Aanvraag omgevingsvergunning milieu

Vergelijkbare documenten
Toelichting berekening ISL3a t.a.v. luchtkwaliteit

Aanvraag veranderen omgevingsvergunning milieu

AANVRAAG OMGEVINGSVERGUNNING

Bijlage aanvraag omgevingsvergunning

Toelichting op aanvraag om omgevingsvergunning activiteit milieu. Locatie: Oosterterpweg SJ WIERINGERWERF

Bijlage Melding Activiteitenbesluit. Oude Neerkantseweg 7 te Liessel

Onderzoek geurbelasting in het kader van de Wet geurhinder en veehouderij

Gemeente Barneveld Raadhuisplein 2 tel: (0342) Postbus 63 fax: (0342) AB BARNEVELD

BIJLAGEN OBM Melkvee- en loonbedrijf De Molswaerd Heulenslag 36 A 2971 VG BLESKENSGRAAF. Projectleider Bouw Rundvee C. de Ruijter

B i j l a g e 2 : B e r e k eni n g e n V - S t a c k s g e b i e d e n V - S t a c k s V e r- g u n n i n g e n

Milieu inventarisatie afdeling Milieu ten behoeve van plan- en projectadvisering. Datum: 4 november 2009

Bijlage 12a Berekening voorgrond geur vergunde situatie


Bijlage vergunningsaanvraag

Achterstraat 13a en 15, Randwijk

Bijlagen Obm. Rasing - Kuijpers V.O.F. Kanaalstraat RP LIESSEL. Locatie: Kanaalstraat RP LIESSEL

Het Veluws Ontwerpburo heeft Omgeving Manager opdracht gegeven de bovengenoemde aspecten te onderzoeken.

Advies lucht. Intern Advies

Bijlagen bij de aanvraag

Bij de andere diercategorieën: Volledig strooiselvloer 3 Drinkwater Drinkwatervoorziening voorzien van antimorssysteem

4.3. Fijn stof en NO 2

Gemeente Barneveld Raadhuisplein 2 tel: (0342) Postbus 63 fax: (0342) AB BARNEVELD

Onderzoek geurbelasting Wet geurhinder en veehouderij. Schaiksedijk 12, Riethoven

ROBA Advies B.V. Florijn 4 Postbus AH Deurne tel fax

RAPPORT LUCHTKKWALITEIT

BESCHIKKING WET ALGEMENE BEPALINGEN OMGEVINGSRECHT

- een verklaring van geen bedenkingen ingevolge de Wet Natuurbescherming.

Bijlage 2 Milieuneutraal veranderen

2 Huisvestingsvorm Volledig strooiselvloer 3 Drinkwater Drinkwatervoorziening voorzien van antimorssysteem Verwarmings- en luchtcirculatiesysteem

BIJLAGE 1. Geurberekeningen (verspreidingsmodel V-stacks)

Geuronderzoek. Bandijk 33 datum 7 oktober BK Lathum opsteller ing. D.J. (Dick) Hengeveld locatie Bandijk 33a telefoon

Systeembeschrijving van Juli Vervangt BWL V4 van april Werkingsprincipe

Ontginningsweg 6a Odiliapeel

Berekening in verband met ruimtelijke ontwikkelingen op het perceel Kollenburgweg 3 in Didam (gemeente Montferland)

Binnen een straal van 1000 meter rondom het plangebied schijfsebaan 4a zijn 9 stuks veehouderijen gelegen, te weten aan de:

Woon en leefklimaat plattelandswoning Huttendijk 1 Rekken

Berekening in verband met ruimtelijke ontwikkelingen op het perceel Hengelderweg 6 en 10 in Didam (gemeente Montferland)

2 Huisvestingsvorm Volledig strooiselvloer 3 Drinkwater Drinkwatervoorziening voorzien van antimorssysteem 4a Verwarmings- en luchtcirculatiesysteem

Locatiecheck voor legkippen in volièrehuisvesting Dennenkamp 1b, Groesbeek

Bijlage OBM & Melding Activiteitenbesluit

OMGEVINGSVERGUNNING. het behandelen van een vergunningaanvraag. veranderen van een pluimveehouderij. Oranjekanaal N.Z. 50, 9441 TC Orvelte

E- Aanvraag 1 Stal F ( vk) ,0 4,5 3,29 0, Gem.geb. hoogte

Warmtewisselaar; 37% reductie fijnstof (PM10) Additionele technieken voor emissiereductie van fijn stof bij de diercategorieën E, F en G

Van agrarische bedrijfsbestemming naar bedrijfsbestemming met bedrijfswoning.

Toelichting Activiteitenbesluit Agrarisch

Vormvrije m.e.r. versie 30 november 2016

Onderzoek luchtkwaliteit. Elsendorpseweg 99, Elsendorp

Inzake: Wind, Slappedel 8a Woudenberg Betreft: reactie op aanvullende stukken

Berekening in verband met ruimtelijke ontwikkelingen op het Landgoed Lijftogtsheide te Hengelo (Gld) (gemeente Bronckhorst)

VORMVRIJE M.E.R.-BEOORDELING

Aanmeldnotitie MER. voor de inrichting gelegen aan. Klateringerweg 14 te Zwiggelte

A. Maatregelen voor verdergaande verbetering omgevingskwaliteit

Vormvrije m.e.r.-beoordeling Rode Eiklaan 14, Odiliapeel

Eenheid Klant - Bouwen, Wonen & Ondernemen. Vormvrije Mer beoordeling

Deze stalbeschrijving is gebaseerd op een uitbroed-/opfokfase en een vervolghuisvestingfase binnen hetzelfde bedrijf.

2 Huisvestingsvorm Volledig strooiselvloer 3 Drinkwater Drinkwatervoorziening voorzien van antimorssysteem Verwarmings- en luchtcirculatiesysteem

Onderzoek geurhinder veehouderijen (V-Stacks Gebied, V-Stacks Vergunning)

Deze stalbeschrijving is gebaseerd op een uitbroed-/opfokfase en een vervolghuisvestingfase binnen hetzelfde bedrijf.

