in dit document is vastgesteld door het College voor Examens (CvE). Het CvE is verantwoordelijk voor de afname van de staatsexamens voortgezet onderwijs en draagt zorg voor de kwaliteit en het niveau van de examens. De Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) is belast met de praktische uitvoering en organisatie van de staatsexamens. Met vragen over deze vakinformatie kunt u contact opnemen met de afdeling Examendiensten van DUO: (050) 599 89 33 of staatsexamens@duo.nl. pagina 2 van 16

Inhoud 1 Inleiding 5 2 Niveau A1 6 2.1 Niveau A1: Domein A: Leesvaardigheid 6 2.2 Niveau A1: Domein B: Kijk- en luistervaardigheid 6 2.3 Niveau A1: Subdomein C1: Gesprekken voeren 6 2.4 Niveau A1: Subdomein C2: Spreken 6 2.5 Niveau A1: Domein D: Schrijfvaardigheid 6 3 Niveau A2 6 3.1 Niveau A2: Domein A: Leesvaardigheid 6 3.2 Niveau A2: Domein B: Kijk- en luistervaardigheid 7 3.3 Niveau A2: Subdomein C1 : Gesprekken voeren 7 3.4 Niveau A2: Subdomein C2: Spreken 8 3.5 Niveau A2: Domein D: Schrijfvaardigheid 8 4 Niveau B1 8 4.1 Niveau B1: Domein A: Leesvaardigheid 8 4.2 Niveau B1: Domein B: Kijk- en luistervaardigheid 9 4.3 Niveau B1: Subdomein C1 : Gesprekken voeren 9 4.4 Niveau B1: Subdomein C2: Spreken 10 4.5 Niveau B1: Domein D: Schrijfvaardigheid 10 5 Niveau B2 10 5.1 Niveau B2: Domein A: Leesvaardigheid 10 5.2 Niveau B2: Domein B: Kijk- en luistervaardigheid 11 5.3 Niveau B2: Subdomein C1 : Gesprekken voeren 11 5.4 Niveau B2: Subdomein C2: Spreken 12 5.5 Niveau B2: Domein D: Schrijfvaardigheid 12 6 Niveau C1 13 6.1 Niveau C1: Domein A: Leesvaardigheid 13 6.2 Niveau C1: Domein B: Kijk- en luistervaardigheid 13 6.3 Niveau C1: Subdomein C1: Gesprekken voeren 13 6.4 Niveau C1: Subdomein C2: Spreken 13 6.5 Niveau C1: Domein D: Schrijfvaardigheid 14 7 Het +niveau 14 8 Niveauaanduiding per vaardigheid en taal 16 pagina 3 van 17

1 Inleiding Voor de taalvaardigheden wordt een systeem van niveaus gehanteerd, dat overal in Europa moet worden toegepast. De niveauaanduidingen behoren bij globaal geformuleerde eindtermen, die gekoppeld zijn aan het Europees Referentiekader (ERK). Hierbij is gebruik gemaakt van Taalprofielen 1) Het systeem beschrijft vijf taalvaardigheden: luisteren, lezen, gesprekken voeren, spreken en schrijven. Voor deze taalvaardigheden worden niveaus beschreven. Wanneer de niveaus worden gekoppeld aan de klassieke indeling van een basisniveau, een middenniveau en een gevorderd niveau, dan ontstaat er een systeem van drie brede niveaus A, B en C. Deze worden verder onderverdeeld in A1, A2, B1, B2, C1 en C2. Voor het eerste niveau is beginnerskennis vereist (A1). Vervolgens klimt het op tot C2 dat een vrijwel perfecte beheersing beschrijft. Deze niveaus worden ondertussen overal in Europa gehanteerd en dus ook in het buitenland begrepen. Zo wordt internationale vergelijking van taalniveaus tussen de verschillende landen mogelijk. Zie: http://www.erk.nl/docent/streefniveaus/havo/ http://www.erk.nl/docent/streefniveaus/elementair/ 1) Zie voor uitgebreide toelichting: www.nabmvt.nl/publicaties/00012/ pagina 5 van 17

