Hof van Cassatie van België

Vergelijkbare documenten
Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van Belgie

Hof van Cassatie van België

Instelling. Onderwerp. Datum

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België. Arrest

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België

Instelling. Onderwerp. Datum

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België

Instelling. Onderwerp. Datum

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België

Instelling. Onderwerp. Datum

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België

Instelling. Onderwerp. Datum

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België

Transcriptie:

15 SEPTEMBER 2014 C.13.0017.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.13.0017.N P. S. eiser, vertegenwoordigd door mr. Huguette Geinger, advocaat bij het Hof van Cassatie, met kantoor te 1000 Brussel, Quatre Brasstraat 6, waar de eiser woonplaats kiest, tegen C. D. K. verweerster. I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF Het cassatieberoep is gericht tegen het vonnis van de rechtbank van eerste aanleg te Turnhout van 14 mei 2012 op verwijzing na arrest van het Hof van 6 mei 2010. De zaak is bij beschikking van de eerste voorzitter van 30 juni 2014 verwezen naar de derde kamer.

15 SEPTEMBER 2014 C.13.0017.N/2 Advocaat-generaal Henri Vanderlinden heeft op 30 juni 2014 een schriftelijke conclusie neergelegd. Raadsheer Beatrijs Deconinck heeft verslag uitgebracht. Advocaat-generaal Henri Vanderlinden heeft geconcludeerd. II. CASSATIEMIDDEL De eiser voert in zijn verzoekschrift dat aan dit arrest is gehecht, twee middelen aan. III. BESLISSING VAN HET HOF Beoordeling Eerste middel 1. Artikel 1022, eerste lid, Gerechtelijk Wetboek, zoals gewijzigd bij artikel 7 van de wet van 21 april 2007 betreffende de verhaalbaarheid van de erelonen en de kosten verbonden aan de bijstand van een advocaat, bepaalt dat de rechtsplegingsvergoeding een forfaitaire tegemoetkoming is in de kosten en erelonen van de advocaat van de in het gelijk gestelde partij. Krachtens artikel 14 van de wet van 21 april 2007 bepaalt de Koning de datum van de inwerkingtreding van de bepalingen van die wet en gebeurt de inwerkingtreding uiterlijk op 1 januari 2008. Krachtens artikel 10 van het koninklijk besluit van 26 oktober 2007 treden de artikelen 1 tot en met 13 van de wet van 21 april 2007 en dat koninklijk besluit zelf in werking op 1 januari 2008. Artikel 13 van de wet van 21 april 2007 betreffende de verhaalbaarheid van de erelonen en kosten verbonden aan de bijstand van een advocaat bepaalt dat de artikelen 2 tot 12 van die wet van toepassing zijn op de zaken die hangende zijn op het moment dat ze in werking treden.

15 SEPTEMBER 2014 C.13.0017.N/3 2. Krachtens deze bepalingen is de wet van 21 april 2007, vanaf haar inwerkingtreding, onmiddellijk van toepassing op de hangende zaken. Onder hangende zaken worden de zaken bedoeld waarover, in de betreffende aanleg, nog uitspraak moet worden gedaan bij de inwerkingtreding van de nieuwe wet. 3. Hieruit volgt dat in hoger beroep geen rechtsplegingsvergoeding overeenkomstig de nieuwe wet kan worden toegekend voor de procedure gevoerd in eerste aanleg onder de toepassing van de oude wet. 4. De appelrechters die de eiser veroordelen tot een rechtsplegingsvergoeding met toepassing van de wet van 21 april 2007 voor de procedure in eerste aanleg gevoerd voor de vrederechter en beslecht bij vonnis van 28 mei 2003, hetzij vóór de inwerkingtreding van de nieuwe wet, verantwoorden hun beslissing niet naar recht. Het middel is gegrond. Tweede middel 5. Krachtens artikel 1022, eerste lid, Gerechtelijk Wetboek is de rechtsplegingsvergoeding een forfaitaire tegemoetkoming in de kosten en erelonen van de advocaat van de in het gelijk gestelde partij. 6. De rechtsplegingsvergoeding geldt enkel voor de partij die gelijk krijgt in het geschil ten gronde. Gelet op de eigen aard van het cassatiegeding is hiervoor geen rechtsplegingsvergoeding verschuldigd en kan de rechter op verwijzing na cassatie geen rechtsplegingsvergoeding toekennen voor de procedure gevoerd voor het Hof. 7. Door de eiser te veroordelen tot een rechtsplegingsvergoeding met toepassing van de wet van 21 april 2007 voor de procedure gevoerd voor het Hof, verantwoorden de appelrechters hun beslissing niet naar recht. Het middel is gegrond.

15 SEPTEMBER 2014 C.13.0017.N/4 Kosten 8. Wanneer cassatie wordt uitgesproken zonder verwijzing doet het Hof uitspraak over de kosten krachtens artikel 1111, laatste lid, Gerechtelijk Wetboek. Dictum Het Hof, Vernietigt het bestreden vonnis in zoverre het de rechtsplegingsvergoeding voor de procedure voor de vrederechter bepaalt overeenkomstig de wet van 21 april 2007 en het de eiser veroordeelt tot een rechtsplegingsvergoeding voor de procedure gevoerd voor het Hof. Zegt dat er geen grond tot verwijzing is. Bepaalt de rechtsplegingsvergoeding voor de verweerster in de procedure in eerste aanleg lastens de eiser op 163,61 euro. Veroordeelt de verweerster tot de kosten van de procedure voor het Hof. Bepaalt deze kosten op 1.171,58 euro. Beveelt dat van dit arrest melding zal worden gemaakt op de kant van het gedeeltelijk vernietigde vonnis. Dit arrest is gewezen te Brussel door het Hof van Cassatie, derde kamer, samengesteld uit raadsheer Beatrijs Deconinck, als voorzitter, en de raadsheren Alain Smetryns, Geert Jocqué, Antoine Lievens en Koenraad Moens, en in openbare rechtszitting van 15 september 2014 uitgesproken door raadsheer Beatrijs Deconinck, in aanwezigheid van advocaat-generaal Henri Vanderlinden, met bijstand van griffier Kristel Vanden Bossche.

15 SEPTEMBER 2014 C.13.0017.N/5 K. Vanden Bossche K. Moens A. Lievens G. Jocqué A. Smetryns B. Deconinck