Omgevingsvergunning Beperkte Milieutoets Vormvrije mer-beoordeling Fijn stof Tevens toelichting op melding op grond van het Activiteitenbesluit

OMGEVINGSTOETS GEURBELASTING Jonkers Advies Weldsehei WR VELDHOVEN

Berekening in verband met ruimtelijke ontwikkelingen op twee percelen aan de Eltenseweg ongenummerd in Beek (gemeente Montferland)

Notitie: Beantwoording vragen/opmerkingen commissie mer

De beoordeling van de geurhinder heeft plaatsgevonden op de volgende, direct rond het initiatief gelegen geurgevoelige objecten:

Postbus KA Eindhoven T: I:

Locatie: Bloemenkamp PP BEEMTE BROEKLAND. Auteur: J.G.P. (Sjaak) van Schaik Versie: 2

.41. Gemeente. Omgevingsvergunning ^grzonden 1 7 DEC 2012

Geuronderzoek Kleingouw 216 Andijk. (gemeente Medemblik)

Geuronderzoek. Agrarisch kinderdagverblijf t Broek 8 Nistelrode

TOELICHTING OP AANVRAAG

Inhoudsopgave 1 Besluit Aanvraag Actuele vergunningsituatie Beslissing Zienswijze Ondertekening...

: Geuronderzoek manege : Memo geurberekening en adviesgeurberekening V Stacks vergunning en advies

Toetsing Fijn stof wijziging bestemmingsplan Garderenseweg 158a Speuld, gemeente Ermelo

V-STACKS GEBIED BEREKENING OMGEKEERDE WERKING

O M G E V I N G S V E R G U N N I N G U I T G E B R E I D E P R O C E D U R E (1 e fase)

Kenmerk : Datum : 17 november 2016 Verzonden op 2 4 NOV Onderwerp : ontwerp omgevingsvergunning

BEOORDELING CUMULATIE GEUR EN WOON- EN LEEFKLIMAAT

Beoordeling omgevingsvergunning beperkte milieutoets

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Toelichting milieu: agrarische bedrijven

NOTITIE VORMVRIJE M.E.R.

ZLTO Advies Ir. Jos Commissaris Senior Adviseur ROMB. ZLTO Advies Ing. Jenny Geelen Bedrijfsadviseur pluimveehouderij

Ontwerp besluit UV

Berekening in verband met ruimtelijke ontwikkelingen op de locatie Achterweg 70 en 74 in Herwijnen (gemeente Lingewaal).

wijzigingsplan Duifhuizerweg 18 ontwerp

AANMELDINGSNOTITIE M.E.R.- BEOORDELING

Toelichting ventilatie Boerijendijk 7, Groenlo

GEUR ONDERZOEK. Golf Cromvoirt Beheer BV. Project: Golfbaan Cromvoirt

ADVIES. Geur veehouderijen

BESCHIKKING VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN REIMERSWAAL

Quick Scan Wet geurhinder en veehouderij

Die zienswijzen die betrekking hebben op het onderdeel milieu betreffen, kort samengevat, het volgende.

Geuronderzoek Koninginnelaan 158. (gemeente Soest)

Bijlage 1: Dieraantallen en -categorieën en invoergegevens referentiesituatie, beoogde situatie (voorkeursalternatief) en alternatief

De Marke III te Hengevelde

uw kenmerk uw bericht van ons kenmerk datum Z / D tel:

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Bijlage 1: Dieraantallen en -categorieën en invoergegevens referentiesituatie, beoogd en alternatief

Beoordeling milieutoets t.b.v. Ruimtelijke Onderbouwing Schoolkaterdijk 39 te Haaksbergen

Deze stalbeschrijving is gebaseerd op een uitbroed-/opfokfase en een vervolghuisvestingfase binnen hetzelfde bedrijf.

Reactie op raadsvoorstel College van Burgemeester en Wethouders Gemeente Woensdrecht bestemmingsplan wijziging Weg naar Wouw 40

Transcriptie:

Aanvraag omgevingsvergunning milieu d.d. 0 augustus 06 Initiatiefnemer Pluimveebedrijf Enting Oranjekanaal N.Z. 50 944 TC Orvelte Aanleiding Pluimveebedrijf Enting is gevestigd op de locatie Oranjekanaal N.Z. 50 te Orvelte. Het bedrijf heeft drie pluimveestallen met volièrehuisvesting Rav E..4 (BWL 005.05.V). Tijdens een op 3 november 04 uitgevoerde milieucontrole is geconstateerd dat voor de mestbandbeluchting lucht vanuit de stal wordt bijgemengd. Strikt genomen mag enkel worden belucht met lucht van buiten (geen stallucht bijmengen). Middels een brief d.d. 30 januari 05 is te kennen gegeven dat de tekortkoming binnen 6 maanden moet worden opgeheven. Op 9 juni 05 heeft initiatiefnemer een verzoek ingediend om de huidige situatie te gedogen. Het feit dat de lucht niet rechtstreeks van buiten komt maar gemengd wordt met stallucht, is niet essentieel. De beluchtingscapaciteit (m 3 /hen/uur) en de afdraaifrequentie ( of x per week) is veel bepalender. Dat men met stallucht goed kan drogen blijkt ook wel uit het feit dat recent een aanvraag voor het waaiersysteem op de leaflet van stalsysteem Rav.. is bijgeschreven. Het waaiersysteem is een techniek waarbij alleen stallucht (geen buitenlucht) wordt gebruikt om te beluchten. Vervolgens is een hercontrole op het bedrijf uitgevoerd. In navolging op de hercontrole is op 4 juli in een e-mail door RUD Drenthe aangegeven dat het verzoek om gedogen wordt afgewezen. Het handhavingstraject wordt verder ingezet en de stallen dienen voor september 06 in overeenstemming te zijn met de vergunning. Aanpassingen Dit alles is aanleiding de vergunning aan te passen. Middels deze aanvraag wordt het stalsysteem van de drie pluimveestallen gewijzigd van E..4 naar E... Bij diercode E... kan men volstaan met het beluchten d.m.v. stallucht, of een mengsel van stal- en buitenlucht. Het is dan niet langer nodig dat alle lucht van buiten komt waarvoor dan vaak een warmtewisselaar wordt ingezet. De mestbandbeluchting wordt aangepast. In plaats van 0,7 m 3 /dier/uur wordt er 0,5 m 3 /dier/uur belucht. De afdraaifrequentie wordt aangepast. In plaats van keer per week wordt de mest keer per week van de mestbanden gedraaid. De stalinrichting wordt verder niet gewijzigd en past gezien het aandeel rooster-strooisel ook in categorie E... Stal en zijn 3,5 m breed en hebben per strekkende meter systemen van,40 m breed en systeem van,00 m breed; totaal 3,6 m breedte aan mestbanden. Hoeve Advies