2 Niveau A1 2.1 Niveau A1: Domein A: Leesvaardigheid Kandidaat kan vertrouwde namen, woorden en zeer eenvoudige zinnen begrijpen, bijvoorbeeld in mededelingen, op posters en in catalogi. 2.2 Niveau A1: Domein B: Kijk- en luistervaardigheid Kandidaat kan vertrouwde woorden en basiszinnen begrijpen die zichzelf, zijn/haar familie en directe concrete omgeving betreffen, wanneer de mensen langzaam en duidelijk spreken. 2.3 Niveau A1: Subdomein C1: Gesprekken voeren Kandidaat kan deelnemen aan een eenvoudig gesprek, wanneer de gesprekspartner bereid is om zaken in een langzamer spreektempo te herhalen of opnieuw te formuleren en helpt bij het formuleren van wat de spreker probeert te zeggen. Kan eenvoudige vragen stellen en beantwoorden die een directe behoefte of zeer vertrouwde onderwerpen betreffen. 2.4 Niveau A1: Subdomein C2: Spreken Kandidaat kan eenvoudige uitdrukkingen en zinnen gebruiken om de eigen woonomgeving en de mensen in de naaste omgeving te beschrijven. 2.5 Niveau A1: Domein D: Schrijfvaardigheid Kandidaat kan een korte, eenvoudige mededeling doen, bijvoorbeeld voor het zenden van vakantiegroeten. Kan op formulieren persoonlijke details invullen, bijvoorbeeld naam, nationaliteit en adres op een inschrijvingsformulier noteren. 3 Niveau A2 3.1 Niveau A2: Domein A: Leesvaardigheid Kandidaat kan korte, eenvoudige teksten lezen. Kan specifieke voorspelbare informatie vinden in eenvoudige, alledaagse teksten zoals advertenties, menu s en dienstregelingen. Kan korte, eenvoudige, persoonlijke brieven begrijpen. Onderwerp Alledaags, concreet en bekend. Woordgebruik en zinsbouw Hoogfrequente woorden en woorden bekend uit andere talen of behorend tot internationaal vocabulaire. Teksten zijn eenvoudig en helder van structuur. Tekstindeling De indeling geeft visuele ondersteuning bij het begrijpen van de tekst. Tekstlengte Kort teksten. Strategieën Signalen herkennen en interpreteren. pagina 6 van 17

3.2 Niveau A2: Domein B: Kijk- en luistervaardigheid De kandidaat kan op basis van een idee over de betekenis van het geheel van korte teksten over allerdaagse en concrete onderwerpen, de waarschijnlijke betekenis van onbekende woorden uit de context afleiden. Kandidaat kan zinnen en de meest frequente woorden begrijpen die betrekking hebben op gebieden die van direct persoonlijk belang zijn (bijvoorbeeld basisinformatie over zichzelf en zijn/haar familie, winkelen, plaatselijke omgeving, werk). Kan de belangrijkste punten in korte, duidelijke, eenvoudige boodschappen en aankondigingen volgen. Eenvoudig, vertrouwd en van direct persoonlijk belang voor de luisteraar. Woordgebruik en zinsbouw Eenvoudig. Tempo en articulatie Rustig en duidelijk. Tekstlengte Kort. Strategieën Woorden raden uit context in korte teksten uit alledaagse en concrete onderwerpen. 3.3 Niveau A2: Subdomein C1 : Gesprekken voeren Kandidaat kan communiceren over eenvoudige en alledaagse taken die een eenvoudige en directe uitwisseling van informatie over vertrouwde onderwerpen en activiteiten betreffen. Kan zeer korte sociale gesprekken aan, alhoewel hij/zij gewoonlijk niet voldoende begrijpt om het gesprek zelfstandig gaande te houden. Alledaags en vertrouwd. Woordenschat en Eenvoudig, korte zinnen standaard patronen met uit het woordgebruik hoofd geleerde uitdrukkingen, chunks. Grammaticale correctheid Correct gebruik van eenvoudige constructies, echter systematisch met elementaire fouten. Interactie Antwoord op vragen, reacties op eenvoudige uitspraken; weinig initiatief om conversatie gaande te houden. Vloeiendheid Zeer korte uitingen, veel pauzes, valse starts en herformuleringen. Coherentie Gebruik van eenvoudige voegwoorden (en, maar, omdat). Uitspraak Duidelijk genoeg om verstaanbaar te zijn, ondanks een oorbaar accent; luisteraars zullen af en toe om herhaling moeten vragen. pagina 7 van 17

