Amsterdam, 18 november 2011



Vergelijkbare documenten
ABN AMRO Bank N.V. Jaarcijfers maart 2010

Trading update: Amsterdam, 20 mei 2010

ABN AMRO Group rapporteert onderliggende winst van EUR 325 miljoen over het eerste halfjaar van 2010

ABN AMRO Group rapporteert forse stijging onderliggende winst naar EUR 974 miljoen in H en stelt interim-dividend voor van EUR 200 miljoen

Mutatie ( miljoen) Mutatie 2009* in %

ABN AMRO Bank voldoet ruimschoots aan vereisten van de Europese stresstest

Bankieren met de menselijke maat. Jaarverslag 2015

Resultaten Derde Kwartaal oktober 2015

BNG Bank draagt bij aan oplossing maatschappelijke uitdagingen

ABN AMRO Group rapporteert sterke groei van de onderliggende winst naar EUR miljoen in 2010

PERSBERICHT. Propertize op koers met afbouw. Utrecht, 3 juli 2015

PERSBERICHT. Van Lanschot trading update: eerste kwartaal 2016

BNP Paribas Fortis (Fortis Bank NV) Jaarresultaten 2011

Sterke toename van beleggingen in Duits en Frans schuldpapier. Grafiek 1 - Nederlandse aankopen buitenlandse effecten

BinckBank N.V. trading update eerste kwartaal Voortgang van proces van openbaar bod van Saxo Bank conform verwachting

Rabobank halfjaarcijfers 2014: 1,1 miljard euro nettowinst

3. Kerncijfers en resultaten 2018 GRI 102-7, 103-2, 103-3, 201-1, FS 6

De Nederlandsche Bank. Statistisch Bulletin maart 2009

Halfjaarcijfers Amsterdam, 24 juli René J. Takens, CEO Hielke H. Sybesma, CFO

voor meer informatie: 21 februari 2008 mr. M.G.F.M.V. Janssen VOORTGAANDE OMZET- EN WINSTGROEI KAS BANK

ASR halfjaar cijfers 2011

De deeleconomie in België

Persbericht NETTOWINST 2011 VAN 493 MILJOEN (+14%) NETTO VERMOGENSWAARDE STIJGT MET 157 MILJOEN (+3%) IN 2011

Jaarcijfers Persconferentie. 26 februari 2015

Algemene vergadering van Aandeelhouders. 15 mei 2014

Halfjaarcijfers MTY. Bussum, 29 augustus 2014

ABN AMRO rapporteert nettowinst van EUR 390 miljoen over het derde kwartaal en EUR miljoen over de eerste negen maanden van 2013

Jaarcijfers Persconferentie. 27 februari 2014

ABN AMRO rapporteert onderliggende winst van EUR 960 miljoen

ABN AMRO Basic Funds N.V. Jaarrekening 2013

SNS REAAL rapporteert nettowinst van 21 miljoen over het eerste kwartaal

PERSBERICHT. Krachtig herstel Van Lanschot in 2010; dividend hervat

P E R S B E R I C H T

PERSBERICHT Den Haag, 12 maart 2014

Persbericht Embargo, 1 augustus 2014 om 17u40 GEREGLEMENTEERDE INFORMATIE HALFJAARLIJKS FINANCIEEL VERSLAG

STERKE WINSTSTIJGING ABN AMRO OVER EERSTE HALFJAAR 1999

Swiss Life verkoopt zijn Nederlandse en Belgische onderdelen aan SNS REAAL voor EUR 1535 miljoen (CHF 2510 miljoen)

2008 ACHMEA HYPOTHEEKBANK N.V. HALFJAARBERICHT

7 Aansluitingsoverzicht van de eerste toepassing van IFRS

HUNTER DOUGLAS N.V., Piekstraat 2, 3071 EL Rotterdam Tel , Telefax

Persbericht. Netto omzet van EUR 545 miljoen en nettoresultaat van EUR 69,2 miljoen. Business area Aviation lijdt een operationeel verlies o o

Halfjaarbericht BNG Bank 2018

PERSBERICHT. Van Lanschot: solide resultaten eerste zes maanden 2014

DEFINITIEVE JAARCIJFERS 2008: STERKE SOLVABILITEIT ONDANKS BIJZONDERE WAARDEVERMINDERINGEN

Geconsolideerde balans

Meer winst voor Super de Boer

BinckBank N.V. trading update derde kwartaal 2018

ABN AMRO rapporteert onderliggende nettowinst van EUR miljoen over geheel 2012 en EUR 84 miljoen over het vierde kwartaal van 2012

Halfjaarcijfers Persconferentie. 20 augustus NL

Index Garantie Notes

Rabobank boekt 2,0 miljard euro nettowinst in 2013

De solvabiliteitsratio van het Nederlandse bankwezen

Van Lanschot NV Halfjaarcijfers 2013

Nettowinst in eerste halfjaar gestegen naar 33,7 miljoen (H1 2012: 10,5 miljoen) dankzij hogere provisie-inkomsten en aanzienlijke kostenbesparingen

Netto-omzet Kostprijs van de omzet (61.047) (640) Bruto-omzetresultaat EBITDA Bedrijfsresultaat 1.

AEGON wijzigt waarderingsgrondslagen met betrekking tot garanties in Nederland

Resultaatsturing Mark Smit Teamleider Informatie-,Proces-,Projectmanagement Gemeente Zaanstad

Nettoresultaat Aalberts Industries stijgt met 34%

ABN AMRO Groenbank B.V. ENKELVOUDIGE JAARREKENING 2012

ABN AMRO rapporteert nettowinst van EUR 415 miljoen over het eerste kwartaal van 2013

Trading update derde kwartaal 2012 SNS REAAL rapporteert nettowinst van 34 miljoen over het derde kwartaal

Sterke winstgevende groei van AEGON s nieuwe productie zet door

SNS REAAL tekent overeenkomst voor overname Bouwfonds Property Finance

Koninklijke BAM Groep nv Jaarcijfers Persbijeenkomst Amsterdam, 7 maart 2013

Jaarcijfers Amsterdam, 12 maart 2010

Structured products. September Index Garantie Notes. Inlegvel VL Index Garantie Note AEX 14-20

Halfjaarbericht NedSense enterprises N.V.

ABN AMRO Groenbank B.V.

