Hoogtelijnen en doorsnedes tekenen. Introductie. Hoe werk je met hoogtelijnen?



Vergelijkbare documenten
Het klimaat is het gemiddelde weer in een bepaald gebied over een langere tijdsperiode. Meestal wordt hiervoor 30 jaar gebruikt.

Benodigdheden onderzoek 1. Onderzoek 1 Horizonlijn Helling Hoogteverschil

Eindexamen wiskunde B havo I (oude stijl)

Examen HAVO. Wiskunde B (oude stijl)

Hellingen (Hawex)

Eindexamen wiskunde b 1-2 havo II

De grafiek van een lineair verband is altijd een rechte lijn.

wiskunde CSE GL en TL

Eindexamen wiskunde B havo I

Examen HAVO. Wiskunde B1,2 (nieuwe stijl)

Met behulp van deze gegevens kan worden berekend welke maximale totale behoefte aan elektrische energie in Nederland er voor 2050 wordt voorspeld.

Het opstellen van een lineaire formule.

Examen HAVO. Wiskunde B1,2 (nieuwe stijl)

Eindexamen wiskunde B1-2 havo 2002-I

Examen HAVO. Wiskunde B1,2 (nieuwe stijl)

leeftijd kwelder (in jaren)

Examen HAVO. wiskunde B. tijdvak 2 woensdag 19 juni uur

Eindexamen aardrijkskunde vwo 2000-I

wiskunde CSE GL en TL

TEKENEN MET EEN DRIELUIK

Je kunt in de grafiek aflezen wat de gewichtstoename is van schapen die zwanger zijn van één, twee of drie lammetjes.

Ten noorden van de evenaar ligt het noordelijk halfrond. Ten zuiden daarvan het zuidelijk halfrond.

Les 3 Toppen, passen, dalen

Grafieken, functies en verzamelingen. Eerst enkele begrippen. Grafiek. Assenstelsel. Oorsprong. Coördinaten. Stapgrootte.

Examen HAVO. wiskunde B. tijdvak 1 woensdag 14 mei uur

Een symmetrische gebroken functie

Om snel medische hulp te kunnen bieden, staan in vier plaatsen in Nederland speciale helikopters. Zie onderstaand kaartje.

d. Met de dy/dx knop vind je dat op tijdstip t =2π 6,28 het water daalt met snelheid van 0,55 m/uur. Dat is hetzelfde als 0,917 cm per minuut.

Hoofdstuk 2: Grafieken en formules

CAMERA EN ACCESSOIRES

De grafiek van een lineair verband is altijd een rechte lijn.

Eindexamen wiskunde vmbo gl/tl I OVERZICHT FORMULES: omtrek cirkel = π diameter. oppervlakte cirkel = π straal 2

Wat is de som van de getallen binnen een cirkel? Geef alle mogelijke sommen!

Examen VMBO-KB. wiskunde CSE KB. tijdvak 2 dinsdag 17 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Lesbrief Assenstelsels. Versie 1

Hoofdstuk 2 - Kwadratische functies

1. Wat is het verschil tussen een natuurgetrouwe en een schematische tekening?

Hogeschool Rotterdam. Voorbeeldexamen Wiskunde A

Examen VMBO-GL en TL. wiskunde CSE GL en TL. tijdvak 2 dinsdag 21 juni 13:30-15:30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Tochttechnieken Cursus Coördinatie Bijlage cursus 5

Projectietekenen is een hulpmiddel om een beter en sneller inzicht te krijgen in een product.

Eindexamen wiskunde b 1-2 havo I

Examen HAVO wiskunde B. tijdvak 1 vrijdag 17 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen VMBO-BB. wiskunde CSE BB. tijdvak 1 vrijdag 23 mei uur. Beantwoord alle vragen in dit opgavenboekje.

wiskunde B havo 2016-I

Bij deze PTA-toets hoort een uitwerkbijlage, die behoort bij opdracht 4c. Pagina 1 van 8. Vestiging Westplasmavo

Landkaarten en coördinaten

Hoeveel euro moet Iris voor het skiën van haar kinderen betalen? Schrijf hieronder je antwoord op. ...

Eindexamen wiskunde B havo II

Practicum algemeen. 1 Diagrammen maken 2 Lineair verband en evenredig verband 3 Het schrijven van een verslag

Examen HAVO. wiskunde B. tijdvak 1 donderdag 19 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen HAVO. wiskunde B1,2. tijdvak 1 woensdag 30 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Voorbeeldexamen Wiskunde B Havo

Hoofdstuk 4: Meetkunde

wiskunde B bezem havo 2017-I

1.1. De auto in perspectief

SOM- en PRODUCTGRAFIEK van twee RECHTEN

De twee schepen komen niet precies op hetzelfde moment in S aan.