Per strekkende meter stal geeft dit 7, m leefoppervlak. Aandeel rooster is 3,6 : 7, = 50,%. Stal 3 is m breed en heeft per strekkende meter per strekkende meter systemen van,40 m breed en 3 systemen van,00 m breed; totaal,6 m breedte aan mestbanden. Per strekkende meter stal geeft dit 43,6 m leefoppervlak. Aandeel roosters is,6 : 43,6 = 49,5%. Bij diercode E... dient 45-55 % van het leefoppervlak uitgevoerd te worden als etages met roostervloer. Daar wordt aan voldaan. Aantal dieren Verder worden er a.g.v. een te wijzigen dierbezetting meer dieren geplaatst. In de beoogde situatie worden er 96.450 st. leghennen gehuisvest; een toename van 5.575 stuks. Mestopslag Voor een deel van de kippen wordt een langdurige mestopslag gerealiseerd (t.b.v. stal ). Hiervoor wordt de sleufsilo overkapt en als mestloods in gebruik genomen. De mest van stal en 3 wordt binnen weken van het bedrijf afgevoerd (in afgesloten containers of vrachtwagens). De mest van stal wordt langdurig opgeslagen (> weken) en periodiek van het bedrijf afgevoerd. Bouwvergunning De wijziging van het stalsysteem en het aantal dieren is een inpandige aangelegenheid. Het overkappen van de sleufsilo welke nu gebruik wordt als verzamelplaats voor pluimveemest, vanwaar de mest wordt afgevoerd, is o.i. bouwvergunningvrij. De overkapping is lager dan 5,0 m, bevindt zich op het achtererfgebied, en beperkt zich tot een oppervlak van ca. 00 m. We gaan er van uit dat daar geen omgevingsvergunning voor het aspect bouw voor nodig is. Is dat wel het geval, dan horen we dat graag en zullen we alsnog een fase- aanvraag indienen om dit gerealiseerd te zien. Vergunde situatie De vigerende vergunning is de omgevingsvergunning van 8 januari 03 voor het houden van 90.875 legkippen, volièrehuisvesting E..4. Vergunde situatie 8 januari 03: Stal Rav cat. Diersoort Aantal dieren Stal E...4 Legkippen volièrehuisvesting 5.75 Stal E...4 Legkippen volièrehuisvesting 5.75 Stal 3 E...4 Legkippen volièrehuisvesting 40.55 Totaal 90.875 Veranderingen De pluimveehouder wil de volgende veranderingen doorvoeren: Het stalsysteem van stal, en 3 wordt gewijzigd in E... De veebezetting in de drie stallen wordt gewijzigd waardoor het aantal dieren met 5.575 st. toeneemt. Het volgend aantal dieren wordt per stal gehouden: stal en elk 6.400 stuks en stal 3 totaal 43.650 stuks. Er wordt een langdurige mestopslag gerealiseerd additioneel aan stal. Hoeve Advies

Beoogde situatie: Stal Rav cat. Diersoort Aantal dieren Stal E... Legkippen volièrehuisvesting 6.400 Stal E... Legkippen volièrehuisvesting 6.400 Stal 3 E... Legkippen volièrehuisvesting 43.650 Stal 4 E 6.8 Langdurige mestopslag add. stal 6.400 Totaal 96.450 M.e.r.-beoordeling De inrichting in de gebouwen wordt niet vervangen. De wijziging van het stalsysteem (wijze van beluchten en frequentie afdraaien mestbanden) evenals de uitbreiding van de dieren in de bestaande stallen tellen daarom niet mee voor de Mer-beoordeling. In het kader van de Mer-beoordeling vindt er geen uitbreiding plaats, waardoor het plan geen m.e.r.-beoordelingsplicht heeft waar het college een besluit op moet nemen. Besluit huisvesting In het voormalige Besluit huisvesting (008) was de maximale emissiewaarde voor legkippen 0,5 kg NH 3. Het nieuwe Besluit huisvesting (05) dat op augustus jl. met terugwerkende kracht vanaf juli 05 in werking is getreden, hanteert een maximale emissie van 0,068 kg NH 3 voor leghennen. Deze aangescherpte norm geldt alleen voor nieuw te bouwen stallen. Ook zijn er maximale emissiewaarden voor fijnstof vastgesteld. De fijnstofuitstoot moet in nieuw te bouwen stallen vanaf juli 05 met minstens 30% gereduceerd worden. Voor nageschakelde technieken en mestopslag is geen maximale emissiewaarde meer van toepassing. Gebouw, en 3 zijn opgericht voor juli 05. Stallen gebouwd en in gebruik genomen voor juli 05 gelden als bestaande stallen. Voor deze stallen is een maximale emissiewaarde van 0,5 kg NH 3 van toepassing. Voor deze stallen is geen maximale emissiewaarde voor zwevende deeltjes op het huisvestingssysteem van toepassing. Het plan voldoet aan het Besluit emissiearme huisvesting: de legkippen in alle 3 stallen voldoen met een emissie van 0,04 kg NH 3 p.d.p.j. aan de daarvoor geldende maximale emissiewaarde van 0,5 kg NH 3 p.d.p.j. Het reduceren van fijnstof is voor deze stal niet verplicht. De mestopslag van stal voldoet aan de criteria van BBT. IPPC beleidslijn De IPPC-beleidslijn, welke van toepassing is voor zover het bedrijf zich in de nabijheid van kwetsbare natuur of Wav-gebieden bevindt én wil uitbreiden, stelt dat het bevoegd gezag bij een toename van dieren tot 5.000 kg NH 3 BBT mag verlangen en over de emissie boven de 5.000 kg NH 3 >BBT en over de emissie boven de 0.000 kg NH 3 >>BBT). Het is overigens de vraag wat het nut van de IPPC-beleidslijn nog is, nu het beschermen van de kwetsbare (natuur-)gebieden getoetst wordt middels de Natuurbeschermingswet. Die was er ten tijde van het opstellen van de Beleidslijn nog niet. Hoeve Advies 3