Persbericht. Resultaten 1 ste halfjaar 2008 Vivenda Media Groep. Hilversum, 23 december Highlights eerste halfjaar 2008

Index Garantie Notes

SNS REAAL rapporteert nettowinst van 23 miljoen

Geconsolideerde winst- en verliesrekening (in miljoen euro)

Financiële resultaten eerste halfjaar 2013

P E R S B E R I C H T Europoort/Rotterdam, 22 augustus 2007

ABN AMRO rapporteert onderliggende nettowinst van EUR 827 miljoen over H en EUR 341 miljoen over Q2 2012

stijgt 22% overheden BNG Bank De nettowinst bedroeg miljoen. In 226 miljoen is van mening dat

Veranderingen in de internationale positie van Nederlandse banken

Uitgevende Instelling: F. Van Lanschot Bankiers N.V (BBB+ / A-) April Trigger Notes. Inlegvel VL Dutch Trigger Note 15-20

SNS REAAL rapporteert nettowinst van 42 miljoen

PERSBERICHT Datum: 4 november 2005 Publicatie: voor opening van Euronext Amsterdam en Euronext Parijs

Halfjaarbericht 2017 NedSense enterprises N.V.

persbericht 27 maart 2012

CASHRESULTAAT EN DIVIDEND SOLVAC STABIEL IN 2009 VERGELEKEN MET 2008

Verkorte jaarrekening

Markt voor onderhandse derivaten in korte tijd sterk gekrompen

Persbericht NETTOWINST OVER 2013 VAN 473 MILJOEN (2012: 409 MILJOEN) NETTO VERMOGENSWAARDE STIJGT MET 143 MILJOEN

HOLLAND IMMO GROUP BEHEER B.V. TE EINDHOVEN. Halfjaarcijfers per 30 juni Geen accountantscontrole toegepast

Persbericht 1 e Halfjaar cijfers 2013

Jaarrekening 2012 Triodos Bank N.V.

financiële resultaten 2013

Verkorte jaarrekening

Index Garantie Notes

PERSBERICHT. ARNHEM 3 augustus 2006 HALFJAARRESULTAAT 2006: ESSENT OP KOERS

ONTWIKKELINGEN VOOR ONZE VERMOGENSVERSCHAFFERS

Koninklijke BAM Groep nv Halfjaarcijfers Persbijeenkomst Amsterdam, 23 augustus 2012

22 mei Presentatie Resultaten eerste kwartaal 2006

PERSBERICHT. Winstherstel, klanttevredenheid verder gestegen. 1 maart 2013 mr. M.G.F.M.V. Janssen. Overzicht kerncijfers 1 / 8. voor meer informatie:

Geconsolideerde winst- en verliesrekening (in miljoen euro)

ABN AMRO Investment Management B.V. Jaarrekening 2013

Transcriptie:

Amsterdam, 18 november ABN AMRO Group rapporteert onderliggende nettowinst van EUR 9 miljoen in het derde kwartaal van en EUR 983 miljoen in de eerste negen maanden van De onderliggende nettowinst, exclusief integratie- en separatiegerelateerde kosten, bedroeg in het derde kwartaal van EUR 9 miljoen. In het derde kwartaal is een kredietvoorziening getroffen van EUR 408 miljoen na belasting (EUR 500 miljoen voor belasting) op Griekse Overheidsgegarandeerde Bedrijfsleningen. In het snel verslechterende economische klimaat in het derde kwartaal behaalde R&PB een goed resultaat. C&MB boekte lagere baten en hogere kredietvoorzieningen in het derde kwartaal. De onderliggende nettowinst over de eerste negen maanden van bedroeg EUR 983 miljoen vergeleken met EUR 768 miljoen in 2010. Het resultaat over de eerste negen maanden van bevatte een voorziening op Griekse Overheidsgegarandeerde Bedrijfsleningen, een herstructureringsvoorziening van EUR 132 miljoen en eenmalige baten van circa EUR 150 miljoen (beide na belasting). Het gerapporteerde nettoresultaat was een verlies van EUR 54 miljoen over het derde kwartaal van en een winst van EUR 810 miljoen over de eerste negen maanden van. De onderliggende efficiëntieratio over de eerste negen maanden van verbeterde naar 63% ten opzichte van 70% in 2010. Per 30 september bedroegen de core Tier 1 ratio, Tier 1 ratio en total capital ratio onder Basel II respectievelijk 10,9%, 13,2% en 17,4%. Met de succesvolle migratie van vrijwel alle klanten van Commercial Banking en alle klanten van Private Banking naar het ABN AMRO IT-platform op 12 en 13 november is de integratie voor het overgrote deel voltooid. Gerrit Zalm, bestuursvoorzitter van ABN AMRO Group: In de loop van het jaar verslechterde het economisch klimaat. Onzekerheid over de schuldencrisis en het effect daarvan op de Europese economie was aanleiding om op een deel van de in totaal EUR 1,4 miljard Griekse Overheidsgegarandeerde Bedrijfsleningen een specifieke voorziening te treffen. Deze leningen die rond 2000 zijn verstrekt, betreffen geen Griekse staatsobligaties, maar notes en leningen aan Griekse staatsbedrijven door de Griekse staat gegarandeerd. Hoewel tot op heden aan alle verplichtingen wordt voldaan kan, als gevolg van de verslechtering van de situatie in Griekenland, de kwaliteit van die garantie verminderen. Vandaar dat in het derde kwartaal een specifieke voorziening van EUR 500 miljoen voor belastingen is getroffen op een deel van deze leningen. Tegen de achtergrond van goede resultaten in de eerste zes maanden en een snel verslechterend economisch klimaat liet C&MB in het derde kwartaal een daling van de baten en een stijging van de kredietvoorzieningen zien. R&PB had minder last van deze omstandigheden en zette de goede prestaties door. In de loop van het jaar namen de kosten van wholesale-financiering toe als gevolg van hogere spreads. 1

Hoewel in het derde kwartaal slechts een geringe onderliggende winst werd geboekt, is de onderliggende winstgevendheid dit jaar verbeterd. Dit blijkt uit de verbetering van de onderliggende efficiëntieratio over de eerste negen maanden naar 63%. Wij blijven voorzichtig gestemd ten aanzien van de rest van het jaar, aangezien wij een negatieve economische groei verwachten. Aanzienlijke vooruitgang is geboekt met de integratie. Bijna een week geleden werd een complex deel afgerond en dat eerder dan gepland: de technische migratie van bijna alle zakelijke klanten en alle Private Banking klanten naar het ABN AMRO IT-platform. Nu we deze operatie met succes hebben voltooid, verwachten we de rest van de integratie zeker in 2012 af te ronden. 2