3.4 Niveau A2: Subdomein C2: Spreken Kandidaat kan een reeks uitdrukkingen en zinnen gebruiken om in eenvoudige bewoordingen familie en andere mensen, leefomstandigheden, opleiding en huidige of meest recente baan te beschrijven. Alledaags en vertrouwd. Woordenschat en Standaardpatronen met uit het hoofd geleerde woordgebruik uitdrukkingen, chunks, alledaagse situaties. Grammaticale correctheid Correct gebruik van eenvoudige constructies, echter systematisch met elementaire fouten. Vloeiendheid Overwegend zeer korte uitingen, veel pauzes, valse starts en herformuleringen. Coherentie Gebruik van eenvoudige voegwoorden (en maar, omdat). Uitspraak Duidelijk genoeg om de spreker te kunnen volgen, ondanks een hoorbaar accent. Luisteraars zullen af en toe om herhaling moeten vragen. 3.5 Niveau A2: Domein D: Schrijfvaardigheid Kandidaat kan korte, eenvoudige notities en boodschappen opschrijven. Kan een zeer eenvoudige persoonlijke brief schrijven, bijvoorbeeld om iemand voor iets te bedanken. Onderwerp /tekstsoort Korte, eenvoudige notities en boodschappen; eenvoudige persoonlijke brieven of e-mail, bevestiging van gemaakte afspraken; standaardformulieren; eenvoudige notities en aantekeningen. Woordenschat en Standaardpatronen met uit het hoofd geleerde woordgebruik uitdrukkingen, chunks. Grammaticale correctheid Eenvoudige constructies, echter systematisch met elementaire fouten. Spelling en interpunctie Korte zinnen over alledaagse onderwerpen zijn correct overgeschreven, spelling is fonetisch redelijk correct. Coherentie Eenvoudige voegwoorden (en, maar, omdat). 4 Niveau B1 4.1 Niveau B1: Domein A: Leesvaardigheid Kandidaat kan teksten begrijpen die hoofdzakelijk bestaan uit zeer frequente dagelijkse, of aan het werk gerelateerde taal. Kan de beschrijving van gebeurtenissen, gevoelens en wensen in persoonlijke brieven begrijpen. Onderwerp Vertrouwde, alledaagse of werkgerelateerde onderwerpen. Woordgebruik en zinsbouw Eenvoudig en alledaags. Tekstindeling Teksten zijn goed gestructureerd. Tekstlengte Teksten kunnen langer zijn. Strategieën Signalen herkennen en interpreteren. De kandidaat kan de betekenis van onbekende woorden pagina 8 van 17