Examen VWO. wiskunde B. tijdvak 2 woensdag 22 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen HAVO. Wiskunde B1,2 (nieuwe stijl)

Examen VMBO-KB. wiskunde CSE KB. tijdvak 1 woensdag 30 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Op zondag 12 december 2004 werd in Eindhoven het grootste pitabrood ter wereld gebakken.

Examen HAVO. wiskunde B (pilot) tijdvak 2 woensdag 19 juni uur

Functies. Verdieping. 6N-3p gghm

Examen HAVO. wiskunde B. tijdvak 2 woensdag 22 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Eindexamen wiskunde B1-2 vwo 2006-II

Kleuren met getallen Afbeeldingen weergeven

TUINCENTRUM VIJVER AANLEGGEN

Examen HAVO. wiskunde B1,2. tijdvak 2 woensdag 18 juni Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Eindexamen wiskunde B1-2 havo 2002-II

Examen HAVO. tijdvak 1 vrijdag 19 mei uur

MOEILIJKHEIDSGRAAD: -**- Een spreekbeurt geven, vraagt veel voorbereiding. Je moet immers vlot kunnen vertellen en je moet je luisteraars boeien.

Eindexamen wiskunde B1 havo 2002-I

Voor de beoordeling zijn de volgende passages van de artikelen 41, 41a en 42 van het Eindexamenbesluit van belang:

Eindexamen wiskunde B vwo I

1. INLEIDING PERSPECTIEVEN PROJECTIEMETHODEN AANZICHTEN TEKENEN PERSPECTIEF TEKENEN BRONVERMELDING...

Eindexamen wiskunde B1-2 havo 2008-I

Eindexamen wiskunde B havo II (oude stijl)

Maken van een practicumverslag

Aanvulling hoofdstuk 1 uitwerkingen

WISKUNDETOETS FPP. Oefentoets Deze wiskundetoets bestaat uit 30 vierkeuzevragen

Verticaal zet je op 9 mm van links en op 9 mm van rechts (36:4 = 9 mm) een streepje. Dit is dus een vierde van de lengte.

Bij alle verbanden geldt dat je, als je een negatief getal in een formule invult, je altijd haakjes om dat getal moet zetten.

Examen VMBO-KB. wiskunde CSE KB. tijdvak 1 donderdag 22 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

045: Het meshgereedschap: onregelmatige oppervlaktes maken

klas 3 havo Checklist HAVO klas 3.pdf

Antwoordmodel - Kwadraten en wortels

Opdracht 1. Zoek in reclameblaadjes foto s van zaklampen en plak ze hier onder.

Examen HAVO. Wiskunde B (oude stijl)

Examen HAVO. Wiskunde B1 (nieuwe stijl)

In een zware tornado worden maximale windsnelheden van ongeveer 280 km/u bereikt.

Oef 1. Oef 2 Geef het functievoorschrift van g, h en k als a = 1

Examen HAVO. wiskunde B. tijdvak 2 woensdag 18 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen HAVO. wiskunde B1,2. tijdvak 1 dinsdag 20 mei uur

DIERGEDRAG IN ARTIS. Lespakket diergedrag voor bovenbouw vmbo VERWERKING

Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen.

Eindexamen wiskunde vmbo gl/tl I OVERZICHT FORMULES: omtrek cirkel = π diameter. oppervlakte cirkel = π straal 2

breipatroon Zo ga je te werk

Examen HAVO. Wiskunde B1,2

Deze toets bestaat uit 4 opgaven (31 punten). Gebruik eigen grafische rekenmachine en BINAS toegestaan. Veel succes! ZET JE NAAM OP DEZE

Transcriptie:

Hoogtelijnen en doorsnedes tekenen Introductie Er zijn verschillende manieren om hoogte op een kaart aan te geven. Op wandkaarten in het aardrijkskundelokaal wordt veel gebruik gemaakt van kleuren. Een andere manier om hoogte aan te geven op een kaart is het gebruik van hoogtepunten. Een derde manier bestaat uit hoogtelijnen. Hoe werk je met hoogtelijnen? Hoogtelijnen zijn lijnen op een kaart die punten van gelijke hoogte met elkaar verbinden. Van een kaart met hoogtepunten kun je een kaart met hoogtelijnen maken. Je verbindt dan op de kaart punten met een gelijke hoogte met elkaar. In het onderstaande voorbeeld staan een aantal punten met bijbehorende hoogtes (in meter). Je kunt tussen deze punten hoogtelijnen trekken. Dit is in het onderste voorbeeld gedaan. Om deze hoogtelijnen in te tekenen moet je ook interpoleren. Dat betekent dat je tussen de hoogtepunten moet inschatten waar de hoogtelijnen moeten komen. http://upload.wikimedia.org/wikipedia/en/f/fa/cntr-map-1.jpg Hoogtelijnen op een kaart kruisen elkaar niet. Waar de hoogtelijnen dicht op elkaar liggen is het steil. Daar waar de hoogtelijnen ver uit elkaar liggen is het vlakker. Het voorbeeld laat zien dat als je langs de rechte lijn van punt A naar punt B gaat, je een heuvel beklimt en deze ook weer afdaalt. De top van de heuvel ligt boven de 100 meter, maar je weet niet precies hoe hoog deze heuvel is. Van punt A naar de top is de helling minder steil dan van punt B naar de top.