Op grond van de Oplegnotitie bij de BREF voor de intensieve pluimvee en varkenshouderij worden nageschakelde technieken buiten beschouwing gelaten. De langdurige mestopslag in de afgesloten mestloods blijft in de beoordeling buiten beschouwing, nu er in het Besluit huisvesting geen maximale emissiewaarde (meer) voor additionele technieken geldt. Het aantal dieren dat Pluimveebedrijf Enting gaat houden neemt toe van 90.875 st. naar 96.450 st. Tot 5.000 kg NH 3 geldt BBT van 0,5 kg NH 3 per dier, daarboven geldt >BBT met een emissie van 0,0 kg NH 3 per dier per jaar. De ammoniakemissie in het kader van de beoordeling van de IPPC-beleidslijn is als volgt: Stal Rav cat. Diersoort Aantal dieren ammoniak emissie kg NH3/dier Totaal kg ammoniak emissie E... Legkippen volièrehuisvesting 6.400 0,04.08,80 E... Legkippen volièrehuisvesting 6.400 0,04.08,80 3 E... Legkippen volièrehuisvesting 43.650 0,04.833,30 Totaal 96.450 4.050,90 In de beoogde situatie emitteert de inrichting 4.050,00 kg NH 3, met een emissie van 0,04 kg NH 3 per dier per jaar, waarmee het plan voldoet aan de IPPC-beleidslijn. Geurbelasting In de buurt van het bedrijf bevinden zich geurgevoelige objecten (buiten de bebouwde kom). Minimale afstand dieren met geuremissiefactor De afstand voor de legkippen tot woningen, inclusief bedrijfswoningen van andere veehouderijen, moet gevel tot gevel minimaal 5 meter zijn. De dichtstbijzijnde woning van derden Oranjekanaal NZ 49 - ligt op een afstand van ca. 40 meter tot de dichtstbijzijnde legkippenstal. Hieraan wordt voldaan en aan de vaste minimumafstand van 50 m van emissiepunt tot een woning behorende bij een andere veehouderij. Maximale geurbelasting Voor leghennen zijn geuremissiefactoren vastgesteld. De geuremissie voor leghennen volièrehuisvesting (...) is 0,34 OU E /d/s. De pluimveestallen zijn voorzien van lengteventilatie. De ventilatoren zijn voorzien van een ventilatiekoker waardoor de ventilatielucht onbelemmerd omhoog wordt uitgeblazen. Conform voorschrift Infomil geldt een verticale uittreesnelheid van 4,0 m/s. Oranjekanaal N.Z. 49 is het geurgevoelig object met de hoogste geurbelasting. De geurbelasting op dit pand is,3 OU E /m 3 en blijft daarmee binnen de geurnorm van 4,0 OU E /m 3 welke geldt op basis van de gemeentelijke geurverordening voor het buitengebied. Voor de bebouwde kom is de norm 3,0 OU E /m 3. Het dichtstbijzijnde pand in de bebouwde kom is Brugstraat 5 te Orvelte. De geurbelasting daarop is 0,4 OU E /m 3. Hiermee wordt voldaan aan de Wet geurhinder in combinatie met de gemeentelijke geurverordening. Hoeve Advies 4

Fijnstofconcentratie De fijnstofemissie (PM 0 ) van leghennen Rav E... is 65 gram PM 0 per dierplaats per jaar. De totale fijnstofemissie PM 0 vanuit de inrichting in de beoogde situatie is 6.69,3 kg PM 0 per jaar; een toename van 36,4 kg PM 0 per jaar t.o.v. wat is vergund. In de nieuwe situatie blijft de fijnstofconcentratie ruim onder de 3% van de grenswaarde. De impact van de verandering is daardoor voor wat betreft luchtkwaliteit niet in betekende mate, waarmee wordt voldaan aan de Wet luchtkwaliteit. Voor de volledigheid is er getoetst aan de tabel opgenomen in de Handreiking bij Beoordelen fijnstof bij veehouderijen, welke als bijlage bij de aanvraag is gevoegd. Geluid en verkeer Het aantal leghennen neemt iets toe. Het aantal voertuigbewegingen verandert hoegenaamd niet. In de beoogde situatie blijven de ventilatoren en afstanden tot woningen van derden ongewijzigd. De voorschriften van de huidige vergunning voldoen. Er is geen aanleiding voor een akoestisch onderzoek. Energieverbruik pluimvee We verwachten voor de legkippen een elektraverbruik overeenkomstig het landelijk gemiddelde van ca.,5 kwh dierplaats per jaar, dat is ca. 4.5 kwh per jaar. De stallen worden niet structureel bijverwarmd en er wordt geen aardgas gebruikt. Het waterverbruik is ca. 55 liter per hen per jaar ofwel ca. 5.300 m 3 per jaar. De stallen worden doorgaans droog gereinigd vanwege alle techniek die in de stallen zit, en niet nat. Mestopslag pluimvee De mest uit de pluimveestallen wordt minimaal tweemaal per week afgedraaid en naar de afgesloten mestloods (gebouw 4) getransporteerd. De mestloods dient als verzamelruimte en als opslagloods voor mest. De mest van stal wordt langdurig opgeslagen. De mest van stal en 3 wordt in een (afgesloten) container of kieper gedraaid voor transport en binnen 4 dagen met vrachtwagens van het bedrijf afgevoerd. Na elke ronde als de kippen weg zijn wordt ook de strooiselmest uit de stal verwijderd en afgevoerd. Natura 000 De locatie ligt op een afstand van ca.,6 kilometer van het te beschermen Natura 000- gebied Elperstroomgebied. In de beoogde situatie neemt de ammoniakemissie toe van 3.36,38,00 kg NH 3 naar 5.370,90 kg NH 3. De stikstofdepositie op omliggende natuurgebieden neemt daardoor toe. Het effect van de verandering is met Aerius doorgerekend. Uit Aerius Calculator blijkt dat de grenswaarde van mol wordt overschreden waardoor er sprake is van een vergunningsplicht. Op 5 juni jl. is daarom een Nb-wetvergunning aangevraagd bij de provincie Drenthe. Omdat er al een Nb-wetvergunnning voor de te wijzigen bedrijfsvoering is aangevraagd, hoeft/mag er geen VVGB bij deze milieuaanvraag worden aangehaakt. Ing. W. Hoeve HOEVE ADVIES BV Hoeve Advies 5