over onderwerpen die gerelateerd zijn aan zijn vakgebied en interesses bepalen aan de hand van de context. Hij kan de betekenis van zo nu en dan voorkomende onbekende woorden afleiden uit de context en de betekenis van zinnen herleiden, op voorwaarde dat het besproken onderwerp bekend is. 4.2 Niveau B1: Domein B: Kijk- en luistervaardigheid Kandidaat kan de hoofdpunten begrijpen wanneer in duidelijk uitgesproken standaardtaal wordt gesproken over vertrouwde zaken die hij/zij regelmatig tegenkomt op zijn/haar werk, school, vrije tijd enz. Kan de hoofdpunten van veel radio- of tvprogramma s over actuele zaken of over onderwerpen van persoonlijk of beroepsmatig belang begrijpen, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken. Vertrouwde onderwerpen uit eigen vakgebied of interessegebied. Woordgebruik en zinsbouw Eenvoudig, maar complexer taalgebruik binnen vak- of interessegebied wordt ook begrepen. Tempo en articulatie Normaal tempo, duidelijk gearticuleerde standaardtaal. Tekstlengte Niet te lang. Strategieën Woorden raden uit context en herleiden van de betekenis van zinnen, mits het besproken onderwerp bekend is. 4.3 Niveau B1: Subdomein C1 : Gesprekken voeren Kandidaat kan de meeste situaties aan die zich kunnen voordoen tijdens een reis in het gebied waar de betreffende taal wordt gesproken. Kan onvoorbereid deelnemen aan een gesprek over onderwerpen die vertrouwd zijn, of zijn/haar persoonlijke belangstelling hebben of die betrekking hebben op het dagelijks leven (bijvoorbeeld familie, hobby s, werk, reizen en actuele gebeurtenissen). Vertrouwd, valt binnen de persoonlijke belangstelling m.b.t. dagelijks leven, eigen werk of opleiding. Woordenschat en woordgebruik Grammaticale correctheid Interactie Vloeiendheid Coherentie Uitspraak Toereikend om m.b.v. omschrijvingen over vertrouwde onderwerpen zoals familie, hobby's, werk, reizen en actuele gebeurtenissen te spreken; redundant, elementair. Redelijk accuraat gebruik van frequente routines en patronen die horen ij voorspelbare situaties. Eenvoudig gesprek over bekende en interessante onderwerpen beginnen, voeren en afsluiten; bevestiging door begripscontrole. Spreker is goed te volgen alhoewel pauzes en herstel van fouten in langere stukken veel voorkomen. Samenhangende lineaire reeks van punten. Duidelijk verstaanbaar zelfs met een accent en af en toe een verkeerd uitgesproken woord. pagina 9 van 17

4.4 Niveau B1: Subdomein C2: Spreken Kandidaat kan uitingen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden, zodat hij/zij ervaringen, gebeurtenissen, dromen, verwachtingen en ambities kan beschrijven. Kan in het kort redenen en verklaringen geven voor meningen en plannen. Kan een verhaal vertellen of de plot van een boek of film weergeven en zijn/haar reacties beschrijven. vertrouwd, valt binnen de persoonlijke belangstelling m.b.t. dagelijks leven, eigen werk of opleiding. Woordenschat en woordgebruik Grammaticale correctheid Vloeiendheid Coherentie Uitspraak 4.5 Niveau B1: Domein D: Schrijfvaardigheid toereikend om m.b.v. omschrijvingen over vertrouwde onderwerpen zoals familie, hobby's, werk, reizen en actuele gebeurtenissen te praten. redelijk accuraat gebruik van frequente routines en patronen die horen bij voorspelbare situaties. spreker is goed te volgen alhoewel pauzes en herstel van fouten in langere stukken veel voorkomen. Samenhangende lineaire reeks van punten. Duidelijk verstaanbaar, zelfs met een accent en af en toe een verkeerd uitgesproken woord. Kandidaat kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over onderwerpen die vertrouwd of van persoonlijk belang zijn. Kan persoonlijke brieven schrijven waarin ervaringen en indrukken beschreven worden. Onderwerp en tekstsoort Vertrouwde onderwerpen m.b.t. eigen leefwereld of alledaagse zaken; persoonlijke brieven; eenvoudige brieven aan zakelijke contacten; reacties aan advertenties; deelname aan internet- discussies over thema s uit eigen interessegebied; gedetailleerde formulieren; kort, eenvoudig verslag. Woordenschat en woordgebruik Grammaticale correctheid Spelling en interpunctie Coherentie 5 Niveau B2 toereikend om m.b.v. omschrijvingen over vertrouwde onderwerpen zoals familie, hobby's, werk, reizen en actuele gebeurtenissen te schrijven. redelijk correct gebruik van frequente routines en patronen die horen bij voorspelbare situaties. lopende tekst die over het algemeen begrijpelijk is. Spelling, interpunctie accuraat genoeg om te volgen. Samenhangende lineaire reeks van punten. 5.1 Niveau B2: Domein A: Leesvaardigheid Kandidaat kan artikelen en verslagen lezen die betrekking hebben op eigentijdse problemen, waarbij de schrijvers een bijzondere attitude of standpunt innemen. Kan eigentijds literair proza begrijpen. Onderwerp Alledaags onderwerpen en onderwerpen die aansluiten bij pagina 10 van 17