Opdracht 1: hoogtelijnen tekenen Vanaf klas 2 tl, h,v A. Verbind de hoogtepunten tot hoogtelijnen. Let erop dat hoogtelijnen elkaar niet kunnen kruisen. Teken de hoogtelijnen in van 0, 100, 200 en 300 meter. B. Maak nu van de hoogtelijnenkaart een hoogtezonekaart. Doe dit als volgt: - Kleur het gebied met een hoogte tussen 0 en 100 meter groen - Kleur het gebied met een hoogte tussen 100 en 200 meter geel - Kleur het gebied met een hoogte tussen 200 en 300 meter oranje - Kleur het gebied met een hoogte boven de 300 meter rood

Opdracht 2: Wat vertelt een hoogtelijnenkaart je over het landschap? Vanaf klas 1 h,v, klas 2 tl Neem de cijfers van de onderstaande hoogtelijnenkaartjes over en schrijf er de letter van het juiste zijaanzicht (dwarsprofiel) achter. http://rst.gsfc.nasa.gov/sect11/sect11_2.html

Hoe maak ik een dwarsprofiel? Van een kaart met hoogtelijnen kun je een dwarsdoorsnede of een dwarsprofiel maken. Je snijdt het landschap dan als het ware door en kijkt er vanaf de zijkant tegen aan. In de volgende afbeeldingen is dit in stappen gedaan. Dit landschap toont een V-dal, dat door de rivier is uitgesleten. De hoogtelijnen lopen evenwijdig aan de hellingen. Op een hoogtelijnenkaart is van dit landschap alleen een bovenaanzicht getekend.

De hoogte neemt vanaf de westelijke rand van de kaart af tot aan de rivier, daarna neemt de hoogte weer toe tot aan de oostelijke rand. De hoogtelijnen liggen overal ongeveer even ver van elkaar af, dat betekent dat de steilheid van de helllingen redelijk gelijkmatig is. Over de lijn A-B wordt een doorsnede gemaakt. Je weet alleen van de plaatsen waar de lijn A-B de hoogtelijnen kruist wat de precieze hoogte is. Deze plaatsen zijn aangegeven met de paarse pijlen. Er wordt een grafiek gemaakt waarbij de lengte van lijn A-B gelijk is aan de lengte van de X-as. Op de Y-as komt de hoogte te staan. Je kunt nu de zekere hoogtes, aangegeven met de paarse pijlen, overnemen in de grafiek. Dit is gedaan met de zwarte pijlen.

De hoogtes die zijn overgenomen in de grafiek worden verbonden met een vloeiende lijn. Dit is het dal van de rivier. De dwarsdoorsnede kan worden ingekleurd. De rivier is ook ingetekend. Afbeeldingen afkomstig van http://www.digischool.nl/leermiddelen/aardrijkskunde/doorsnede/images/ Opdracht 3: Een dwarsprofiel tekenen Vanaf klas 3 tl,h,v In opdracht 1 heb je van een hoogtepuntenkaart een hoogtelijnen- en hoogtezonekaart gemaakt. Op de kaart is ook een lijn getrokken van A naar B. Neem deze lijn over en maak er een dwarsprofiel van. Volg de stappen in het voorbeeld. Voor het bepalen van de grootte van de stappen op de Y-as moet je goed kijken naar de laagste en hoogste hoogtecijfers op de kaart.

Opdracht 4: Het profiel van een marathon Vanaf klas 3 h,v Een sportieve aardrijkskundeleraar loopt een marathon. Het profiel (dwarsdoorsnede) van de marathon is hieronder afgebeeld. Het is geen loopje voor doetjes. De marathon is op de afbeelding verdeeld in stukken van 5 kilometer. A. Op welk stuk van 5 kilometer moet in totaal het grootste aantal meters geklommen worden? B. Hoeveel meter moet er totaal geklommen worden op het stuk tussen 10 en 15 kilometer? C. Hoeveel meter daalt de leraar op het stuk tussen 30 en 35 kilometer in totaal? Hieronder staat het hellingspercentage van dezelfde marathon weergegeven. D. Leg uit of je kunt concluderen dat het eerste stukje van de marathon vlak is. E. Hoe steil is de afdaling tussen 5 en 10 kilometer maximaal?