Winst- en verliesrekening van ABN AMRO Group De gerapporteerde winst over de eerste negen maanden van bedroeg EUR 810 miljoen en is inclusief separatie- en integratiegerelateerde kosten van EUR 173 miljoen na belasting. De onderliggende nettowinst, exclusief deze kosten, komt over de eerste negen maanden uit op EUR 983 miljoen. De in dit persbericht gepresenteerde analyse is gebaseerd op zogeheten onderliggende resultaten, tenzij anders aangegeven. Voor een meer gedetailleerd overzicht van de separatie- en integratiegerelateerde kosten en een aansluiting van de gerapporteerde en de onderliggende resultaten verwijzen wij u naar de bijlage. Onderliggende resultaten in EUR miljoen 2010 mutatie Netto rentebaten 3.807 3.671 4% Overige baten 2.142 1.982 8% Operationele baten 5.949 5.653 5% Operationele lasten 3.760 3.943-5% Bijzondere waardevermindering kredieten 989 580 71% Resultaat voor belastingen 1.200 1.130 6% Belastingen 217 362-40% Nettowinst over de periode 983 768 28% onderliggende efficiëntieratio 63% 70% Overige gegevens 30 september 40.543 mutatie Beheerd vermogen (in EUR miljard) 153,0 164,2-7% Naar risico gewogen activa (in EUR miljard) 115,7 116,3-1% Aantal medewerkers (fte's) 24.947 26.161-5% Onderliggende resultaten over de eerste negen maanden van De winst over de eerste negen maanden van bedroeg EUR 983 miljoen, een stijging van 28% ofwel EUR 215 miljoen ten opzichte van dezelfde periode in 2010. Retail & Private Banking (R&PB) droeg EUR 857 miljoen bij aan de groepswinst; de bijdrage van Commercial & Merchant Banking (C&MB) bedroeg EUR 419 miljoen. Group Functions leverde een negatieve bijdrage van EUR 293 miljoen. De groeiende bezorgdheid en onzekerheid over de volle omvang van het effect van de schuldencrisis hebben ertoe geleid dat het economisch klimaat in de loop van het jaar is verslechterd. Dit komt tot uiting in een daling van het nettoresultaat in het derde kwartaal ten opzichte van twee goede afgelopen kwartalen. Tegen deze achtergrond heeft R&PB een goed resultaat behaald, ook vergeleken met dezelfde periode in 2010. De nettowinst van C&MB was hoger dan in dezelfde periode vorig jaar. Vergeleken met goede resultaten in de eerste twee kwartalen van werd het resultaat over het derde kwartaal beïnvloed door lagere overige baten en hogere kredietvoorzieningen. De kosten voor wholesale financiering stegen in als gevolg van de onzekerheid op de markten. De nettowinst in zowel als 2010 bevatten verschillende grote posten, die in totaal van vergelijkbare omvang zijn (respectievelijk negatief EUR 390 miljoen en negatief EUR 385 miljoen). Zie de bijlage voor verdere bijzonderheden. De operationele baten stegen met 5% ofwel EUR 296 miljoen. De netto rentebaten stegen met 4%, ofwel EUR 136 miljoen. In 2010 bevatten de netto rentebaten de rentelasten op kapitaalinstrumenten, die in de loop van 2010 in eigen vermogen zijn geconverteerd, en de rentebaten van activiteiten die inmiddels zijn afgestoten. Gecorrigeerd voor deze posten zijn de netto rentebaten fractioneel gestegen. C&MB zag de netto rentebaten toenemen dankzij groei van de kredietportefeuille en hogere deposito s. R&PB boekte stabiele rentebaten: tegenover het positieve effect van hogere deposito s stond een daling van de kredietportefeuille. De kosten van wholesale financiering stegen in de eerste negen maanden van ten opzichte van de vergelijkbare periode van 2010. 3

De overige baten stegen met 8%, ook wanneer de baten uit inmiddels afgestoten activiteiten en grote posten in 2010 buiten beschouwing worden gelaten. Deze toename was het gevolg van goede resultaten bij C&MB, deels in de private equity-activiteiten en uit deelnemingen, en door diverse positieve eenmalige resultaten (hoofdzakelijk verantwoord onder Group Functions). Echter, de verminderde klantenactiviteit als gevolg van volatielere financiële markten drukte de provisiebaten bij R&PB. De operationele lasten daalden met 5%, ofwel EUR 183 miljoen. De operationele lasten van 2010 bevatten juridische voorzieningen en kosten (EUR 265 miljoen). In is een herstructureringsvoorziening voor het Customer Excellence-programma opgenomen (EUR 177 miljoen). Gecorrigeerd voor deze posten en de operationele lasten van de inmiddels afgestoten bedrijfsactiviteiten stegen de operationele lasten met 1% als gevolg van hogere pensioenlasten en jaarlijkse loonstijgingen. De efficiëntieratio verbeterde in de eerste negen maanden van naar 63% vergeleken met 70% in dezelfde periode van 2010. Deze verbetering is mede doordat aanzienlijke integratievoordelen zijn behaald. De kredietvoorzieningen ( bijzondere waardevermindering kredieten ) namen met EUR 409 miljoen toe als gevolg van een voorziening van EUR 500 miljoen voor een deel van de Griekse Overheidsgegarandeerde Bedrijfsleningen 1. De kredietvoorzieningen bij C&MB daalden met EUR 55 miljoen naar EUR 331 miljoen, omdat LC&MB een netto vrijval boekte. Het niveau van de kredietvoorzieningen bij Bedrijven en Corporate Clients bleef hoog. Bij R&PB daalden de kredietvoorzieningen met EUR 13 miljoen tot EUR 205 miljoen. De voorziening voor de hypotheekportefeuille was vrijwel ongewijzigd. De effectieve belastingdruk bedroeg 18%, aangezien diverse belastingvrije baten in de private equity-portefeuille in de resultaten over waren opgenomen. De effectieve belastingdruk in dezelfde periode van 2010 bedroeg 32%, met name als gevolg van (gedeeltelijk) niet-aftrekbare kosten voor juridische procedures en kapitaalinstrumenten. Het totale aantal full-time equivalents (FTE s) exclusief tijdelijk personeel nam in de eerste negen maanden van af met 1.214 ofwel 5%. Deze ontwikkeling is voornamelijk toe te schrijven aan de integratie alsmede aan de desinvestering van Prime Fund Solutions (472 FTE s). Het beheerd vermogen daalde met EUR 11,2 miljard. Dit was deels het gevolg van ongunstige marktomstandigheden en deels toe te schrijven aan het effect van bepaalde wijzigingen in de Wet Giraal Effectenverkeer (wat geen gevolgen had voor het resultaat). 1 Leningen en notes van Griekse overheidsbedrijven met een garantie van de Griekse Staat (hierna: Griekse Overheidsgegarandeerde Bedrijfsleningen). Zie voor nadere bijzonderheden de paragraaf (Overheids- en door de overheid gegarandeerde leningen) op pagina 10. 4