Overzicht geur ammoniak fijnstof d.d.. -7-06 Pluimveebedrijf Enting Oranjekanaal N.Z. 50 944 TC Orvelte Vergunde situatie omgevingsvergunning 8 januari 03 Stal Rav cat. Diersoort Aantal dieren geur emissie OU E /d/s Totaal geur emissie ammoniak emissie kg NH 3 /d/j Totaal ammoniak emissie fijnstof emissie PM 0 g/dier/jr Totaal kg fijnstof emissie Stal E...4 Legkippen volièrehuisvesting 5.75 0,34 8.559,5 0,037 93,5 65.636,4 Stal E...4 Legkippen volièrehuisvesting 5.75 0,34 8.559,5 0,037 93,5 65.636,4 Stal 3 E...4 Legkippen volièrehuisvesting 40.55 0,34 3.778,5 0,037.499,4 65.634, Totaal 90.875 30.897,5 3.36,38 5.906,9 Aanvraag omgevingsvergunning-milieu 06 Stal Rav cat. Diersoort Aantal dieren geur emissie OU E /d/s Totaal geur emissie ammoniak emissie kg NH 3 /d/j Totaal ammoniak emissie fijnstof emissie PM 0 g/dier/jr Totaal kg fijnstof emissie Stal E... Legkippen volièrehuisvesting 6.400 0,34 8.976,0 0,04.08,8 65.76,0 Stal E... Legkippen volièrehuisvesting 6.400 0,34 8.976,0 0,04.08,8 65.76,0 Stal 3 E... Legkippen volièrehuisvesting 43.650 0,34 4.84,0 0,04.833,3 65.837,3 Geb. 4 E 6.8 Langdurige mestopslag add. stal 6.400 0,0 0,050.30,0 0,0 Totaal 96.450 3.793,0 5.370,90 6.69,3

Nummer systeem Naam systeem BWL 004.0.V3 Volièrehuisvesting, 45-55 % van de leefruimte is rooster met daaronder een mestband met 0, of 0,5 m³/dier/uur beluchting, mestbanden minimaal tweemaal per week afdraaien. Diercategorie Legkippen en (groot-)ouderdieren van legrassen (E ) Systeembeschrijving van Maart 06 Vervangt Beschrijving BWL 004.0.V van juli 00 Werkingsprincipe Ammoniakemissiebeperking is gebaseerd op het snel drogen van de mest op de mestbanden onder de rooster en het frequent afvoeren van de mest uit de stal. DE TECHNISCHE UITVOERING VAN HET SYSTEEM; BOUWKUNDIG Onderdeel Uitvoeringseis Geen bijzonderheden. DE TECHNISCHE UITVOERING VAN HET SYSTEEM; TECHNISCHE VOORZIENINGEN Onderdeel Uitvoeringseis Huisvestingsvorm alternatieve huisvesting (dieren kunnen zich vrij in de stal bewegen) a Vloeruitvoering 45-55 % van het leefoppervlak is uitgevoerd als etages met roostervloer b 45-55 % van het leefoppervlak is uitgevoerd als strooiselvloer 3 Voer en drinkwater voorzieningen aangebracht boven de roostervloer 4 Mestopvangvoorziening mestbanden onder de roosters 5a Beluchting mestbandbeluchting aanwezig 5b 5c 6 Registratieapparatuur aanvoer lucht naar de mestbanden via buizen onder / naast de roosters, de situering van de uitblaasopeningen van de buizen zorgt voor een gelijkmatige droging van de mest op de mestbanden een alternatief beluchtingssysteem in plaats van beluchting met een debiet van 0, m 3 per uur via buizen is verplaatsing van lucht middels een rotorsysteem met bladen welke is ontworpen voor het drogen van mest op de mestbanden. Het rotorsysteem met bladen dient als volgt te worden uitgevoerd: - lengte rotorbladen: 5 cm met onderlinge afstand van 5 cm; - diameter rotorsysteem (incl.waaiers): 8,5 cm; - toerental: 0 omwentelingen per minuut. de volgende registratieapparatuur dient aanwezig te zijn: - temperatuurmeter voor het meten van de temperatuur van de beluchtingslucht, meten in het hoofdtoevoerkanaal van de beluchting; - apparatuur voor het registreren van het aanstaan van de beluchting (urenteller, kwh-meter, toerenteller of meetventilator); - apparatuur voor het registreren van de afdraaifrequentie van de mestbanden - apparatuur voor het meten van de capaciteit van de beluchting, meten aan het begin van de beluchtingsbuizen boven de mestbanden

