VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD



Vergelijkbare documenten
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

Toespraak Freya Saeys, actualiteitsdebat VP

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

Beste kandidaten, Beste vrienden,

VLAAMS PARLEMENT HANDELINGEN COMMISSIEVERGADERING COMMISSIE VOOR BINNENLANDSE AANGELEGENHEDEN, HUISVESTING EN STEDELIJK BELEID

61 HOOFDROLSPELERS 30 JAAR VGC

61 HOOFDROLSPELERS 30 JAAR VGC

40 jaar Vlaams parlement

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE PARLEMENT VOOR 17-PLUSSERS INTEGRAAL VERSLAG. Vergadering van donderdag 27 september 2012.

zittingsjaar Handelingen Commissievergadering Commissie voor Woonbeleid, Stedelijk Beleid en Energie

b) Welke projecten werden in het verleden door de VGC ingediend? Welke werden goedgekeurd? Voor welk bedrag?

Toespraak van Sven Gatz. Minister van Cultuur, Jeugd, Media en Brussel. Viering 80 jaar Doktersgild Van Helmont. Brussel, zaterdag 1 oktober 2016

BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD. Bulletin van de interpellaties en mondelinge vragen

Organisatie van opvang en vrijetijdsbesteding van schoolkinderen [1]

Vrijetijdsbesteding en -behoeften van Brusselse jeugd met een handicap. Roeland Janssen Joris Van Puyenbroeck Dirk Smits

vlaamse Zit ting nr. 1 INTEGRAAL VERSLAG VERGADERING VAN VRIJDAG 21 oktober 2011 OCHTENDVERGADERING

Verordening houdende vaststelling van de begrotingswijziging 1 en A voor het dienstjaar 2015

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

Het is goed om het grote belang van die rol hier te midden van u, de gemeenteraadsleden, nog maar eens te onderstrepen.

Vraag nr. 403 van 8 maart 2013 van MARIJKE DILLEN

Algemeen verslag denkdag 15 juni 2015 de Kriekelaar Schaarbeek

BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK PARLEMENT

Ontwerp van verordening houdende vaststelling van de begrotingswijziging 1 en A voor het dienstjaar 2011

Addendum 1 horende bij de beleidsovereenkomst tussen de Vlaamse Gemeenschap en de Vlaamse Gemeenschapscommissie voor de periode

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

MEMORIE VAN TOELICHTING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

Tabel 3 bevat de verdeling volgens de beleidsprioriteit en de besteding van de middelen in 2016.

Splitsing van BHV zonder toegevingen

Besluit houdende wijziging van diverse collegebesluiten in het kader van de invoering van de euro op 1 januari 2002

OCMW Lede - Beleidsnota Sociale dienstverlening. Financiële steun

Per kinderen onder de 3 jaar telde Limburg eind opvangplaatsen minder dan het Vlaamse gemiddelde.

VERENIGDE VERGADERING VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE. Bulletin van de interpellaties en mondelinge vragen

Splitsing kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde in Vraag en Antwoord

Ontwerp van verordening houdende vaststelling van de begrotingswijziging 1 en A voor het dienstjaar 2013

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 27 september 2016;

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

Beste collega Smet, Beste aanwezigen,

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

H$+3F$+/-I.%;:BAAB;7AA%

EEN SCHOOL MET TALENTUITDAGEND ONDERWIJS

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

Maatschappelijke uitdagingen voor brede scholen

Commissievergadering nr. C13 OND1 ( ) 8 oktober 2009

VLAAMS PARLEMENT. COMMISSIEVERGADERING HANDELINGEN Nr. 133 Commissie voor Onderwijs en Gelijke Kansen 13 maart 2014 Uittreksel

DE VICEMINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING EN VLAAMS MINISTER VAN BINNENLANDS BESTUUR, INBURGERING, WONEN, GELIJKE KANSEN EN ARMOEDEBESTRIJDING

UITBREIDING VOORSCHOOLSE KINDEROPVANG 2008 ADVIES LOKAAL BESTUUR VOOR HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST. Versie 23 april 2008

Verordening houdende vaststelling van de begrotingswijziging 1 en A voor het dienstjaar 2012

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD Commissievergaderingen Agenda. Commissie voor Onderwijs en Vorming. Woensdag 23 januari 2019 om 14.

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE PARLEMENT VOOR 17-PLUSSERS INTEGRAAL VERSLAG. Vergadering van vrijdag 5 oktober Debat over:

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

Inleiding. A. analyse per programma

Advies. over het ontwerp van kaderdecreet Vlaamse ontwikkelingssamenwerking

Vrijdag 7 september Toespraak van JOKE SCHAUVLIEGE VLAAMS MINISTER VAN LEEFMILIEU, NATUUR EN CULTUUR

TOESPRAAK Brussel, Donderdag 25 maart 2015

Organisatie van advies en inspraak van het lokaal cultuurbeleid

BIJLAGE. Motivering van het voorliggende convenant

Ontwerp van decreet ( ) Nr juni 2012 ( ) stuk ingediend op

Ontwerp van verordening houdende vaststelling van de begrotingswijziging 2 en B voor het dienstjaar 2010

Het VLAAMS PARLEMENT heeft aangenomen en. Wij, REGERING, bekrachtigen hetgeen volgt :

Aan de orde is het VAO Persoonsgebondenbudget (AO d.d. 21/11).

Oplossingsgerichte vragen (Het Spel van Oplossingen IKB & TS)

Bij de voorstelling van het Jaarverslag van het Kinderrechtencommissariaat

L' école wordt nieuwe Vlaamse methodeschool in hartje Brussel

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

Thema Op het werk. Lesbrief 16. Herhaling thema.

Vrijdag 1 april 2011 Toespraak van JOKE SCHAUVLIEGE VLAAMS MINISTER VAN LEEFMILIEU, NATUUR EN CULTUUR. Officiële Opening Studio Alijn - Gent

BIJLAGE. Vlaamse Gemeenschapscommissie Collegebesluit nr Bijlage nr. 1

LIGHT. plan. jeugd. beleids

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 24 mei 2013 houdende het lokaal beleid kinderopvang;

Vlaamse Regering ~~. =

De activiteit in het Brussels Parlement voorbereiden of verwerken in de klas? Niet verplicht, wel leuk!

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

De beleidsnota Omgeving

Onderwijs en OCMW: pleidooi voor meer samenwerking! Lege brooddozen op school symposium 14 oktober 2014

LAAT JE BEDRIJF GROEIEN DOOR HET INZETTEN VAN JE NETWERK!

Vlaamse Gemeenschapscommissie De Raad. Ja arverslag 2009 /

Officieus gecoördineerde versie: oorspronkelijke tekst met opname van alle wijzigingen

Vergrijzing. Impact en uitdagingen voor de lokale besturen

Wat betreft het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap werd de gewijzigde regeling inzake politiek verlof reeds principieel goedgekeurd op 27 oktober

Voorontwerp van decreet houdende het stimuleren en subsidiëren van een lokaal Sport voor Allen beleid DE VLAAMSE REGERING,

VERORDENING 02/11 HOUDENDE ERKENNING VAN DE GEMEENSCHAPSRADEN EN VAN DE VZW S GEMEENSCHAPSCENTRUM IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST

Vlaamse Gemeenschapscommissie De Raad JAARVERSLAG

Opleiding en werkervaring aanvullende thuiszorg vzw Aksent

Definitief Mobiliteitsplan Gent - Strategische mobiliteitsvisie

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

Statuten jeugdraad Glabbeek

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

Aan de personeelsleden van de Nederlandstalige schoolse en bijschoolse instellingen,

INLEIDING. Wat is het Steunpunt tot bestrijding van armoede, bestaansonzekerheid en sociale uitsluiting?

Hoge Raad voor Vrijwilligers over het EYAA 2012 (European Year of Active Ageing 2012)

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

STATUTEN STEDELIJKE RAAD VOOR PERSONEN MET EEN HANDICAP

VR DOC.1318/1BIS

Transcriptie:

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD ZIT TING 2010-2011 Nr. 1 INTEGRAAL VERSLAG Vergadering van vrijdag 22 oktober 2010 Ochtendvergadering INHOUD BERICHT VAN VERHINDERING... 3 OPENING VAN DE GEWONE ZITTING 2010-2011... 3 BENOEMING VAN HET BUREAU (R.v.O., art. 3 en 4)... 3 TOESPRAAK VAN DE VOORZITTER... 4 MEDEDELINGEN... 5 BELEIDSVERKLARING 2010-2011... 6 Beleidsverklaring 2010-2011 van het College van de Vlaamse Gemeenschapscommissie - Stuk 4 (2010-2011) Nr. 1... 6 Bespreking... 6 Sprekers: de heren Jean-Luc Vanraes, collegevoorzitter, Fouad Ahidar, mevrouw Els Ampe, de heer Dominiek Lootens-Stael, mevrouw Brigitte De Pauw, de heer Paul De Ridder, mevrouwen Elke Van den Brandt, Bianca Debaets, Annemie Maes, de heer Walter Vandenbossche, mevrouw Brigitte Grouwels, collegelid, en de heer Bruno De Lille, collegelid.