Woordgebruik en zinsbouw Tekstindeling Tekstlengte Strategieën het eigen vakgebied. Er zijn geen beperkingen mits woordenboeken e.d. voorhanden zijn. Er zijn geen beperkingen. Speelt geen rol. - Signalen herkennen en interpreteren. De kandidaat kan een variëteit aan strategieen gebruiken om tot tekstbegrip te komen, inclusief letten op hoofdpunten en begrip checken met gebruik van contextuele aanwijzingen. - Hulpmiddelen. Incidenteel gebruik van een woordenboek bij gespecialiseerde artikelen buiten het eigen gebied. 5.2 Niveau B2: Domein B: Kijk- en luistervaardigheid Kandidaat kan een langer betoog en lezingen begrijpen en zelfs complexe redeneringen volgen, wanneer het onderwerp redelijk vertrouwd is. Kan de meeste nieuws en actualiteitenprogramma s op de tv begrijpen. Kan het grootste deel van films in standaardtaal begrijpen. Concrete en abstracte onderwerpen in het sociale en professionele leven en in het onderwijs. Woordgebruik en zinsbouw Complex. Tempo en articulatie Standaardtaal en normaal tempo. Tekstlengte Kan ook lang. Strategieën Variëteit aan strategieën. 5.3 Niveau B2: Subdomein C1 : Gesprekken voeren Kandidaat kan zodanig deelnemen aan een vloeiend gesprek, dat normale uitwisseling met moedertaalsprekers redelijk mogelijk is. Kan binnen een vertrouwde context actief deelnemen aan een discussie en hierin standpunten uitleggen en ondersteunen. Ook algemeen, beroepsmatig, of m.b.t. vrijetijdsbesteding. Woordenschat en woordgebruik Grammaticale correctheid Interactie Vloeiendheid Coherentie Uitspraak Toereikend voor duidelijke beschrijvingen, uiting van meningen over algemene onderwerpen. Af en toe komt een minder passend woord voor. Idiomatische uitdrukkingen niet altijd begrepen. Zinsbouw kan complex zijn. Redelijk correct, met enige complexe zinvormen. Kleine afwijkingen staan begrijpelijkheid niet in de weg. Bijna altijd gepast aanvang, beurt nemen en beëindigen van een gesprek. Vrij vast, met enkele aarzelingen; maar weinig opvallend lange pauzes. Beperkt aantal verbindingswoorden; helder en coherent (in een langere bijdrage niet altijd even goed). Duidelijke, natuurlijke uitspraak en intonatie. pagina 11 van 17