7 Mestopslag kortdurend of eventueel nadroging in een nageschakelde techniek of langdurige mestopslag HET GEBRUIK VAN HET SYSTEEM Onderdeel Gebruikseis a Leefoppervlak minimaal. cm² per dier bij opzet (9 dieren per m²) b b Beluchtingscapaciteit minimaal 0, of 0,5 m³ per dier per uur De beluchtingscapaciteit geldt niet voor het rotorsysteem met bladen c Drogestofgehalte De mest dient binnen 7 uur nadrogen een drogestofgehalte te bereiken van minimaal 4,5% d e Temperatuur drooglucht Afdraaifrequentie mestbanden minimaal 8 C minimaal tweemaal per week afdraaien van de mest naar een afgedekte container voor kortdurende opslag, nageschakelde techniek of andere vorm van opslag ff Registratie ten behoeve van een controle op de werking van het afdraaien van de mestbanden en het droogsysteem moeten de volgende gegevens automatisch worden geregistreerd: - de temperatuur van beluchtingslucht; - het aan staan van de beluchting; - de afdraaifrequentie van de mestbanden - de capaciteit van de beluchting van de geregistreerde waarden moet tijdens de controle een uitdraai van de huidige en vorige productieperiode opvraagbaar zijn Emissiefactor Verwijzing meetrapport 0,055 kg NH 3 per dierplaats per jaar bij beluchtingcapaciteit van minimaal 0, m³ per dier per uur of beluchting middels rotorsysteem met bladen. 0,04 kg NH 3 per dierplaats per jaar bij beluchtingcapaciteit van minimaal 0,5 m³ per dier per uur Rapport 00-6 van IMAG (www.stalemissies.nl) Dit systeem stelt geen eisen aan de wijze van mestopslag of verdere bewerking (extra droging) van de mest. De vorm van opslag of bewerking is echter wel bepalend voor de hoogte van de ammoniakemissie van het bedrijf. De voor dit stalsysteem vastgestelde emissiefactor van 0,04 of 0,055 kg ammoniak per dierplaats per jaar is van toepassing voor de situatie in combinatie met een kortdurende opslag op het bedrijf (afvoer van de mest van de banden direct van het bedrijf of opslag in een afgedekte container voor maximaal 4 dagen). Bij langdurige mestopslag of nadroging in een nageschakelde techniek komt bovenop deze emissiefactor nog een toeslag (Rav-categorie E6).

Een niveau 3 3 A: enkele rij legnesten 3 3 B: dubbele rij legnesten Meerdere niveau's 3 3 3 3 3 3 3 3 C: Etages met aan weerszijden legnesten D: Etages met geïntegreerde legnesten 3 3 3 3 3 3 E: Etages op roostervloer F: Portaalsysteem 3 3 3 3 3 G: Hangende etages met geïntegreerde legnesten H: combinatie met beun met mestbanden 3 3 I: dubbele rij legnesten 3 Legenda Legnest Roosters met mestbanden 3 Strooiselruimte en eventueel beluchting 3

Rotersysteem met bladen NAAM: Volièrehuisvesting, 45-55 % van de leefruimte is rooster met daaronder een mestband met 0, of 0,5 m³/dier/uur beluchting, mestbanden minimaal tweemaal per week afdraaien NUMMER: BWL 004.0.V3 Systeembeschrijving maart 06 4

Gegenereerd op: -07-06 met V-STACKS Vergunning versie 00 (c) KEMA Nederland B.V. Naam van de berekening: Beoogde situatie (aanvraag) Gemaakt op: -07-06 4:55:5 Rekentijd: 0:00:03 Naam van het bedrijf: Enting - Oranjekanaal NZ 50 Berekende ruwheid: 0,3 m Meteo station: Eindhoven Brongegevens: Volgnr. BronID X-coord. Y-coord. EP Hoogte Gem.geb. hoogte EP Diam. EP Uittr. snelh. E-Aanvraag Stal 6.400 legh 4 077 54 36,7 4, 3,6 4,00 8 976 Stal 6.400 legh 4 09 54,7 4, 3,6 4,00 8 976 3 Stal 3 43.650 legh 4 6 54 0,7 4,9 4, 4,00 4 84 Geur gevoelige locaties: Volgnummer GGLID Xcoordinaat Ycoordinaat Geurnorm Geurbelasting 4 Oranjekanaal NZ 5 4 77 540 950 4,0,7 5 Oranjekanaal NZ 5 4 056 540 996 4,0 3,9 6 Oranjekanaal NZ 49 40 98 54 35 4,0,3 7 Oranjekanaal NZ 48 40 98 54 376 4,0 8,5 8 Oranjekanaal NZ 47 40 900 54 387 4,0 6,7 9 Oranjekanaal NZ 46 40 88 54 43 4,0 5,7 0 Oranjekanaal ZZ 8 4 049 540 889 4,0,9 Oranjekanaal ZZ 5 4 8 540 869 4,0,6 Oranjekanaal NZ 53 4 438 540 948 4,0,4 3 Brugstraat 5 40 966 540 494 3,0 0,4