2 Plenaire vergadering Nr. 1 (2010-2011) 22 oktober 2010 Stemming... 41 IN MEMORIAM ROBERT GARCIA... 42 BIJLAGE... 43 TREFWOORDENREGISTER... 44

Plenaire vergadering Nr. 1 (2010-2011) 22 oktober 2010 3 OCHTENDVERGADERING - De vergadering wordt om 9.06 uur geopend. Voorzitter: de heer René Coppens, oudste lid in jaren (De twee jongste leden in jaren, mevrouwen Elke Van den Brandt en Els Ampe, vormen samen met de heer René Coppens, het voorlopig Bureau) BERICHT VAN VERHINDERING De voorzitter.- Mevrouw Sophie Brouhon is verhinderd voor deze vergadering wegens verblijf in het buitenland. OPENING VAN DE GEWONE ZITTING 2010-2011 De Voorzitter.- De Raad van de Vlaamse Gemeenschapscommissie komt heden van rechtswege bijeen op grond van artikel 71 van de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse Instellingen. Ik verklaar de gewone zitting 2010-2011 geopend. BENOEMING VAN HET BUREAU (R.v.O., art. 3 en 4) De voorzitter.- Aan de orde is de benoeming van het Bu reau. Het uittredende Bureau was als volgt samen gesteld: Voorzitter: mevrouw Carla Dejonghe Ondervoorzitter: mevrouw Annemie Maes Secretarissen: de heer Jef Van Damme, mevrouw Greet Van Linter, mevrouw Bianca Debaets, de heer René Coppens, mevrouw Sophie Brouhon Ingevolge de wijziging in de samenstelling van de politieke fracties, meer in het bijzonder van het Vlaams Belang en op grond van de beslissing van het Uitgebreid Bureau van 20 mei 2010 worden de 7 te begeven mandaten in het Bureau van de Raad van de Vlaamse Gemeenschapscommissie als volgt verdeeld : 1 ste mandaat : Open Vld 2 de mandaat : sp.a 3 de mandaat : CD&V 4 de mandaat : Open Vld 5 de mandaat : Groen! 6 de mandaat : sp.a 7 de mandaat : CD&V Het Bureau bestaat, conform artikel 3 van het Reglement van Orde van de Raad van de Vlaamse Gemeenschapscommissie uit een voorzitter, een ondervoorzitter en 5 secretarissen. Bij brief van 15 oktober 2010 draagt mevrouw Elke Van den Brandt, voorzitter van de Groen!-fractie, mevrouw Annemie Maes voor als ondervoorzitter van de Raad.

4 Plenaire vergadering Nr. 1 (2010-2011) 22 oktober 2010 Bij brief van 19 oktober 2010 draagt mevrouw Brigitte De Pauw, voorzitter van de CD&V-fractie, mevrouw Bianca Debaets voor als secretaris. De CD&V-fractie wenst het tweede mandaat vandaag niet op te nemen. Bij brief van 19 oktober 2010 draagt de heer Fouad Ahidar, voorzitter van de sp.a-fractie, mevrouw Sophie Brouhon en de heer Jef Van Damme voor als secretarissen. Bij brief van 19 oktober 2010 draagt mevrouw Els Ampe, voorzitter van de Open Vld-fractie, mevrouw Carla Dejonghe voor als voorzitter van de Raad en de heer René Coppens als secretaris. Vraagt iemand het woord over de benoeming van het Bureau? Aangezien het aantal voorgedragen kandidaten en de niet-invulling van één mandaat toegewezen aan de CD&V, overeenkomt met het totaal aantal toe te wijzen mandaten verklaar ik het Bureau als volgt samengesteld : Voorzitter : mevrouw Carla Dejonghe Ondervoorzitter : mevrouw Annemie Maes Secretarissen : mevrouw Sophie Brouhon, mevrouw Bianca Debaets, de heer René Coppens, de heer Jef Van Damme, N.N. Ik dank de twee jongste leden voor hun efficiënte hulp. (Vrolijkheid) Ik nodig de voorzitter uit om hier plaats te nemen. (Applaus) Voorzitter: mevrouw Carla Dejonghe TOESPRAAK VAN DE VOORZITTER Mevrouw Carla Dejonghe, voorzitter.- Dames en heren, beste collega s, ik wens jullie natuurlijk allereerst te bedanken voor het hernieuwde vertrouwen dat jullie in mij hebben gesteld om deze Raad voor te zitten. Ik wens ook de collega-bureauleden te bedanken voor het vele en constructieve werk - en dat mag ook eens vermeld worden - dat we het afgelopen jaar hebben geleverd. Maar eveneens de diensten, die zoals steeds professioneel en correct werk afleveren. Ik hoop in dezelfde sfeer verder te kunnen werken in het komende politieke jaar. Eveneens een woord van dank voor het personeel. Niet enkel de griffier en de dienst wetgeving, die uitstekend werk verrichten, maar alle diensten. Iedereen draagt zijn steentje ertoe bij om alles in goede banen te leiden. We bevinden ons als Nederlandstalige Brusselaars momenteel in het oog van de politieke storm. Het is nog onduidelijk wat de gevolgen van de staatshervorming zullen zijn voor de positie van de Nederlandstalige Brusselaars. Ik ben er evenwel van overtuigd dat elke partij, zowel in de meerderheid als in de oppositie, binnen zijn of haar partij de belangen van de Nederlandstalige Brusselaar ter harte zal nemen.

Plenaire vergadering Nr. 1 (2010-2011) 22 oktober 2010 5 Hoewel het federale politieke landschap momenteel in rep en roer staat, mag dit ons er niet van weerhouden om ons werk te doen en zelfs nog een tandje bij te steken. Gezien de recente Brusselse armoedecijfers is het van primordiaal belang dat de Vlaamse Gemeenschapscommissie verder investeert in Brussel, en meer nog; haar inspanningen versterkt. Dit is de verantwoordelijkheid die ieder van ons draagt ten opzichte van dit gewest en zijn inwoners. Met een lichte bijsturing van de werking van de Raad zullen wij ook beter in kunnen spelen op de noden van de Brusselaars. De plenaire zittingen zullen in de toekomst meer thematisch ingevuld worden, uiteraard afgezien dan van de actualiteitsdebatten. Mondelinge vragen en interpellaties zullen meer behandeld worden in commissievergaderingen. Op deze manier kan er ook dieper ingegaan worden op bepaalde zaken. De Raad zal dit jaar zijn bestaande educatieve activiteiten nog verder opvoeren. Deze kennen dan ook een groeiend succes. Dankzij onze uitstekende samenwerking met de Brusselse scholen slagen wij er steeds beter in om jongeren vertrouwd te maken met de werking van de politiek en van de Vlaamse Gemeenschapscommissie. Daarnaast zal het Huis van de Raad een open huis blijven met ruimte voor tentoonstellingen, lezingen en andere socio-culturele activiteiten. Beste collega s, ik heb het goede voorbeeld gegeven, ik ben kort geweest Ik wens jullie een boeiend en collegiaal werkjaar! MEDEDELINGEN De voorzitter.- Bij brief van 16 juli 2010 werd meegedeeld dat het Brussels Hoofdstedelijk Gewest tijdens de plenaire vergadering van 16 juli 2010 overgegaan is tot de installatie van de heer René Coppens en mevrouw Brigitte De Pauw, respectievelijk ter vervanging van de heer Guy Vanhengel die zich in een situatie van onverenigbaarheid bevindt, en de heer Steven Vanackere, ontslagnemend. De voorzitter van het Parlement de la Communauté Française deelt bij brief mee dat de vergadering zich ter zitting van 23 september 2010 heeft geconstitueerd. De voorzitter van het Vlaams Parlement deelt bij brief mee dat het Vlaams Parlement zich ter vergadering van 29 september 2010 heeft geconstitueerd. De voorzitter van de Senaat deelt bij brief mee dat de Senaat zich ter vergadering van 12 oktober 2010 heeft geconstitueerd. De voorzitter van de Kamer van Volksvertegenwoordigers deelt bij brief mee dat de Kamer van Volksvertegenwoordigers ter vergadering van 12 oktober 2010 voor wettig en voltallig is verklaard. Bij Collegebesluit nr. 20102011-0114 van 21 oktober 2010 sluit het College de zitting 2009-2010 van de Raad van de Vlaamse Gemeenschapscommissie.

6 Plenaire vergadering Nr. 1 (2010-2011) 22 oktober 2010 BELEIDSVERKLARING 2010-2011 Beleidsverklaring 2010-2011 van het College van de Vlaamse Gemeenschapscommissie Stuk 4 (2010-2011) Nr. 1 Bespreking De heer Jean-Luc Vanraes, collegevoorzitter.- In eerste instantie wens ik mevrouw Carla Dejonghe te feliciteren met haar verkiezing tot voorzitter van de Raad. Met haar toespraak gaf ze alvast het goede voorbeeld. Ze beperkte zich immers tot de essentie. Uiteraard kan niet al het gepresteerde in één zin worden samengevat. Daarom werd een tekst opgesteld van ongeveer 13 bladzijden. Ik heb me echter voorgenomen om me aan de hoofdlijnen van deze tekst te houden. Ik ga ervan uit dat de meeste leden deze verklaring al grondig hebben gelezen en hun vragen, opmerkingen en commentaren hebben kunnen voorbereiden. In het debat kan er dan, voor zover nodig, nog een en ander worden verduidelijkt. Zoals gebruikelijk wil ik vooreerst de diensten van de Raad danken voor het tijdig overmaken van de documenten aan de raadsleden. De voorzitter stipte het al aan: wij beleven momenteel eigenaardige politieke tijden. Deze situatie zal natuurlijk de nodige gevolgen ressorteren, niet alleen voor de werking van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest maar ook voor die van de VGC. Al meer dan 130 dagen heerst er een politieke crisis. De VGC kreeg intussen van de Vlaamse Gemeenschap te horen dat de dotatie voor de VGC wordt herleid tot het niveau van 2008. Het gaat hier om een vermindering met maar liefst 450.000 euro. De federale dotatie voor de VGC blijft momenteel ongewijzigd. Verwonderlijk is dit niet aangezien de federale regering zich vooralsnog met voorlopige twaalfden moet behelpen. Gelukkig heeft de VGC de voorbije 10 jaar een streng budgettair beleid gevoerd. We zijn steeds uitgegaan van een nulgroei voor de begroting. Niettemin zijn de uitdagingen groot. Niet alleen voor 2011, maar ook voor 2012 zal het een hele uitdaging zijn om een motiverend en uitdagend beleid uit te werken. Zo moet men er rekening mee houden dat de personeelsuitgaven geïndexeerd zullen blijven. Maar, dit zal ons niet beletten om, zoals het ook in het regeerakkoord en in de verschillende beleidsplannen is opgenomen, ambitieus en vernieuwend te zijn. Zo zullen de verschillende collegeleden, wanneer er discussies ontstaan over de beschikbare budgetten, zich niet beperken tot het eigen beleidsdomein om dit beleidsdomein, desnoods ingaand tegen de andere collegeleden, maximaal te verdedigen. Niets van dit alles! De collegeleden zullen hun uiterste best doen om zoveel mogelijk transversaal te werken en rekening te houden met het geheel. Er werden een aantal prioriteiten uitgewerkt. Het komt er nu op aan om na te gaan op welke manier men zo goed mogelijk kan samenwerken. Enkel op die manier kan men de beschikbare financiële middelen samenbrengen en deze prioriteiten optimaal bewerkstelligen. In de activiteiten van de drie collegeleden staan zes invalshoeken centraal. Het gaat hierbij om de VGC als ambassadeur van de stad en haar inwoners, de demografische groei, kwaliteit, partnerschappen, armoedebestrijding en taal.