5.4 Niveau B2: Subdomein C2: Spreken Kandidaat kan uitingen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden, zodat hij/zij ervaringen, gebeurtenissen, dromen, verwachtingen en ambities kan beschrijven. Kan in het kort redenen en verklaringen geven voor meningen en plannen. Kan een verhaal vertellen of de plot van een boek of film weergeven en zijn/haar reacties beschrijven. kunnen algemeen of beroepsmatig van aard zijn of te maken hebben met vrijetijdsbesteding. Woordenschat en woordgebruik Grammaticale correctheid Vloeiendheid Coherentie Uitspraak 5.5 Niveau B2: Domein D: Schrijfvaardigheid Toereikend om duidelijke beschrijvingen te geven, en meningen te verkondigen over de meeste algemene onderwerpen. Het valt niet op dat de spreker naar woorden moet zoeken. Vrij uitgebreide beheersing van de grammatica, gebruik van complexe zinvormen. Er zijn geen fouten die de begrijpelijkheid in de weg staan. De meeste fouten worden door de spreker zelf hersteld. Vrij vast tempo alhoewel de spreker soms aarzelt wanneer hij/zij zoekt naar patronen en uitdrukkingen. Er zijn nog maar weinig opvallend lange pauzes. Gebruik van een beperkt aantal middelen voor tekstcohesie. Duidelijke, natuurlijke uitspraak en intonatie. Kandidaat kan een duidelijke, gedetailleerde tekst schrijven over een breed scala van onderwerpen die de persoonlijke interesse van de schrijver hebben. Kan een opstel of verslag schrijven, informatie doorgeven of redenen aanvoeren ter ondersteuning vóór of tegen een specifiek standpunt. Kan brieven schrijven waarin het persoonlijk belang van ervaringen en indrukken aangegeven wordt. Onderwerp en tekstsoort Breed scala van onderwerpen m.b.t. eigen interesses of ervaringswereld persoonlijke brieven waar je ingaat op ervaringen en standpunten; adequate zakelijke brieven; redelijk gedetailleerde verslagen; betoog binnen eigen interessegebied en samenvatting. Woordenschat en Voldoende om duidelijke beschrijvingen te geven en woordgebruik meningen te verkondigen. Grammaticale correctheid Uitgebreide beheersing van grammatica. Geen fouten die de begrijpelijkheid in de weg staan. Spelling en interpunctie Redelijk accuraat, kunnen echter invloed van moedertaal bevatten. Coherentie Over het algemeen heldere coherente tekst (bij een langere tekst niet altijd even goed). pagina 12 van 17

6 Niveau C1 6.1 Niveau C1: Domein A: Leesvaardigheid Kandidaat kan lange en complexe feitelijke en literaire teksten begrijpen en het gebruik van verschillende stijlen onderkennen. Hij kan specialistische artikelen en lange instructies begrijpen, zelfs wanneer deze geen betrekking hebben op het eigen terrein. Onderwerp Alle onderwerpen. Woordgebruik en zinsbouw Laagfrequent en specialistisch woordgebruik komt voor. Lange samengestelde zinnen. Tekstindeling Complexe teksten. Ingewikkelde instructieteksten. Tekstlengte Speelt geen rol meer. Strategieën - Signalen herkennen en interpreteren. De kandidaat is vaardig in het gebruik van contextuele, grammaticale en lexicale aanwijzingen om houding, stemming en intenties af te leiden en te anticiperen op wat gaat volgen. - Hulpmiddelen. Incidenteel gebruik van een woordenboek. 6.2 Niveau C1: Domein B: Kijk- en luistervaardigheid Kandidaat kan een langer betoog begrijpen, zelfs wanneer dit niet duidelijk gestructureerd is en wanneer relaties slechts impliciet zijn en niet expliciet worden aangegeven. Kan zonder al teveel inspanning tv-programma s en films begrijpen O.a. abstracte, complexe en onbekende onderwerpen Woordgebruik en zinsbouw Complex, idiomatische uitdrukkingen en onduidelijk gestructureerde zinnen zonder expliciete signaalwoorden worden begrepen Tempo en articulatie Normaal tot snel; spreken hoeft niet duidelijk te articuleren. Slecht verstaanbare en vervormde spraak wordt begrepen, afwijking van standaardtaal geen probleem Tekstlengte Kan ook lang Strategieën Luisteraar is vaardig in het gebruik van contextuele, grammaticale en lexicale aanwijzingen om houding, stemming en intenties af te leiden en te anticiperen op wat gaat volgen 6.3 Niveau C1: Subdomein C1: Gesprekken voeren Kandidaat kan zich vloeiend en spontaan uitdrukken zonder merkbaar naar uitdrukkingen te hoeven zoeken. Kan de taal flexibel en effectief gebruiken voor sociale en professionele doeleinden. Kan ideeën en meningen met precisie formuleren en zijn/haar bijdrage vaardig aan die van andere sprekers relateren. 6.4 Niveau C1: Subdomein C2: Spreken Kandidaat kan duidelijke, gedetailleerde beschrijvingen geven over complexe onderwerpen en pagina 13 van 17