Onderliggende resultaten over het derde kwartaal van Onderliggende resultaten in EUR miljoen K3 K2 mutatie Netto rentebaten 1.241 1.302-5% Overige baten 598 776-23% Operationele baten 1.839 2.078-12% Operationele lasten 1.162 1.422-18% Bijzondere waardevermindering kredieten 679 185 267% Resultaat voor belastingen -2 471-100% Belastingen -11 80-114% Nettowinst over de periode 9 391-98% onderliggende efficiëntieratio 63% 68% Overige gegevens 30 september 30 juni mutatie Beheerd vermogen (in EUR miljard) 153,0 162,1-6% Naar risico gewogen activa (in EUR miljard) 115,7 109,1 6% Aantal medewerkers (fte's) 24.947 25.112-1% In het derde kwartaal van werd een kleine winst van EUR 9 miljoen geboekt vergeleken met een winst van EUR 391 miljoen in het voorgaande kwartaal 2. In verband met de schuldencrisis werden specifieke kredietvoorzieningen van EUR 408 miljoen (EUR 500 miljoen voor belasting) getroffen op een deel van de EUR 1,4 miljard aan Griekse Overheidsgegarandeerde Bedrijfsleningen 3. Verder liepen door de ongunstige marktomstandigheden de handels- en provisiebaten terug. De operationele baten kwamen uit op EUR 1.839 miljoen, een daling van 12% ten opzichte van het tweede kwartaal. De netto rentebaten namen op kwartaalbasis met 5% af aangezien in het tweede kwartaal werd geprofiteerd van diverse eenmalige rentegerelateerde posten. R&PB zag de netto rentebaten toenemen door een stijging van de klantendeposito s, vooral bij Private Banking. De hypotheekportefeuille bleef stabiel in het derde kwartaal en de marges bleven op peil. De kredietportefeuille van C&MB (exclusief securities financing) nam toe met ruim EUR 4 miljard, maar de marges stonden enigszins onder druk. De overige baten daalden met 23% als gevolg van ongunstige marktomstandigheden en negatieve marktwaardeaanpassingen voor het tegenpartijrisico bij rentederivaten in de divisie Markets van C&MB. R&PB zag zich geconfronteerd met lagere transactievolumes, eveneens als gevolg van de marktomstandigheden. Het derde kwartaal bevatte een grote private equity-bate (C&MB). De operationele lasten kwamen EUR 260 miljoen lager uit, met name omdat in het voorgaande kwartaal een herstructureringsvoorziening van EUR 200 miljoen voor het Customer Excellence-programma en een last van EUR 18 miljoen ten behoeve van het depositogarantiestelsel werden geboekt. In het derde kwartaal werd een vrijval geboekt van EUR 23 miljoen van de herstructureringsvoorziening voor het Customer Excellence- programma. De efficiëntieratio bedroeg 63% vergeleken met 68% in het tweede kwartaal. De kredietvoorzieningen stegen met EUR 494 miljoen als gevolg van een voorziening van EUR 500 miljoen op een deel van de Griekse Overheidsgegarandeerde Bedrijfsleningen. In het tweede kwartaal is een IBNI-voorziening 4 van EUR 35 million opgenomen, die in het derde kwartaal weer is vrijgevallen. De kredietvoorzieningen bij R&PB lieten een lichte daling zien, grotendeels door lagere toevoegingen in Private Banking en een kleine afname in de kredietvoorzieningen voor consumptieve kredieten. Voorzieningen voor de hypothekenportefeuille toonde een lichte stijging. De kredietvoorzieningen bij C&MB namen toe, vooral als gevolg van vrijvallen bij LC&MB in het voorgaande kwartaal. Het niveau van de kredietvoorzieningen in Bedrijven (MKB) en Corporate Clients bleef hoog. Het beheerd vermogen liep met 6% terug, hetgeen bijna geheel het gevolg van ongunstige marktomstandigheden. 2 Zie annex voor nadere toelichting. 3 Voor meer bijzonderheden wordt verwezen naar de paragraaf Overheids- en door de overheid gegarandeerde leningen op pagina 11 4 (IBNI = Incurred But Not Identified) 5

Balansontwikkelingen in de eerste negen maanden van Verkort overzicht van de financiële positie in EUR miljoen 30 september 31 december 2010 Kasgelden en direct opvraagbare tegoeden bij centrale banken 1.196 906 Financiële activa aangehouden voor handelsdoeleinden 29.704 24.300 Financiële beleggingen 20.208 20.197 Kredieten en vorderingen bankiers 55.415 41.117 Kredieten en vorderingen private en publieke sector 294.379 273.944 Overige 18.380 16.818 Totaal activa 419.282 377.282 Financiële verplichtingen aangehouden voor handelsdoeleinden 24.192 19.982 Verplichtingen bankiers 29.735 21.536 Verplichtingen private en publieke sector 230.940 209.466 Uitgegeven schuldbewijzen 93.573 86.591 Achtergestelde schulden 8.653 8.085 Overige 20.417 19.510 Totaal verplichtingen 407.510 365.170 Eigen vermogen toe te rekenen aan aandeelhouders 11.750 12.099 Belang van derden 22 13 Totaal vermogen 11.772 12.112 Totaal verplichtingen en eigen vermogen 419.282 377.282 Totale activa Per 30 september bedroegen de totale activa EUR 419,3 miljard, een stijging van EUR 42,0 miljard ten opzichte van 31 december 2010. Dit hield grotendeels verband met een toename van het klantvolume van de securities financing-activiteiten 5, alsmede groei van de kredietportefeuille. De financiële activa aangehouden voor handelsdoeleinden namen met EUR 5,4 miljard toe. Dit was het gevolg van hogere marktwaarderingen van derivaten en een stijging in (Nederlandse en Duitse) overheidsobligaties. De post Kredieten en vorderingen bankiers steeg met EUR 14,3 miljard, met name als gevolg van hogere tegoeden bij centrale banken, toegenomen onderpand en gestegen klantvolumes in de securities financing-activiteiten. De post Krediet en vorderingen private en publieke sector nam toe met EUR 20,4 miljard, waarvan EUR 15,7 miljard is toe te schrijven aan securities financing-activiteiten. De resterende stijging is het gevolg van een groei in de kredietportefeuille van C&MB die gedeeltelijk teniet werd gedaan door een lichte daling in de woninghypothekenportefeuille tot EUR 157,9 miljard ten opzichte van EUR 159,5 miljard ultimo 2010. Totale verplichtingen De totale verplichtingen stegen met EUR 42,3 miljard naar EUR 407,5 miljard per 30 september. Dit hield verband met toegenomen klantvolumes in securities financing en hogere klantendeposito s. De financiële verplichtingen aangehouden voor handelsdoeleinden stegen met EUR 4,2 miljard als gevolg van de lagere marktwaardering van derivaten. 5 Het klantvolume in het securities financings-bedrijf omvat alle repo-, reverse repo- en aandelen in- en -uitleentransacties en is opgenomen onder Kredieten en vorderingen private en publieke sector, Kredieten en vorderingen bankiers, Verplichtingen private en publieke sector en Verplichtingen bankiers. 6