Plenaire vergadering Nr. 1 (2010-2011) 22 oktober 2010 7 De VGC als ambassadeur van de stad en haar inwoners De VGC speelt een ontzettend belangrijke rol bij het leefbaar maken van de stad. Dit blijkt uit alle discussies en debatten die hier in deze Raad worden gevoerd. Het zijn de vele kwaliteitsvolle voorzieningen in de nabije omgeving zoals scholen, kinderopvang, bibliotheken, gemeenschapscentra die mensen, en jonge gezinnen in het bijzonder, doen kiezen voor de stad. Net die voorzieningen wil het College, samen met andere VGC-initiatieven, maximaal in de kijker zetten. Sinds lang is het Stedenfonds daarbij een cruciale hefboom. Overigens heeft het Stedenfonds een erg belangrijk werkjaar in het vooruitzicht gesteld. Zo wordt dit najaar het voortgangsrapport Stedenfonds in deze Raad besproken. Dit rapport legt de klemtoon op de grote beleidslijnen van het Stedenfondsprogramma en de uitvoering daarvan. Verder worden met dit alles de maatschappelijke effecten van het gevoerde beleid in kaart gebracht. Ook op het gebied van wetenschappelijk onderzoek, dataverzameling en kennis van de omgeving zal de VGC een voortrekkersrol vervullen. Meten is immers nog steeds weten. Zo zal er een wetenschappelijke, grootschalige enquête worden opgestart. Deze enquête koestert alvast de ambitie om een Brusselse stadsmonitor te worden. Met een kwaliteitsvol, dynamisch en efficiënt communicatiebeleid wil het College het VGC-beleid ondersteunen en voeden. Zo is er de verdere ontwikkeling van Muntpunt met als doel de totstandkoming van een moderne belevenisbibliotheek, een modern informatiehuis voor iedereen die in Brussel woont, werkt of deze grootstad wil leren kennen. Om het communicatiebeleid te versterken wordt dit jaar een meerjarenplan externe communicatie opgesteld. Verschillende communicatieprojecten moeten het merk VGC en de vele Nederlandstalige gemeenschapsvoorzieningen meer zichtbaar maken in de stad. Voor de uitstraling van Brussel zijn uiteraard onze regionale mediapartners essentieel. Zij vormen de kern van het Nederlandstalige mediabeleid in Brussel en moeten werken als een complementair geheel. Die complementariteit wil de VGC het komende jaar versterken door samenwerking en synergieën aan te moedigen. Uiteraard moet dit alles gebeuren met het nodige respect voor het behoud van hun eigenheid. Bij het afsluiten van nieuwe beheersovereenkomsten zullen er onder meer specifieke accenten worden gelegd op de positieve beeldvorming van Brussel en op de verschillende beleidsdomeinen en initiatieven van de VGC. De demografische groei Brussel wordt geconfronteerd met een toename van de bevolking, een toenemende dualisering, een verjonging en verkleuring van de bevolking en een voortschrijdende internationalisering. Deze bevolkingsevolutie heeft uiteraard een weerslag op de Brusselse gemeenschapsvoorzieningen, niet in het minst op het onderwijs. Denken we in dit verband alleen al maar aan de capaciteits- en kwaliteitsproblematiek.

8 Plenaire vergadering Nr. 1 (2010-2011) 22 oktober 2010 De demografische evolutie doet ook de behoefte aan extra kinderopvang toenemen. In afwachting van subsidiëring door Kind&Gezin zal de VGC zelf initiatieven tijdelijk financieel ondersteunen. Ik denk hierbij aan de uitbreiding van de capaciteit van bestaande en de opstart van nieuwe initiatieven. De demografische groei verhoogt ook de druk op vrijetijdsvoorzieningen voor de jeugd. Nu al zijn er wachtrijen en wachtlijsten bij de inschrijvingen voor speelpleinwerking, voor ateliers van WMKJ s en sportkampen. Om daaraan tegemoet te komen wordt er gewerkt aan een toereikend en goed gespreid vakantieaanbod en een nieuw subsidiereglement. Brussel verjongt, maar men mag het aandeel personen van 65 jaar of ouder in de totale Brusselse bevolking niet negeren. Het College zal dan ook inzetten op ouderenwelzijn. Dit zal onder meer gebeuren door de uitbouw en versterking van de Brusselse lokale dienstencentra en door de creatie van dwarsverbindingen tussen deze centra enerzijds en de klusdiensten en diensten voor sociaal vervoer anderzijds. Momenteel staat de analyse van drie veelbelovende pistes op stapel om extra lokale dienstencentra op te starten in Sint- Agatha-Berchem, Anderlecht en Oudergem. Ook het garanderen van een vrijetijdsaanbod voor sport en sociaal-cultureel werk voor ouderen blijft essentieel. Kwaliteit Kwaliteit staat voorop in het VGC-beleid, in de dienstverlening en in de ondersteuning van het werkveld. Alleen zo kunnen wij het verschil maken in deze stad. Kwaliteit in de dienstverlening betekent ook werken aan een sterke en moderne overheid. Een belangrijk en in zekere zin zelfs historisch moment voor de VGC-administratie dit jaar is de centrale huisvesting van haar diensten. De verhuis van de administratie, die gefaseerd zal gebeuren en gepland is voor eind 2010 en begin 2011, biedt tal van voordelen: tijds- en efficiëntiewinst dankzij minder interne verplaatsingen, besparing op logistieke kosten en de modernisering van de infrastructuur, zoals ICT. Vorig jaar hebben we dat goedgekeurd en dit jaar wordt dat reeds gerealiseerd. Dat is een van de belangrijkste zaken van dit jaar. Een sterke administratie vergt evenzeer een kwaliteitsvol, hedendaags en gedragen personeelsbeleid. Belangrijk daarbij is de bijsturing en de verdere uitvoering van het personeelsplan en het aanpassen van het bestaande personeelsstatuut alsook het opstellen van een arbeidsreglement. Kwaliteit betekent ook investeren in gebouwen en patrimonium. Dit najaar bespreekt de Raad het investeringsplan 2011 2015. Daarin moeten in de verschillende beleidsdomeinen scherpe keuzes gemaakt worden. De noden op het gebied van infrastructuur blijven immers groot, zoals op het vlak van de capaciteitsuitbreiding in het onderwijs en kinderopvang, de uitbreiding van de voorzieningen voor personen met een handicap en lokale dienstencentra, de infrastructurele noden bij de gemeenschapscentra, de integratie van kunst en investeringen in sportinfrastructuur, investeringen in jeugdhuizen, speelpleinen en repetitieruimtes. De VGC verhoogt de kwaliteitsvolle werking van kinderdagverblijven en IBO s door het aanbieden van vorming, taalondersteuning en begeleiding op de werkvloer. En er is ook aandacht voor de kwaliteit van de gezondheidszorg door een versterking van de positie en de omkadering van de Nederlandskundige (huis)artsen.