Toelichting berekening ISL3a t.a.v. luchtkwaliteit d.d. -7-06 Initiatiefnemer Pluimveebedrijf Enting Oranjekanaal N.Z. 50 944 TC Orvelte. Luchtkwaliteit In lucht zitten, hoe schoon ook, altijd kleine, vaste en vloeibare deeltjes. Dit wordt Particulate Matter (PM) genoemd. De deeltjes met een diameter kleiner dan 0 μm (een honderdste millimeter), worden aangeduid met PM 0. Deze kleine deeltjes zijn in staat diep in de luchtwegen van mens en dier door te dringen en kunnen de gezondheid schaden. Deze deeltjes zijn niet met het blote oog te zien. De fijnere fractie van fijn stof, PM.5, zijn zeer kleine en lichte deeltjes die dagenlang in de atmosfeer kunnen zweven. De grovere fijnstoffractie (PM.5 PM 0 ) verdwijnt relatief snel uit de lucht door de zwaartekracht. De veehouderij veroorzaakt ongeveer 3% van de emissie van fijn stof in Nederland. De Nederlandse pluimveehouderij draagt voor meer dan de helft bij aan de totale fijnstofemissie uit de veehouderij; de varkenshouderij voor ongeveer een derde en de rundveehouderij voor ongeveer een tiende. Van de fijnstofemissie uit de pluimveehouderij is ongeveer tweederde afkomstig uit de vleeskuikenhouderij (inclusief kalkoenen). De concentratie fijn stof in stallen met pluimvee en varkens is hoger dan in rundveestallen. Stof van veehouderijen bestaat voor 90% uit organisch materiaal, zoals bestanddelen van mest, huidschilfers, veren en micro-organismen. Bij varkens en pluimvee is het grootste aandeel van het fijn stof afkomstig van de mest. Ammoniak, afkomstig uit de mest, kan in de lucht reageren met stikstof- en zwaveloxiden en vormt dan deeltjes die vooral behoren tot de categorie PM.5.. Fijnstofconcentratie PM 0 t.a.v. omwonenden Voor fijnstof (PM 0 ) geldt sinds januari 005 een maximale jaargemiddelde grenswaarde van 40 µg/m 3 en een daggemiddelde van maximaal 50 µg/m 3 wat ten hoogste 35 dagen per jaar overschreden mag worden (richtwaarden bijlage Wet milieubeheer). Hoeve Advies

Per 9 december 008 geldt voor de beoordeling het blootstellingscriterium. De Europese richtlijn t.a.v. luchtkwaliteit stelt dat op terreinen die niet publiekelijk toegankelijk zijn geen fijnstof gemeten hoeft te worden. Het niveau op het eigen terrein van de eigen inrichting is ook niet relevant. Het niveau op de rijbaan van wegen en de middenberm van wegen hoeft niet beoordeeld te worden, tenzij voetgangers normaliter toegang tot de middenberm hebben (art. lid 3 Regeling beoordeling luchtkwaliteit). Regeling van de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 8 december 008, nr. BJZ008786 tot wijziging van de Regeling beoordeling luchtkwaliteit 007 (toepasbaarheid regels inzake de wijze waarop het kwaliteitsniveau wordt gemeten of berekend en criteria voor meet- en rekenpunten) Artikel lid 3 Op de volgende locaties vindt geen vaststelling plaats van het kwaliteitsniveau als bedoeld in het eerste lid en vindt geen berekening plaats van effecten als bedoeld in de artikelen 5., tweede en derde lid, en 5.6, eerste lid, van de wet, voor zover het betreft de in het eerste lid bedoelde kwaliteitsniveaus en luchtkwaliteitseisen: a. locaties die zich bevinden in gebieden waartoe leden van het publiek geen toegang hebben en waar geen vaste bewoning is; b. terreinen waarop een of meer inrichtingen zijn gelegen, waar bepalingen betreffende gezondheid en veiligheid op arbeidsplaatsen als bedoeld in artikel 5.6, tweede lid, van de wet, van toepassing zijn; c. de rijbaan van wegen en de middenberm van wegen, tenzij voetgangers normaliter toegang tot de middenberm hebben. De fijnstofemissie (PM 0 ) van leghennen Rav E... is 65 gram PM 0 per dierplaats per jaar. De totale fijnstofemissie PM 0 vanuit de inrichting in de beoogde situatie is 6.69,3 kg PM 0 per jaar; een toename van 36,4 kg PM 0 per jaar t.o.v. wat is vergund. 3. Fijnstofconcentratie PM.5 t.a.v. omwonenden Voor de fijnere fractie van fijn stof (PM.5 ), meestal omschreven als de deeltjes met een diameter van,5 µm of minder, geldt sinds januari 05 een maximale jaargemiddelde grenswaarde van 5 µg/m 3 (richtwaarde bijlage Wet mileubeheer). Er zijn geen emissiefactoren voor PM.5 voor pluimvee vastgesteld. Wel heeft Wageningen UR Livestock Research in november 009 een aantal rapporten opgeleverd als verslag van het onderzoek naar de emissie van fijnstof van pluimvee. De voor PM 0 gevonden waarden zijn afgerond overgenomen op de lijst van emissiefactoren van het Ministerie van VROM. 4. Niet in betekende mate Hoeve Advies

De Handreiking bij beoordelen van fijnstof bij veehouderijen van Infomil (augustus 009, geactualiseerd in 03) stelt dat er sprake is van niet in betekende mate van luchtverontreiniging als de toename zich beperkt tot niet meer dan 3% van de grenswaarde, dat is 3% van de jaargemiddelde concentratie van maximaal 40 µg/m 3, dat is, µg/m 3 (artikel, lid, Besluit NIBM in samenhang met Bijlage a van de Regeling NIBM). Veehouderijen zijn niet opgenomen in de Regeling NIBM. Infomil heeft daarom een tabel opgesteld waarin men af kan lezen of de toename hoger of lager is dan de 3% NIBM grens. De getallen in de tabel zijn worst-case genomen. Indien bij een bepaalde afstand niet méér wordt geëmitteerd dan is opgenomen in de tabel, dan is de uitbreiding zeker NIBM. Wanneer de toename in emissie in grammen hoger is dan in de tabel opgenomen is het project mogelijk IBM, dan zal er een berekening met ISL3a uitgevoerd moeten worden om aan te tonen dat geen grenswaarden worden overschreden ofwel de uitbreiding bij precieze berekening toch NIBM blijkt te zijn. Tabel: NIBM emissies Bron: Hoofdstuk. pag.6 van de Handreiking bij Beoordelen fijnstof bij veehouderijen, mei 00 4. Fijnstofconcentratie PM 0 De uitbreiding betreft 5.575 leghennen (E...). De toename van dieren gaat gepaard met een toename van 5.575 x 65 gram/dier/jaar = 36.375 gram PM 0 per jaar. Het dichtstbijgelegen te beschermen object (TBO), Oranjekanaal N.Z. 49, ligt op een afstand van ca. 40 m van de stallen. De overige te beschermen objecten liggen verder weg. Omdat op 40 meter de NIBM vuistregelgrens op.075.000 gram PM 0 per jaar ligt en in de nieuwe situatie er een toename is van 36.375 gram PM 0 per jaar is, kan hier geconcludeerd worden dat sprake is van een niet in betekende mate toename. De beoogde situatie voldoet voor PM 0 aan de randvoorwaarden van de Wet luchtkwaliteit. 4. Fijnstofconcentratie PM.5 Uit de fijnstofconcentratie berekening PM 0 blijkt een jaarlijkse toename van 36,4 kg PM 0 per jaar. In het fijnstof PM 0 ligt PM.5 opgesloten. Het totaal aan PM 0 bestaat voor een beperkt deel uit PM.5. De fijnstofconcentratie van PM.5 neemt dus met een fractie van 36,4 kg PM 0 toe. Hieruit volgt dat voor PM.5 ook sprake is van een niet in betekende mate toename, waarmee voldaan wordt aan de randvoorwaarden van de Wet luchtkwaliteit. De vergunning kan op het gebied van fijnstof verleend worden. Ing. W. Hoeve HOEVE ADVIES BV Hoeve Advies 3