De post Verplichtingen bankiers nam toe met EUR 8,2 miljard, vooral door een stijging van deposito s uit hoofde van de securities financing-activiteiten. De post Verplichtingen private en publieke sector steeg met EUR 21,5 miljard, waarvan EUR 14,6 miljard viel toe te schrijven aan securities financing activiteiten. Zowel bij R&PB als bij C&MB vond een aanzienlijke depositogroei plaats, deels ten gevolge van een verschuiving van effecten naar deposito s in R&PB. Die toename van Verplichtingen private en publieke sector is ondanks de desinvestering van activiteiten gerealiseerd. Uitgegeven schuldpapier steeg met EUR 7,0 miljard als gevolg van de uitgifte van zowel kortlopende als langlopende instrumenten. Dit werd deels gecompenseerd door de terugkoop van schuldbewijzen met een overheidsgarantie in het tweede kwartaal en de vroegtijdige beëindiging van bepaalde uitstaande securitisaties van woninghypotheken. Het totale eigen vermogen daalde met EUR 0,3 miljard. De ingehouden winst over de verslagperiode (d.w.z. de gerapporteerde nettowinst van EUR 0,8 miljard minus een dividenduitkering van EUR 0,2 miljard) werd gedrukt door een negatief effect van EUR 0,9 miljard op de special component of equity (grotendeels de cashflow hedge reserve, als gevolg van nadelige verschuivingen in de yield curve). 7

Kapitaalmanagement ABN AMRO is relatief goed gekapitaliseerd, met een core Tier 1 ratio van 10,9%, Tier 1 ratio van 13,2% en een total capital ratio van 17,4%. Reglementair vermogen Basel II in EUR miljoen 30 september 31 december 2010 Totaal eigen vermogen (IFRS) 11.772 12.112 Participaties in financiële instellingen -311-301 Overig 1.101 273 Core Tier 1 vermogen 12.562 12.084 Non-innovatieve hybride kapitaal 1.750 1.750 Innovatieve hybride kapitaal 993 1.000 (Non-)innovatief kapitaal 2.743 2.750 Tier 1 vermogen 15.305 14.834 Achtergesteld Upper Tier 2 173 173 Achtergesteld Lower Tier 2 4.983 4.747 Achtergesteld Tier 2 5.156 4.920 Overig -350-418 Total capital 20.111 19.336 Risico gewogen activa 115.698 116.328 Core Tier 1 ratio 10,9% 10,4% Tier 1 ratio 13,2% 12,8% Total capital ratio 17,4% 16,6% Kapitaalratio s Zestig procent van de gerapporteerde nettowinst toe te rekenen aan aandeelhouders van EUR 786 miljoen wordt meegenomen in het core Tier 1 vermogen, in overeenstemming met de regelgeving en het dividendbeleid. Conform het dividendbeleid wordt 40% van de gerapporteerde nettowinst, waarvan EUR 200 miljoen in september is uitgekeerd als interim-dividend op gewone aandelen, in de vermogensberekening buiten beschouwing gelaten. De post Overige kapitaalaanpassingen is gestegen door toename van de special component of equity (die voornamelijk verband houdt met de cashflow hedge reserve). 6 Verder vonden in het tweede kwartaal van verscheidene kapitaaltransacties plaats, waaronder de omwisseling en terugkoop van Lower Tier 2 instrumenten. Deze transacties hadden een positief effect op de kapitaalratio s. Naar risico gewogen activa De naar risico gewogen activa bleven nagenoeg stabiel ten opzichte van ultimo 2010. De lichte daling werd hoofdzakelijk veroorzaakt door de verdere harmonisatie en integratie van de Basel II-modellen en de voortgaande verbetering van de datakwaliteit (EUR -4,3 miljard), in combinatie met een daling van het operationele risico (EUR -1,2 miljard). Dit werd ten dele teniet gedaan door hogere naar risico gewogen activa door een toename van activiteiten (EUR 5,3 miljard). Basel III Op basis van een analyse van de nu bekende Basel III-vereisten is ABN AMRO van mening dat het relatief goed gepositioneerd is om te kunnen voldoen aan de minimum kapitaalvereisten onder Basel III op het moment dat deze regels in januari 2013 van kracht worden. Toepassing van de door de Bank of International Settlement (BIS) bekendgemaakte Basel III-regels op de Basel II-kapitaalratio s per 30 september leidt tot de volgende berekeningen: Toepassing van de per 1 januari 2013 verwachte regels: de Common Equity Tier 1 ratio zou 9,8% bedragen, de Tier 1 ratio 11,7% en de total capital ratio 13,4%. 6 Met deze aanpassing wordt het core Tier 1-vermogen gecorrigeerd voor schommelingen in de marktwaarde van rentederivaten, gerelateerd aan niet op marktwaarde gerapporteerde activa en verplichtingen, die geboekt worden in het eigen vermogen onder IFRS. 8