Plenaire vergadering Nr. 1 (2010-2011) 22 oktober 2010 9 Voor het beleidsdomein Cultuur, Jeugd en Sport worden verschillende beleidsplannen op dit ogenblik afgewerkt. Met deze plannen die via een participatief proces tot stand kwamen, willen wij een kwaliteitsvol cultureel en vrijetijdsbeleid voor de komende regeerperiode gestalte geven. Kwaliteitszorg is een heel belangrijke pijler binnen het onderwijsbeleid van de VGC. Wij wensen een onderwijs dat erin slaagt een maximale leerwinst te creëren bij alle kinderen, zodat de eindtermen worden bereikt. De verdere uitbouw van het Onderwijscentrum Brussel en ook de functionele samenwerking met andere onderwijsondersteunende partners als Voorrangsbeleid Brussel (VBB) en Brussels Ondersteuningscentrum Secundair Onderwijs (BROSO) zijn hier essentieel. Partnerschappen Als College willen wij dat de VGC in 2010-2011 de samenwerking met andere overheden en partners aanzwengelt om de diverse beleidsinspanningen in de stad te optimaliseren. Op het gebied van institutionele partnerschappen wil de VGC in eerste instantie een strategische visie ontwikkelen samen met de Vlaamse Gemeenschap. Zo werd er reeds een ambtelijke taskforce Brussel opgestart. Het werk van de taskforce moet in 2011 uitmonden in een politiek kerntakendebat tussen de Vlaamse Gemeenschap en de VGC. Daarnaast zal het College voor de verschillende specifieke beleidsdomeinen de samenwerking met de Vlaamse Gemeenschap versterken. Met de Brusselse overheden en instellingen willen wij ook partnerschappen uitbouwen. Ik denk daarbij aan de wijkcontracten waarbij er een methodologisch kader zal worden ontwikkeld waarbij een proactieve en ondersteunende benadering centraal staat en de samenwerking met de verschillende VGC-beleidsdirecties, de gemeentebesturen en Vlaamse schepenen en het netwerk van Nederlandstalige organisaties versterkt zal worden. Zowel binnen het onderwijs-, cultuur- als welzijnsbeleid wordt er actief toenadering gezocht tot de gemeenten. Zo zullen de banden met de OCMW s worden aangehaald om een groter draagvlak voor het lokaal sociaal beleid te creëren en nieuwe perspectieven te openen, onder meer voor het woonzorgbeleid. Voor het beleidsdomein Onderwijs zal de VGC samenwerken met de gemeenten en hen ondersteunen bij de bouw van nieuwe Nederlandstalige scholen of uitbreiding van hun capaciteit. Daarmee zijn we vorig jaar al begonnen. Vertrekkend vanuit deze transversale dynamiek wil de VGC het komende jaar een klimaat creëren waarin we netwerken in de buurten stimuleren zodat het aanbod aan voorzieningen en diensten beter op elkaar aansluit. Binnen dit perspectief stimuleren we ook Brede Scholen die deel uitmaken van de buurt en de samenleving en brede ontwikkelingskansen van kinderen stimuleren. Ook met het middenveld willen wij het komende jaar bruggen blijven bouwen. Armoedebestrijding De armoedebestrijding is in het Brussels hoofdstedelijk gewest een bijzondere uitdaging. Armoede is in Brussel een harde realiteit en breidt zich hoe langer hoe meer uit. Armoede is een maatschappelijk fenomeen en de samenleving heeft dan ook de plicht om, via de beleidsvoerders, bij te dragen tot de bestrijding van armoede.

10 Plenaire vergadering Nr. 1 (2010-2011) 22 oktober 2010 Naast het Protocol inzake het armoedebeleid dat in 2009 werd gesloten tussen de Brusselse Hoofdstedelijke Regering en de Colleges van de drie Brusselse Gemeenschapscommissies, sluit de VGC ook aan bij het Vlaamse armoedebestrijdingsbeleid. In het VGC-beleid is (kans)armoedebestrijding in hoge mate geïntegreerd in de diverse beleidsdomeinen. In 2010-2011 zal de VGC verschillende acties en initiatieven opnemen op het vlak van opleiding en vorming, het sportaanbod en de kinderopvang, maar zal de VGC ook in dit kader sterk investeren in onderwijs- en gezondheidsinfrastructuur. Nederlands als rode draad Brussel is een meertalige stad. Deze rijkdom aan talen en ook aan culturen is zonder meer een troef, maar betekent tegelijk een bijzondere uitdaging voor de positie van het Nederlands. De VGC wil vanuit een open opstelling bijdragen tot de positieve uitstraling van het Nederlands in een meertalige omgeving en mee instaan voor de ondersteuning van een brede waaier van kwaliteitsvolle Nederlandstalige diensten. De VGC wil voorzieningen de kans geven om zich te laten begeleiden bij het uitwerken van een eigen taalbeleid. Kinderen en jongeren in kinderdagverblijven, in scholen en in het naschoolse en buitenschoolse opvang-, sport- en vrijetijdsaanbod moeten gestimuleerd worden in hun talige ontwikkeling, met bijzondere aandacht voor het Nederlands. Ouders die hun kinderen van het Nederlandstalig aanbod gebruik (willen) laten maken, zullen verder worden gesensibiliseerd om hun kinderen ook thuis te stimuleren en in contact te brengen met het Nederlands. De bestaande kennis en inspanningen over de beleidsdomeinen heen worden samengebracht. Taal wordt ook een belangrijk aandachtspunt bij de verdere ontwikkeling van Brede school. Met de diverse beleidsacties die in deze beleidsverklaring zijn opgenomen, willen wij als College de kwaliteit van het leven in de stad verhogen en kansen bieden aan alle mensen. Het komende werkjaar is niet alleen goed gevuld met nieuwe plannen en beleidsmaatregelen, het zal volgens ons ook een boeiend werkjaar worden. Het is de vaste wil van het College om met onze kleine maar zeer dynamische instelling blijvend vooruit te kijken. Deze verklaring is dus geen opsomming van intenties, maar een gemotiveerd en geïntegreerd project, waar we transversaal willen samenwerken om deze stad en het Brussels hoofdstedelijk gewest te verbeteren. Fouad Ahidar.- De sp.a is er niet om alleen kritiek te geven. Ik wil hier ook geen show opvoeren, ik kan dat trouwens niet. (Gelach) Heb ik dat geschreven? Wie heeft dat geschreven? (Gelach) Zo, nu heb ik toch nog voor show gezorgd. Ik wil de voorzitter bedanken omdat hij ook aan ons, de oppositie, 3 weken geleden de beleidsverklaring heeft opgestuurd. In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest hebben we die niet gekregen. Na het lezen en horen van de beleidsverklaring, blijft de sp.a-fractie wel met een aantal belangrijke vragen zitten. De Vlaamse Gemeenschapscommissie investeert veel in Brussel, toch blijven mensen dagelijks problemen ondervinden die met wat goede wil gemakkelijk opgelost kunnen worden. Ik vind spijtig genoeg in de beleidsverklaring geen oplossing voor die problemen.

Plenaire vergadering Nr. 1 (2010-2011) 22 oktober 2010 11 Neem nu de kinderopvang. Een toekomstige moeder zoekt een plaats in de Nederlandstalige kinderopvang. Ze moet zich in 10 crèches tegelijk inschrijven. Ze gaat naar een crèche van Kind&Gezin, maar die crèche blijkt Franstalig te zijn. Ze gaat op 10 wachtlijsten staan, maar heeft 2 maanden voor de geboorte van haar kind nog altijd geen zekerheid over een plaats. De opvang in een privécrèche is zeer duur. Een jonge moeder krijgt op die manier veel stress te verwerken. Hoe gaat het College dit oplossen? Ik wil graag een suggestie doen. Ik hoor dat het College een loket voor kinderopvang wil oprichten. Dat is niks nieuws: het Centrum voor Kinderopvang (CKO) was hier al mee bezig. Maar het proefproject is geëindigd en nu zijn er geen middelen meer. Collegelid Brigitte Grouwels heeft al gezegd dat ze de financiering van het CKO niet kan overnemen. En nu komt er een nieuw lokaal loket. Gaat het om de voortzetting van het proefproject op grotere schaal is of is het iets helemaal nieuws? Een lokaal loket alleen kan het probleem echter niet verdoezelen. Hoeveel plaatsen zullen er bijkomen in de Nederlandstalige kinderopvang het komende jaar? Om de Barcelonanorm te halen moeten er op korte termijn zeker 1.000 plaatsen bijkomen in de Nederlandstalige kinderopvang. Wat is het groeipad en hoe denkt het collegelid daar te geraken? Hoe zal ze ervoor zorgen dat een crèche van Kind&Gezin ook Nederlandstalig is in de praktijk? Of vindt ze dat niet belangrijk? Na de kinderopvang wil ik het hebben over de inschrijving in scholen. Het was een complete chaos in februari. Ouders die hun kinderen wilden aanmelden in een Nederlandstalige school konden dat niet. Het elektronisch systeem werkte niet of nauwelijks. Het elektronisch aanmelden verbergt de wachtrijen, maar niet de ongelijkheid. Wie kan op een weekdag om 13.00 uur achter zijn computer zitten en het systeem ook meteen doorhebben? Hoe gaat het collegelid deze moeilijkheden dit jaar vermijden? Ik zeg alvast dat een elektronisch aanmeldsysteem krachtig genoeg moet zijn om alle aanvragen aan te kunnen. Vorig jaar beweerde het collegelid dat er geen enkel probleem zou zijn met de elektronische aanmeldingen. Alles was getest, maar toch liep het fout. Het systeem moet niet enkel werken, het moet ook duidelijk zijn voor iedereen. Duidelijk voor alle ouders, niet alleen voor ouders met een universitair diploma. Een systeem dat makkelijk in te vullen is, dat de termijnen respecteert en dat ouders een correct antwoord geeft op de vraag of ze in een bepaalde school zijn ingeschreven. Niet iedereen kent trouwens de verschillende Nederlandstalige scholen in zijn buurt. Hoe kunnen ouders dan een goede keuze maken? Hoe zal ervoor worden gezorgd dat de ouders kennis kunnen maken met de Nederlandstalige scholen in hun buurt? Hoe zal de segregatie tegengegaan worden en gezorgd worden voor een goede mix in de scholen? Dat kan door een project als School in Zicht verder uit te breiden. Ouders krijgen in dat project alle elementen om een keuze te maken uit het schoolaanbod, ze gaan op bezoek in verschillende scholen, ze kunnen kennis maken met de scholen, maar ook met elkaar. Ze groeperen zich en schrijven zich in één school samen in. In de meeste scholen worden de opendeurdagen in de lente georganiseerd, maar in januari al moet een school worden gekozen. Kunnen we niet aan de scholen vragen om de opendeurdag in oktober of november te organiseren, zodat alle kinderen en hun ouders een bewuste keuze kunnen maken?