Gebouw kenm erkentoekom stigesituatie d.d.-07-06 Gebouw functie L egkippenstal L egkippenstal goothoogte(m ),70,70 nokhoogte(m ) 5,55 5,55 gem.hoogte(m ) 4,3 4,3 lengte(m ) 8,30 8,30 breedte(m ) 4,3 4,3 orientatie( ) 47 47 aantaldieren 6.400 6.400 R AV-num m er E... E... O U E p.d.p.s. 0,34 0,34 O U E p.s.totaal 8.976 8.976 kgn H3 p.d.p.j. 0,04 0,04 kgn H3 totaal.08,8.08,8 grp M 0 p/d/p/j 65 65 T otaalkgp M 0.76,0.76,0 ventilatie m echanisch m echanisch EP eindgevel eindgevel EP gem.hoogte(m ),70,70 EP gem.ø (m ) 3,6 3,6 EP uittreesnelheid(m /s) 4,00 4,00 Gebouw 3 4 functie L egkippenstal landurigem estopslag(add.stal) goothoogte(m ),78,70 nokhoogte(m ) 7,00 4,73 gem.hoogte(m ) 4,89 3,7 lengte(m ) 8,30 0,00 breedte(m ),40 9,58 orientatie( ) 47 47 aantaldieren 43.650 6.400 R AV-num m er E... E6.8 O U E p.d.p.s. 0,34 O U E p.s.totaal 4.84 kgn H3 p.d.p.j. 0,04 0,050 kgn H3 totaal.833,3.30,0 grp M 0 p/d/p/j 65 T otaalkgp M 0.837,3 ventilatie m echanisch natuurlijk EP eindgevel diffuusm iddenvertrek EP gem.hoogte(m ),70,60 EP gem.ø (m ) 4, 0,50 EP uittreesnelheid(m /s) 4,00 0,40

Ventilatiekenmerken beoogde situatie in het kader van V-Stacks vergunningen Centraal emissiepunt totale diameter bij centraal emissiepunt: bij gebundelde ventilatoren of lengteventilatie Stal : lengteventilatie centr.emissiepunt Aantal dieren 6400 leghennen volierehuisvesting Standaardventilatie p.dier,4 OU/dier 0,34 Aantal m3 63360 OU totaal 8976,0 Aantal m3/sec 7,60 Pi 3,4 Diameter ventilator en capaciteit Aantal Doorstroomoppervlak m3/st Vent.cap 0,50 0 0,0 0,00 7400 0 0,80 0,50,0 0000 40000,0 0 0,95 0,00 0000 0,40 6,54 9,4 36000 6000 Totaal doorstroomoppervlak 8 0,4 m 56000 m3 Fictieve straal,8 m 9,7 m3/dier Fictieve diameter 3,6 m Vertikale luchtsnelheid a.g.v. verticale worp 4,00 m/s Stal : lengteventilatie centr.emissiepunt Aantal dieren 6400 leghennen volierehuisvesting Standaardventilatie p.dier,4 OU/dier 0,34 Aantal m3 63360 OU totaal 8976,0 Aantal m3/sec 7,60 Pi 3,4 Diameter ventilator en capaciteit Aantal Doorstroomoppervlak m3/st Vent.cap 0,50 0 0,0 0,00 7400 0 0,80 0,50,0 0000 40000,0 0 0,95 0,00 0000 0,40 6,54 9,4 36000 6000 Totaal doorstroomoppervlak 8 0,4 m 56000 m3 Fictieve straal,8 m 9,7 m3/dier Fictieve diameter 3,6 m Vertikale luchtsnelheid a.g.v. verticale worp 4,00 m/s Stal 3: lengteventilatie centr.emissiepunt Aantal dieren 43650 leghennen volierehuisvesting Standaardventilatie p.dier,4 OU/dier 0,34 Aantal m3 04760 OU totaal 484,0 Aantal m3/sec 9,0 Pi 3,4 Diameter ventilator en capaciteit Aantal Doorstroomoppervlak m3/st Vent.cap 0,50 0 0,0 0,00 7400 0 0,80 0,50,0 0000 40000,0 0 0,95 0,00 0000 0,40 8,54,3 36000 88000 Totaal doorstroomoppervlak 0 3,3 m 38000 m3 Fictieve straal,06 m 7,5 m3/dier Fictieve diameter 4, m Vertikale luchtsnelheid a.g.v. verticale worp 4,00 m/s

X eny coordinatenbronnenbedrijf d.d.-7-06 P luim veestalen coördinaten BronID X Y stal lv 4.077 54.36 stal lv 4.09 54. stal3 lv 4.6 54.0 V-stackspuntenzijnalvastgesteld ahvkadatacoordinaten= lengteventilatie M iddelpuntvandegebouw enivm IS L 3a S talid X Y stal 4.036 54.9 stal 4.05 54.78 stal3 4.075 54.57