Volledige toepassing van alle in te voeren regels voor aftrek kapitaal, prudentiële filters en correcties op naar risico gewogen activa, in combinatie met toepassing van de overgangsregelingen voor kapitaalinstrumenten zoals geldig per 1 januari 2013: de Common Equity Tier 1 ratio zou 8,9% bedragen, de Tier 1 ratio 10,8% en de total capital ratio 12,5%. Basel III stelt tevens een minimumvereiste voor de leverage ratio van 3% voor. Daar moet per 2018 worden voldaan. De leverage ratio bedroeg 3,2% op 30 september (een daling ten opzichte van ultimo 2010, toen de leverage ratio 3,3% bedroeg) op basis van het huidige Tier 1 vermogen onder Basel II. Liquiditeit & financiering De klantendeposito s die ABN AMRO via haar R&PB en C&MB netwerken toevertrouwd krijgt, vormen de belangrijkste bron van financiering. Daarnaast worden geldmarktdeposito s aangetrokken en schuldinstrumenten uitgegeven in de wholesale markt om de funding mix verder te diversifiëren. Ondanks de turbulente marktomstandigheden heeft ABN AMRO haar financieringsstrategie in de eerste negen maanden van met succes uitgevoerd. Deze strategie is gericht op het aantrekken van lange termijn financiering om zo de gemiddelde looptijd van uitgegeven instrumenten te verhogen en de diversiteit aan financieringsbronnen te vergroten. Het looptijdprofiel verbeterde dankzij een stijging van de gemiddelde looptijd van de lange termijn financiering en succesvolle passivabeheertransacties. In de eerste negen maanden van het jaar werd op de financiële markten EUR 13,0 miljard aan lange termijn financiering aangetrokken en is voor EUR 2,0 miljard aan lange termijn financiering verlengd. Dit is meer dan de EUR 8,2 miljard aan lange termijn financiering die in afloopt. Na een periode waarin de financiële markten (bijna) niet toegankelijk waren, was ABN AMRO een van de eerste banken die op 30 september met een kleine benchmark-transactie kwam, een 2-jaars floating rate note voor een bedrag van EUR 500 miljoen. Ondanks de onzekerheid op deze markten ziet ABN AMRO in geen van de valuta s een wezenlijke verandering in de uitgiftevolumes van kortlopend papier (commercial paper en certificates of deposit). In de rest van zullen alle verdere financieringsinspanningen gericht zijn op het voorfinancieren van de in 2012 aflopende financiering. De spreads op wholesale financiering zijn in de loop van gestegen. In de eerste negen maanden boekte ABN AMRO een volumegroei in klantendeposito s. De fellere concurrentie om klantendeposito s zal naar verwachting leiden tot druk op de marges. Liquiditeits parameters 30 september 31 december 2010 Kredieten / toevertrouwde middelen 133% 135% Beschikbare liquiditeitsbuffer (in EUR miljard) 43,3 47,9 De verhouding kredieten/toevertrouwde middelen is licht verbeterd tot 133% per 30 september tegen 135% per 31 december 2010. Er was sprake van groei van de zakelijke kredietportefeuille, die deels werd tenietgedaan door een kleine daling van de woninghypotheekportefeuille. De totale stijging van de kredietportefeuille werd echter ruimschoots gecompenseerd door een stijging van de deposito s. Een liquiditeitsbuffer wordt aangehouden als vangnet voor het geval zich ernstige liquiditeitsproblemen voordoen. Deze buffer bestaat voornamelijk uit contanten, overheidsobligaties en op eigen boek aangehouden RMBS notes (residential mortgage-backed securities). Deze had per 30 september een liquiditeitswaarde van EUR 43,3 miljard, vergeleken met EUR 47,9 miljard per 31 december 2010 en heeft daarmee nog altijd voldoende omvang. De daling van de buffer houdt voornamelijk verband met de doorhaling en herstructurering van tranches van de aangehouden RMBS notes. De eerste tranche van de geherstructureerde nieuwe notes geschikt voor ECB-belening werd in juli uitgegeven en is opgenomen in de liquiditeitsbuffer van 30 september. In oktober is opnieuw een tranche uitgegeven, waarmee de buffer naar verwachting in het vierde kwartaal ongeveer EUR 10 miljard hoger uitkomt. 9

Overheids- en door de overheid gegarandeerde leningen De totale positie in overheidsobligaties van Ierland (EUR 0,1 miljard), Spanje (EUR 0,1 miljard) en Italië (EUR 0,3 miljard) bedroeg ultimo september minder dan 0,2% van het balanstotaal. Er was geen directe positie in de overheidsobligaties van Griekenland en Portugal. ABN AMRO heeft in het derde kwartaal besloten de posities in Italiaanse en Belgische overheidsobligaties af te bouwen. Overheid en door de overheid gegarandeerde leningen in EUR miljard Overheid Gegarandeerd door de overheid 30 September Totaal 31 December 2010 Totaal mutatie Totaal Nederland 10,2 1,9 12,1 8,9 3,2 Duitsland 4,7 0,7 5,4 2,1 3,3 Frankrijk 2,6 0,2 2,8 2,3 0,5 Griekenland 0,0 1,4 1,4 1,4 0,0 Oostenrijk 1,2 0,0 1,2 0,9 0,3 Groot Brittanië 1,0 0,1 1,1 0,9 0,2 België 1,0 0,0 1,0 2,6-1,6 Italië 0,3 0,0 0,3 1,3-1,0 EU 0,3 0,0 0,3 0,0 0,3 Finland 0,2 0,0 0,2 0,1 0,1 Polen 0,2 0,0 0,2 0,3-0,1 Ierland 0,1 0,0 0,1 0,1 0,0 Spanje 0,1 0,0 0,1 0,1 0,0 Portugal 0,0 0,0 0,0 0,2-0,2 Totaal 22,0 4,4 26,4 21,2 5,2 De vergelijkbare posities voor Nederland zijn gecorrigeerd waarbij tegoeden bij DNB buiten beschouwing zijn gelaten. Het bedrag voor Griekenland is het bruto uitstaande bedrag. Het merendeel van de posities van ABN AMRO in overheids- en door de overheid gegarandeerde leningen wordt verantwoord in het voor verkoop beschikbare deel van de investeringsportefeuille. Op deze posities is een niet-gerealiseerde winst van EUR 1.211 miljoen verantwoord (jaarultimo 2010: EUR 530 miljoen). Fair value hedge accounting werd toegepast voor een bedrag van EUR 1.300 miljoen (jaarultimo 2010: EUR 574 miljoen), resulterend in een netto niet-gerealiseerd verlies van EUR 89 miljoen (jaarultimo 2010: EUR 44 miljoen) in de herwaarderingsreserve in het eigen vermogen. Verder is een aantal posities (met name Griekse posities en de meerderheid van de posities in Nederland) tegen geamortiseerde kostprijs verantwoord onder Kredieten en vorderingen. In de cijfers voor Nederland zijn leningen aan consumenten die door de Nederlandse overheid worden gegarandeerd, zoals NHGhypotheken, buiten beschouwing gelaten. Bedrijfsobligaties met Nederlandse overheidsgarantie zijn hierin echter wel meegenomen. De reële waarde van de overheids- en door de overheid gegarandeerde posities in Nederland wijkt niet belangrijk af van de geamortiseerde kostprijs. ABN AMRO heeft voor circa EUR 1,4 miljard aan Griekse Overheidsgegarandeerde Bedrijfsleningen uitstaan. De leningen zijn gedurende het separatieproces in 2010 aan ABN AMRO toegewezen en komen voort uit rond 2000 aangegane transacties. De Griekse Overheidsgegarandeerde Bedrijfsleningen worden niet op actief markt verhandeld en de reële waarde kan dus niet rechtstreeks uit de markt worden betrokken. De reële waarde wordt bepaald op basis van in de markt waargenomen gegevens over vergelijkbare kredietrisicoposities. De aldus bepaalde reële waarde bedraagt circa EUR 0,7 miljard. Onder de huidige marktomstandigheden en gezien de specifieke aard van de leningen is het bepalen van de reële waarde op deze basis aan tal van onzekerheden onderhevig. De onzekerheid over Griekenland was aanleiding voor een evaluatie van het kredietrisico van verschillende factoren, waaronder de kwaliteit van de overheidsgarantie en het overige onderpand. ABN AMRO heeft op basis van die evaluatie geconcludeerd dat er voldoende aanwijzingen zijn dat niet alle toekomstige contractuele cashflows kunnen worden gerealiseerd. ABN AMRO heeft derhalve een specifieke kredietvoorziening van EUR 500 miljoen op belasting (EUR 408 miljoen na belasting) getroffen voor het grootste deel van de Griekse Overheidsgegarandeerde Bedrijfsleningen. Dit ondanks het feit dat tot nu toe aan alle verplichtingen is voldaan. 10