daarbij subthema s integreren, specifieke standpunten ontwikkelen en het geheel afronden met een passende conclusie. 6.5 Niveau C1: Domein D: Schrijfvaardigheid Kandidaat kan zich in duidelijke, goed gestructureerde tekst uitdrukken en uitgebreid standpunten uiteenzetten. Kan in een brief, een opstel of een verslag gedetailleerde uiteenzettingen schrijven over complexe onderwerpen en belangrijke punten benadrukken. Kan verschillende soorten teksten schrijven in een zelfverzekerde, persoonlijke stijl die aangepast is aan de lezer die hij/zij in gedachten heeft. 7 Het +niveau In de schalen met de descriptoren (beschrijvingen van leesgedrag in bepaalde taalgebruiksituaties) wordt onderscheid gemaakt tussen de zogenoemde 'criteriumniveaus' (zoals A2, B1 of B2) en de 'plusniveaus' (bijvoorbeeld A2+ of B1+). Het +niveau geldt als een zeer goede A2, B1 of B2. Het gaat bij deze +niveaus dus om prestaties die nog binnen het betreffende niveau vallen, maar die zich in kwantiteit en kwaliteit kunnen onderscheiden (bijvoorbeeld A2+: meer actieve deelname aan gesprekken). In het volgende overzicht wordt een aanwijzing gegeven van de verschillen tussen de voor de tweede fase relevante niveaus en daarbij behorende plusniveaus. A2 A2+ Descriptoren van sociale functies o.a.: eenvoudige beleefdheidsvormen om mensen te begroeten en aan te spreken; zeer korte sociale gesprekken voeren; mensen begroeten en vragen hoe zij het maken en reageren op nieuws. Maar ook: eenvoudige transacties doen in winkels; eenvoudige inlichtingen verkrijgen; de weg vragen en wijzen. Zeer goede A2 prestatie, dat wil zeggen meer actieve deelname aan gesprekken zoals: eenvoudige face-to-face gesprekken beginnen, gaande houden en beëindigen; zich verstaanbaar maken en ideeën en informatie uitwisselen over vertrouwde onderwerpen in voorspelbare alledaagse situaties, mits de gesprekspartner indien nodig helpt. Maar ook meer mogelijkheden om een monoloog te voeren, zoals bijvoorbeeld: korte, elementaire beschrijvingen geven van gebeurtenissen en activiteiten; huisdieren en persoonlijke bezittingen beschrijven. B1 B1+ Interactie kunnen onderhouden en overbrengen wat men wil overbrengen, bijvoorbeeld: persoonlijke gezichtspunten en meningen geven of achterhalen in een informeel gesprek met vrienden; een breed scala van eenvoudige taal flexibel benutten om veel onder woorden te brengen van wat hij of zij wil uitdrukken. Dagelijks leven op te lossen, zoals: Zeer goede B1 prestatie. Hier gelden dezelfde twee aspecten als bij B1 aangevuld met descriptoren met nadruk op het uitwisselen van de hoeveelheid informatie, bijvoorbeeld: een kort verhaal, artikel, voordracht, discussie, vraaggesprek of documentaire samenvatten, vertellen wat hij of zij ervan vindt en vragen over details beantwoorden; pagina 14 van 17