12 Plenaire vergadering Nr. 1 (2010-2011) 22 oktober 2010 Het ergste van alles is echter de inschrijfprocedure. Ik heb zelf een zoon in het zesde leerjaar en zoals duizenden ouders in Brussel heb ik geen flauw benul van de aanmeld- en inschrijfprocedure die mij te wachten staat. Wanneer krijgen wij hierover duidelijkheid? Er zijn nog andere uitdagingen in het onderwijs, zoals omgaan met de groei van de bevolking in Brussel. Aan het groeiritme van de voorbije jaren zal de Brusselse bevolking tegen 2020 met 200.000 mensen toenemen. Dat zijn er 30.000 meer dan totnogtoe werd aangenomen. Ik hoor in de beleidsverklaring van de minister-president dat het Brussels Hoofdstedelijk Gewest al met de Franse Gemeenschap heeft gesproken. Zeer goed, want het Franstalig onderwijs heeft een serieuze inhaalbeweging nodig. Maar waarom spreekt de ministerpresident niet tegelijk met de Vlaamse Gemeenschap? Hij kondigt dat wel aan, maar hij doet het niet. Wat zegt de collegevoorzitter dan tegen de minister-president? Wat is het standpunt van het College over een regierol voor het Gewest op het vlak van de scholenbouw in Brussel? Staat u eensgezind achter het idee dat het Gewest, zoals dat nu al het geval is in het crècheplan, ook een sturende rol op zich neemt wat de scholen betreft? Kan de collegevoorzitter vandaag hierover duidelijkheid geven? Trekken we de Brusselse kaart waar alle gemeenschappen samen komen en samen werken aan oplossingen? Ik zit ook nog met vragen over de vrijetijdsactiviteiten voor de Brusselse jeugd. Mijn buurman wil zijn kind inschrijven in een Nederlandstalig zomersportkamp, want hij moet werken tijdens de zomervakantie. In maart heeft hij uitgezocht waar hij terecht kan, welke initiatieven Nederlandstalig zijn, wanneer het kamp begint, waar het plaatsvindt en hoeveel het kost. Mijn buurman is bevoorrecht, want niet iedereen kan op het internet zoeken of brochures uitpluizen. Ik heb het niet alleen over niet-nederlandstaligen: er zijn ook Nederlandstaligen die het er moeilijk mee hebben. Wanneer mijn buurman uiteindelijk besluit zijn kind in te schrijven, blijken alle plaatsen reeds ingenomen. De vakantie-initiatieven van Aximax zijn ook heel tof, maar er zijn zoveel kandidaten. Hoe krijgt mijn buurman zijn kind ingeschreven? Mijnheer De Lille, ik stel voor dat u meer aandacht zou besteden aan sport- en vrijetijdsactiviteiten voor anderstalige kinderen uit het Nederlandstalig onderwijs om hen een kans te geven met onze taal op een leuke manier in contact te komen, ook buiten de schoolmuren. Daarvoor hebt u een uitgekiende strategie nodig. U kondigt flitsende websites aan die ongetwijfeld interessant zijn voor bepaalde doelgroepen, maar bereikt u daarmee alle kinderen in het Nederlandstalig onderwijs? Ik heb tijdens de vorige legislatuur met mijn fractie zelf aan de schoolpoorten gestaan. Ik heb ter plekke met die ouders de bestaande brochures doorgenomen en ik ben met hen op zoek gegaan naar vrijetijdsactiviteiten uit het aanbod. Dat werkt veel beter dan twitter of Facebook. Ten slotte, heb ik nog een vraag over de sociale infopunten. Ik ken een jongen met verstandelijke problemen die moeite heeft met zijn administratie. Hij wil terecht bij één dienst die hem echt helpt bij alles wat hij nodig heeft. Eén loket dat weet welke hulp hij kan krijgen en bij wie hij precies terecht kan, die begrijpt welke diensten hij nodig heeft en die mee op stap kan gaan om bij die diensten aan te kloppen. Maar de sociale infopunten zijn afgeschaft. Ik begrijp niet, mevrouw Grouwels, dat u niet investeert in sociale infopunten. Dat is absoluut noodzakelijk. U kunt niet verwachten dat sociale organisaties vrijwillig de balie van een infopunt bemannen tijdens hun uren. Dat gaat dan ten koste van hun eigen dienstver-

Plenaire vergadering Nr. 1 (2010-2011) 22 oktober 2010 13 lening. U lost dat niet op door elke organisatie een vlagje te geven met een label erop. Als u volwaardige sociale infopunten wil, dan moet u er ook in investeren. Mijnheer de collegevoorzitter, de Brusselaar blijft met vele vragen achter na het horen van uw beleidsverklaring. In de plaats van zich bezig te houden met zichzelf als instelling, zou het College zich meer bezig moeten houden met de verbetering van de dienstverlening die de VGC aan de Brusselaars biedt. Ik had liever deze focus teruggevonden in het beleid van de komende jaren. (Applaus op de sp.a banken) Mevrouw Els Ampe.- Op 22 oktober is het de dag van het brood. Brood is een essentieel levensmiddel. De beleidsverklaring is zoiets als brood. Er staan weliswaar geen wereldschokkende dingen in, maar de essentie wordt er wel in weerspiegeld. Vandaag zijn dat het creëren van extra plaatsen in het onderwijs, de kinderopvang en het verbeteren van de kwaliteit van de aangeboden diensten. De extra plaatsen in de scholen zijn broodnodig. Niet alle leerlingen in het Nederlandstalig onderwijs komen uit Nederlandstalige gezinnen. Er zijn inderdaad veel anderstalige kinderen. Als wij die kinderen uit onze scholen weren en de Franstaligen doen hetzelfde, is de vraag wie voor hen onderwijs zal organiseren. Wie zal er voor een goede opleiding zorgen die kansen biedt op de arbeidsmarkt zodat ze later gelukkige mensen worden? Bovendien betalen anderstaligen ook belastingen, zoals iedereen, waarmee de gemeenschappen op hun beurt het onderwijs organiseren. Een quotum voor anderstaligen zou mogelijk kunnen zijn. Maar dat zou betekenen dat heel wat Nederlandstalige scholen in Brussel hun deuren moeten sluiten, omdat er te weinig Nederlandstaligen wonen in veel wijken in Brussel. Dan zouden alle Nederlandstalige kinderen naar dezelfde scholen moeten gaan. Het zou de verkeerschaos in Brussel alleen maar erger maken. Dat is onaanvaardbaar voor gezinnen die bijvoorbeeld in Ukkel wonen. Ze moeten in dat geval hun kinderen met de fiets of het openbaar vervoer naar school brengen. Het zou bizar zijn te eisen dat kinderen naar een Nederlandstalige school gaan, terwijl ze in een kosmopolitische stad leven met veel verschillende culturen. Geen enkel kind dat vandaag op school zit, zal later in een omgeving werken met louter Nederlandstaligen. Het zal later in een meertalige omgeving werken met mensen van verschillende afkomst. Het is van belang om deze ervaring al van kindsbeen af mee te maken. Wat het inschrijfbeleid betreft, hoor ik zojuist dat sp.a voorstander is van keuzevrijheid. Ook wij willen niets liever, maar dan moeten zij de Vlaamse minister van Onderwijs voor zijn verantwoordelijkheid plaatsen. Hij is bevoegd voor de inschrijfprocedure, weliswaar samen met de VGC. Het LOP valt echter onder de bevoegdheid van de Vlaamse minister. Het decreet is hierover duidelijk. We moeten voor extra plaatsen zorgen. Er is gezegd dat het interessant zou zijn om de opendeurdagen in oktober te houden. Maar dan moeten er wel plaatsen voorhanden zijn waaruit ouders kunnen kiezen. Wie vorig jaar online getracht heeft zich in te schrijven, is van een koude kermis thuis gekomen. Ik heb dat ook geprobeerd voor een school die twee straten verder ligt dan mijn huis. Er is gewoon geen keuzevrijheid, want er is geen plaats. We kunnen alleen maar extra plaatsen creëren. De beleidsverklaring heeft het over transversaliteit of samenwerking tussen de verschillende VGC-diensten. Ik zal even stout zijn. Het wordt tijd dat het virtuele loket of de webstek van de VGC één webstek wordt. Als we nu op Google zoeken naar bijvoorbeeld Brusselse Vlaming, komen we niet eens terecht op de website van de VGC of van digi-