Gebeurtenissen na 30 september Separatie en integratie In het weekend van 12 en 13 november vond de migratie plaats van bijna alle Commercial Banking- en alle Private Banking-klanten naar één ABN AMRO IT-platform. Zo'n 100.000 klanten zijn overgegaan van het IT systeem van het voormalige de Fortis Bank Nederland naar de ABN AMRO IT systemen. De migratie, die aanvankelijk gepland stond voor april 2012, vormt een belangrijke mijlpaal in de integratie van de twee banken. Meer dan 99% van alle voormalige klanten van Fortis Bank Nederland zijn nu overgezet op de systemen van ABN AMRO, inclusief de 1,6 miljoen retailklanten die vorig jaar al met succes zijn overgegaan. De resterende integratieactiviteiten zijn veel geringer van omvang. Deze liggen op koers en worden conform de planning in 2012 afgerond. Afronding van de verkoop van Fortis Commercial Finance Op 3 oktober maakte ABN AMRO bekend dat de verkoop van de niet-nederlandse onderdelen van Fortis Commercial Finance (FCF) aan BNP Paribas Fortis is afgerond. Het Nederlandse deel van FCF blijft binnen ABN AMRO en zal worden geïntegreerd in het factoringbedrijf van ABN AMRO (ABN AMRO Commercial Finance). Als gevolg van de verkoop daalt het aantal landen waarin ABN AMRO actief is tot 23 (inclusief Nederland) en daalde het aantal FTE s met 492. De verkoop heeft geleid tot een verwaarloosbaar boekverlies en zal geen materiële invloed hebben op de resultaten. Afronding van de verkoop van de Zwitserse Private Banking-activiteiten De verkoop van de Zwitserse Private Banking-activiteiten van ABN AMRO aan Union Bancaire Privée (UBP SA) is op 31 oktober afgerond. Zoals eerder vermeld leidt de transactie naar verwachting tot een boekwinst, die in het vierde kwartaal van wordt verantwoord. Per eind september bedroeg het beheerd vermogen van de Zwitserse Private Banking-activiteiten circa EUR 10 miljard en was het aantal FTE s 323. Overname van LGT Deutschland Op 29 september bereikte ABN AMRO overeenstemming met LGT Group over de overname van LGT Bank Deutschland, de private banking-activiteiten in Duitsland. LGT Bank Deutschland wordt onderdeel van Bethmann Bank, een volledige dochteronderneming van ABN AMRO. De beoogde transactie is onder voorbehoud van bepaalde voorwaarden, zoals goedkeuring door de desbetreffende toezichthouders en mededingingsautoriteiten. Met deze overname zal ABN AMRO haar private bankingactiviteiten in Duitsland verder versterken en haar top 3-positie als private bank in het eurogebied verstevigen. De transactie wordt naar verwachting in het vierde kwartaal van afgerond. NLFI Op 29 september heeft de Nederlandse Staat zijn aandelen in ABN AMRO Group N.V. en ABN AMRO Preferred Investments B.V. overgedragen aan Stichting administratiekantoor beheer financiële instellingen ( NLFI ). NLFI bezit alle gewone aandelen in ABN AMRO Group N.V., die 92,6% van de stemrechten vertegenwoordigen. De niet-cumulatieve preferente aandelen in ABN AMRO Group N.V., die 7,4% van de stemrechten vertegenwoordigen, worden aangehouden door ABN AMRO Preferred Investments B.V. De door deze entiteit uitgegeven aandelen zijn in het bezit van NLFI (70%, alle prioriteitsaandelen) en twee institutionele beleggers (30%, alle gewone aandelen). NLFI heeft royeerbare certificaten van aandeel uitgegeven in ruil voor door de Nederlandse staat aangehouden aandelen in ABN AMRO. NLFI is verantwoordelijk voor het beheren van deze aandelen en het uitoefenen van alle rechten die naar Nederlands recht aan deze aandelen zijn verbonden, inclusief stemrechten. De cijfers in dit document zijn niet door de accountant gecontroleerd. Het kan voorkomen dat de optelsom van bepaalde cijfers in dit document door afrondingsverschillen niet exact klopt. Bovendien zijn bepaalde percentages in dit document op basis van afgeronde cijfers berekend. Dit persbericht is een vertaling van het Engelse persbericht. Bij verschillen tussen de Engelse en Nederlandse versie is het Engelse persbericht leidend. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met: ABN AMRO Press Office pressrelations@nl.abnamro.com +31 20 6288900 ABN AMRO Investor Relations investorrelations@nl.abnamro.com +31 20 6282282 11