zich redden in minder alledaagse situaties in het openbaar vervoer; onvoorbereid in gesprek gaan over vertrouwde onderwerpen; een klacht indienen. beschrijven hoe iets moet worden gedaan, met gedetailleerde aanwijzingen. B2 B2+ Descriptoren op dit niveau vertegenwoordigen breuk met inhoud tot nu toe. Aan de onderkant ligt de nadruk bijvoorbeeld op effectief argumenteren, zoals: actief meedoen aan ongedwongen discussies in vertrouwde contexten en daarbij commentaar geven, helder standpunten uitdragen, alternatieven beoordelen en hypothesen opstellen en erop reageren; een argument ontwikkelen onder verwijzing naar redenen om voor of tegen een bepaald standpunt te zijn. Maar ook nieuwe aandachtsgebieden zoals het zich staande houden in het sociale gesprek: op natuurlijke wijze, vloeiend en effectief converseren; zich aanpassen bij de veranderingen van richting, stijl en nadruk die gebruikelijk zijn in conversatie. En ook een nieuwe mate van taalbewustzijn: fouten verbeteren die tot onbegrip of misverstanden hebben geleid; over het algemeen vergissingen en fouten corrigeren zodra hij of zij zich ervan bewust is. Een zeer goed B2 niveau. Nadruk op argumenteren, effectieve sociale gesprekken en taalbewustzijn blijft. Daar komt echter een nieuwe graad van gesprekscompetentie bij, bijvoorbeeld: eigen bijdragen bekwaam in verband brengen met die van anderen. De coherentie en cohesie is groter, bijvoorbeeld door: een beperkt aantal samenbindende elementen gebruiken om zinnen vloeiend met elkaar te verbinden tot een helder en samenhangend betoog. En meer descriptoren over onderhandelingen, bijvoorbeeld: het formuleren van een pleidooi voor schadevergoeding, met gebruikmaking van overtuigende taal en eenvoudige argumenten voor genoegdoening; helder verklaren wat de grenzen van een concessie zijn. pagina 15 van 17

8 Niveauaanduiding per vaardigheid en taal havo 2014 Domein A Leesvaardigheid Frans 5% A2 85% B1 10% B2 Duits 50% B1 50% B2 Engels Italiaans 30% B1 70% B2 1 B1 Russisch 5% A2 85%B1 10% B2 Spaans 5% A2 85% B1 10% B2 Domein B Luistervaardigheid B1 B1 B1 B1 A2 B1 B1 B1 Domein C Gespreksvaardigheid B1 B1+ B1+ B1 A2 B1 B1 B1+ Domein D Schrijfvaardigheid A2+ A2+ B1 A2+ A2 A2+ A2+ B1 Arabisch B1 Turks B1 Elementair Arabisch Italiaans Russisch Spaans Turks Domein A Leesvaardigheid A2 A2+ A2 A2+ A2+ Domein B Luistervaardigheid A2 A2 A2 A2 A2 Domein C Gespreksvaardigheid A2 A2 A2 A2 A2 Domein D Schrijfvaardigheid -- A2 -- A2 A2 vwo 2014 Frans Duits Engels Italiaans Russisch Spaans Arabisch Turks Domein A Leesvaardigheid 60% B1 40% B2 20% B1 75% B2 5% C1 85% B2 15% C1 B2 60% B1 40% B2 60% B1 40% B2 B1 B2 Domein B Luistervaardigheid B2 B2 B2 B2 A2 B2 B2 B2 Domein C Gespreksvaardigheid B1+ B2 B2 B1+ A2 B1+ B2 B2 Domein D Schrijfvaardigheid B1 B1 B2 B1 A2 B1 B1 B2 Elementair Arabisch Italiaans Russisch Spaans Turks Domein A Leesvaardigheid A2+ B1 A2+ B1 B1 Domein B Luistervaardigheid A2 A2+ A2 A2+ A2+ Domein C Gespreksvaardigheid A2 A2 A2 A2 A2 Domein D Schrijfvaardigheid -- A2 -- A2 A2 pagina 16 van 17

Het ERK beschrijft de plusniveaus A2+ en B1+ als een zeer goede A2 of B1. Het gaat bij deze +niveaus om prestaties die nog binnen de bandbreedte van het betreffende niveau vallen, maar die zich in kwantiteit en kwaliteit kunnen onderscheiden. Bij de gespreksvaardigheid betekent een +niveau bijvoorbeeld een actievere deelname aan gesprekken en een breder repertorium bij uitwisselingen van informatie. Niveau Russisch, Turks, Arabisch controleren!! pagina 17 van 17

pagina 18 van 17