14 Plenaire vergadering Nr. 1 (2010-2011) 22 oktober 2010 taal Brussel. Wel op brussel.vlaanderen.be wat een website is van de Brusseldienst van de Vlaamse Gemeenschap. Het zou goed zijn dat men bij het surfen op één enkele webstek terechtkomt. De mensen moeten alle informatie niet zelf bij elkaar sprokkelen, het zijn de diensten van de Vlaamse Gemeenschap en van de VGC die samen één website in elkaar moeten steken. Goede communicatie start met een onthaalpunt, een virtueel onthaalpunt. Iedereen zoekt op Google naar juiste informatie. Ik las in de beleidsverklaring eveneens dat er een virtueel jeugdportaal wordt opgericht en een geïntegreerde website voor de gemeenschapscentra. Ik dring erop aan er geen apart portaal van te maken zonder aangepaste doorverwijzingen. Er is al vaak gepleit voor één Brussels medialandschap. Brussel Deze Week, FM-Brussel, tv Brussel zouden dan samen met brusselnieuws één nieuwsportaal maken. Dat komt stilaan uit de steigers. Brusselnieuws heeft een nieuwe website. De site kan tot voorbeeld strekken voor een nieuw VGC-portaal. Wij zijn blij dat naast de extra plaatsen ook aandacht gaat naar het verhogen van de kwaliteit vooral van de naschoolse opvang. Kinderen zitten tussen 8.30 uur en 15.15 uur op de schoolbanken. Daarnaast blijven nog heel wat kinderen, vaak 3 tot 4 uur, in de voor- of naschoolse opvang omdat hun ouders werken. Het is belangrijk dat kinderen een leerrijke en aangename invulling van deze tijd aangeboden krijgen. Te dikwijls nog moeten ze stilzitten of naar tv kijken. Kinderen willen veel liever bewegen, sporten, geanimeerd worden of creatief bezig zijn. Er zijn reeds muziekscholen en sportclubs die met scholen samenwerken, maar het gebeurt nog veel te weinig. Het zou goed zijn dat schooldirecties contact opnemen met muziekscholen of sportclubs. Er zou ook aandacht moeten uitgaan naar fietsen en zwemmen. Als we Brusselaars willen aansporen om van de fiets gebruik te maken, moeten we hen dat vroeg leren. We kunnen niet veilig met kinderen oefenen, zoals op de dijk in Oostende. Er zijn in Brussel veel auto s en weinig openbare ruimte om te oefenen, maar in een school zou dat perfect mogelijk zijn. Ik doe dus een warme oproep aan de scholen om in kleine fietsen te voorzien. Hetzelfde geldt voor het zwemmen. Brusselse kinderen kunnen niet goed genoeg zwemmen. Er zijn wel zwemclubs, maar die zitten stampvol. Het gaat om basissporten. Kinderen kunnen ook leren skiën, maar zwemmen en fietsen zijn noodzakelijke basissporten. We zijn blij dat de pas Sport-na-school verder ingang zal vinden en vragen dat initiatieven zoals Buurtsport Brussel, die sport aanbiedt aan jongeren in verschillende wijken, worden voortgezet. We moeten aandacht hebben voor beweging en sport zodat de mensen niet te zwaar worden en gezond blijven. Het is essentieel dat de scholen aangenaam worden ingericht. Nieuwe plaatsen en nieuwe schoolgebouwen moeten aangepast zijn aan de leefwereld van kinderen. We moeten de architecten vragen zich te verplaatsen in hun leefwereld en een concept uit te werken dat daarmee strookt. Esthetiek is belangrijk, maar kinderen zien dat helemaal anders. Hetzelfde geldt voor de middelbare scholen. Jongeren verwachten daar iets anders van dan volwassenen. Schoolgebouwen moeten tevens milieuvriendelijk zijn. Het gebeurt vaak dat men een dikke truiendag of andere activiteiten opzet om milieuvriendelijk te zijn en zuinig om te springen met energie, terwijl de schoolgebouwen zelf bijvoorbeeld enkel glas hebben, niet geïsoleerd zijn, deuren hebben die op een kier staan en zo voort. Het is natuurlijk niet efficiënt om op die manier aan de kinderen uit te leggen dat ze energiezuinig moeten zijn. We moeten hieraan zeker denken bij de bouw van nieuwe schoolgebouwen.

Plenaire vergadering Nr. 1 (2010-2011) 22 oktober 2010 15 Een schoolgebouw moet eigenlijk overvloeien in de wijk. Het moet niet noodzakelijk een geïsoleerd gebouw zijn dat verder - bijvoorbeeld s nachts - niets met de wijk heeft te maken. Het kan probleemloos een gebouw zijn waarin winkels of zelfs woningen zijn gehuisvest, waar er in plaats van een betonnen speelplaats een soort speelweide is, die ook kan worden gebruikt buiten de schooluren als een soort speelpleintje voor de wijk. En waarom zouden we ook geen dieren toelaten op de speelplaats? Brusselse kinderen worden zeer weinig geconfronteerd met dieren, terwijl ze dat nochtans heel leuk vinden. Men moet zich proberen in te leven in de leefwereld van de kinderen om te zien wat hun leven in de stad aangenaam kan maken. Bovendien hebben dieren een kalmerend effect op kinderen die overstuur zijn. Ik sluit af met een citaat, niet van een of andere imperialistische Romeinse keizer, maar van John F. Kennedy, die verklaarde: A child miseducated is a child lost. Wij hebben op dit vlak een verpletterende verantwoordelijkheid. De heer Dominiek Lootens-Stael -. Het College pakt voor het komende jaar uit met een zelfverklaarde vernieuwende beleidsverklaring. Vernieuwend, zo luidt het, omdat ze transversaal is en de klemtoon legt op de steeds veranderende stedelijke realiteit. Een beleid, dat wordt uitgestippeld over de verschillende bevoegdheidsvelden heen, is per definitie transversaal en het feit dat een beleidsverklaring jaarlijks wordt afgelegd, vloeit net voort uit het feit dat de realiteit - en misschien vooral ook de stedelijke realiteit - veranderlijk is. Panta rei : Heraklitos, collega De Ridder, zag het al 25 eeuwen geleden in. De aangekondigde vernieuwing gaat dus blijkbaar schuil in het feit dat het College in 2010 tot deze vaststelling is gekomen. In deze opsomming van autogeproclameerde vernieuwende inzichten, gearticuleerd rond 6 invalshoeken, samengevat in een overkoepelende beleidsvisie op de stad, blijft het echter naar jaarlijkse gewoonte zoeken naar de manier waarop het College van plan is om zich tijdens het volgende jaar in te laten met het in de eerste plaats behartigen van de belangen van de Brusselse Vlamingen. In dit opzicht is de beleidsverklaring allerminst vernieuwend, maar integendeel opnieuw erg ontluisterend. Tussen de plannen waarvoor men nog onderzoek verricht, tussen diegene waar men nog aan schrijft en tussen het meten en weten om te weten, dringen wel enkele voornemens door die positief kunnen worden onthaald. Zo valt er niets tegen in te brengen als het College van plan is om jongeren ook buiten de school Nederlands te doen hanteren, om anderstaligen verder te stimuleren bij het sympathiseren met onze cultuur, om een Nederlandstalig zorgnet verder uit te bouwen, om het gebruik van schoollokalen ook na de lesuren te optimaliseren en om de gemeenschapscentra wat meer aandacht schenkt. Maar bij al deze maatregelen heb ik een sterk déjà vu -gevoel: het blijft bij die beloftes die jaarlijks terugkeren en nooit het stadium van belofte ontgroeien. Ik hoop dan ook dat het kerntakendebat tussen de Vlaamse gemeenschap en de VGC, dat wordt aangekondigd onder het hoofdstuk partnerschappen, er deze keer effectief zal komen. Want ook dit kerntakendebat heeft zich inmiddels ontpopt tot l Arlésienne van dienst. Men kondigt het steeds opnieuw aan, iedereen kijkt er altijd weer naar uit, en het komt er uiteindelijk nooit. Ik ben dus benieuwd, helaas zonder al te veel illusies, naar het concrete resultaat van dit voornemen. Het doel van mijn betoog bestaat er niet uit om aan te tonen dat er niets zal gebeuren of op stapel staat - ik wil niet vervallen in een karikatuur -, maar de tijden zijn meer dan ooit ernstig voor de Vlamingen in Brussel. Deze beleidsverklaring mist visie, ambitie en diepgang en ik betreur dat. Al vanaf het uitgangspunt van het vernieuwende verhaal, van bij de eerste van de 6 invalshoeken zit het al grondig fout. Het College voelt zich geroepen om op te treden als de ambassadeur van Brussel en van haar inwoners, van een stad die wereldwijd erkenning geniet als politieke wereldstad, die een kleine metropool