Bijlage: Aansluiting van de gerapporteerde en de onderliggende resultaten Bij de publicatie van eerdere cijfers werd reeds bekendgemaakt dat de gerapporteerde resultaten werden beïnvloed door diverse posten die verband houden met de separatie van ABN AMRO Bank van RBS N.V. en FBN van Fortis Bank SA/NV, evenals de integratie van ABN AMRO Bank en FBN. Voor een beter inzicht in de onderliggende trends zijn de resultaten over 2010 en voor deze posten gecorrigeerd. Winst- en verliesrekening Gerapporteerd Separatie & integratie gerelateerde kosten Onderliggend in EUR miljoen 2010 2010 2010 Netto rentebaten 3.807 3.671 0 0 3.807 3.671 Overige baten 2.142 1.170 0-812 2.142 1.982 Operationele baten 5.949 4.841 0-812 5.949 5.653 Operationele lasten 3.991 4.726 231 783 3.760 3.943 Bijzondere waardevermindering kredieten 989 580 0 0 989 580 Resultaat voor belastingen 969-465 -231-1.595 1.200 1.130 Belastingen 159 162-58 -200 217 362 Nettowinst over de periode 810-627 -173-1.395 983 768 Toe te rekenen aan: Belang van derden 24 3 0 0 24 3 Aandeelhouders 786-630 -173-1.395 959 765 Separatie- en integratiegerelateerde kosten 2010 in EUR miljoen Bruto Netto Bruto Netto R&PB 19 15 17 13 C&MB 16 12 9 7 Group Functions 194 145 655 488 Integratie kosten 229 172 681 508 Separatie kosten 2 1 101 75 Transactieverlies op verkoop EC Remedy 0 0 812 812 Totaal 231 173 1.594 1.395 12

Bijlage: Onderliggende kwartaalresultaten Onderliggende resultaten per kwartaal in EUR miljoen K3 K2 K1 K4 2010 K3 2010 K2 2010 K1 2010 Netto rentebaten 1.241 1.302 1.264 1.234 1.235 1.248 1.188 Overige baten 598 776 768 772 769 566 647 Operationele baten 1.839 2.078 2.032 2.006 2.004 1.814 1.835 Operationele lasten 1.162 1.422 1.176 1.392 1.199 1.440 1.304 Bijzondere waardevermindering kredieten 679 185 125 257 232 269 79 Resultaat voor belastingen -2 471 731 357 573 105 452 Belastingen -11 80 148 48 130 94 138 Nettowinst over de periode 9 391 583 309 443 11 314 Omvangrijke posten In de eerste negen maanden van zijn opgenomen: een herstructureringsvoorziening voor het Customer Excellence-programma (EUR 132 miljoen na belasting). In het resultaat over het eerste halfjaar was een voorziening opgenomen van EUR 200 miljoen voor belasting (EUR 149 miljoen na belasting); in het derde kwartaal is er een vrijval geboekt voor pensioenverplichtingen van EUR 23 miljoen voor belasting (EUR 17 miljoen na belasting) voor het Customer Excellence-programma; een voorziening voor een deel van Griekse Overheidsgegarandeerde Bedrijfsleningen (EUR 408 miljoen na belasting); verschillende positieve eenmalige posten (circa EUR 150 miljoen na belasting). Daarvan is circa EUR 60 miljoen in het eerste kwartaal verantwoord en circa EUR 90 miljoen in het tweede kwartaal. Onder deze eenmalige posten bevinden zich posten die verband houden met de verdere integratie van systemen en werkwijzen, baten op de verkoop van deelnemingen en gebouwen en een vrijval van EUR 52 miljoen gerelateerd aan een voorziening voor de Madoff-fraude. In de eerste negen maanden van 2010 zijn opgenomen: rentelasten voor kapitaalinstrumenten (EUR 169 miljoen voor belasting, EUR 156 miljoen na belasting); overige lasten voor een credit relief instrument (EUR 126 miljoen voor belasting, EUR 94 miljoen na belasting); een bate op de terugkoop van het upper Tier 2 instrument (EUR 175 miljoen voor belasting, EUR 130 miljoen na belasting); diverse juridische kosten en voorzieningen (EUR 265 miljoen belastingvrij). 13

Cautionary statement on forward-looking statements We have included in this press release, and from time to time may make certain statements in our public filings, press releases or other public statements that may constitute forward-looking statements within the meaning of the safe harbour provisions of the United States Private Securities Litigation Reform Act of 1995. This includes, without limitation, such statements that include the words expect, estimate, project, anticipate, should, intend, plan, probability, risk, Value-at-Risk ( VaR ), target, goal, objective, will, endeavour, outlook, 'optimistic', 'prospects' and similar expressions or variations on such expressions. In particular, this document includes forward-looking statements relating, but not limited, to ABN AMRO Group s potential exposures to various types of market risk, such as counterparty risk, interest rate risk, foreign exchange rate risk and commodity and equity price risk. Such statements are subject to risks and uncertainties. These forward-looking statements are not historical facts and represent only ABN AMRO Group s beliefs regarding future events, many of which, by their nature, are inherently uncertain and beyond our control. Other factors that could cause actual results to differ materially from those anticipated by the forwardlooking statements contained in this document include, but are not limited to: the extent and nature of future developments and continued volatility in the credit markets and their impact on the financial industry in general and ABN AMRO Group in particular; the effect on ABN AMRO Group s capital of write-downs in respect of credit exposures; risks related to ABN AMRO Group s merger, separation and integration process; general economic conditions in the Netherlands and in other countries in which ABN AMRO Bank has significant business activities or investments, including the impact of recessionary economic conditions on ABN AMRO Group 's revenues, liquidity and balance sheet; actions taken by governments and their agencies to support individual banks and the banking system; monetary and interest rate policies of the European Central Bank and G-20 central banks; inflation or deflation; unanticipated turbulence in interest rates, foreign currency exchange rates, commodity prices and equity prices; potential losses associated with an increase in the level of substandard loans or non-performance by counterparties to other types of financial instruments; changes in Dutch and foreign laws, regulations and taxes; changes in competition and pricing environments; inability to hedge certain risks economically; adequacy of loss reserves; technological changes; changes in consumer spending, investment and saving habits; and the success of ABN AMRO Group in managing the risks involved in the foregoing. The forward-looking statements made in this press release are only applicable as at the date of publication of this document. ABN AMRO Group does not intend to publicly update or revise these forward-looking statements to reflect events or circumstances after the date of this report, and ABN AMRO Group does not assume any responsibility to do so. The reader should, however, take into account any further disclosures of a forward-looking nature that ABN AMRO Group may make in ABN AMRO Group s reports. 14