16 Plenaire vergadering Nr. 1 (2010-2011) 22 oktober 2010 met uitstraling is, maar in eigen land ongekend en onbemind zou zijn. Dit uitgangspunt is weliswaar zeer nobel, maar wel helemaal verkeerd. De rol van de VGC bestaat er immers niet in om elders in het land te gaan lobbyen voor de Brusselse Vlamingen, maar het College dient in te staan voor de dienstverlening door de Vlaamse Gemeenschap in de eerste plaats aan en voor de Vlaamse gemeenschap in Brussel. En naar acties, innovaties, ambities die van aard zijn om deze doelstelling te bereiken blijft het in de beleidsverklaring zoeken. Al was het maar omdat de rode draad van het Nederlands, die verondersteld wordt het geheel te doorkruisen, er toch maar heel schuchter in verweven wordt. Ambitie, proactief optreden voor de Vlamingen in deze stad.dat is wat ik in deze tekst mis. Er zal in Brussel door de VGC gemeten en geweten worden, er zullen plannen worden opgesteld over van alles en nog wat, Brussel wordt vele opzichten een labo. Tussen deze en andere staaltjes van wolligheid, vaagheid en nietszeggendheid van de beleidsverklaring zijn toch nog enkele punten opgevallen. Misschien is het wel een uiting van verregaand cynisme, wanneer er sprake is van de onafhankelijkheid en neutraliteit van de redacties van de regionale mediapartners die door de VGC financieel - zeer gul - worden gesubsidieerd. Is het dan hun onafhankelijkheid die deze media er toe aanzet om een van de grote Vlaamse partijen in Brussel zo goed als systematisch dood te zwijgen? Is het een kenmerk van neutraliteit, wanneer Brussel Deze Week er nog een schepje boven op doet en weigert om, in tegenstelling tot wat het doet voor alle andere partijen, betalende reclame van het Vlaams Belang te plaatsen? Waar elders hoort een dergelijke houding thuis dan onder de noemer platte partijdigheid? Deze media, die geld ontvangen van alle belastingbetalers dus ook van diegenen die stemmen op het Vlaams Belang - sluiten helemaal niet aan bij de Brusselse realiteit. Ze manipuleren deze realiteit. Ze zijn allesbehalve objectief, ze plegen al dan niet vrijwillig censuur en hangen daardoor een vertekend beeld op van de Brusselse realiteit. Het volstaat om even de huidige editie van Brussel Deze Week ter hand te nemen om te begrijpen wat ik bedoel. Ik kan me niet ontdoen van het gevoel dat er wellicht ook anderen zijn in deze Raad die vragen hebben bij de neutraliteit van dit door de belasting betaalde medium. Ik kijk dan ook met veel nieuwsgierigheid uit naar de nieuwe beheersovereenkomsten tussen de VGC en de media die het sponsort. Ik hoop dat daarin - maar dat zal wel ijdele hoop zijn - ook gestipuleerd wordt dat deze media wel degelijk op gelijke manier zullen moeten openstaan voor het volledige Brusselse politieke landschap en voor alle Brusselse Vlamingen. Onder het deel demografische groei komt het hoofdstuk voorzieningen voor scholen aan bod. Het valt mij daarbij op dat ook hier het College zich verplicht voelt om verantwoordelijkheid op te nemen voor de Brusselse jeugd in zijn globaliteit en daarbij de kwaliteit van het onderwijs reduceert tot een randvoorwaarde. Nochtans is het de kwaliteit van het Nederlandstalig onderwijs die steeds determinerend is geweest voor het succes ervan. Het staat inmiddels vast dat de kwaliteit van dat onderwijs ten gevolge van een massieve instroom van anderstaligen en andersculturelen zwaar onder druk komt te staan. De taskforce Capaciteitsonderwijs Brussel van de VGC zou er beter aan doen om kwaliteit niet in het perspectief van de randvoorwaarden te bestuderen, maar om er een essentieel onderdeel van het te voeren onderzoek van te maken. Dat is pas echte kwaliteitszorg. Zeker wanneer we vaststellen dat school lopen in het Nederlands niet voldoende is om anderstaligen ertoe te overhalen om integraal en enthousiast deel te gaan uitmaken van onze Vlaamse gemeenschap, moeten we ons de vraag durven te stellen naar het nut van het steeds verder ongebreideld uitbreiden van de capaciteit. Zo niet beperkt dit type van Vlaams beleid zich tot het organiseren van een zoveelste verdoken transfer van Vlaams geld naar de Franse Gemeenschap. De VGC, als overheid gelast met het voorzien in instellingen voor de Vlamingen in Brussel, zou het bovendien als haar eerste opdracht moeten beschouwen om bij absolute voorrang voor alle Vlaamse kinderen in de hoofdstad in een

Plenaire vergadering Nr. 1 (2010-2011) 22 oktober 2010 17 plaats in de school van hun keuze te voorzien en pas in de tweede orde ons Nederlandstalig net open te stellen voor andere inwoners van de hoofdstad. Dan is er het hoofdstuk armoedebestrijding. De beleidsverklaring heeft het hier over kansarmen, scholen, tweedekansonderwijs, alfabetisering, talen, kansengroepen, cultuurwaardebonnen, sport en vrije tijd en dies meer. In dat lijstje mis ik echter de verwijzing naar de vele Vlaamse senioren die in deze stad in zeer krappe omstandigheden moeten rondkomen. De lacune is des jammerlijk nu recent in het nieuws kwam dat de gemeente Koekelberg - daarin actief gesteund door het Brussels Hoofdstedelijk Gewest - heeft beslist om het project van een Vlaamse investeerder die faciliteiten wil uitbouwen voor Vlaamse bejaarden op de gewezen campus van de Katholieke Universiteit in Koekelberg, te dwarsbomen, omdat ze de aanwezigheid van een zorgdorp voor Vlaamse bejaarden op haar grondgebied weerzinwekkend vindt. Men sprak zelfs van een bejaardengetto. Wat is dan daar zo weerzinwekkend aan: het feit dat er eindelijk een inspanning wordt geleverd voor Vlaamse bejaarden? Het feit dat het gaat om Vlaamse bejaarden? Of het feit dat de Franstaligen daardoor deze Vlamingen, die nochtans hebben bijgedragen tot het systeem van nationale solidariteit, nog langer op het Brussels grondgebied zullen moeten dulden. Het is mij trouwens opgevallen dat het Vlaams Belang de enige fractie was die rond dit thema een interpellatieverzoek had ingediend. Ik betreur dan ook dat men in het Bureau heeft beslist om die interpellatie uiteindelijk te verwijzen naar de bevoegde commissie, terwijl dit thema wel degelijk van primordiaal belang is. Dé kerntaak van de Vlaamse Gemeenschapscommissie is het opkomen voor de belangen van de Brusselse Vlamingen in deze stad, in het bijzonder voor de Vlaamse senioren in deze stad. Ik heb dan ook beslist het interpellatieverzoek in te trekken. Het Vlaams beleid van het College moet veel assertiever zijn. De tijden zijn moeilijker dan ooit voor de Vlamingen in Brussel. Wanneer de Franstaligen statistieken en media manipuleren om aan te tonen dat de Vlamingen uit de hoofdstad verdwijnen, wanneer er, zoals nu, sprake van is om het aandeel van de middelen dat naar de Vlaamse gemeenschap vloeit drastisch in te perken, wanneer het Gewest zich niet alleen mengt in gemeenschapsbevoegdheden zoals op gebied van kinderopvang maar die ook openlijk gaat opeisen zoals bij het willen inrichten van Brussels basisonderwijs -, wanneer sommige leden van de Brusselse regering openlijk ijveren voor een regionaliseren van de bevoegdheden van GGC, dan moet dit College niet lijdzaam toezien en wachten tot de bui overwaait, maar luid en hevig protesteren. Met het schamel verweven van een quasi onzichtbare dunne rode draad van het Nederlands door een beleidsverklaring dit niet uitblinkt in krachtdadigheid noch zelfzekerheid, beantwoordt dit College niet aan de verwachtingen van de Vlamingen in Brussel. Respect voor de Nederlandse taal, het onverlaten ijveren voor het naleven van de taalwetten, het doen erkennen van de Vlaamse stad en hoofdstad die Brussel ook is, het opkomen voor de rechten van de Vlamingen in Brussel: al deze essentiële taken vind ik niet terug in deze beleidsverklaring. Ik kan ze dan ook enkel een ruime onvoldoende geven. Mevrouw Brigitte De Pauw.- Deze beleidsverklaring heeft me blij verrast omwille van een aantal verfrissende en nieuwe ideeën. Daaruit blijkt dat het College al goed gerodeerd is. Er is de uitdrukkelijke wens dat het transversale aan bod komt en dat er gezamenlijk een beleid kan worden uitgetekend naar de Brusselaars toe. Het uitwerken van een goede digitale communicatie kan ook op onze bijval rekenen. Voor jongeren is dit een troef. Voor de gemeenschapscentra betekent dit de aanwezigheid van een extra communicatiemiddel, naast de bestaande, met als voordeel de grotere interactie-

18 Plenaire vergadering Nr. 1 (2010-2011) 22 oktober 2010 mogelijkheden tussen de gemeenschap en de gebruiker. Niet iedereen heeft echter toegang tot internet of kan het gebruiken, denk bijvoorbeeld aan ouderen en mensen met beperkte financiële middelen. Om deze doelgroepen te bereiken moet de VGC ook blijven communiceren met brochures en ander visueel materiaal. Media spelen een belangrijke rol in onze democratische samenleving. Al enkele jaren dringen we er op aan de programma s van tvbrussel in een ruimer gebied uit te zenden, zodat Vlaanderen zich een vollediger beeld van het Brussels hoofdstedelijk gewest kan vormen. Hoe ver staan we hiermee? Terloops, wat is eigenlijk een digitext content-aanbod? Elke democratische samenleving wordt gekenmerkt door een zelfbewust en stevig ontwikkeld middenveld, met vrijwilligers als ruggengraat. Het brengt mensen samen, geeft hun een stem en neemt verantwoordelijkheid op in onze maatschappij. Voor onze fractie is hun ondersteuning van cruciaal belang. We pleiten er dan ook voor om vrijwilligers en verenigingen voldoende perspectief te geven, door middel van een kritische maar stabiele erkenning en subsidiëring. Nieuwe bewegingen moeten eveneens op ondersteuning kunnen rekenen, maar de ongebreidelde aangroei van het aantal gesubsidieerde verenigingen dat uit dezelfde ruif eet, mag niet ten koste gaan van de tegemoetkomingen voor de socioculturele organisaties. Bijkomende erkenningen vereisen dan ook bijkomende middelen. Zeker in de aanloop van 2011, het Europees Jaar van de Vrijwilliger, moeten we hieraan voldoende aandacht besteden. De entiteit Gemeenschapscentra moet voor onze fractie vooral ten dienste staan van de 22 gemeenschapscentra, die op hun beurt ten dienste staan van de lokale gemeenschap. De entiteit moet in de eerste plaats faciliteren in plaats van centraliseren. Voor dergelijke rol kan het College rekenen op onze steun. Dat de VGC optreedt als regisseur inzake het integratiebeleid lijkt ons een goede zaak. Er is sprake van doorverwijzing binnen een voorportaalfunctie. Hieromtrent hadden wij graag wat meer uitleg: wat wordt hiermee juist bedoeld en waarvoor zou de registratie hiervan dienen? Een positief en open imago van de Vlaamse Gemeenschap en de VGC is voor ons, Nederlandstaligen in Brussel, van het grootste belang. Onze fractie is verheugd met de versnelling inzake de uitbouw van een netwerk van lokale dienstencentra. Naast de al 13 erkende lokale dienstencentra wordt in het zuidoosten van Brussel hard getimmerd aan nieuwe LDC s. De CD&V-fractie steunt de uitbouw van deze LDC s en is blij te horen dat vzw Zoniënzorg een voorlopige erkenning voor een tweede lokaal dienstencentrum krijgt. De LDC s zijn immers een ideaal beleidsinstrument tegen vereenzaming maar zijn ook nuttig bij de armoedebestrijding. Ze bieden een warm onthaal, boeiende activiteiten en warme maaltijden aan een gedifferentieerd tarief. Daarom zijn we blij dat het College van de lokale dienstencentra een speerpunt in zijn welzijnsbeleid heeft gemaakt. De Brusselse bevolking neemt toe terwijl de gemiddelde leeftijd daalt. Het spreekt voor zich dat dit implicaties heeft waarmee het beleid rekening dient te houden. Immers, kinderopvang, jeugdwerking en onderwijs komen onvermijdelijk meer aan bod als de populatie verjongt. Collega Bianca Debaets zal straks verder ingaan op het deel onderwijs van de beleidsverklaring. Wat betreft kinderopvang beschikken we in Brussel al over een uitgebreid netwerk. Het aantal plaatsen blijft echter onvoldoende en de vraag zal blijven toenemen. We onder-

Plenaire vergadering Nr. 1 (2010-2011) 22 oktober 2010 19 steunen dan ook het voorstel om via de Stedenfondsmiddelen wat te remediëren, nieuwe initiatieven mogelijk te maken en een capaciteitsuitbreiding te realiseren. We zijn ook zeer verheugd dat er dit jaar nog eens 84 extra plaatsen in de buitenschoolse opvang zullen komen, verspreid over de reeds bestaande IBO s en nieuwe initiatieven. Daarnaast wordt er ook in 70 extra plaatsen voorzien in de kinderdagverblijven. Dit is uiteraard een mooie vooruitgang, maar we moeten blijven beseffen dat veel jonge gezinnen niet terecht kunnen in de gesubsidieerde opvang. Zij zijn aangewezen op zelfstandige initiatieven, die geen subsidies ontvangen, en dus ook ontsnappen aan elke vorm van kwaliteitscontrole en waar bovendien de prijzen hoger liggen. Kinderopvang slokt op die manier een groot deel uit het budget. Jonge gezinnen in Brussel hebben niet altijd de mogelijkheid om terug te vallen op grootouders en familieleden om hun kroost op te vangen. Dat is nu eenmaal eigen aan de grootstedelijke context en vraagt een specifieke aanpak. Hoewel de VGC een sturende rol heeft, kunnen de gemeenten eveneens gestimuleerd worden om de werking en het aanbod te versterken. Over het inschrijven van deze samenwerking met de gemeenten ben ik blij. Ik verwijs naar het voorbeeld van Jette: wanneer we de handen in elkaar slaan is er ruimte om nieuwe en mooie projecten te realiseren. Binnen deze context verdienen de zogenaamde Brede Scholen, die deel uitmaken van de buurt en de lokale samenleving en de algemene ontwikkelingskansen van de kinderen willen stimuleren, een aparte vermelding. Een sectoroverschrijdende samenwerking tussen scholen, vrijetijdsinitiatieven en welzijnsorganisaties biedt veel kansen en kan op een adequate manier inspelen op specifieke noden. Deze demografische evolutie brengt eveneens een verhoogde behoefte aan vrijetijdsvoorzieningen voor de jeugd teweeg. Investeren in de Brusselse jeugd is investeren in de toekomst van ons gewest. Wij zijn dan ook bijzonder verheugd dat hieraan voldoende aandacht wordt besteed in de beleidsverklaring. Jeugdhuizen en overige jeugdinfrastructuren nemen een prominente plaats in bij de uitbreiding en de versterking van het bestaande aanbod. Een goede samenwerking met de gemeenten lijkt ons hier aangewezen, de noden verschillen immers van plaats tot plaats. Laagdrempeligheid is voor ons een sleutelwoord. Ook jongeren die zich in een minder goede thuissituatie bevinden moeten de kans krijgen om volledig te kunnen participeren in het brede jeugdwerkingsaanbod. We zijn eveneens voorstanders van een verdere ondersteuning vanuit de VGC van de verenigingen die het dagelijks beheer van de jeugdinfrastructuur op zich nemen. Vaak beschikken deze beheerders over onvoldoende kennis aangaande overeenkomsten, brandveiligheid en dies meer om hun taken op degelijke wijze te kunnen uitvoeren. In de beleidsverklaring spreekt men over de ontwikkeling van een instrument dat aan deze noden tegemoet zal komen. We zullen dit dan ook met veel interesse opvolgen. Ook een verdere uitbreiding van het aanbod van speelpleinwerking, sportkampen, speelweken, kinderateliers, jeugdvakanties en dergelijke meer, kan enkel aangemoedigd worden. We willen Brussel immers aantrekkelijk maken en houden voor jonge gezinnen met kinderen. Deze trekken al te vaak weg naar de Vlaamse rand. Dit is een fenomeen dat aangepakt moet worden, door voldoende in te spelen op de specifieke belangen, wensen en behoeften van deze groep. Het Armoederapport zit nog zeer vers in ons geheugen. De cijfers in Brussel zijn schrijnend. Het probleem is zo veelomvattend dat elk beleidsniveau zijn steentje dient bij te dragen, zo ook de Vlaamse Gemeenschapscommissie.

20 Plenaire vergadering Nr. 1 (2010-2011) 22 oktober 2010 Uiteraard kan zij dit niet alleen, maar er zijn zeker middelen voorhanden om zij het op bescheiden schaal aan de bestrijding van armoede en sociale uitsluiting tegemoet te komen. De laagdrempeligheid van de brede waaier aan VGC-diensten moet een kernbegrip zijn. Om te beginnen moet er een vlotte toegang tot informatie voor iedereen zijn, wat nog steeds een heikel punt is. We zijn daarom verheugd over het initiatief om een lokaal loket voor kinderopvang op te starten. Elk kind heeft recht op opvang, ontplooiing en ontwikkeling. Ook de initiatieven inzake opvoeding en werk kan onze fractie toejuichen. Opleiding en werk zijn immers belangrijke hefbomen in de strijd te gen armoede. Onze fractie heeft op zich niets tegen de centralisatie van de VGC-administratie op een enkele locatie. Dat zal de werking en de communicatie vergemakkelijken, maar we vragen wel om kostenbewust te werk te gaan en andere projecten of verenigingen niet het kind van de rekening te laten worden. Wij hopen in het investeringsplan dan ook evenwaardige middelen voor onze eigen administratie en voor de projecten uit het middenveld aan te treffen. Wat het kerntakendebat betreft, is CD&V altijd voorstander geweest van en kritische doorlichting over wie wat moet doen. Wij zijn dan ook blij met de oprichting van de taskforce Brussel. De politieke sturing wat ons beleidsniveau betreft, moet gebeuren door het democratisch verkozen VGC-College. Ik weet dat er eerst een ambtelijke werkgroep is die dit kerntakendebat zal voorbereiden, maar ook daar worden vaak keuzes gemaakt die niet helemaal waardenvrij zijn. Ik hoop dan ook op voldoende overleg tussen administratie en College. Tot slot onderschrijven wij de oproep tot samenwerking met andere beleidsniveaus, zoals gemeenten en OCMW s. De hamvraag is hoe we de OCMW s kunnen overtuigen mee te werken aan onze projecten. In de meeste gemeenten vinden we wel Vlaamse schepenen die mee aan de kar willen trekken, maar partners bij de OCMW s zijn moeilijker te vinden. Ik hoop dat het College daarvoor een oplossing kan vinden. Het College kan op de steun van de CD&V-fractie rekenen bij het uitvoeren van alle mooie initiatieven die in deze beleidsverklaring zijn opgenomen. De heer Paul De Ridder. De tweedeling tussen arm en rijk neemt in onze stad dramatische vormen aan. De VGC heeft dan ook terecht het beleid tegen de armoede als een aparte en overkoepelende doelstelling in haar beleidsverklaring opgenomen. De Gemeenschappen waren spontaan bereid hun verantwoordelijkheid op te nemen in de strijd tegen deze gesel. Het is daarom des te pijnlijker dat sommigen de inbreng van de Gemeenschappen krampachtig pogen te minimaliseren. Zo verklaarde Rudy Demotte onlangs doodleuk dat in Brussel het Gewest álles kan doen. De Gemeenschappen zouden volgens hem geen enkele meerwaarde bieden. In Brussel Deze Week reageerde journalist Danny Villeyn terecht dat de Vlamingen op hun hoede moeten zijn voor de Franstalige filosofie van alles naar het Gewest. Paul Magnette ging zelfs nog een stap verder dan Rudy Demotte. Hij had het onomwonden over Vlaanderen en de twee Franstalige gewesten. Terloops vernoemde hij ook nog even de Nederlandstaligen in Brussel als meest beschermde minderheid in de wereld. Het is merkwaardig dat de VGC het niet nodig vond om officieel en met al haar gezag te reageren tegen deze ongehoorde uitspraken. Vorig jaar werd Pascal Smet wel, en terecht, op de vingers getikt toen hij Brussel een Franstalige stad noemde. De VGC moet immers